Brunssum, H. Brigida |
||
Cultusobject: | H. Brigida | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 1 februari ( + octaaf) | |
Periode: | 18e eeuw - ca. 1960 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Gregorius de Grote | |
Adres: | Kerkstraat 1, 6441 BA Brunssum | |
Gemeente: | Brunssum | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: | Sedert de 18e eeuw werd op 1 februari in de Gregoriuskerk te Brunssum de H. Brigida aangeroepen tegen veeziekten door de boerenbevolking uit Brunssum en omgeving. Naarmate de mijnbouw zich na 1900 verder ontwikkelde en het agrarische karakter van Brunssum verdween, nam ook het aantal bedevaartgangers af. Nochtans handhaafde de devotie met beperkt bedevaartkarakter zich tot omstreeks 1960. | |
Auteur: | Servie Broers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In 1150 was er sprake van een 'ecclesia de Brunsham'. Tot 1558 was de Gregoriuskerk van Brunssum een appendix van de parochiekerk te Gangelt (D). Van oorsprong moet de eerste kerk van Brunssum een zaalkerkje zijn geweest, dat in de loop der eeuwen is uitgebreid met een priesterkoor, zijbeuken en een klokkentoren (1689). Deze kerk werd in 1840 gesloopt. - Architect Dominicus Ritzen uit Heerlen bouwde in 1840 naast de middeleeuwse kerk een drieschepige, neoclassicistische bakstenen kerk met een polygonaal gesloten koor. De kerk deed dienst tot omstreeks 1920, toen zij verbouwd werd tot patronaatsgebouw. - In 1916 was men intussen begonnen met de bouw van een grote neoromaanse kruisbasiliek met een vieringskoepel, schuin tegenover de oude kerk. Architect van deze kerk was J. Tonnaer uit Den Haag. De kerk kwam eind 1918 gereed. - In 1960 ontwierp de Duitse architect Gottfried Böhm een modern kerkgebouw uit baksteen en beton. Deze Gregoriuskerk is een eenbeukige hallenkerk op rechthoekig grondplan met een vrijstaande campanile. Links van het schip is de dagkapel uitgebouwd. De kerk van Tonnaer werd in 1964 gesloopt. - Het Brigidabeeld stond tot 1918 in de rechterzijbeuk van de kerk op een neobarok, in eikenhout-kleur geschilderd altaar. Het beeld verhuisde mee naar de nieuwe kerk, waar het op het linkerzijaltaar werd geplaatst. Na de aanschaf van een nieuw Brigidabeeld in 1934, werd het uit 1853 stammende beeld op een console geplaatst tegen de middenschippijler tegenover de preekstoel. In 1999 stond het jongste Brigidabeeld op een houten sokkel tegen de achterwand van de dagkapel in de nieuwste Gregoriuskerk. |
|
Cultusobject |
- Zie voor St. Brigida ⟶ Broeksittard. - Een botreliek van Brigida werd in 1853 geplaatst in een ronde, verzilverd koperen theca (ø 3,2 cm), die van boven gesloten was met een kristallen venstertje. De achterzijde was voorzien van het aartsbisschoppelijk zegel van mgr. Sterckx, aartsbisschop van Mechelen. Het bijschrift luidt: 'S. Brigidae V. Abba...'. De reliek was afkomstig van de Mariabedevaartkerk van Kosen-Kortenbos (B), waaraan ook een Brigidacultus is verbonden. - In 1731 was in de Gregoriuskerk een Brigidabeeld aanwezig, dat waarschijnlijk in 1853 is verwijderd. - Een tweede, gepolychromeerd houten Brigidabeeld (130 cm hoog) uit 1853 verdween bij de afbraak (in 1964) van de kerk uit 1918. - Een derde Brigidabeeld is in 1934 vervaardigd in het atelier Ramakers uit Geleen. Het is gemaakt naar model van een van de Brigidastandbeelden die in Kildare staan. Brigida is uitgebeeld als een jonge vrouw. Op haar hoofd draagt zij een sluier. In haar linkerhand houdt zij een brandend, Romeins olielampje (het symbool van de wijze maagd) en in haar rechterhand de abdissenstaf en een bos bloemen waarin eikels zijn verwerkt. De eikels zijn een verwijzing naar de naam Kildare, hetgeen betekent 'cel in de eik'. Dit Brigidabeeld stond links van het hoofdaltaar op een groenmarmeren zijaltaar, afkomstig uit de kunstwerkplaats Cuypers & Co te Roermond. Beeld en altaar waren groen als verwijzing naar het wonder van het bloeiende altaar van Meath (Ierland). Het beeld is in de jaren negentig van de 20e eeuw opnieuw gepolychromeerd door mevrouw Boss uit Brunssum. Brigida draagt een lichtgroen onderkleed met een oranje-rode mantel. |
|
Verering |
- In 1731 liet pastoor Hagen een reeds aanwezig Brigidabeeld opnieuw polychromeren: Het archief vermeldt: 'Uijtgegeven den 20 8bris 1731 aen den maeler Kintzweiler voor het illumineren van den ons L. Vrouwen altaer ende mede voor het aefstrijcken van S. Brigide met haer huysken ...'. Hagen stimuleerde de Brigidaverering. In mei 1740 schonk Cathrijn Paumen (of Palmen) een eik om daaruit een kapelletje (een altaartje, kapelletje in de kerk of baldakijn?) te laten vervaardigen voor Brigida. In 1745 heerste er veepest en was de toeloop naar Brunssum groot (vgl ? Noorbeek). Om de devotie tot Brigida te bevorderen liet Hagen een nieuw altaar maken dat onder meer versierd was met een kandelaar. Op 16 februari 1745 droeg Hagen een mis tot dankzegging op, omdat Brigida Brunssum zou hebben beschermd. De dankbare parochianen gaven geld voor de aanschaf van een wit kazuifel om daarmee de mis op te dragen ter ere van Brigida. De koster kreeg een grotere beloning voor het extra werk dat hij had moeten verrichten door de komst van de pelgrims. Volgens Schrijnemakers trok men in 1745 ook vanuit Geleen naar Brunssum ter bedevaart. Uit de 18e eeuw stamt ook een in de parochie aanwezig cahier met een Latijnse en Franse levensbeschrijving van Brigida. - In 1818 werd een nieuw Brigida-altaar in de kerk geplaatst, gemaakt door beeldhouwer Robert Braun uit Erkelenz. Pastoor Mannens liet in 1853 dit altaar restaureren en deels vergulden, schafte nieuw beeld aan en verwierf in december 1856 een reliek van Brigida. De akte was op 3 december ondertekend door de vicaris-generaal en de secretaris van het aartsbisdom. Bisschop Paredis gaf op 29 december zijn goedkeuring aan de openbare verering van de relikwie. De proclamanda van 1909 meldden dat er op 1 februari missen waren tussen 7.00 en 9.30 uur en een hoogmis om 10.00 uur. 's Middags was er om 16.30 uur gelegenheid tot biechten. Tot in de jaren veertig werd dit programma gehandhaafd. - Pastoor Moonen (1933-1955) maakte - getuige de van zijn hand bewaarde preken uit de jaren veertig en vijftig - veel werk van de Brigidaverering. Op 1 februari 1946 preekte hij over Brigida's jeugd, haar kloosterstichtingen en de verering in Ierland en Brunssum. In 1947 sprak hij over de wonderen die zij had gewrocht en die hij vergeleek met wonderen die Christus en andere heiligen hadden verricht. Een annonce in een huis-aan-huisblad meldde dat er op 1 februari 1947 leesmissen waren om 6.30, 7.30, 8.30 uur en om 10.00 uur een plechtige hoogmis met feestpreek. Na alle missen was er gelegenheid de reliek te vereren en brood en water te laten zegenen. In 1949 (en 1953, toen de preek werd hergebruikt) benadrukte Moonen dat Brigida een veelzijdige heilige was die men niet alleen hoefde te beschouwen als veepatrones. 'Vooral wordt zij aangeroepen door de landbouwers tegen ziekte onder het vee. In vroeger eeuwen, tot voor 40 jaren toen Brunssum nog eene echte landelijke gemeente was, was het op 1 Febr. op Brigida's feest zoo druk in onze oude kerk, dat zij de gelovigen nauwelijks kon bevatten. Uit de hele omgeving tot ver uit Duitsland kwamen grote drommen haar voorspraak inroepen bij sterfte en ziekte onder het vee'. Moonen herinnerde eraan dat ofschoon de meeste kerkgangers geen vee meer bezaten, zij er nog wel afhankelijk van waren, zoals de Tweede Wereldoorlog duidelijk had gemaakt. - Tot in het begin van de 20e eeuw werd te Brunssum 'boerenkermis' gevierd en kwamen bezoekers uit de omliggende dorpen naar Brunssum om Brigida te vereren. Volgens koster Mekels werd het Brigidafeest tot in de jaren vijftig gevierd door de boeren van Brunssum en de naaste omgeving, o.a. Merkelbeek. De Gregoriuskerk was op 1 februari druk bezet. Het Brigidabeeld stond, versierd met bloemen en kaarsen, rechts voor het hoofdaltaar, zodat het vanuit het middenschip voor iedereen goed zichtbaar was. Na afloop van de mis was er gelegenheid om de reliek te vereren. Aansluitend werd in het hotel van Jenniskens gegeten en bij café Schobben gedronken. In Brunssum stond het Brigidafeest bekend onder de naam 'vrètkermis'. In de loop van de jaren vijftig begon de Brigidaviering minder bezoekers te trekken. Het Brigidafeest werd in de jaren zestig elk jaar genoemd in de St. Gregoriusklok. In 1964 werd voor de laatste keer gewezen op de aanwezigheid van gezegend water en brood en de mogelijkheid om de reliek te vereren. Waarschijnlijk hangt die cesuur samen met afbraak van de oude en de bouw van de nieuwe kerk. Anno 1969 wordt op 1 februari enkel nog geschreven dat er een hoogmis is voor de overleden leden van de afdeling Brunssum van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). De geleidelijke teruggang van het aantal boerenbedrijven, de liturgische vernieuwing en de afbraak van de oude kerk zijn ongetwijfeld debet geweest aan deze ontwikkeling. Bruijkers schreef in 1979 dat van de Brigidaverering alleen op haar feestdag nog iets te merken was. - In Brunssum herinner(d)en een Brigidastraat, de Gidsengroep 'St. Brigida' en de huishoudschool 'St. Brigida' aan deze devotie. |
|
Materiële cultuur |
- Kerkzilver: de kerk bezit een missaal uit 1882, dat Luiks zilverbeslag heeft uit 1821. Op het zilverbeslag zijn twee medaillons aangebracht met daarin op de voorzijde een afbeelding van de H. Gregorius en op de achterzijde de H. Brigida. - Luidklokken: 1 in de kerktoren hing een Brigidaklok (ø 107 cm) die in 1818 door Perrin en Regnaud gegoten werd te Clermont (Fr, Haute-Marne) en versierd met een voorstelling van Maria. De bovenste rand van het klokopschrift luidde: '+ S. Brigida Joanna Walburga Lucya Baronne de Negri Walburga Josepha de Geyr'. Deze klok werd op 27 mei 1943 op last van de Duitse bezetter uit de toren gehaald. De klok keerde op 7 juni 1945 terug uit een depot te Tilburg. Deze klok werd in 1962 door Petit & Fritsen als grondstof gebruikt voor het gieten van een Mariaklok; 2 in 1948 kreeg de kerk drie nieuwe klokken, gegoten door Petit & Fritsen,waarvan de grootste gewijd was aan Brigida met het opschrift: 'Sint Brigida, ter Uwer eer Roep 'k 't Brunssums volk tot God de Heer'. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Brunssum, parochiearchief. Roermond, bisdomarchief: parochiearchief Gregorius de Grote te Brunssum, inv. nrs. 5, 9, 10, 11, 50, 72, 81, 87, 88, 160, 167, alsmede Proclamanda 1908-1951; 'Inventaris kerkelijk kunstbezit parochie H. Gregorius de Grote Brunssum' (Roermond, 1976) Literatuur: W. Moonen, Brunssum de eeuwen door (Heerlen 1952) p. 421-423, 543-545; W. Marres & J.J.F.W. van Agt, De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V. De provincie Limburg. Derde stuk: Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht (Den Haag: SDU, 1962) p. 85-86; H.H.M. Bruijkers, 400 Jaar parochie H. Gregorius de Grote Brunssum (Brunssum: eigen beheer, 1979); H.L. Cox, 'Die Auswirkungen der deutsch-niederländischen Staatsgrenze von 1815 auf die volkstümliche Heiligenverehrung im Rhein-Maasgebiet; Ein Beitrag zur kulturräumlichen Stellung des Rhein-Maas-Gebietes', in: Rheinisch-Westfälische Zeitschrift für Volkskunde 28 (1983) p. 114; M.J.H.A. Schrijnemakers, Geschiedenis van Geleen, dl. 1 (Geleen: Stichting Cultuurhistorische Uitgaven Geleen, 1998) p. 300; Edda Frankot, Brigida. Een Ierse maagd op reis. Het beeld van Brigida van Kildare in haar vitae. Levens en verering (Groningen: ongepubliceerde doctoraalscriptie mediaevistiek RU, 1999) p. 97-98; St. Gregorius. Contactblad voor de parochie 1 (1956) - 13 (1969). Overige bronnen: KDC BiN-dossier Brunssum-Brigida; mondelinge informatie in 1999 van oud-koster H. Seevens en koster J. Mekels. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |