Steijl, Z. Helena Stollenwerk (zuster Maria) / Z. Hendrina Stenmanns (moeder Josefa) |
||
Cultusobject: | Z. Helena Stollenwerk (zuster Maria) / Z. Hendrina Stenmanns (moeder Josefa) |
![]() |
---|---|---|
Datum: | 3 februari, 28 november, 8 december; gehele jaar | |
Periode: | 1900 - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | H. Hartklooster van de Dienaressen van de H. Geest | |
Adres: | Zustersstraat 20, 5935 BX Steijl | |
Gemeente: | Venlo | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: |
Helena Stollenwerk wordt beschouwd als medestichteres van de missiezusters van Steijl, de congregatie der Dienaressen van de H. Geest. Haar zaligverklaring in 1995 heeft de verering een beduidende impuls gegeven. Haar grafmonument in de kapel van het H. Hartklooster wordt veelvuldig bezocht, vooral door de leden van de drie Steijler congregaties en hun relaties. Naast Stollenwerk moet voor het H. Hartklooster ook de daar begraven medestichteres de zalige moeder Josefa (Hendrina Stenmanns) worden vermeld, rond wier graf sinds haar zaligverklaring meer verering is ontstaan. |
|
Auteur: | Gian Ackermans / Peter Jan Margry | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Het H. Hartklooster van de missiezusters ligt aan de Zustersstraat te Steijl, gelegen op een paar honderd meter van het Missiehuis. Het klooster en de neogotische kerk zijn ontworpen door pater Johann Baptist Becker s.v.d., mede op aanwijzingen van Arnold Janssen. Aanvankelijk was het klooster door Janssen bedoeld voor samenwoning door de missiezusters en de aanbiddingszusters, maar laatstgenoemden betrokken in 1914 een eigen klooster. - De kerk werd in 1904 ingewijd en in 1920 geconsacreerd. Zij is toegewijd aan de H. Geest en heeft de vorm van een duif: een middenschip met schuin aangebouwde kapellen. Tot 1937 was dit klooster generalaat van de congregatie, tegenwoordig fungeert het als administratief centrum van de zogeheten Moederhuisprovincie. - In de zijkapel van de kerk van het H. Hartklooster, de voormalige 'Fremdenkirche', bevindt zich sinds 1995 het grafmomument van Helena Stollenwerk. - Op het kloosterkerkhof, dat in 1907 werd aangelegd, werden Helena Stollenwerk en medestichteres Hendrina Stenmans begraven. In 1934 werden hun stoffelijke resten bijgezet aan de voet van de calvariegroep op een heuveltje aan de achterzijde van het kerkhof. De tekst op het monument luidt: 'Hier ruhen in Gott die Mitbegründerinnen der Missionsgenossenschaft der Dienerinnen des heiligen Geistes' en de namen en gegevens van Stollenwerk en Stenmans. Twee olielampjes boven de namen verwijzen naar de wijze maagden die voorbereid waren op de roep van de Bruidegom. In 1989 is boven deze calvariegroep een eenvoudige kapel gebouwd. Op 18 april 1995 werd het lichaam van Stollenwerk vanuit deze kapel naar het grafmonument in de kerk overgebracht. In afwachting van de zaligverklaring blijft het lichaam van Stenmans voorlopig op het besloten kerkhof rusten. Bij het graf worden door zusters wel vaak bloemen en kaarsen geplaatst. |
|
Cultusobject |
- Helena Stollenwerk werd geboren op 28 november 1852 te Rollesbroich (gemeente Simmerath, bij Monschau in de Eifel) als oudste dochter van de vrachtrijder en landbouwer Johann Peter Stollenwerk (1785-1859) en diens derde echtgenote Maria Bongards (1824-1905). In de hoop ooit als missionaris in China voor weeskinderen te mogen werken, zocht zij via haar biechtvader, Johann Leonard Jülich, kapelaan te Rollesbroich, contact met Arnold Janssen in Steijl, stichter en overste van het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD), een missiecongregatie van mannelijke religieuzen. Vanaf december 1882 verrichtte zij huishoudelijk werk in het missiehuis van Janssens gemeenschap, samen met enkele andere aspiranten voor een toekomstige religieuze congregatie van missiezusters, onder wie (vanaf 1884) Hendrina Stenmans. Bij de inkleding ontving Helena Stollenwerk als kloosternaam 'Maria'. - Toen in 1895 voor het eerst zusters werden uitgezonden, bleef Helena Stollenwerk echter in Nederland. Janssen had andere plannen met haar. Hem stond één congregatie voor ogen, wier leden ofwel in de missie zouden werken dan wel door hun gebed - in het bijzonder de eucharistische aanbidding - het missiewerk zouden ondersteunen. Pas na de dood van Janssen (1909) hebben beide takken zich allengs zelfstandig ontwikkeld. Hoewel Helena Stollenwerk zich nog steeds tot het praktische missiewerk aangetrokken voelde, ging zij op wens van Janssen - wiens besluit zij als 'Gods wil' verstond - als overste van de missiezusters over naar de aanbiddingszusters, die vooralsnog in hetzelfde klooster woonden. Waarschijnlijk heeft Janssen haar als de toekomstige generale overste op het oog gehad. Bij de aanbiddingszusters begon Helena Stollenwerk opnieuw haar noviciaat en werd op 8 december 1898 gekleed als zuster 'Maria Virgo'. Reeds op 3 februari 1900 overleed zij aan tuberculeuze hersenvliesontsteking. Op haar sterfbed legde zij nog geloften af als aanbiddingszuster. Haar lijfspreuk luidde: 'Sei Licht für die Menschen durch lebendigen Glauben und tätige Liebe'. - De stoffelijke resten van Helena Stollenwerk zijn in de loop der jaren enkele malen verplaatst, hetgeen gezien moet worden tegen de achtergrond van de voor-conciliaire (kloosterlijke) vroomheid. In 1900 bezaten de slotzusters nog geen eigen kerkhof en zuster Maria Virgo werd op het kerkhof van de missiezusters begraven. In 1904 betrokken alle zusters het huidige klooster van de missiezusters. In de nacht van 7/8 februari 1907 werd haar stoffelijk overschot naar het nieuwe kerkhof overgebracht en bijgezet aan de voet van het grote kerkhofkruis. Nadat de slotzusters in 1914 uit het klooster van de Missiezusters verhuisden naar het H. Geestklooster, werd het gebeente van Helena Stollenwerk in 1916 daarheen overgebracht en bijgezet op het nieuwe kerkhof, opnieuw op een ereplaats aan de voet van het kerkhofkruis, naast het graf van M. Michaele Tönnies, de eerste overste van de aanbiddingszusters. Eind september 1934 werd het graf geopend om het hoofd en de beenderen van de borstkas af te staan aan de missiezusters, terwijl de gevouwen handen en de knieën op het kerkhof van de aanbiddingszusters bleven. Tenslotte werd op 13 juli 1942 het zinken kistje, waarin haar stoffelijk overschot was neergelegd, in een nieuwe houten zerk geplaatst. - De graftombe van Helena Stollenwerk in de kloosterkerk werd ontworpen door Rob Brouwers van Bureau Satijn uit Gronsveld. Deze tombe heeft de vorm van een zeshoekig doopvont. Het deksel van het doopvont wordt bekroond door een kristallen bol, die naar de eucharistie verwijst. Kleine mozaïeken op de wanden van het doopvontdeksel zijn vervaardigd uit stenen die afkomstig zijn uit de continenten, waar de missiezusters tegenwoordig werkzaam zijn. De driehoekige vorm van de mozaïeken verwijst naar de Triniteit, het centrale thema in de spiritualiteit van (de stichter van) de Steijler congregaties. |
|
Verering |
- Toen Arnold Janssen in Oostenrijk het bericht van het overlijden van Helena Stollenwerk ontving, zond hij als eerste reactie een telegram terug met de tekst: 'Zuster Maria eren als stichteres'. Het was de eerste aanzet voor een devotie tot Helena Stollenwerk. |
|
Materiële cultuur |
- Olieverfschilderij (portret) door Hans en Maria Mannhart (1982 en 1984). De zusters zien in dit portret het 'missionaire bidden' van Helena Stollenwerk gesymboliseerd. Devotioneel drukwerk - Prentjes: 1 vouwprentje met op de voorzijde een ovaal fotoportret 'Moeder-Maria (Helena Stollenwerk)' en versieringen (impr. Steijl, 12 september 1921, P.H., Auf der Heide; ca 8 x 13 cm; coll. D. Gooren); 2 Duitstalig vouwprentje in drieën met op de voorzijde een foto van Stollenwerk 'Mutter Maria Stollenwerk' en aan de binnenzijde gebeden (impr. Trier, 31 januari 1930; ca. 8 x 13,5 cm; ca. 1950?; coll. D. Gooren); 3 fotoprentje met gebed voor 'privé gebruik' op de achterzijde ('kerkelijk' goedgekeurd; 7 x 11 cm; coll. D. Gooren); 4 vouwprentje met portret in kleur en Duitstalig gebed tot de Drievuldigheid op voorspraak van Moeder Maria Stollenwerk (Steijl 1995; 8 x 12 cm); 5 prentje met op de voorzijde een portret en handtekening van Moeder Maria Stollenwerk en op de achterzijde een korte biografie en gebed tot Drievuldigheid op haar voorspraak (1995); 6 vouwprent met op de voorzijde een kleurenfoto van de graftombe en op de binnenzijde een gebed tot Moeder Maria 'Zalig ben jij tot bron geworden...' en op de achterzijde biografische data (Steijl 1995); 7 ansichtkaarten met tot meditatie uitnodigende foto's en teksten, en op de achterzijde biografische data van Moeder Maria Stollenwerk (1995); 8 biografische gegevens van Moeder Maria Stollenwerk door zr. Barbara Winzberg (1995) met portret; 9 prentje met op de voorzijde portret en handtekening van Moeder Maria Stollenwerk en op de achterzijde een korte biografie en gebed tot Drievuldigheid op haar voorspraak (1995); 10 Uitnodiging om te vertoeven... (6 pag.) toelichting bij sarcofaag, met op de achterzijde een gebed van een bezoekster (1997). - Ansichtkaarten: 1 kleurenportret van Moeder Maria Stollenwerk naar schilderij Hans en Maria Mannhart; 2 kleurenfoto van de graftombe van Moeder Maria Stollenwerk in H. Geestkerk (Steijl 1995). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Steijl, archief van het H. Hartklooster. Tekstedities: De schriftelijke nalatenschap van Helena Stollenwerk bevindt zich deels in het generalaat van de missiezusters te Rome, het generalaat van de SVD in Rome en het H. Hartklooster in Steijl. De nalatenschap bestaat deels uit brieven aan Arnold Janssen, deels uit brieven aan de zusters die in Argentinië leefden. In interne publicaties zijn haar brieven uitgegeven door zuster Ortrud Stegmaier te Rome: Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Briefe an die Schwestern [Quellen 1] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Aufzeichnungen [= Quellen 2] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Berufsgeschichte [Quellen 3] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Briefe [Quellen 4] (Rome 1988); Acta apostolicae sedis. Commentarium officiale 86 (7 oktober 1994) p. 882-824, met zaligverklaringsdecreet. Literatuur: Perboyre Neuß, Die Steijler Missionsschwestern 'Dienerinnen des heiligen Geistes'. Ein schlichter Kranz zu ihrem silberen Jubelfest (Steijl: Selbstverlag der Missionsschwestern, 1914); Anton Freitag, Tabernakelwacht und Weltmission (Steijl: Missionsdruckerei, 1918), vertaald als: Tabernakelwacht en Wereldmissie (Uden: Missiehuis, 1923); Assumpta Volpert, Mutter Maria Stollenwerk und Mutter Josepha Stenmanns: Die ersten Oberinnen der Steijler Missionsschwestern 'Dienerinnen des Hl. Geistes' (Steijl: Selbstverlag der Genossenschaft, 1920); W. Nolet, Katholiek Nederland. Encyclopedie, dl. 3 (Den Haag: Ten Hagen, 1932) p. 236-243; Zr. Magdala, In dienst van de Liefde. Levensbeschrijving van eerw. moeder Maria (Helena Stollenwerk) en eerw. moeder Jozefa (Hendrina Stenmanns). Medestichteressen van de Congregatie van de Missiezusters 'Dienaressen van den H. Geest' van Steyl-Baexem (Baexem: klooster 'Mariabosch', 1938); Th.W. J. Driessen, Geschiedenis van Tegelen (Tegelen: kring St. Plechelmus, 1952) p. 274-286; E. Kroes, 'Missionarie Serve dello Spirito Santo', in: Dizionario degli Istituti di Perfezione, dl. 5 (Rome 1978) k. 1634-1637; Salesiela Soete, Geschichte der Missionsgenossenschaft der Dienerinnen des heiligen Geistes (Steijl: Missiehuis, 1981); Udo Haltermann, Das Leben ist Mission. Helena Stollenwerk, Mutter Maria, Mitbegründerin der Steyler Missionsschwestern (Steijl, Druckerei Steyl = Geist und Auftrag 57 (1984) nr. 2); Ortrud Stegmaier, Steijler Missionsschwestern. Dienerinnen des Heiligen Geistes. Ein Blick in ihre Gemeinschaft und auf ihre Arbeitsfelder (z.p. [ca. 1985]); Udo Haltermann, Mutter Maria, Mitgründerin der Steyler Missionsschwestern. Aussprüche von und über Mutter Maria (Steyl: Missiehuis 1989); 'Zaligverklaringsproces van drie zusters afgesloten. Voorbeelden van geloof, hoop en liefde', in: De Sleutel 19 (1991) nr. 12, p. 12-14; 'Decretum canonizationis servae Dei Mariae Stollenwerk (in saec. Anna Helenae) confundatricis congregationis Missionalis servarum Spiritus Sancti', in: Acta Apostolicae Sedis 83 (1991) 1002-1006; 'Decretum Beatificationis Venerabilis Servae Dei Mariae Helenae Stollenwerk confundatricis Congregationis Servarum Spiritus Sancti (1852-1900) super dubio an et de quo miraculo constet, in casu et ad effectum de quo agitur', in: Acta Apostolicae Sedis 86 (1994) p. 822-824; J.M. Gijsen, In het spoor van Maria: Vrouwen in Limburg in de 19e en 20ste eeuw en hun betekenis voor Kerk en maatschappij (Roermond: Bisdom, 1991) p. 18-27; 'Decretum canonizationis servae Dei Josephae Stenmanns (in saec. Hendrinae) confundatricis congregationis Missionalis servarum Spiritus Sancti 1852-1903', in: Acta Apostolicae Sedis 83 (1991) p. 1083-1087; Emile Gemmeke, Vaderlandse vromen. Over Nederlandse heiligen en (kandidaat-) zaligen (Utrecht: Secretariaat van het R.K. Kerkgenootschap in Nederland, 1993) p. 19; Ortrud Stegmaier, Helena Stollenwerk. Reifung und Sendung der Mitgründerin der Steyler Missionsschwestern im Licht ihres Christusbildes (Augsburg: Katholische Akademie, 1994); Franziska Carolina Rehbein, Helena Stollenwerk: Trägerin eines Charismas. Wendung und Hingabe (Rome: z.n., 1995); Gabriele Hölzer, Helena Stollenwerk: Eine Frau im Aufbruch. Helena Stollenwerk, Mutter Maria, Mitbegründerin der Steyler Missionsschwestern 1852-1900 (Nettetal: Steyler Verlag, 1995), vertaald als: Haar grenzen voorbij. Medestichteres van de Missiezusters van Steyl 1852-1900 (Steijl 1995); Gabriele Hölzer, 'Helena Stollenwerk, mede-stichteres van de missiezusters van Steyl', in: De Sleutel 23 (1995) nr. 31, p. 18-20; Gabriele Holzer, 'Helena Stollenwerk', in: Katholiek Nieuwsblad, 5 mei 1995, p. 18-20; Anselm Grün, Treue auf dem Weg (Münster Schwarzach: Vier-Türme-Verlag, 1995); Karl Müller, Kontemplation und Mission. Steyler Anbetungsschwestern 1896-1996 (Nettetal: Steyler Verlag 1996); 'Venerabili Servae Dei Mariae Helenae Stollenwerk beatorum honores decernentur' in: Acta Apostolicae Sedis 88 (1996) p. 92-94; Thomas A. Krosnicki, 'Sacramentary Texts for Blessed Maria Helena: A Liturgical Commentary, in: Verbum SVD 37 (1996) p. 325-334; E. Kroes & Ortrud Stegmaier, 'Helena Stollenwerk', in: Dizionario degli Istituti di Perfezione, dl. 9 (Rome 1997) k. 251-252; Stijn van der Linden, De heiligen (Amsterdam/Antwerpen: Contact, 1999) p. 481, 581; Herman Amelink, 'Kerkelijke molens malen langzaam en zorgvuldig', in: NRC-Handelsblad, 28 juni 2008, p. 6. Overige bronnen: Nijmegen KDC BiN-dossier Steijl-Helena Stollenwerk; mondelinge informatie door zr. Mechtilde Berger in 1998. Website (zie onder tabblad 'Geschiedenis'): www.missiezusters.org |
|
Laatste mutatie | 09-08-2024 | |
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |