Prinsenbeek, H. Gertrudis van Nijvel |
||
Cultusobject: | H. Gertrudis van Nijvel | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 17 maart (zondag na) | |
Periode: | 15e eeuw - omstreeks 1950 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van O.L. Vrouw Tenhemelopneming | |
Adres: | - | |
Gemeente: | Breda | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: | Volgens een legende zou Gertrudis in Prinsenbeek hebben gewoond en verjoeg ze daar op verzoek van de plaatselijke bevolking de muizen en ratten die er de oogst vernielden. Sedertdien zou zij in Prinsenbeek zijn vereerd. Tenminste sinds de 16e eeuw werd er in de Gertrudiskapel op haar naamdag koren geofferd. Dit gebruik vond na de sloop van de kapel in 1832 doorgang in de parochiekerk; het bleef bestaan tot aan het begin van de 20e eeuw. Omstreeks 1900 namen de boeren, wanneer zij koren hadden geofferd, het zogenaamde muizenzand mee, waarmee de oogst gevrijwaard zou blijven van muizen en ratten. | |
Auteur: | Marcel Ficheroux | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Op 23 juni 1796 werd te Prinsenbeek de parochie O.L. Vrouw Hemelvaart opgericht na te zijn afgesplitst van de parochie Princenhage, waartoe het dorp vanaf 1317 had behoord. Op 20 september 1796 was de parochiekerk klaar. In de jaren 1858-1860 werd deze eenvoudige kerk vervangen door een neogotische, die op haar beurt weer werd vervangen in 1963. - De parochiekerk heeft als tweede patrones de H. Gertrudis van Nijvel aan wie, evenals in de voorafgaande kerken, een zijaltaar is gewijd. Gertrudis werd in 1796 als tweede patrones gekozen omdat zij al sinds de middeleeuwen als beschermheilige van Prinsenbeek gold, met een aan haar gewijde kapel in het centrum van het dorp. De kapel raakte na de bouw van de kerk overbodig en werd in 1832 gesloopt. - De St. Gertrudiskapel stond op de Markt, op de hoek van de huidige Kapelstraat. Het was een stenen gebouw, bestaande uit een ondiep schip met koor, dat zowel voor kerkelijke diensten als voor onderwijs gebruikt werd. Het oudste gedeelte van de St. Gertrudiskapel is waarschijnlijk in de 15e eeuw gebouwd. De eerste vermelding van de 'Capella S. Gertrudis' stamt uit 1520. Tegenwoordig herinnert de naam 'Kapelstraat' nog aan deze kapel. - Na 1648, toen de kerk van Princenhage met al haar bezittingen, waaronder ook de St. Gertrudiskapel te Prinsenbeek, op last van de Staten-Generaal overging in gereformeerde handen, deed de kapel dienst als school. - Vermoedelijk heeft er in de buurtschap Groot Overveld reeds eerder een Gertrudiskapel gestaan, die in de archieven alleen nog als ruïne of als 'Sint Geertruyden boske' bekend is. In de 19e eeuw was op de locatie van deze kapel een vijver aanwezig die de put van St. Geertruid werd genoemd. Op de eerste kadastrale kaart van Prinsenbeek uit 1827 is de ruïne getekend op een eilandje in de vijver. - Tot aan het einde van de 19e eeuw liep in Prinsenbeek een pad (vanaf de Markt naar de akkers aan de westzijde van het dorp) waarlangs een heg groeide die de Gertrudisheg werd genoemd. |
|
Cultusobject |
- Zie voor St. Gertrudis ⟶ Borgvliet. |
|
Verering |
Legende - In Prinsenbeek werd Gertrudis vooral aangeroepen als beschermster van de oogst. Volgens een legende, waarvan de herkomst niet duidelijk is - wellicht is de algemeen bekende legende van Gertrudis op Prinsenbeek geprojecteerd - heeft Gertrudis vroeger 'op de Beek' gewoond. De plaatselijke bevolking had last van een muizenplaag. De vele offers die werden gebracht aan heidense goden, leidden niet tot resultaat. Ten einde raad gingen zij naar Gertrudis, van wie ze wisten dat ze een andere, namelijk de christelijke, godsdienst beleed. Ze legden haar hun problemen voor en Gertrudis besloot hen te helpen. Zij ging naar een vijver in de Prinsenbeekse buurtschap Overveld. Hier begon ze te bidden. Eerst kwamen er enkele muizen naar haar toe gekropen. Langzaam maar zeker werden het er steeds meer. Uiteindelijk waren het er vele duizenden die zo dicht bij Gertrudis kwamen dat enkele muizen tegen haar staf omhoog kropen. Na enkele uren vertrok ze met achter haar aan de duizenden muizen, via de tegenwoordige Brielsedreef, Kapelstraat, Markt, Gertrudislaan naar de Kerkewei. Daar aangekomen sprak Gertrudis de muizen toe: 'Lieve muizen! Uit de aarde zijn jullie gekomen, in de aarde zullen jullie weer terug gaan, opdat deze mensen als goede dienaren van God van de aarde zouden kunnen leven'. En ogenblikkelijk verdwenen de muizen in de aarde. Die lag er na hun vertrek volledig omgewoeld bij. De mensen bekeerden zich daarna tot het christendom en bouwden bij de waterput een kerkje, want zo'n wonder hadden ze nog nooit gezien. Boerenbedevaart - Het gehele jaar, maar vooral op de 17e maart, de feestdag van Gertrudis, en de zondag daarna, kwamen vele boeren uit Prinsenbeek en omgeving naar de Gertrudiskapel. Ze woonden daar de plechtigheden bij en offerden graan of koren. Dit werd op de vloer van de kapel gelegd. Maar ook geld werd geofferd. In 1577 bleven er na betaling van de pastoor en de koster van het geofferde geld 21 stuivers over. In hetzelfde jaar werden 5,5 'loopen' (1 loop is een kwart zak oftewel ca. 70 pond) rogge geofferd. Deze werden verkocht voor een totaalbedrag van 3 rijnguldens en 6 stuivers. In latere jaren werden er ook dierenhuiden en lammeren geofferd. Toen de kapel in 1832 werd afgebroken, verplaatste het gebruik van het 'Sint-Gertrudiskoren' zich naar de eerste parochiekerk van Prinsenbeek. Pas na de voltooiing van de parochiekerk in 1860 werd het Gertrudiskoren gaandeweg afgeschaft en vervangen door een geldoffer waarvoor speciale 'Gertrudisofferblokken' werden aangeschaft. Het Gertrudiskoren werd elk jaar ten bate van de parochie verkocht en nauwkeurig in de rekeningen verantwoord. De totale opbrengst kon oplopen tot honderd gulden. In 1910 komen we de post voor het laatst tegen. De opbrengst is dan nog maar fl. 12,35. - Opmerkelijk is dat ook in de jaarrekening uit 1800 van de Martinuskerk te Princenhage het offer aan Gertrudis vermeld wordt. - Omstreeks 1900 namen de boeren na het brengen van een offer voordat ze weer naar huis gingen het zogenaamde witte muizenzand mee (vgl. ⟶ Heerle, sub www.meertens.knaw.nl). Dat zand werd door de koster van tevoren opgegraven op de Kerkewei, waar volgens de legende de muizen in de grond gekropen waren. Thuis strooide men dan het zand in de stal, de schuur en vooral op de graanzolders over het graan. Met dit Gertrudiszand zou de oogst gevrijwaard blijven van schade door muizen en ratten. In 1980 vertelde de begin 1939 aangestelde koster Bart Watzeels over het Beekse Gertrudisfeest: "Haar feestdag was op 17 maart. En wat deed ik dan? Dat liet ik, altijd van dezelfde boer, een kar rood zand komen. Dat zand zette ik in een grote kuip in de kerk, met een offerschaaltje erbij en een schepke. 's Morgens vóór de eerste mis werd het door de pastoor gewijd en dan kwamen de mensen uit de Beek en uit de verre omgeving naar de kerk om zo'n schepke zand . En thuis strooiden ze dat uit waar ze muizen hadden. Ik werd dan zelfs opgebeld door mensen uit Oosterhout en uit Terheijden en andere plaatsen die me vroegen om wat van dat zand te bewaren. En die kwamen er de eerstvolgende zondag om. Het was een heel oud gebruik hier, want ik weet wel dat mijn vader en moeder er in mijn jeugd ook om gingen. Zelf heb ik het nog zo'n jaar of tien verzorgd, maar de vraag weer wel steeds minder. Op de duur ging het nog maar om een paar emmers zand. Rond 1950 is het gebruik afgeschaft". - Het einde van de wijding van het muizenzand kort na de Tweede Wereldoorlog zal ook het einde van de Gertrudisbedevaart hebben ingehouden. In hoeverre lokaal de heilige nog vereerd is gebleven is onbekend. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Zevenbergen, streekarchief Nassau-Brabant en Markkant: archief parochie O.L. Vrouwe ten Hemelopneming te Beek-Prinsenbeek, inv. nr. 437, doos 7 en 8, kerkrekeningen 1796-1858. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |