Haarlem, H. Gangolf (Gangulphus)

Cultusobject: H. Gangolf (Gangulphus) Open Street Maps
Datum: 11 mei (algemeen), 9 mei (in het oude bisdom Utercht)
Periode: 15e eeuw (/) - 1576
Religieuze context: Christelijk
Locatie: St. Gangolfkapel
Adres:
Gemeente: Haarlem
Provincie: Noord-Holland
Bisdom: Haarlem
Samenvatting:

Over de verering van de heilige Gangolf, een in Nederland tamelijk onbekende heilige, zijn niet veel gegevens bekend. Een mirakelboek geeft een aantal genezingen op voorspraak van Gangolf weer tussen 1460 en 1561. Het is onduidelijk waarom de verering van Gangolf juist in Haarlem heeft plaatsgevonden. Aan de devotie kwam in 1576 een einde toen de kapel tot de grond toe afbrandde.

Auteur: Ben Speet
Illustraties:
Topografie

- De uit de 14e eeuw daterende St. Gangolfkapel lag op de huidige Botermarkt en vormde destijds een onderdeel van het ernaast gelegen St. Elisabethgasthuis of Oude Gasthuis. Over de inrichting van de kapel zijn weinig gegevens bekend. In 1576 werden kapel en gasthuis verwoest door de grote stadsbrand van dat jaar.

Cultusobject

- Gangolf was de zoon van een Bourgondische edelman die was verbonden aan het Karolingische hof. Volgens de overlevering trad hij na zijn huwelijk in dienst van Pepijn de Korte met als belangrijke taak om de Engelse missionaris Wulfram te beschermen bij de bekering der Friezen. Tijdens zijn werkzaamheden in het Friese gebied zou hij in het West-Friese Oostwoude (nabij Medemblik) een kerk hebben gesticht. Op latere leeftijd trok hij zich terug in zijn geboorteplaats Varennes. Daar werd hij op 11 mei 760 vermoord door een priester, de minnaar van zijn overspelige echtgenote. 
- In de 9e eeuw werden Gangolfs relieken verspreid, vooral in Bourgondië, Lotharingen, de Elzas en het Rijnland, waar hij werd aangeroepen als patroon van een kuis huwelijk en beschermheilige tegen onder meer beenbreuken, zweren en oogziekten.
- De kapel telde vijf altaren, gewijd aan het H. Kruis, O.L. Vrouw, St. Gangolf, St. Adrianus en St. Hubertus. Het is niet bekend of er op het altaar van Gangolf ook een beeltenis van hem stond en/of er ook relieken van hem werden bewaard.
 

Verering

- In zijn Beschryvinge ende lof der stad Haarlem (1628) citeert de geschiedschrijver Samuel Ampzing uit een thans niet meer bestaand mirakelboek, dat zich in zijn tijd bevond in het St. Elisabethgasthuis, enkele verhalen over de succesvolle voorspraak van Gangolf. Onder meer vertelt hij van een vrouw met een zeer been, die, nadat zij in 1460 de kapel had bezocht en daar een wassen been en een zilveren penning had geofferd en bovendien had beloofd haar hele leven lang in een linnen kleed deel te nemen aan de jaarlijkse 'ommegangh' ter ere van Gangolf op 9 mei, terstond werd genezen.
- Uit het mirakelboek blijkt dat ook mensen van buiten Haarlem de heilige aanriepen. Zo noemt Ampzing het geval van een vrouw te Utrecht, die ziek te bed lag en niet meer kon lopen. In een droom hoorde zij een stem, die zei: 'Staet op ende versoect mij te Hairlem int Oude Gasthuus, aldaer ben ic. Ic ben Gangolf, ende bent int Oude Gasthuus te Hairlem'. Ondersteund door twee vrouwen, ging de vrouw daarop naar de kapel om weer lopend terug te keren naar Utrecht. Een ander geval betrof een vrouw uit de buurt van Leiden, wier man ziek te bed lag. Terwijl zij op het veld aan het werken was, verscheen Gangolf aan haar in een visioen. Hij vertelde haar dat als zij op 'bevaert' naar zijn kapel zou gaan, zij een kind zou krijgen dat zij Gangolf moest noemen en dat haar man weer gezond zou worden. Aldus geschiedde.
In het jaar 1500 zouden nog vier personen van pokken zijn genezen en in mei 1502 heeft een kreupele man zijn krukken bij Gangolf achtergelaten. Niet alleen mensen maar ook dieren genazen op zijn voorspraak. In 1465 genas een koe van Dirc Florijs, die nabij het gasthuis woonde; in 1461 genas het paard van een man uit Den Haag nadat hij beloofd had met het paard te bezoeken.
- Aan de verering van Gangolf kwam in 1576 een abrupt einde toen de kapel bij een grote brand volledig in de as werd gelegd.
- In 1656 vermeldt De la Torre in zijn verslag over de Hollandse Zending, waarschijnlijk op basis van Ampzing, de grote verering ('cultus magnus') van Gangolf door talrijke zieken en zwakken, die in vroeger tijd in Haarlem heeft bestaan.

 

Bronnen en literatuur

Archivalia: Haarlem, gemeentearchief: bibliotheek nr. 44/001198.
Tekstedities: S. Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haarlem etc. (Haarlem: Adriaen Rooman, 1628) p. 440-443, mirakelboek; Hugo Franciscus van Heussen, Batavia Sacra of Kerrelyke Historie  en oudheden van Batavia, dl. 1 (Antwerpen: Christianus Vermey, 1715) p. 47-51; J. de la Torre, 'Relatio seu descriptio', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 11 (1883) p. 155.
Literatuur:  Levens van de voórnaemste heyligen en roemweérdige persoonen der Nederlanden, dl. 2 (Mechelen: Hanicq, 1827) p. 199-204; D. Buddingh, Mirakel-geloof en mirakelen in de Nederlanden (Den Haag: H.C. Susan, 1845) p. 125-126, vermelding van het 'windwonder'; Francis Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem van de vroegste tijden tot op onze dagen, dl. 3 (Haarlem: J.J. van Brederode, 1883) p. 1-9; J.M. Sterck Proot, 'Sint Gangolf', in: De Maasbode, 6 mei 1928 en 13 mei 1928; G.H. Kurtz, 'De St. Gangolfskerk te Haarlem', in: Haarlemse bijdragen 56 (1938) p. 52-68; Fridolin Maijer, 'Der heilige Gangolf, seine Verehrung in Geschichte und Brauchtum', in Freiburger Diözesanarchiv NF 40 (1940) p. 90-139; 'Gengolfo', in: Bibliotheca Sanctorum, dl. 6 (Rome: Città Nuova, 1965) k. 127-128; 'Gangolf', in: W. Braunfels ed., Lexicon der christlichen Ikonographie, dl. 6 (Freiburg: Herder, 1974) k. 349-350; H. Fros ed., Bibliotheca Hagiographica Latina Antique et mediae aetatis. Novum Supplementum (Brussel 1986) p. 377-378 (nrs. 3328-3331).
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Haarlem-Gangolf. Documentatie over Gangulphus, uit de collectie J.A. Bomans, opgenomen in BiN-dossier (acquisitie 2012).

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.