Steijl, Z. Helena Stollenwerk (zuster Maria) / Z. Hendrina Stenmanns (moeder Josefa)

Cultusobject: Z. Helena Stollenwerk (zuster Maria) / Z. Hendrina Stenmanns (moeder Josefa) Open Street Maps
Datum: 3 februari, 28 november, 8 december; gehele jaar
Periode: 1900 - heden
Religieuze context: Christelijk
Locatie: H. Hartklooster van de Dienaressen van de H. Geest
Adres: Zustersstraat 20, 5935 BX Steijl
Gemeente: Venlo
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

Helena Stollenwerk wordt beschouwd als medestichteres van de missiezusters van Steijl, de congregatie der Dienaressen van de H. Geest. Haar zaligverklaring in 1995 heeft de verering een beduidende impuls gegeven. Haar grafmonument in de kapel van het H. Hartklooster wordt veelvuldig bezocht, vooral door de leden van de drie Steijler congregaties en hun relaties. Naast Stollenwerk moet voor het H. Hartklooster ook de daar begraven medestichteres de zalige moeder Josefa (Hendrina Stenmanns) worden vermeld, rond wier graf sinds haar zaligverklaring meer verering is ontstaan.

Auteur: Gian Ackermans / Peter Jan Margry
Illustraties:
Topografie - Het H. Hartklooster van de missiezusters ligt aan de Zustersstraat te Steijl, gelegen op een paar honderd meter van het Missiehuis. Het klooster en de neogotische kerk zijn ontworpen door pater Johann Baptist Becker s.v.d., mede op aanwijzingen van Arnold Janssen. Aanvankelijk was het klooster door Janssen bedoeld voor samenwoning door de missiezusters en de aanbiddingszusters, maar laatstgenoemden betrokken in 1914 een eigen klooster.
- De kerk werd in 1904 ingewijd en in 1920 geconsacreerd. Zij is toegewijd aan de H. Geest en heeft de vorm van een duif: een middenschip met schuin aangebouwde kapellen. Tot 1937 was dit klooster generalaat van de congregatie, tegenwoordig fungeert het als administratief centrum van de zogeheten Moederhuisprovincie.
- In de zijkapel van de kerk van het H. Hartklooster, de voormalige 'Fremdenkirche', bevindt zich sinds 1995 het grafmomument van Helena Stollenwerk.
- Op het kloosterkerkhof, dat in 1907 werd aangelegd, werden Helena Stollenwerk en medestichteres Hendrina Stenmans begraven. In 1934 werden hun stoffelijke resten bijgezet aan de voet van de calvariegroep op een heuveltje aan de achterzijde van het kerkhof. De tekst op het monument luidt: 'Hier ruhen in Gott die Mitbegründerinnen der Missionsgenossenschaft der Dienerinnen des heiligen Geistes' en de namen en gegevens van Stollenwerk en Stenmans. Twee olielampjes boven de namen verwijzen naar de wijze maagden die voorbereid waren op de roep van de Bruidegom. In 1989 is boven deze calvariegroep een eenvoudige kapel gebouwd. Op 18 april 1995 werd het lichaam van Stollenwerk vanuit deze kapel naar het grafmonument in de kerk overgebracht. In afwachting van de zaligverklaring blijft het lichaam van Stenmans voorlopig op het besloten kerkhof rusten. Bij het graf worden door zusters wel vaak bloemen en kaarsen geplaatst.
Cultusobject - Helena Stollenwerk werd geboren op 28 november 1852 te Rollesbroich (gemeente Simmerath, bij Monschau in de Eifel) als oudste dochter van de vrachtrijder en landbouwer Johann Peter Stollenwerk (1785-1859) en diens derde echtgenote Maria Bongards (1824-1905). In de hoop ooit als missionaris in China voor weeskinderen te mogen werken, zocht zij via haar biechtvader, Johann Leonard Jülich, kapelaan te Rollesbroich, contact met Arnold Janssen in Steijl, stichter en overste van het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD), een missiecongregatie van mannelijke religieuzen. Vanaf december 1882 verrichtte zij huishoudelijk werk in het missiehuis van Janssens gemeenschap, samen met enkele andere aspiranten voor een toekomstige religieuze congregatie van missiezusters, onder wie (vanaf 1884) Hendrina Stenmans. Bij de inkleding ontving Helena Stollenwerk als kloosternaam 'Maria'.
- Toen in 1895 voor het eerst zusters werden uitgezonden, bleef Helena Stollenwerk echter in Nederland. Janssen had andere plannen met haar. Hem stond één congregatie voor ogen, wier leden ofwel in de missie zouden werken dan wel door hun gebed - in het bijzonder de eucharistische aanbidding - het missiewerk zouden ondersteunen. Pas na de dood van Janssen (1909) hebben beide takken zich allengs zelfstandig ontwikkeld. Hoewel Helena Stollenwerk zich nog steeds tot het praktische missiewerk aangetrokken voelde, ging zij op wens van Janssen - wiens besluit zij als 'Gods wil' verstond - als overste van de missiezusters over naar de aanbiddingszusters, die vooralsnog in hetzelfde klooster woonden. Waarschijnlijk heeft Janssen haar als de toekomstige generale overste op het oog gehad. Bij de aanbiddingszusters begon Helena Stollenwerk opnieuw haar noviciaat en werd op 8 december 1898 gekleed als zuster 'Maria Virgo'. Reeds op 3 februari 1900 overleed zij aan tuberculeuze hersenvliesontsteking. Op haar sterfbed legde zij nog geloften af als aanbiddingszuster. Haar lijfspreuk luidde: 'Sei Licht für die Menschen durch lebendigen Glauben und tätige Liebe'.
- De stoffelijke resten van Helena Stollenwerk zijn in de loop der jaren enkele malen verplaatst, hetgeen gezien moet worden tegen de achtergrond van de voor-conciliaire (kloosterlijke) vroomheid. In 1900 bezaten de slotzusters nog geen eigen kerkhof en zuster Maria Virgo werd op het kerkhof van de missiezusters begraven. In 1904 betrokken alle zusters het huidige klooster van de missiezusters. In de nacht van 7/8 februari 1907 werd haar stoffelijk overschot naar het nieuwe kerkhof overgebracht en bijgezet aan de voet van het grote kerkhofkruis. Nadat de slotzusters in 1914 uit het klooster van de Missiezusters verhuisden naar het H. Geestklooster, werd het gebeente van Helena Stollenwerk in 1916 daarheen overgebracht en bijgezet op het nieuwe kerkhof, opnieuw op een ereplaats aan de voet van het kerkhofkruis, naast het graf van M. Michaele Tönnies, de eerste overste van de aanbiddingszusters. Eind september 1934 werd het graf geopend om het hoofd en de beenderen van de borstkas af te staan aan de missiezusters, terwijl de gevouwen handen en de knieën op het kerkhof van de aanbiddingszusters bleven. Tenslotte werd op 13 juli 1942 het zinken kistje, waarin haar stoffelijk overschot was neergelegd, in een nieuwe houten zerk geplaatst.
- De graftombe van Helena Stollenwerk in de kloosterkerk werd ontworpen door Rob Brouwers van Bureau Satijn uit Gronsveld. Deze tombe heeft de vorm van een zeshoekig doopvont. Het deksel van het doopvont wordt bekroond door een kristallen bol, die naar de eucharistie verwijst. Kleine mozaïeken op de wanden van het doopvontdeksel zijn vervaardigd uit stenen die afkomstig zijn uit de continenten, waar de missiezusters tegenwoordig werkzaam zijn. De driehoekige vorm van de mozaïeken verwijst naar de Triniteit, het centrale thema in de spiritualiteit van (de stichter van) de Steijler congregaties.
Verering - Toen Arnold Janssen in Oostenrijk het bericht van het overlijden van Helena Stollenwerk ontving, zond hij als eerste reactie een telegram terug met de tekst: 'Zuster Maria eren als stichteres'. Het was de eerste aanzet voor een devotie tot Helena Stollenwerk.
- Tot in de jaren vijftig werden stukjes stof van het roze habijt van Helena Stollenwerk verspreid. Sindsdien wordt binnen de congregatie grote betekenis gehecht aan het wekken van interesse voor haar levensproject en gedachtengoed.
- In 1948 besloot het (vierde) generaal kapittel van de missiezusters de zaligverklaring van de stichteres na te streven. In 1952 werd het informatief diocesaan proces afgerond. Het proces werd in Rome voortgezet. Op 14 mei 1991 werd het decreet van de heldhaftigheid van de deugden afgekondigd. Het wonder dat op voorspraak van Helena Stollenwerk gebeurd was - een voorwaarde voor de zaligverklaring - was de genezing van de Japanse muzieklerares Ikuko Terumichi (1926-), die sinds 1940 aan de ziekte van Crohn leed. Tijdens haar verblijf in het H. Geestziekenhuis in Kanawaza, waar de missiezusters een novene tot de stichteres hielden, genas zij op medisch onverklaarbare wijze. Toen daardoor de zaligverklaring niets meer in de weg stond, ging het gerucht dat deze in Steijl zou plaatsvinden, ook omdat de paus voor de zaligverklaring van Damiaan de Veuster naar België zou komen. De zaligverklaring vond echter in Rome plaats, op 7 mei 1995. Op 16 april van datzelfde jaar vond een herdenkingsdienst plaats in de parochiekerk in Steijl en op 14 mei in de kloosterkerk een viering, waaraan zusters uit verschillende continenten deelnamen. Met het oog op de zaligverklaring werden de stoffelijke resten van Helena Stollenwerk destijds overgebracht naar de kloosterkerk. Ook de aanbiddingszusters hebben de relikwieën van Helena Stollenwerk in 1995 naar hun kapel overgebracht. Hun klooster is, aangezien de gemeenschap prijs stelt op handhaving van het slot, in beginsel niet voor buitenstaanders toegankelijk, zelfs niet voor leden van de andere Steijler gemeenschappen.
- De huidige graftombe, in een zijkapel van de H. kloosterkerk, ligt dicht bij de hoofdingang. Bezoekers hebben er vrij toegang. Zij kunnen hun intenties noteren in een gereed liggend boek. Vooral de oudere zusters van het H. Hartklooster beschouwen het als hun taak deze intenties in hun gebeden op te nemen. Sinds enkele jaren plegen groepen die een bijzondere devotie voor Helena Stollenwerk aan de dag leggen, soms de eucharistie te vieren bij haar laatste rustplaats en niet aan het vlakbij gelegen hoofdaltaar. De deelnemers vormen dan met de celebrant een kring rond de tombe.
- Bijzondere feestdagen rond Helena Stollenwerk zijn 28 november: haar geboortedag, 8 december: stichtingsdag van de congregatie en 3 februari: haar sterfdag. Op haar sterfdag wordt de eucharistie gevierd met voor die gelegenheid samengestelde teksten. 30 december wordt haar aankomst te Steijl tijdens de eucharistieviering gememoreerd.
- Sinds de zaligverklaring is de belangstelling voor Helena Stollenwerk aanzienlijk toegenomen. Binnen de congregatie van de missiezusters is de aandacht gegroeid voor het spirituele profiel van deze stichteres, dat gekenmerkt wordt door een hang naar reflectie en beschouwing. Nieuwe communiteiten in de wereldwijde congregatie zijn in de afgelopen jaren herhaaldelijk naar Helena Stollenwerk genoemd. De priesters van de SVD memoreren tegenwoordig tijdens eucharistievieringen behalve de stichter en de zalige Chinamissionaris Anzer Freinademetz ook Helena Stollenwerk. Binnen de congregatie bestaan diverse liederen over Helena Stollenwerk, welke doorgaans door de zusters geschreven en getoonzet zijn. In deze liederen wordt vaak gerefereerd aan uitspraken van de stichteres. Vrijwel alle publicaties over Helena Stollenwerk zijn van de hand van leden van de Steijler congregaties en steeds sterk sympathiserend.
- Vooral in de laatste decennia onderhouden de zusters relaties met de bevolking van Stollenwerks geboorteplaats Rollesbroich. Bij de exhumatie in 1995 werd aan de parochie aldaar een relikwie (botfragment) afgestaan, welke nu in een reliekhouder is geplaatst in de crypte van de parochiekerk.
- Jaarlijks ontvangen de zusters van het H. Hartklooster duizenden bezoekers, overwegend van minstens middelbare leeftijd. Daarbij gaat het in veel gevallen om toeristen, maar een deel van de bezoekers heeft een uitgesproken religieuze motivatie bij de komst naar Steijl. Zo is in het H. Hartklooster het centrum van de Missionarische Heilig-Geist-Gemeinschaft gevestigd, een met de congregatie verbonden internationale gemeenschap van vooral vrouwelijke leken, die rond 1990 ongeveer 70.000 leden telde. Terwijl de aanhang van deze beweging in Europa vergrijst, oefent ze in Zuid-Amerika nog steeds aantrekkingskracht uit op kerkelijk geëngageerden. Enkele malen per jaar brengen op zondagen de zelateurs en de zelatricen van de tijdschriften die vanwege de SVD worden uitgegeven, vanuit het Missiehuis een bezoek aan het graf van Helena Stollenwerk. Het gaat daarbij om groepen van ongeveer 150 personen.

Stenmans
- Op deze plaats moet ook melding gemaakt worden van de medestichteres van de congregatie: Hendrina Stenmans (in literatuur ook als 'Stenmanns' geschreven; * 28 mei 1852 te Issum (D) - †20 mei 1903). Zij kwam op 12 februari 1884 naar Steijl, waar zij met onder anderen Helena Stollenwerk aan het werk ging in de huishouding van het Missiehuis. Op 7 december 1889 betrokken zij een voormalig capucijnenkloostertje vlakbij het missiehuis. Sinds 1889 fungeerde Stenmans als overste van de aspiranten. Hendrina Stenmans ontving als kloosternaam Josepha of Josefa en op 8 december 1901 legde zij haar eeuwige geloften af.
- In 1934, ruim dertig jaar na haar dood, werd haar lichaam in de calvariegroep op het kerkhof bijgezet. Van de schouderdoek van Stenmans zijn in de jaren dertig stukjes stof gesneden, die als relikwieën werden verspreid. In de jaren vijftig brachten de zusters hun stichteres onder de aandacht door ook relikwieën in de vorm van stukjes stof van haar blauwe habijt uit te delen. In 1938 werd op initiatief van de toenmalige provinciale overste van de Missiezusters besloten om gezamenlijk te bidden voor de zaligverklaring van Stenmanns (en Stollenwerk). Het zaligverklaringsproces voor beide zusters werd in 1950 geopend, maar pas na de zaligverklaring van Arnold Janssen in 1975 kregen de stichteressen weer de nodige aandacht. De afsluiting van het proces van Stenmans kwam met de erkenning van het wonder van de genezen onstoken blinde darm op haar voorspraak in juni 2007. Op 29 juni 2008 vond de zaligverklaring plaats in het openluchttheater van Tegelen onder leiding van bisschop Frans Wiertz van Roermond. Haar lichaam werd dat jaar bijgezet in de kloosterkapel, hetgeen haar verering bevorderde. Of er zich ook een bedevaart uit ontwikkeld is nu nog duidelijk.
- In de laatste decennia van de 20e eeuw is het inzicht gegroeid dat de stichteressen in een internationale gemeenschap als de missiezusters, met divergerende opinies, een bindend element vormen en de onderlinge loyaliteit versterken. Op een bijeenkomst van oversten in 1998 trokken de deelnemers dan ook in een 'Wallfahrt zu den Gründern' naar achtereenvolgens de graven van Stenmanns, Stollenwerk en Janssen. Door de huidige missiezusters wordt de geestelijke signatuur van Stenmanns gekenmerkt door eenvoud, goedheid en hartelijkheid uit een diepe verbondenheid met de Heilige Geest. De retraites die sinds 1893 in het H. Hartklooster voor niet-religieuzen worden gehouden, trekken vooral deelnemers uit het Duitse taalgebied. Tijdens hun verblijf brengen zij doorgaans ook een bezoek aan het kerkhof en het Gedenkzimmer.
Materiële cultuur - Olieverfschilderij (portret) door Hans en Maria Mannhart (1982 en 1984). De zusters zien in dit portret het 'missionaire bidden' van Helena Stollenwerk gesymboliseerd.

Devotioneel drukwerk
- Prentjes: 1 vouwprentje met op de voorzijde een ovaal fotoportret 'Moeder-Maria (Helena Stollenwerk)' en versieringen (impr. Steijl, 12 september 1921, P.H., Auf der Heide; ca 8 x 13 cm; coll. D. Gooren); 2 Duitstalig vouwprentje in drieën met op de voorzijde een foto van Stollenwerk 'Mutter Maria Stollenwerk' en aan de binnenzijde gebeden (impr. Trier, 31 januari 1930; ca. 8 x 13,5 cm; ca. 1950?; coll. D. Gooren); 3 fotoprentje met gebed voor 'privé gebruik' op de achterzijde ('kerkelijk' goedgekeurd; 7 x 11 cm; coll. D. Gooren); 4 vouwprentje met portret in kleur en Duitstalig gebed tot de Drievuldigheid op voorspraak van Moeder Maria Stollenwerk (Steijl 1995; 8 x 12 cm); 5 prentje met op de voorzijde een portret en handtekening van Moeder Maria Stollenwerk en op de achterzijde een korte biografie en gebed tot Drievuldigheid op haar voorspraak (1995); 6 vouwprent met op de voorzijde een kleurenfoto van de graftombe en op de binnenzijde een gebed tot Moeder Maria 'Zalig ben jij tot bron geworden...' en op de achterzijde biografische data (Steijl 1995); 7 ansichtkaarten met tot meditatie uitnodigende foto's en teksten, en op de achterzijde biografische data van Moeder Maria Stollenwerk (1995); 8 biografische gegevens van Moeder Maria Stollenwerk door zr. Barbara Winzberg (1995) met portret; 9 prentje met op de voorzijde portret en handtekening van Moeder Maria Stollenwerk en op de achterzijde een korte biografie en gebed tot Drievuldigheid op haar voorspraak (1995); 10 Uitnodiging om te vertoeven... (6 pag.) toelichting bij sarcofaag, met op de achterzijde een gebed van een bezoekster (1997).
- Ansichtkaarten: 1 kleurenportret van Moeder Maria Stollenwerk naar schilderij Hans en Maria Mannhart; 2 kleurenfoto van de graftombe van Moeder Maria Stollenwerk in H. Geestkerk (Steijl 1995).
Bronnen en literatuur Archivalia: Steijl, archief van het H. Hartklooster.
Tekstedities: De schriftelijke nalatenschap van Helena Stollenwerk bevindt zich deels in het generalaat van de missiezusters te Rome, het generalaat van de SVD in Rome en het H. Hartklooster in Steijl. De nalatenschap bestaat deels uit brieven aan Arnold Janssen, deels uit brieven aan de zusters die in Argentinië leefden. In interne publicaties zijn haar brieven uitgegeven door zuster Ortrud Stegmaier te Rome: Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Briefe an die Schwestern [Quellen 1] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Aufzeichnungen [= Quellen 2] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Berufsgeschichte [Quellen 3] (Rome 1987); Mutter Maria, Anna Helena Stollenwerk. Mitbegründerin und erste Oberin der Dienerinnen des heiligen Geistes 1852-1900, Briefe [Quellen 4] (Rome 1988); Acta apostolicae sedis. Commentarium officiale 86 (7 oktober 1994) p. 882-824, met zaligverklaringsdecreet.
Literatuur: Perboyre Neuß, Die Steijler Missionsschwestern 'Dienerinnen des heiligen Geistes'. Ein schlichter Kranz zu ihrem silberen Jubelfest (Steijl: Selbstverlag der Missionsschwestern, 1914); Anton Freitag, Tabernakelwacht und Weltmission (Steijl: Missionsdruckerei, 1918), vertaald als: Tabernakelwacht en Wereldmissie (Uden: Missiehuis, 1923); Assumpta Volpert, Mutter Maria Stollenwerk und Mutter Josepha Stenmanns: Die ersten Oberinnen der Steijler Missionsschwestern 'Dienerinnen des Hl. Geistes' (Steijl: Selbstverlag der Genossenschaft, 1920); W. Nolet, Katholiek Nederland. Encyclopedie, dl. 3 (Den Haag: Ten Hagen, 1932) p. 236-243; Zr. Magdala, In dienst van de Liefde. Levensbeschrijving van eerw. moeder Maria (Helena Stollenwerk) en eerw. moeder Jozefa (Hendrina Stenmanns). Medestichteressen van de Congregatie van de Missiezusters 'Dienaressen van den H. Geest' van Steyl-Baexem (Baexem: klooster 'Mariabosch', 1938); Th.W. J. Driessen, Geschiedenis van Tegelen (Tegelen: kring St. Plechelmus, 1952) p. 274-286; E. Kroes, 'Missionarie Serve dello Spirito Santo', in: Dizionario degli Istituti di Perfezione, dl. 5 (Rome 1978) k. 1634-1637; Salesiela Soete, Geschichte der Missionsgenossenschaft der Dienerinnen des heiligen Geistes (Steijl: Missiehuis, 1981); Udo Haltermann, Das Leben ist Mission. Helena Stollenwerk, Mutter Maria, Mitbegründerin der Steyler Missionsschwestern (Steijl, Druckerei Steyl = Geist und Auftrag 57 (1984) nr. 2); Ortrud Stegmaier, Steijler Missionsschwestern. Dienerinnen des Heiligen Geistes. Ein Blick in ihre Gemeinschaft und auf ihre Arbeitsfelder (z.p. [ca. 1985]); Udo Haltermann, Mutter Maria, Mitgründerin der Steyler Missionsschwestern. Aussprüche von und über Mutter Maria (Steyl: Missiehuis 1989); 'Zaligverklaringsproces van drie zusters afgesloten. Voorbeelden van geloof, hoop en liefde', in: De Sleutel 19 (1991) nr. 12, p. 12-14; 'Decretum canonizationis servae Dei Mariae Stollenwerk (in saec. Anna Helenae) confundatricis congregationis Missionalis servarum Spiritus Sancti', in: Acta Apostolicae Sedis 83 (1991) 1002-1006; 'Decretum Beatificationis Venerabilis Servae Dei Mariae Helenae Stollenwerk confundatricis Congregationis Servarum Spiritus Sancti (1852-1900) super dubio an et de quo miraculo constet, in casu et ad effectum de quo agitur', in: Acta Apostolicae Sedis 86 (1994) p. 822-824; J.M. Gijsen, In het spoor van Maria: Vrouwen in Limburg in de 19e en 20ste eeuw en hun betekenis voor Kerk en maatschappij (Roermond: Bisdom, 1991) p. 18-27; 'Decretum canonizationis servae Dei Josephae Stenmanns (in saec. Hendrinae) confundatricis congregationis Missionalis servarum Spiritus Sancti 1852-1903', in: Acta Apostolicae Sedis 83 (1991) p. 1083-1087; Emile Gemmeke, Vaderlandse vromen. Over Nederlandse heiligen en (kandidaat-) zaligen (Utrecht: Secretariaat van het R.K. Kerkgenootschap in Nederland, 1993) p. 19; Ortrud Stegmaier, Helena Stollenwerk. Reifung und Sendung der Mitgründerin der Steyler Missionsschwestern im Licht ihres Christusbildes (Augsburg: Katholische Akademie, 1994); Franziska Carolina Rehbein, Helena Stollenwerk: Trägerin eines Charismas. Wendung und Hingabe (Rome: z.n., 1995); Gabriele Hölzer, Helena Stollenwerk: Eine Frau im Aufbruch. Helena Stollenwerk, Mutter Maria, Mitbegründerin der Steyler Missionsschwestern 1852-1900 (Nettetal: Steyler Verlag, 1995), vertaald als: Haar grenzen voorbij. Medestichteres van de Missiezusters van Steyl 1852-1900 (Steijl 1995); Gabriele Hölzer, 'Helena Stollenwerk, mede-stichteres van de missiezusters van Steyl', in: De Sleutel 23 (1995) nr. 31, p. 18-20; Gabriele Holzer, 'Helena Stollenwerk', in: Katholiek Nieuwsblad, 5 mei 1995, p. 18-20; Anselm Grün, Treue auf dem Weg (Münster Schwarzach: Vier-Türme-Verlag, 1995); Karl Müller, Kontemplation und Mission. Steyler Anbetungsschwestern 1896-1996 (Nettetal: Steyler Verlag 1996); 'Venerabili Servae Dei Mariae Helenae Stollenwerk beatorum honores decernentur' in: Acta Apostolicae Sedis 88 (1996) p. 92-94; Thomas A. Krosnicki, 'Sacramentary Texts for Blessed Maria Helena: A Liturgical Commentary, in: Verbum SVD 37 (1996) p. 325-334; E. Kroes & Ortrud Stegmaier, 'Helena Stollenwerk', in: Dizionario degli Istituti di Perfezione, dl. 9 (Rome 1997) k. 251-252; Stijn van der Linden, De heiligen (Amsterdam/Antwerpen: Contact, 1999) p. 481, 581; Herman Amelink, 'Kerkelijke molens malen langzaam en zorgvuldig', in: NRC-Handelsblad, 28 juni 2008, p. 6.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Steijl-Helena Stollenwerk; mondelinge informatie door zr. Mechtilde Berger in 1998.
Website (zie onder tabblad 'Geschiedenis'): www.missiezusters.org
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.