Horst, O.L. Vrouw |
||
Cultusobject: | O.L. Vrouw | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Onbekend | |
Periode: | Voor 1900 (?)- ca. 1965 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Mariakapel in de Risselt binnen de St. Lambertusparochie | |
Adres: | Gastendonkstraat 38, 5961 JX Horst | |
Gemeente: | Horst | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: | De kapel voor O.L. Vrouw werd waarschijnlijk in de 18e eeuw gebouwd voor eigen gebruik van de buurtbewoners. De kapel kreeg in het begin van de 20e eeuw een functie als religieuze halteplaats voor de processies uit diverse omliggende dorpen naar ⟶ Tienray. Na een gebedsverhoring in 1922 werd de kapel ook bezocht door lijders aan gewrichtspijnen. Ofschoon de kapel tot op heden een overwegend plaatselijke functie heeft behouden als ruimte voor het bidden van de rozenkrans, blijft ze tevens een zekere aantrekkingskracht uitoefenen op vereerders uit de regio. | |
Auteur: | Jos Schatorjé | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In diverse buurtschappen in de gemeenten Horst en Sevenum zijn in de tweede helft van de 17e eeuw en in de 18e eeuw kleine kapellen gebouwd. Kenmerkend voor deze kleine bakstenen kapelletjes is dat ze een louter lokale functie, vanwege een (paar) familie(s) of een buurtschap, hadden. De Risseltkapel daarentegen was in de 20e eeuw van regionale betekenis. - De Risseltkapel is gebouwd op een klein perceel dat tot 1853 eigendom was van de gemeente Horst. In dat jaar werd het perceel gekocht door de eigenaar van de Risseltboerderij. Het perceel is gesitueerd aan de T-kruising van twee oude veldwegen, die leiden naar de nabijgelegen middeleeuwse hofsteden Risselt, Oetlegger en Gastendonck. - De kapel is in twee fasen gebouwd. De oudst bewaarde delen vormen een kleine bakstenen kapel (ca. 1,7 x 1,7 m) met een open front. Afgaande op bouwkundige details moet deze kapel van voor 1750 dateren. Het is niet bekend of ze nog oudere voorgangers heeft gehad. Omstreeks 1900 is tegen de oude kapel een rechthoekige gesloten gebedsruimte (buitenmaten 3,5 x 3 m) aangebouwd. De twee klokgevels van deze aanbouw zijn opgetrokken uit siermetselwerk. De voorgevel met gietijzeren kruis op de nok bevat een timpaan met gemetselde geometrische versiering boven de deur. Hierboven is een gevelschrift op bord aangebracht met de tekst 'I.H.S. Komt kinderen van Maria. Wilt Gods moeder eren. Zo hoort zij u gebed. Eer gij zult wederkeren'. Een banderol op de deur bevat de tekst 'Maria, hoop der hopelozen, bid voor ons'. De kapel heeft een oude erfbeplanting, bestaande uit twee kastanjebomen en twee lindebomen. Een klein omheind perkje (ca. 3 x 3 m) met grindbed ligt voor de ingang van de kapel. - In de naast de kapel gelegen boerderij De Risselt wordt nog een gebrandschilderd glas bewaard, dat afkomstig zou zijn uit de oude kapel. Op dit raampje uit 1684 zien we een vrouw, Byllicken in de Risselt, in rouwkleding, die het verlies van haar man en haar enig kind (resp. Andries en Gerardus Welters) bij een kruisbeeld betreurt. Mogelijk houdt deze memorievoorstelling verband met de stichting van de oudste kapel. - In de kapel werd in 1945 door pater Ign. Smeets o.f.m. een kruiswegstatie geplaatst teneinde de gelovigen in de gelegenheid te stellen de kruiswegaflaat te verdienen. Deze kruiswegstatie werd enige jaren geleden gestolen. - Vanaf ongeveer 1995 werd in Horst de nieuwbouwwijk De Risselt gebouwd. Daardoor raakte de kapel, samen met enkele historische boerderijen, geheel door woningen ingesloten. Besloten werd om de kapel, in samenwerking met de Stichting Kruisen en Kapellen, geheel te restaureren. In 1997 werd de kapel opnieuw ingezegend door pastoor A.P.S. van Hout. |
|
Cultusobject |
- Achter een hekwerk in de nis van het oudste deel van de kapel hangt een kruisbeeld (ca. 1900) en staat vanouds het cultusbeeld van O.L. Vrouw. Dit beeld van Maria met het Christuskind op haar linkerarm dateert uit de (tweede helft van de ?) 17e eeuw. De 50 cm hoge houten sculptuur heeft overeenkomsten met een groep van beelden uit de directe omgeving (Blerick, Helden, Venray-Veltum) en is waarschijnlijk afkomstig uit een regionaal atelier. |
|
Verering |
- De verering van O.L. Vrouw in de Risseltkapel is altijd in overwegende mate lokaal geweest. Waarschijnlijk heeft de kapel tot omstreeks 1900 vooral een functie voor de buurt gehad. Dat het, ook in deze eerste periode, niettemin om een intensieve cultus ging, blijkt uit de diverse versieringen en ex-voto's die in de 19e eeuw door vereerders bij het beeld werden geplaatst. In 1901 werden alle gouden sieraden uit de kapel geroofd; de zilveren kroon en overige zilveren votiefgeschenken bleven toen gespaard. Bij het devotiebeeld zijn momenteel 17 votiefgeschenken aangebracht: vier harten, vier benen, twee ogen, een hand en zes verzilverde theelepels. - Dankzij de opbloeiende bedevaart naar ⟶ Tienray (4 km ten noordoosten van de kapel) kreeg de Risseltkapel sinds ca. 1900 een functie als halteplaats voor de processies van nabijgelegen dorpen, zoals Sevenum. Hierdoor nam het aantal niet-lokale vereerders van Maria te Horst toe. In 1922 werd een jichtlijder tijdens gebedsoefeningen in de Risseltkapel van zijn pijnen in armen en benen verlost en kon hij voortaan zonder stokken lopen. Door de faam van dit gebeuren kwam de kapel enige tijd in de belangstelling te staan van lijders aan gewrichtspijnen. Ook een aantal ex-voto's wijst op verering van het Mariabeeld vanwege gebedsgenezing van kwalen aan benen en handen. - Gelovigen konden zelf in de kapel bidden, maar ze konden in de jaren tussen ongeveer 1895 en 1950 ook gebruik maken van een drietal professionele bidders - ongehuwde kinderen van de familie Van den Bekerom alias Bej (= bid): Bej-Betje, Bej-Tieske en Bej-Nelke - die op verzoek de rozenkrans baden in de Risseltkapel en de bedevaartkerk te ⟶ Tienray. - Tot in de jaren zestig van de 20e eeuw werd de kapel regelmatig bezocht door individuele gelovigen of kleine groepjes rozenkransbidders, die meestal kwamen met speciale intenties (bijvoorbeeld gebed ten behoeve van familieleden die als militair in Indië dienden, bediening van een zieke, etc). Met name de zondagochtend was zeer populair. Anno 1999 werd de kapel nog regelmatig door gelovigen bezocht, maar van bedevaartgangers is al lang geen sprake meer. De kapel is op woensdag en zaterdag gesloten. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Horst, gemeentearchief: archief van het kadaster, inv. nrs. 6025, 6028, 6033, 6035, 6056. Literatuur: Peel en Maas, 5 oktober 1901; Nieuwe Venlosche Courant, 26 augustus 1922; Weekblad Noord-Limburg, 8 december 1945; Dagblad voor Noord-Limburg, 2 augustus 1947 en 18 maart 1948; deze krantenartikelen zijn tevens gepubliceerd in: L. Derix, Oud Horst in het Nieuws, 9 dln. (Horst 1990-1997) dl. 2, p. 26, dl. 3, p. 114; dl. 4, p. 117; dl. 6, p. 239; dl. 7, p. 93 en p. 127; A. Willemse, 'Het glasbranden in Venray tusschen de jaren 1640-1719', in: De Maasgouw 41 (1919) p. 3; J. van Hegelsom, Veldkruisen en veldkapellen in Horst (Horst 1983) p. 50-52. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Horst; mondelinge informatie in 1999 van pastoor-deken A.P.S. van Hout. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |