Dreischor, H. Adriaan (Adrianus) |
||
Cultusobject: | H. Adriaan (Adrianus) | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Onbekend (8 september?) | |
Periode: | Voor 1498 - ca. 1600 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Adriaan (thans N.H.) | |
Adres: | Ring 1, 4315 AE Dreischor | |
Gemeente: | Brouwershaven | |
Provincie: | Zeeland | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: | In 1498 en 1505 werden in Zierikzee enkele bedevaarten opgelegd naar Adriaan in Dreischor. Nog in 1597 werd bij de Zeeuwse synode geklaagd over 'afgoderie' voor St. Adriaan in dit dorp. | |
Auteur: | Charles Caspers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Het dorp Dreischor is genoemd naar het voormalige gelijknamige eiland ('drie schorren'), thans deel van Schouwen-Duiveland. Ofschoon de heerlijkheid Dreischor al in de 14e eeuw bestond, kreeg het dorp pas enig aanzien na enkele bedijkingen in circa 1473. - De kerkbrink staat midden in het dorp. De gotische kerk - tot de reformatie een parochiekerk gewijd aan St. Adriaan, thans N.H. - dateert uit de 14e-15e eeuw. De kerk is in 1964 gerestaureerd. |
|
Cultusobject |
- Adriaan (8 september) was een heidense hoofdman die diende in het Romeinse leger van Maximianus (285-305). Hij bekeerde zich toen hij de standvastigheid zag van de christenen die hij naar de martelplaats moest brengen. Hij werd daarop zelf gemarteld. Zijn benen werden met ijzeren staven verbrijzeld en zijn rechterhand werd afgehakt. Op 4 maart werd hij, tezamen met een groep christenen, ter dood gebracht door onthoofding. St. Adriaan is een van de vijf pestmaarschalken, samen met Antonius Abt, Sebastiaan, Rochus en Genoveva. Adriaan wordt iconografisch vaak afgebeeld met aambeeld, zwaard en een leeuw. - Het is niet duidelijk of in Dreischor een beeld of een reliek werd vereerd. In het overzicht dat in de Acta Sanctorum gegeven wordt van cultusplaatsen, komt Dreischor niet voor; dit overzicht eindigt echter met de opmerking dat vele plaatsen in Duitsland, Frankrijk en 'Holland' niet genoemd zijn (⟶ Naaldwijk, ⟶ West-Souburg). Adriaan had in de middeleeuwse Nederlanden een bijzondere cultusplaats in Geraardsbergen (B). |
|
Verering |
- Dat er, met betrekking tot een periode van minstens honderd jaar, bedevaarten zijn ondernomen naar Adriaan in Dreischor blijkt uit weinige maar duidelijke bronnen. Op 19 oktober 1498 veroordeelde het gerecht van Zierikzee Scoen Cornelis de soutdrager en Lievine, zijn echtgenote, wegens schelden, tot het ondernemen van een bedevaart: Scoen naar St. Adriaan in Geraardsbergen (B) en Lievine naar St. Adriaan in Dreischor. Op 19 oktober van datzelfde jaar legde het Zierikzeese gerecht de marktvrouw Suete Callaers, wegens lasteren en het maken van dreigementen, een bedevaart naar Dreischor op. Op 19 december 1505 werd, eveneens te Zierikzee, Eliaen Clais, vanwege het zonder de vereiste toestemming vervoeren van koren naar de molen, veroordeeld tot het ondernemen van een bedevaart naar Dreischor. Bij terugkeer moest hij een bewijs kunnen overleggen, op straffe van het afhakken van een duim. - Dat de bedevaart naar Adriaan meer voorstelde dan uit enkele incidentele strafbedevaarten kan worden afgeleid, blijkt uit de klacht die in 1597, dus bijna honderd jaar na de Zierikzeese veroordelingen, door de predikant van Dreischor, Anthonius Laurentiusz. Stamperius, werd ingebracht bij de Zeeuwse provinciale synode te Goes. Naar aanleiding van diens klacht bepaalde de synode dat, ten einde 'de afgoderie, geplogen in Dreijschere voor S. Adriaen' tegen te gaan, aan de Staten van Zeeland gevraagd zal worden om maatregelen. Of dit voornemen heeft geleid tot een spoedig verdwijnen van de verering van Adriaan, valt te betwijfelen. Zo besloot de Zeeuwse synode, die in 1602 werd gehouden in Tholen, dat de heren Staten verzocht zal worden tot het bestraffen en verbieden van bedevaarten '[...] die voor de siecken tot santen ende santinnen tot groote lasteringe ende ontheyliginge des goddelycken naems by eenige superstitieuse menschen in de provincie van Zeelant gedaen ende aengenomen worden'. |
|
Bronnen en literatuur |
Tekstedities: Joannes Stiltingo, Acta S. Adriani et Sociorum mart., auctore anonymo; ex codice ms. olim Colbertino, nunc Bibliothecae Regiae Parisiensis 1453 a etc. (Antverpiae: Apud Bernardum Albertum vander Plassche, 1743), ook in: Acta Sanctorum Septembris III (Parijs: Victor Palme, 1868) p. 209-255; J. Reitsma en S.D. van Veen, Acta der provinciale en particuliere synoden, dl. 5 (Groningen: Wolters, 1896) p. 42, de provinciale synode van 1597, p. 56, de provinciale synode 1602, vgl. p. 169-170, verzoek van de synode in 1620 aan de Staten van Zeeland om een eind te maken aan het onderhouden van de 'affgodische feestdaghen der Papisten'; L.W.A.M. Lasonder, De archieven van de rechtbanken en notarissen, die over het tegenwoordig grondgebied van Zeeland gefungeerd hebben. De Zeeuwsche eilanden 1456-1811 (1852) ('s Gravenhage 1914) register van vonnissen in criminele zaken nr. 3846, fol. 5v. en 96v. Literatuur: Joannes Stalpaert van der Wielen, Hemelryck dat is lof-sangh van 't Rijcke der hemelen 'twelck eertijds beweeght heeft Adrianum [...] tot het gheloof ende martyrie ons' Heeren Iesu Christi etc. (Delft: by Adriaen Claesz. Vryenbergh, 1621); H.F. van Heussen, Oudheden en gestichten van Zeeland etc., dl. 2 (Leiden: Christiaan Vermey, 1722) p. 86-88; A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 3 (Gorinchem: J. Noorduyn, 1841) p. 500-503; J. van der Baan, 'Geschiedkundige opgaaf van de predikanten, die tijdens de Kerkreformatie, in het laatste gedeelte der 16de eeuw, bij de toen achtereenvolgens ontstane Hervormde gemeenten op de eilanden Schouwen, Duiveland en Tholen in dienst geweest zijn', in: Algemeen Nederlandsch familieblad 12 (1895) p. 226-227, over ds. Anthonius L. Stamperius; S. Salaville, '7. Adrien', in: Dictionnaire d'histoire et de géographie ecclésiastiques, dl. 1 (Parijs: Letouzey et Ané, 1912) k. 608-610; S. Muller, Geschiedkundige atlas van Nederland. De kerkelijke indeeling omstreeks 1550, tevens kloosterkaart, dl. 1. Het bisdom Utrecht ('s Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1921) p. 216; Filippo Caraffa, Duccio Valori, 'Adriano di Nicomedia', in: Bibliotheca Sanctorum, dl. 1 (Rome: Città Nuova, 1961) k. 269-270; L.J. Abelman, C. van Heel, H. Uil, 'Strafbedevaarten in Zeeland', in: Bulletin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, afl. 21 (1974) p. 1-72 (p. 20 en 30); J.L. Braber, Uit Dreischors verleden (Zierikzee 1975) p. 42 en 44; G. Kaster, 'Adrian von Nikomedien', in: Lexikon der christlichen Ikonographie, dl. 5 (Rome etc.: Herder, 1976) k. 36; J. van Herwaarden, Opgelegde bedevaarten (Assen-Amsterdam: Van Gorcum, 1978) p. 293-296, 555 (noot 298); H. Uil, 'Middeleeuwse strafbedevaarten vanuit Zierikzee', in: Kroniek Schouwen-Duiveland 5 (1980) p. 24-44; Maria-Barbara von Stritzky, 'Hadrian und Gefährten', in: Lexikon für Theologie und Kirche, dl. 4 (3e dr., Freiburg etc.: Herder, 1995) k. 1137. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Dreischor; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64b (1993). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |