Goirle, H. Jan de Doper

Cultusobject: H. Jan de Doper Open Street Maps
Datum: 24 juni(+ octaaf); 29 augustus (+ octaaf)
Periode: Begin 17e eeuw (?) - heden
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Johannes Onthoofding; kapel te Nieuwkerk (B)
Adres: Kerkstraat 3, 5051 LA Goirle
Gemeente: Goirle
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

De verering voor de parochiepatroon Jan de Doper dateert uit de middeleeuwen. Begin 17e eeuw vinden we de eerste vermelding van bedevaarten. Als gevolg van de reformatie week de parochie tijdelijk uit naar een kapel over de grens in Nieuwkerk. Na de bouw van de eerste schuurkerk in het dorp bleef men voor het St. Jansfeest nog jaarlijks naar de grenskapel gaan, in elk geval tot 1779. In de 19e eeuw werd St. Jan op Nieuwkerk nog steeds vereerd, maar lijkt het officiële St. Jansfeest voornamelijk in het dorp te zijn gevierd. Vanaf 1920 werd ook weer een processie gehouden - de laatste in 1968. Sinds 1975 wordt jaarlijks een oecumenische voettocht naar Nieuwkerk gehouden op Tweede Pinksterdag. De verering heeft door de eeuwen heen een fluctuerende, bescheiden regionale uitstraling gehad.

Auteur: Ottie Thiers
Illustraties:
Topografie Situering
- De Goirlese St. Jansverering is in de loop der tijd gebonden geweest aan twee verschillende locaties: de parochiekerk in het dorp en de grenskapel op het grondgebied van Poppel, in het huidige België. De kerk ligt aan de rand van de oude dorpskern, op de hoek van de Kerkstraat en de Tilburgseweg, die vroeger de doorgaande weg Tilburg-Turnhout was. De kapel vindt men door vanuit Goirle de Nieuwkerksedijk te volgen. In de buurt van de grenspaal bij het bruggetje over de Aelse Ley ligt het kapelletje naast het pad in het bos.

St. Janskerk
- De tegenwoordige St. Janskerk staat op de plaats waar in de 11e eeuw al een stenen kapel heeft gestaan die waarschijnlijk houten voorgangers heeft gehad. In 1450 is rondom de stenen kapel een laatgotische kerk gebouwd, waarna de kapel werd afgebroken. Omstreeks 1629 verviel deze kerk aan de protestanten.
- Vanaf circa 1680 beschikte de parochie St. Jan over een schuurkerk in de Bergstraat, die omstreeks 1760 door een nieuwe werd vervangen. Bij deze gelegenheid schonk de Goirlese smid Jan van Aelst een schilderij met een voorstelling van de onthoofding van Jan de Doper. Het is zeer waarschijnlijk van de hand van een der telgen uit de Antwerpse schildersfamilie Francken van Herentals (16e/17e eeuw).
- In 1809 kregen de katholieken hun oude, inmiddels zeer bouwvallige parochiekerk terug, die vervolgens een aantal opknapbeurten onderging. Er werd onder andere een hoogaltaar overgenomen van een Roermonds convent, waarboven het schilderij van St. Jans onthoofding werd gehangen. Onder leiding van architect J. Cuijpers begon in 1896 de bouw van een nieuwe, neogotische langbouwkerk met houten gewelven boven het schip en transept. Alleen de oude toren bleef bewaard, maar deze werd verhoogd en voorzien van een nieuw fundament. In de Tweede Wereldoorlog liep de kerk grote schade op; restauratie vond plaats in 1953.
- De verering voor de patroonheilige komt op verschillende plaatsen tot uitdrukking in de aankleding van de kerk. In de linkerzijkapel, gewijd aan Maria, is een glas-in-loodraam met een voorstelling van de dood van Jan de Doper. Het raam in de rechterzijkapel, boven het altaar van de H. Familie, stelt de aankondiging van de geboorte van St. Jan voor. In deze kapel staat op de voorgrond een beeld van de patroonheilige. Het eerder genoemde schilderij van de onthoofding hangt vooraan in de kerk, rechts van de rechterzijkapel. Aan elke kant van het koor bevinden zich hoog aan de muur twee beelden, boven elkaar; het beeld linksboven is St. Jan. Achterin de kerk staat een derde St. Jansbeeld, met offerblok.

Grenskapel op Nieuwkerk
- Na de val van 's-Hertogenbosch (1629) werd de parochiekerk aan de protestanten gegeven. Om hun godsdienst te kunnen belijden, bouwden de inwoners van Goirle in 1638 of 1639 een noodkerkje over de grens, op Steenvoort, dat nadien bekend werd onder de namen Goôlse Kluis, St.-Jansgoôl en Nieuwkerk.
- In 1810 besloten de kerkmeesters tot afbraak van de noodkerk op Nieuwkerk, waarna op dezelfde plek het huidige kapelletje werd gebouwd, gedeeltelijk op de oude fundamenten. Bij de kapel is een processieweg met kruiswegstatie geweest. Bijna alles wat zich buiten de kapel bevond, is vernield of verdwenen. De drie resterende delen van de kruiswegstatie en een verrezen Christus die boven de kapeldeur heeft gehangen zijn door leden van de heemkundige kring omstreeks 1956 van het terreintje verwijderd om verdere vernieling te voorkomen. Deze voorwerpen zijn inmiddels ingemetseld in een buitenmuur van het pand van de kring. Op de weg die achter de kapel loopt, stond voor de oorlog een houten kruis.
- Het afgelegen Nieuwkerk was in de loop der tijd vaker het werkterrein van vandalen. Zo werd in 1832 de inboedel van het kapelletje, 'een Lievevrouwebeeld en enkele andere beelden en sieraden', vernield door militairen. De Tilburgse pastoor Zwijsen besprak het voorval met kroonprins Willem, die de schade vergoedde. Er heeft een altaartje gestaan en een beeld van St. Jan. In het altaar was een reliëf aangebracht met een voorstelling van de bewening van Christus.
- In 1976 zijn opgravingen verricht op Nieuwkerk, die weinig opgeleverd hebben. De fundamenten van de grenskapel zijn grotendeels verdwenen; alleen onder het bestaande kapelletje zijn ze gehandhaafd.
- In 1985 is het kapelletje gerestaureerd. De restauratie werd uitgevoerd op kosten van de heemkundige kringen Poppel en Goirle. Na de voltooiing hebben pastoor Pirenne en pastoor Janssen uit Poppel in september 1985 de inwijding verzorgd. De baron en de beide heemkundige kringen hebben het beheer van de kapel onderling geregeld.
Bij de restauratie is het altaartje vervangen door een eikenhouten imitatie-schoorsteenmantel. Dit interieurelement en de nieuwe toegangsdeur zijn gemaakt door de heer Wijdemans sr. en de heer Vervoort, leden van respectievelijk de heemkundige kringen van Goirle en Poppel. De Goirlese kunstschilder Willy van Rooij maakte een verkleinde kopie van het schilderij van de onthoofding. De kopie staat op de 'schoorsteenmantel' in het kapelletje, waarmee men de historische band met de parochiekerk tot uitdrukking heeft willen brengen. Op de muur zijn cherubijntjes geschilderd. De kapel huisvest verder een Mariabeeld en zes rieten knielstoeltjes.
Cultusobject - Zie voor St. Jan de Doper ⟶ Alphen.
- De kerk bezit drie reliekjes van St. Jan in zilveren, 18e-eeuwse houders: een (wissel-)reliekhouder in rococostijl (lengte 12,5 cm, zilver, 18e eeuw) met onderaan een engelenkopje waarin een theca met reliek is geplaatst (de reliek heeft als bijschrift 'St Joan Bapt'); twee theca's met relieken van St. Jan in zilveren reliekhouders in rococostijl (geen merken, 18e eeuw). De ene houder heeft een lengte van 11 centimeter en de reliek heeft als bijschrift 'St. Joan. Bapt.', op de achterzijde van de theca staat 'Gorle'; de ander heeft een lengte van 12 centimeter en de reliek heeft als bijschrift 'De cranes S Ioan Bapts.' ('Uit de schedel van St. Jan de Doper'), op de achterkant van de theca staat 'Goirle'. Een echtheidscertificaat dateert uit 1731.
- Achterin de parochiekerk bevindt zich een houten beeld (1,30 m hoog) van Johannes met kruisstaf in de linkerhand, een doopschelp in de rechterhand en een lam links van hem. Het beeld werd in 1919 opnieuw gepolychromeerd. Dit zou het beeld moeten zijn dat volgens het archief in 1844 nieuw werd gekocht van de heer Luykx voor ⨍49,50. Er is een offerblok voor geplaatst.
- Daarnaast zijn er nog twee andere beelden van St. Jan in de kerk aanwezig. Het beeld links van het koor (ca. 1,20 m hoog) is tegelijk met drie andere in 1899 gekocht bij H. van der Geld in Den Bosch. Het beeld (97 cm hoog; gepolychromeerd in wit, grijs en goud) in de H. Familiekapel stelt Johannes voor, staande op een rotspartij met bergriviertje. Hiervan is de herkomst onbekend. Het dateert waarschijnlijk eveneens uit de 19e eeuw.
- In het Nieuwkerkse kapelletje heeft ooit een St. Jansbeeld gestaan, waarover in de literatuur verwarring heerst. Het schijnt in 1831 uit de kapel verdwenen te zijn. In 1844 verzuchtte graaf Gijsbert van Hogendorp, eigenaar van het landgoed, dat hij zijn 'goede oude wormstekige St. Jan' zo miste, en hij maande pastoor Minoretti het terug te plaatsen. Of dit gebeurd is vermeldt de historie niet. Volgens Dom. de Jong stond er in 1963 een St. Jansbeeld in het kapelletje, maar navraag in Goirle leert dat niemand dit beeld ooit gezien heeft. De heer Wijdemans van de heemkundige kring heeft in 1996 nog naspeuringen gedaan bij de baron die eigenaar is van de grond in Nieuwkerk en bij de pastorie in Poppel, maar dit heeft niets opgeleverd.
Verering - Van de parochie St. Jan is niet bekend wanneer ze werd opgericht. In de karolingische tijd, omstreeks 800, werd St. Jan vaak als patroon gekozen. Johannes de Doper was in elk geval de patroon van de laatmiddeleeuwse parochiekerk, gebouwd omstreeks 1450. Sinds 1818 is de heilige ook de officiële patroon van de gemeente Goirle en prijkt zijn beeltenis, een afgehouwen hoofd boven een schotel, op het gemeentewapen en -zegel. In de volksmond heet hij 'Jan-kop-aaf'.
- In 1610 vermeldt Gramaye dat Goirle bekend is vanwege de verering van Jan de Doper. In 1632 weet Wichmans (die o.a. pastoor in Tilburg en abt van Tongerlo is geweest) te vertellen dat op de feestdag van de geboorte van Johannes de Doper, 24 juni, bedevaartgangers Goirle bezoeken. Na de val van Den Bosch in 1629 kreeg de Meierij van Den Bosch, waarin Goirle lag, te maken met maatregelen tegen het katholicisme, waardoor de geestelijkheid moest uitwijken. De Goirlenaren kerkten van circa 1638 tot circa 1680 in de grenskapel op Nieuwkerk.
- Nadat omstreeks 1680 een schuurkerk in het dorp in gebruik was genomen en men voor de zondagse diensten niet meer naar Nieuwkerk hoefde te gaan, ontstond de traditie om jaarlijks op 24 juni of de zondag naastbij naar de oude grenskapel te gaan voor een biecht, mis, communie en processie. De aflaten toegekend door paus Clemens XIII (1758-1769) moesten waarschijnlijk het herstel bevorderen. De aan het St. Jansfeest verbonden kermis te Goirle werd ook bezocht door protestanten. Nicolaas de Beeck, van 1733 tot 1780 pastoor van Goirle, vroeg steeds toestemming van de bisschoppen van Antwerpen voor deze processie die een sacramentsprocessie was, geen St. Jansprocessie. Onder zijn pastoraat, in de jaren 1736-1749, verminderde de toeloop aanzienlijk. Ook probeerde De Beeck het tij te keren door uit eigen middelen de grenskapel te herstellen. Hij collecteerde onder de bedevaartgangers ten behoeve van de kerkfabriek. Met name dit laatste zat de pastoor van Poppel dwars. Uiteindelijk verbood bisschop Wellens van Antwerpen de vieringen in 1779. De klachten behelsden de aanwezigheid van spottende protestanten, een onwaardig altaar en vervallen beelden, de verlening van aflaten die niet door de bisschop waren goedgekeurd, communie-uitreiking door een onbevoegde diaken en absolutie van zonden die uitsluitend door een bisschop mochten worden geabsolveerd.
- In 1810, kort na de teruggave van de oude parochiekerk, werd de grenskapel afgebroken en het huidige kapelletje gebouwd. Volgens de koster van St. Oedenrode, A.C. Brock, die omstreeks 1825 een geschiedenis van de Meierij schreef, werd het kapelletje in zijn tijd nog druk bezocht door inwoners van Tilburg, Goirle en omliggende dorpen. In 1844 schreef graaf Van Hogendorp dat goede, brave oude lieden en kinderen met hun gebeden bloemenkransen (St. Janstrossen, vgl. ⟶ Oerle) brachten 'aan den gewezen, maar sedert 1831 voortvlugtigen St. Jan'. In de 19e eeuw leefde een spontane, ongeorganiseerde volksdevotie voort op Nieuwkerk. Pastoor Crefcoeur had er in 1912 weinig mee op, toen hij schreef over 'een soort kapelletje, dat vroeger veel toeloop had, waaraan veel misbruiken waren verbonden'. In het kapelletje bevonden zich in de jaren vijftig nog enkele votiefgeschenkjes, die nu te bezichtigen zijn in het museum van de heemkundige kring.
- In de 19e eeuw werd St. Jan in de kerk vereerd gedurende de octaven van beide feestdagen (24 juni en 29 augustus). In een krantenartikel uit 1920 wordt beschreven hoe men tot kort na 1900 vanuit de regio naar het St. Jansfeest in Goirle kwam. Daarna is deze gewoonte een poos in onbruik geraakt.
- Gedurende de 19e eeuw werden ettelijke broederschappen opgericht, waaronder een St. Jansbroederschap en de 'Conferentie van de H. Johannes Baptist', een afdeling van de landelijke Vincentiusvereniging, die zich met armenzorg bezighield. Goirle kende ook een R.K. Werkliedenvereniging St. Jan, waarvan nog een vaandel bewaard is gebleven.
- Tijdens het interbellum slaagde pastoor Coenraad Peters (1918-1930) erin de St. Jansprocessie opnieuw in te voeren, nu bij de parochiekerk. In 1919 werd de 'Broederschap van den H. Johannes den Dooper' opgericht. De broederschap had, behalve in Goirle, ook zelatricen in Tilburg, Diessen, Den Bosch, Riel en Kaatsheuvel. De zondag op het octaaf van St. Jans Onthoofding was het groot feest. De drie voorafgaande dagen kon men 's ochtends om 6.00 uur de mis en 's avonds om 19.30 uur het lof bezoeken, beide met predikatie en reliekverering. Op zondag werd een plechtige hoogmis gevierd met aansluitend de processie, predikatie en zang bij het rustaltaar langs het riviertje de Ley, en, terug in de kerk, zegen en het 'volkslied van St. Jan'. 's Middags was er kinderzegen (het zogenaamde 'kiendjeslof') en verering van de reliek. Aan het eind van de middag vond nog een plechtig lof plaats met predikatie, zegen en 'Te Deum' ter afsluiting.
- Men kon op 24 juni en 29 augustus een volle aflaat verdienen door na biecht en communie het beeld van St. Jan te bezoeken in de parochiekerk en te bidden volgens de intentie van de paus. De rest van het jaar leverde dit 300 dagen aflaat op. In de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog trok het St. Jansfeest veel bezoekers.
- Na de oorlog realiseerde men zich dat de St. Jansprocessie eigenlijk een sacramentsprocessie was; men zocht een nieuwe vorm, waarbinnen St. Jan meer in de aandacht werd geplaatst. Gesteund door de Goirlese Culturele Raad sloegen parochie en gemeente de handen ineen. De Goirlese kunstenaar Luc van Hoek ontwierp een nieuwe processie, die voor de eerste keer gehouden werd op 1 september 1957. Het draaiboek voorzag in een openluchtmis aan een rustaltaar die elk jaar op een ander plein zou worden gehouden. Wegens slechte weersverwachtingen zag men daar de eerste keer al van af.
- De processie werd geopend door de standaardrijder van het St. Sebastiaansgilde, gevolgd door de drumband van de R.K. Gymnastiekvereniging S.O.S. en de rest van het gilde. Hierna kwamen verschillende groepen, die elk een thema uitbeeldden (in 1957 nog niet compleet): St. Jan de Evangelist, profeten die de komst van St. Jan voorspellen, St. Jan predikend in de woestijn, Herodus en zijn hofhouding, Salome die als geschenk het hoofd van St. Jan vraagt, en St. Jan omgeven door soldaten en de beul met het zwaard. Het lopen van deze groepen werd steeds onderbroken om voor de omstanders te spelen, te declameren en te dansen. Na de St. Jansgroepen volgden de acolieten, dan leden van S.O.S. met het cultusbeeld, het koor van de nieuwe parochie Maria Boodschap, mannelijke en vrouwelijke religieuzen en het koor van St. Jan. Hierop volgden geestelijken van beide parochies, die telkens de relieken van het schrijn namen om de omstanders te zegenen. Zij werden geflankeerd door de gilden St. Joris en St. Mauritius. Leden van de landelijke Goirlese rijvereniging sloten de stoet. Na afloop was er 'St. Jansmert' in het Bondsgebouw en 's avonds taptoe. In 1961 liep bisschop Bekkers van Den Bosch mee in de stoet, waarna 's avonds het openluchtspel van Jan Naaykens werd opgevoerd: 'De moord op Johannes B.' De stoet was pas voltooid in 1968; dit was tevens het laatste jaar dat de processie is gehouden.
- In de jaren zeventig heeft pastoor Alb. Pirenne nog een nieuwe tekst gemaakt voor het al jaren als ouderwets ervaren St. Janslied. In 1974 is in de feestweek van het 75-jarig bestaan van de kerk op Tweede Pinksterdag een voettocht naar Nieuwkerk gehouden, met een viering ter plekke. Dit bleek zo'n succes dat het nu nog jaarlijks wordt gedaan. Het is een oecumenische aangelegenheid geworden, met gebedsdienst in de open lucht bij het kapelletje of in de kapel van een vlakbij gelegen voormalig klooster. Er komen zo'n 100 tot 150 deelnemers.
- In 1982 is 'De moord op Johannes B.' bewerkt en nogmaals opgevoerd, in januari, los van St. Jansdag.
- In 1996 heeft Goirle zich heftig verzet tegen de plannen voor gemeentelijke herindeling. Vanaf lantaarnpalen en vanuit woonkamers schudde Johannes de Doper zijn gebalde vuist, die voor de gelegenheid op de schotel naast het hoofd was opgesteld. Zijn boodschap in het onderschrift luidde: 'Goirle blijft!'. Tot veler verrassing hebben de Goirlenaren het pleit gewonnen.
Materiële cultuur - 1 De grote klok in de toren is de Johannesklok, die circa 900 kilo weegt en dateert uit 1552. Ze draagt een afbeelding van St. Jan en de inscriptie: 'Jan Moor maeckten mij int jaer MCCCCCLIJ. Johannes Baptista is mijnen naem. Ick bescreij den dooden ende de levenden roep ick tot Gods Diensten'; 2 schilderij van de onthoofding van Johannes de Doper, 2,5 bij 1.95 meter, dat waarschijnlijk is gemaakt door een der Francken van Herentals uit Antwerpen. Gerestaureerd in 1919. In de Staatliche Kunstsammlungen te Dresden bevindt zich een soortgelijk schilderij; de compositie hiervan is vrijwel gelijk, maar in spiegelbeeld. Dit spiegelschilderij schrijft men in Dresden toe aan Hieronymus Francken van Herentals (1540-1610). Karel van Mander noemt in zijn Schilderboeck (1604) echter Hieronymus' broer Frans (1542-1616) als de maker. De oudste broer van beiden en de zoon en kleinzoon van Frans schilderden ook; 3 een verkleinde kopie van het schilderij van de onthoofding door Willy van Rooij uit Goirle; 4 een beeldje van Jan de Doper op een bol als bekroning van de staf van de suisse die de processie aanvoerde, hoogte 24 centimeter, het beeldje zelf meet 11 centimeter, gegoten koper, 19e eeuw; 5 vaandel met bovenaan in banderol de tekst 'R.K. Werkl. ver. St.Jan, Rerum Novarum', daaronder een vrouwenfiguur, gezeten voor een kruis, aan elke kant van de figuur drie emblemen met de deugden ontwikkeling, vlijt, matigheid, welvaart, spaarzaamheid, naastenliefde. Onder de figuur 'Goirle' en het wapen met St. Jan de Doper; 6 twee glas-in-loodramen uit 1955, gemaakt door Jan Willemen uit Dongen, met de geboorte en dood van St. Jan de Doper; 7 twee ex-voto's, eenvoudige metalen koperkleurige plaquettes, afkomstig uit het kapelletje op Nieuwkerk, ongedateerd, in bezit van de heemkundige kring. De kleinste met een hoogte van circa 11 centimeter is hartvormig, met vlammen aan de bovenzijde en een voorstelling van Maria met kind die erop gesoldeerd is. De grootste (ca. 15 cm hoog) draagt een afbeelding van (waarschijnlijk) St. Jan, met kruisstaf en lam, waaronder de tekst 'dankbaar'.

(Devotioneel) drukwerk
- Reglementen: 1 Reglement der Broederschap van den H. Joannes den Dooper (13 x 9 cm; 4 p.; impr. J. Pompen vicaris-generaal, 's-Hertogenbosch 12 nov. 1919), coll. D. Gooren; 2 Reglement der Broederschap van den H. Joannes den Dooper [getypt; 1 p.].
- Toneelstukken: 1 Jan Naaykens, De moord op Johannes B. (1961; bewerking 1982). Dit toneelstuk is geïnspireerd op de Neurenbergprocessen; 2 De moord op Johannes B. (Goirle: Stichting Cultureel Contact, 1982; 25 p.) programmaboekje.
- Diversen: 1 Feest van den H. Joannes den Dooper. Patroon der parochiekerk te Goirle, 29 augustus (Den Bosch 1921, nihil obstat M.F. Dekkers, libr. censor, evulgetur J. Pompen, Vic. Gen.; 8 p.) gebedenboekje in 2 verschillende uitgaven, bevat litanie, smeeklied, loflied en volkslied ter ere van St. Jan; 2 Feest van St. Jan te Goirle 1926 (z.p.: [Broederschap van den H. Joannes den Dooper], 1926; 2 p.) strooiblaadje, bevat feestprogramma en namen van zelatricen; 3 Zondag 29 augustus. Feest van den H. Joannes den Dooper (z.p. 1926; 2 p.) strooiblaadje, bevat processievolgorde en instructies; 4 St. Jansviering Goirle 1961 (z.p. 1961; 21 p.) programmaboekje van stoet en toneelstuk; 5 Tiende voettocht Nieuwkerk. Op Nieuwkerk opnieuw kerk (Goirle; parochie St. Jan, 1983; 8 p.) misboekje; 6 Het klinkt als muziek in de oren. 2e Pinksterdag, Nieuwkerk '96, 23e voettocht ([Goirle] 1996; 8 p., 14,5 x 21 cm) misboekje; 7 affiche Goirle Blijft! Daar ga ik voor! (Goirle 1996, 42 x 29,5 cm) affiche, St. Jan met gebalde vuist.
Bronnen en literatuur Archivalia: Goirle, parochiearchief St. Jan: inv.nr. 10, liber memorialis; inv. nr. 116, kunstbezit; inv. nr. 505, reliekcertificaat; inv. nr. 514, St. Jansfeesten 1926 en 1956; inv. nr. 515, muziek St. Jansfeest 1968; inv. nr. 538, oprichting broederschap St. Jan 1919. Goirle, archief heemkundige kring. Tilburg, gemeentearchief: trouwboek ? 87, 14 febr. 1643, met aantekening dat men alle zon- en feestdagen naar Steenvoort gaat. Antwerpen, Rijksarchief in Antwerpen: archief Weelde, inv. nr. 12, verkoopakte uit 1658. Poppel, gemeentearchief: reg. 3 (1708-1720), 'Arrestatie van een karre 1720'; Geel, archief D.A.: bundel III, nr. 9, visitatiebrieven 1733-1793; Mechelen, aartsbisschoppelijk archief: A12, fol. 112r-112v (afschrift) brief 10-12-1779 van bisschop J. Wellens aan pastoor B. Heeren van Poppel over verbod diensten Nieuwkerk; bundel Poppel, correspondentie pastoor N. de Beeck met de bisschop van Antwerpen en met de apostolisch vicaris van Den Bosch, 1735-1780. 's-Hertogenbosch, bisdom-archief: parochiedossier St.Jan Onthoofding Goirle, map A en map C.
Tekstedities: W. Bünnemeyer, 'Mgr. Joannes Zwijsen en het koninklijk huis', in: Bossche bijdragen 8 (1926-1927) p. 310-311, gedeelte brief Zwijsen aan Den Dubbelden 17-12-1832 over schade kapel Nieuwkerk; Jan van Laarhoven ed., Het schetsenboek van Hendrik Verhees (Den Bosch: Merlijn, 1975) p. 84-85, schets van St. Janskerk anno 1790.
Literatuur: J.B. Gramaye, Taxandria in qua antiquitates etc. (Brussel: Rutger Velpius, 1610) p. 138; Augustinus Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 489; [Antonius van Gils], Katholyk Meyerysch memorieboek ('s-Hertogenbosch: J.J. Arkesteyn, 1819) p. 515-516, jaarlijks was er tot ca 1780 in het octaaf van St.Jan grote toeloop van katholieken uit Tilburg en Goirle naar de kapel op Nieuwkerk; A.C. Brock, De stad en Meyerij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving (Veghel: streekarchivariaat 'Langs Aa en Dommel', 1978) facsimile van een handschrift uit ca. 1825, p. 283; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom 's Hertogenbosch etc., 4 dln. ('s-Hertogenbosch: J. Demelinne, 1839-1851); Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 452; W. van Mook, Geïllustreerde gids met wandelkaart voor 'De Golf' en omstreken Goirle-Nieuwkerk bij Tilburg (Tilburg: Piet Smits, 1926), de geschiedenis met fouten, foto's; H.W. Janson, Bijdrage tot de geschiedenis van Goirle (Voorhout 1953) standaardwerk over Goirle, voor de kapel op Nieuwkerk niet betrouwbaar, de schrijver vermengt gegevens van de naburige Tilburgse grenskapel met die van Goirle; Dom. de Jong, Grenskapellen voor de inwoners der generaliteitslanden (Tilburg: Henri Bergmans, 1963) p. 80-84, 120-122; P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, dl. 3 (Hilversum: P. Brand, 1968) p. 78-79; J.M.A.P. van Gils, 'Pastoor de Beeck en de weldoeners van zijn kerk', in: Historische bijdragen. Tijdschrift van de Tilburgse Heemkundekring 2 (1971) nr. 3, p. 19-23, o.a. over de smid Jan van Aelst; C. Robben, 'Nicolaas Dominicus de Beeck, van 1733 tot 1780 pastoor te Goirle', in: Historische bijdragen 3 (1972) nr. 1, p. 28-36, o.a. over zijn inspanningen voor de bedevaart naar Nieuwkerk; C. Robben & A. Vermeulen, St. Jan de oudste parochie van Goirle (Goirle 1974); C. Robben, 'De St.-Janskapel op Nieuwkerk', in: M. de Boer-Jongejan ed., Goirle (Breda: gemeentebestuur Goirle, 1975) p. 101-110, o.a. over de 19e-eeuwse verwikkelingen tussen pastoor Minoretti en graaf Gijsbert; H.L. Kanters & C. Robben, Opgraving St. Jans-gool (Goirle: heemkundige kring 'De Vyer Heertganghen', 1976) opgravingsverslag en archiefonderzoek m.b.t. historie kapel; C. Robben, 'Een stuk geschiedenis over het St.-Janskapelleke' en 'Nieuwkerk en de misbruiken van 1779', in: Rond de schutsboom 2 (1982) nr. 1, p. 3-6 en nr. 2, p. 6-7; P.J.M. Wuisman, 'Een verlate beeldenstorm op Nieuwkerk', in: Rond de schutsboom 6 (1986) nr. 1, p. 22-23, over de vernieling in 1832; P. Wiercx, 'Volksgeloof' in: Rond de schutsboom 11 (1991) nr. 2, p. 16 over ex-voto's Nieuwkerk; J.C.J. Hoogendoorn, 'Uit Goirle verdreven omwille van het geloof', in: Rond de schutsboom 12 (1992) nr. 1, p. 2-7; Jef van Gils & Ronald Peeters, Een eeuw Goirle 1870-1970 (Goirle: Boekhandel Soeters, 1992) p. 166-191, bevat veel foto's en een zeer uitgebreide literatuuropgave betreffende Goirle; Piet Wiercx, 'Van heiligen, bedevaarten en processies', in: Thijs Kemmeren & Norbert de Vries ed., Goirlenaren en hun geloof (Goirle: heemkundige kring, 1995) p. 35-56; P. Wiercx, Kroniek van Goirles kerken en kapellen (ongepubliceerd; 14 p.); J.W.M. Peijnenburg, Joannes Zwijsen, bisschop (Tilburg: Stichting Zuidelijk Historisch Contact, 1996) p. 43 en 358, over vergoeding schade aan kapel, 1832.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Goirle; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64b (1993); heemkundige kring 'De Vyer Heertganghen', Nieuwe Rielseweg 41-43, 5051 PD Goirle, huisvest een archief en een museum, waarin: de overgebleven delen van de Nieuwkerkse kruiswegstatie en de verrezen Christus van de kapelgevel (zie Topografie), twee ex-voto's, een processievaandel (zie Materiële cultuur), foto's van de na-oorlogse St. Jansstoet en foto's van 'De moord op Johannes B.' (1982).


  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.