Geleen, O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand / O.L. Vrouw van de Voetvallen |
||
Cultusobject: | O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand / O.L. Vrouw van de Voetvallen | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Gehele jaar | |
Periode: | 1884 - ca. 1930 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Kapel in de parochiekerk van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand | |
Adres: | Bloemenmarkt 13, 6131 CE Geleen-Lindenheuvel | |
Gemeente: | Geleen | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: | In 1884 werd te Lutterade-Krawinkel het 'Kapelke van Biesjtand' opgericht. Hierin hing een icoon van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand waar velen uit Geleen en omgeving bij ziekte op af kwamen. Rond de kapel lag een kleine tuin met daarin 'zeven voetvallen' met afbeeldingen van de Zeven Smarten van Maria. Na de aanleg van de staatsmijn Maurits werden in 1923 icoon en voetvallen naar de noodkerk, en tenslotte naar de nieuwe parochiekerk in de wijk Lindenheuvel overgebracht. Daar beleefde de verering nog enige jaren een grote bloei. | |
Auteur: | Arthur Schrijnemakers & Antoine Jacobs | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De oude kapel met de zeven voetvallen lag van 1884 tot 1923 in het veld genaamd 'Dassenkoel' aan de Heikamperweg. De Dassenkoel lag ten westen van het spoor Maastricht-Sittard, halverwege de dorpen Lutterade en Krawinkel. Het kapelletje was een rechthoekig bakstenen gebouwtje met enkele neoromaanse ornamenten. Behalve het altaar bestond het meubilair uit een viertal stoelen en een vijftal knielbankjes. Boven de ingang stond in een nis een beeldje van O. L. Vrouw met het kind in haar armen. Volgens de volksoverlevering zou dit beeldje in het veld gevonden zijn. Naast het kapelletje werd een met hekwerk omringde tuin aangelegd, waarin zeven kleine constructies van baksteen, de zogenaamde 'Zeven Voetvallen', werden geplaatst. Daarin bevonden zich (bovenzijde) gipsen taferelen, die de zeven smarten van O. L. Vrouw voorstelden (vgl. ⟶ Kapelberg), en (onderzijde) marmeren platen met de namen van de schenkers. - In 1914 werd een begin gemaakt met de aanleg van de Staatsmijn Maurits. De kapel werd in 1918 aan de Staatsmijnen verkocht en in 1923 afgebroken. De icoon van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en de voetvallen werden overgebracht naar de noodkerk aan de Rozenlaan van de nieuwe parochie te Lindenheuvel en later, in 1927, naar de noodkerk aan de Dahliastraat. In 1929 werd de icoon overgebracht naar de nieuwe parochiekerk van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, die gebouwd was in de jaren 1928-1929. De kerk was een ontwerp van de Sittardse architect ir. J.E. Schoenmaeckers. Mgr. Schrijnen consacreerde het gebouw op 10 juni 1929. In de nieuwe kerk werd een aparte kapel (ca. 4 x 7 m) aan O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand toegewijd, gelegen in de hoek tussen toren en zuidelijke zijbeuk. Er staan drie knielbanken en vier kaarsenbakken. - Behalve een icoon van O.L. Vrouw werden in de kapel tevens afbeeldingen van de Zeven Smarten van O.L. Vrouw gehangen. In de tuin van de pastorie werden zeven nieuwe voetvallen gemetseld. Toen in de loop der jaren op een deel van de pastorietuin nieuwe gebouwen werden opgetrokken, verdwenen successievelijk de voetvallen. In 1997 stond alleen nog een replica van zo'n voetval tegen de zuidzijde van de kerk. De gipsen afbeeldingen van de zeven smarten zijn aangebracht in de achterwand van het schip van de kerk. - In de jaren zestig werden de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en de afbeeldingen van de zeven smarten uit de kerk verwijderd. Pastoor Pasing, die in 1985 naar Lindenheuvel kwam, heeft ze weer op hun oude plaatsen teruggehangen. |
|
Cultusobject |
- De icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand is een geautoriseerde kopie van de in Rome, in de kerk van de H. Alfonsus bij het generalaatshuis van de redemptoristen, bewaarde icoon van de O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Dit schilderij was in de 15e eeuw van Kreta naar Rome overgebracht en trok daar sindsdien veel bedevaartgangers. Het werd verondersteld gedurende de Franse Revolutie verloren te zijn gegaan, maar werd in 1865 door een redemptorist weer teruggevonden. - De bevordering van de devotie tot O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand werd in 1866 door paus Pius IX aan de redemptoristen toevertrouwd. Kopieën van het miraculeuze schilderij werden over de gehele wereld verspreid. Sindsdien zijn in veel van hun kerken speciale kapellen voor deze Maria ontstaan, waarvan sommige devotioneel een breder karakter verwierven en het doel werden van (individuele) bedevaarten ⟶ Amsterdam; ⟶ Maasniel; ⟶ Wittem). - De icoon van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand te Lindenheuvel meet 52 x 41 cm. Zij is opgenomen in een retabel van 2 x 2,8 m en gevat in een gepolychromeerd spitsboogpaneel waarop musicerende engelen staan. Links en rechts zijn kleinere liggende panelen aangebracht met daarop respectievelijk een groep biddende mannen (o.a. koningen, pausen, bisschoppen) en een groep biddende vrouwen (o.a. een vorstin, edelvrouw en een moeder met kind). Deze panelen werden geschilderd door een zekere heer Köln uit Linnich (D). De icoon werd door de Sittardse icoonschilder Jan van Aubel gerestaureerd. - In de kerk hangen zeven gipsen voorstellingen van de Zeven Smarten van Maria: de voorspelling van Simeon, de vlucht naar Egypte, het verlies van het Kind Jezus, de ontmoeting van Jezus en Maria, Maria onder het kruis, de kruisafneming, de graflegging. De bruin-rood geverfde voorstellingen zijn circa 35 cm hoog. |
|
Verering |
- De Mariakapel werd in 1884 gebouwd door pastoor J.Th. Claessen van de Augustinusparochie van Lutterade-Krawinkel. De pastoor was aanvankelijk van plan om er een beeld van O. L. Vrouw Sterre der Zee te plaatsen, maar na een bezoek aan de redemptoristen te Wittem, vurige propagandisten voor O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, veranderde hij van gedachte en wijdde de kapel toe aan O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Op 1 maart 1886 werd het complex met de grond aan de parochie van de H. Augustinus overgedragen. In de akte van overdracht verklaarde pastoor Claessen dat de kapel gesticht was uit de 'bijlagen en offergaven der Parochianen'. - Misschien was het oorspronkelijke doel van dit kapelletje om bij de sacramentsprocessies van de parochie als rustaltaar te fungeren, zoals dit met zoveel kapellen in andere parochies het geval was. Ook bij andere gelegenheden echter trokken processies vanuit de parochiekerk er heen, zoals in 1912, toen de parochie Lutterade-Krawinkel haar 50-jarig bestaan vierde. De pastoor wees op 'dit stille kapeeltje, op Maria, die hier zoovele genaden uitdeelde aan de voorvaderen en aan ons, en op de plicht dien wij hebben om Maria hier in allen nood te komen bidden en Haar na te volgen in de belijdenis van Haar Zoon'. Begin augustus 1914 werd een processie gehouden om van de oorlog gespaard te blijven. In deze tijd werd de kapel ook praktisch elke dag door mensen uit de omgeving bezocht. Bij ernstige ziekte trokken mensen vanuit de verre omgeving naar het kapelletje om genezing af te smeken. Hele buurtschappen hielden er novenen. Oudere Geleners verhaalden dat zij lange tijd nagenoeg dagelijks een pater uit het klooster van Leyenbroek (onder Sittard) op zijn weg naar het kapelletje hadden zien passeren. - Vlak bij dit kapelletje werd in het najaar van 1914 een boortoren geplaatst om naar steenkool te zoeken. Dat was het begin van de Staatsmijn Maurits, die al spoedig de grond, waarop het kapelletje stond, zou opeisen. Op 14 december 1918 werd het geheel voor ⨍10.115,- door de parochie van de H. Augustinus aan de Staatsmijnen verkocht. Daarbij werd bepaald, dat de meubilering van de kapel en de beelden van de voetvallen het eigendom van de parochie bleven. De kapel werd in 1923 gesloopt. Volgens Lemmens (1947) vond vlak na de sloop van de kapel, die geofferd was aan de zich uitbreidende mijnindustrie, het eerste dodelijke mijnongeval plaats. - De bouwpastoor van de nieuwe parochie in de nieuwbouwwijk Lindenheuvel, D.E.F. Schoenmaeckers, liet vier jongens van het knapenkoor met behulp van een hondenkar het schilderij, de reliëfs van de voetvallen en de knielbankjes overbrengen naar de noodkerk aan de Rozenlaan. In de nieuwe parochiekerk werd het schilderij opgesteld bij de ingang. In de definitieve parochiekerk, gewijd aan O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, werd het altaar met de icoon ondergebracht in een ruime kapel die grensde aan het portaal en de zuidelijke zijbeuk. Het was pastoor Schoenmaeckers' bedoeling dat de parochianen alleen via deze kapel de kerk konden betreden en verlaten. Hij moest echter vaststellen dat veel parochianen zich tijdens de mis terugtrokken in de kapel om daar te bidden; de bloei van de devotie ging ten koste van het mishoren. Uiteindelijk werd de directe toegang van de kerk naar de kapel dichtgemetseld. - Op 13 juli 1924 werd de 'Broederschap van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand' opgericht. Het aantal leden passeerde de 700. De broederschapsleden waren afkomstig uit Lindenheuvel en een aantal naburige plaatsen, zoals Geleen, Lutterade-Krawinkel, Neerbeek, Guttecoven, Einighausen, Sittard en Urmond. In de loop der jaren verminderde de devotie. In 1952 schreef A. Schrijnemakers over de O.L.Vrouwekapel in de parochiekerk: 'Op de parochianen, vooral op de ouderen, oefent deze plek nog steeds een bijzondere aantrekkingskracht uit'. Zeer waarschijnlijk was er toen echter al geen sprake meer van een bedevaart. De verering van O.L. Vrouw is binnen de parochie zelf nog altijd levend. |
|
Materiële cultuur |
- In het parochiearchief bevinden zich nog zes gedenkplaten van de voetvallen. Een gedenkplaat ontbreekt. Het is niet meer bekend welke plaat bij welke voorstelling hoorde. De opschriften zijn: 'Geschenk van Arn. Tummers-Kosters'; 'Geschenk van Gertrudis Romans-Kosters'; 'Geschenk van Johannes Kosters'; 'Geschenk van P. Strijdhagen-Buskens, de kinderen Strijdhagen'; 'Geschenk van M. Donners-Nijsten'; 'Geschenk van Winandus Sassen'. Devotioneel drukwerk - Lied: 'Feestzang ter eere O.L. Vr. van Altijdd. Bijstand aan wie is toegewijd de kapel te Lutterade-Krawinkel', de feestzang telt vijf coupletten (Sittard: Stoomdrukkerij firma J.K. Alberts; impr. P. Mannens, Roermond, 2-6-1912). - Prentjes: 1 prentje (6,5 x 10 cm) met op de voorzijde een afbeelding van de icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand en op de achterzijde een smeekgebed; 2 prentje (6,5 x 12,3 cm) met op de voorzijde een afbeelding van de icoon en op de achterzijde het silhouet van de parochiekerk van Lindenheuvel en het opschrift: 'Parochiekerk van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand Lindenheuvel - Geleen'; 3 vouwprentje (6,5 x 12,3 cm), dit prentje is verder hetzelfde uitgevoerd als 2, met op de voorzijde de icoon en aan de binnenkant het logo met opschrift. Er staat echter een gebed tot O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand bij. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Geleen (Lindenheuvel), parochiearchief van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand.Roermond, bisdomarchief: 'Inventaris van het kerkelijk kunstbezit van de parochie O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand te Lindenheuvel-Geleen' (1984); Lutterade-Krawinkel, parochiearchief H. Augustinus. Maastricht, Rijksarchief in Limburg, Collectie Goossens, nr. 145, 148 (krantenartikelen 1912, 1928). Literatuur: 'Een gouden parochiejubilé', in: Limburger Koerier, 29 juni 1912; [Nieuwe kerk], in: Limburger Koerier, 8 februari 1928; Gerard Lemmens, Maria in Limburg. De Limburgse legendenkrans voor Maria (Maastricht: 'Veldeke', 1947) p. 88-89; Fr. Feron, Uit mijn hoekje (Venlo: z.j.) p. 60-62; F. Konings, Geschiedenis en wetenswaardigheden van de parochie O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand Lindenheuvel (Geleen 1964) p. 4; R.J.P.M. Vroomen, Geleen in oude ansichten (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1971) p. 149-150; W.R.M. Rutten e.a., Van bos en hei tot woonwijk Lindenheuvel (1979) p. 66-69; J.A. Gehlen, Geleen, van dorp tot Mauritsstad (Geleen: 1952); M.J.H.A. Schrijnemakers, Geleen in oude ansichten dl. 3 (1981) p. 41-43; J.H. Strijkers & H. J. Bouten, Van kapel tot parochiekerk. Stichting, bloei en overgang van de kapel van Altijddurende bijstand van Lutterade naar Krawinkel (Geleen: R.K. Kerkbestuur Lindenheuvel, 1984); E. Tielemans, Volksgeneeskunde in Limburg. Een bibliografie (Limbricht: Limburgs Volkskundig Instituut, 1986) p. 50-51, nr. 164, 168; J.H.M. Evers & P.G.J. Post, Historisch repertorium met betrekking tot Wittem als bedevaartsoord (Heerlen: HTP, 1986) p. 255-262; Jan Bouten, Peter Geenen & Wim Rutten, Van Geleen via Lutterade/Krawinkel naar Lindenheuvel (Geleen: R.K. Kerkbestuur Lindenheuvel, 1989) p. 210; Hub Kitzen, Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, in: Historische Jaarboek voor het Land van Zwentibold (2004) p. 155-164. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Geleen-O.L. Vrouw; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); mondelinge mededelingen in 1997 van pastoor H.F.J. Pasing. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |