Aduard, H. Bernardus en/of O.L. Vrouw, mirakelkruis

Cultusobject: H. Bernardus en/of O.L. Vrouw, mirakelkruis Open Street Maps
Datum: Onbekend
Periode: 14e/15e eeuw - 16e eeuw (?)
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Cistercienzerabdij van St. Bernardus
Adres: -
Gemeente: Zuidhorn
Provincie: Groningen
Bisdom: Groningen
Samenvatting:

In de cisterciënzerabdij Aduard werden zowel de patroon St. Bernardus als O.L. Vrouw en een mirakelkruis vereerd. Of en in welke mate een van deze devoties ook aantrekkingskracht op de buitenwereld heeft uitgeoefend, is minder duidelijk. Daarnaast bestond er in de abdij een bedevaart naar ⟶ Aduard, Richardus de Busto.

Auteur: Folkert Bakker & Remi van Schaïk
Illustraties:
Topografie - Van het voormalige, aan St. Bernardus gewijde cisterciënzerklooster te Aduard (gesticht 1192, opgeheven 1594), bisdom Münster, is na een ernstige brand in 1580 en na afbraak volgend op de opheffing slechts de ziekenzaal bewaard gebleven. Deze doet dienst als kerk van de N.H. gemeente. De plaats van de abdijkerk, waar verschillende cultusobjecten gesitueerd moeten worden, is uit opgravingen bekend; ze heeft gelegen even ten zuiden van de huidige Schoolstraat en ten noorden van de tegenwoordige N.H. kerk.
Cultusobject

- Het valt niet goed meer vast te stellen of er sprake was van één of meerdere cultusobjecten. In de eerste plaats was er een beeld van Bernardus van Clairvaux bij het aan hem gewijde altaar. Op datzelfde altaar stond een mirakelkruis. De kerk telde verder nog enkele vereerde Mariabeelden.

Verering

Bernardus
- Volgens de kroniek van Aduard, die in zijn oorspronkelijke versie in 1485 werd voltooid en vervolgens werd voortgezet, bevond zich in de abdij een beeld van Bernardus van Clairvaux bij een aan hem gewijd altaar. Het beeld zou op wonderbaarlijke wijze hebben gezweet, toen een krijgsoverste van hertog Albrecht van Saksen, Nittert Fox, in 1498 ten tijde van de strooptochten voorafgaande aan het Saksische bewind de abdij aanviel. De schrijver van (dit deel van) de kroniek zegt dit gehoord te hebben van betrouwbare zegslieden, die het zelf hadden gezien en bovendien het beeld hadden schoongemaakt.
- Een rechtsboek uit de tweede helft van de 15e eeuw vormt de enige bron waarin sprake is van een periode van vrede wanneer ‘de gemenen lude to gader komen omme gnade ende omme aflaet to Sunte Bernt toe Adwert [...]'; hieruit is niet duidelijk of St. Bernardus als patroon of eenvoudigweg de abdij zelf het doel van ‘bedevaarten' vormde. De Aduarder kroniek, de enige andere bron die ons over bijzondere vereringen informeert, geeft geen indicatie over het feit of de verering ook buiten de abdij aantrekkingskracht uitoefende.
- Het is de vraag of Aduard beschouwd mag worden als een bedevaartplaats van betekenis en mocht dat toch het geval zijn geweest, dan is niet goed uit te maken welk cultusobject aantrekkingskracht op de buitenwereld heeft uitgeoefend. Het klooster kende namelijk nog en bijzonder kruis en enkele Mariabeelden.

Mirakelkruis en Maria
- Uit dezelfde Aduarder kroniek is bekend dat op het altaar van St. Bernardus reeds door abt Eylardus (1305-1329) een kruis was opgericht waarvoor zich ‘tot op heden’ (omstreeks 1485) veel mirakelen voltrokken. Het lijkt derhalve het St. Bernardusaltaar te zijn dat bijzondere verering genoot. Meer gegevens zijn erover niet bekend.
- In de literatuur wordt sedert Kronenburg (1905) op basis van de kroniek ook gewezen op een niet onaanzienlijke Mariadevotie en worden daarbij verschillende Mariabeelden genoemd. Volgens de kroniek van Aduard plachten de aanzienlijkste kloosterlingen aan de voet van een Mariabeeld in het portaal van de kerk begraven te worden. Een ander Mariabeeld hing sedert het abbatiaat van Herman van Vreden (1500-1504) middenin het priesterkoor; daarvóór was een lamp met drie waskaarsen opgesteld. Voorts was Maria vereeuwigd op een altaarstuk aan de noordzijde van de kerk en vóór het noorderportaal bij de sacristie in de naar haar vernoemde kapel met koperen altaar, heropgericht door abt Elbertus van Rees (1506-1522) en ten tijde van abt Johannes Reekamp (1528-1549) kleurig beschilderd. Hoewel de abdij aan St. Bernardus was toegewijd, droeg het kloosterzegel de beeltenis van Maria. De bestendige, maar omstreeks 1500 klaarblijkelijk geïntensiveerde Mariaverering is vrij courant in kloosters van de cisterciënzerorde en lijkt daarom alleen van intern-kloosterlijke aard te zijn geweest.
- Het is onwaarschijnlijk dat een van deze Mariabeelden identiek is met het zandstenen beeld dat omstreeks 1830 in Aduard in een sloot werd gevonden en ten laatste sedert 1891 eigendom is van de r.k. parochie van Wehe-Den Hoorn, bekend als Mater dolorosa of Droeve Moeder van Aduard. Dit beeld moet namelijk deel hebben uitgemaakt van een Calvariegroep. Het wordt een Kleefs-Gelderse herkomst toegeschreven en zou van omstreeks 1500 dateren. Over de geschiedenis van het beeld is hoegenaamd niets bekend. Mogelijk stamt uit de abdij ook het 15de-eeuwse houten Mariabeeld (Maria met Kind op maansikkel), nu in de r.k. kerk te Zuidhorn (Gr). In Utrecht (Museum Het Catharijneconvent, collectie Aartsbisschoppelijk Museum inv.nr. 2061) bevindt zich een witlinnen geborduurd Mariadoekje uit 1541, waarschijnlijk afkomstig uit de abtskamer van Johannes Reekamp. Verondersteld wordt dat dit een aandenken is aan de voltooiïng van de beschildering van Mariakapel en altaarstuk.

Materiële cultuur

- Zandstenen beeld Mater dolorosa (deel van Calvariegroep), Kleefs-Gelders ca. 1500, in de r.k. St. Bonifatiusparochie te Wehe-Den Hoorn; 2houten Mariabeeld (Maria met Kind op maansikkel), 15e-eeuws, in de r.k. kerk van Zuidhorn; 3 witlinnen geborduurd Mariadoekje, 1541, Utrecht, Museum Catharijneconvent, collectie Aartsbisschoppelijk Museum inv.nr. 2061).

Bronnen en literatuur Archivalia: Groningen, gemeentearchief: hs. in-4o nr. 9, fol. 149v-150r, 15e-eeuws rechtsboek.
Tekstedities: H. Brugmans ed., 'De kroniek van het klooster Aduard', in: Bijdragen en mededelingen van het Historisch Genootschap 23 (1902) p. 1-188, aldaar 48 (Mariabeeld), 54 (mirakelkruis), 72-73 (Bernardusbeeld), 74-75, 78, 88 (Mariabeelden); voor een overzicht van handschriften en edities van de Kroniek van Aduard: zie M. Carasso-Kok, Repertorium van verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen ('s-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1981) nr. 383.
Literatuur: J. Nanninga Uitterdijk, Geschiedenis der voormalige abdij der Bernardijnen te Aduard (Groningen, 1870, herdr. Groningen: Berghuis/ Bouma's Boekhuis, 1973); J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, dl. 3 (Amsterdam: Bekker, 1905) p. 185-187; R.R. Post, 'Het Sint Bernardsklooster te Aduard. Eene bijdrage tot de geschiedenis der kloosters in de provincie Groningen', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 47 (1922) p. 168-277 en 48 (1923) p. 1-236; Minke A. de Visser, 'Een zestiende-eeuwsch Mariadoekje uit het Aduarder klooster', in: Groningsche volksalmanak 1931, p. 125-129; E.J.F. Smits en W.J. Formsma, Gedenkboek 750-jarig bestaan van Aduard (Groningen: Erven B. van der Kamp, [1954]); H. Praamstra en J.W. Boersma, 'Die archäologischen Untersuchungen der Zisterzienserabteien Clarus Campus (Klaarkamp) bei Rinsumageest (Fr.) und St. Bernardus in Aduard (Gr.)', in: Palaeohistoria XIX (1977) p. 173-259; A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814 (Assen/Amsterdam: Van Gorcum, 1977) nr. 531; Remi van Schaïk, Walfridus van Bedum. Een duizend jaar oude Groninger overlevering (Groningen: Wolters-Noordhoff/Bouma's Boekhuis, 1985) p. 50 (met noot 85); C. Tromp ed., Groninger kloosters (Assen-Maastricht: Van Gorcum, 1989) p. 28-34; Evert Westra, Sint Bernard in de klei. Het verhaal van het Aduarder klooster (Groningen: eigen uitgave, z.j. [1990]); J.A. Mol, 'Aduard 1192-1594. Een korte geschiedenis van het klooster', in: Eén klooster, drie dorpen. Geschiedenis van Aduard, Den Ham en Den Horn (Bedum: Profiel, 1992) p. 19-36; J.W. Boersma, 'De opgraving van de abdij Aduard', in: Eén klooster, drie dorpen. Geschiedenis van Aduard, Den Ham en Den Horn (Bedum: Profiel, 1992) p. 37-46, met uitvoerige literatuuropgave; Paula C. van der Heijden, 'De Hervormde kerk te Aduard: ziekenzaal van het Cisterciënzer klooster St.-Bernard', in: Groninger Kerken 8 (1991) p. 81-86; Paula C. van der Heijden, 'De middeleeuwse tegelvloer van Aduard', in: Groninger Kerken 13 (1996) p. 5-10; Paula C. van der Heijden, 'Aduard en het Rijksmuseum', in: Groninger Kerken 13 (1996) p. 11-12.
Literair essay: Remco Ekkers, De droeve moeder van Aduard (Groningen: Stichting Oude Groninger Kerken, 1992).
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Aduard; Collectie 'O.L. vrouw Aduard (prentje)' van A.J. Bomans, opgenomen in BiN-dossier (acquisitie 2012).

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.