Berkel, H. Willibrord (Willibrordus) |
||
Cultusobject: | H. Willibrord (Willibrordus) | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 7 november; gehele jaar | |
Periode: | Voor 1509 - ca. 1945 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Willibrordus | |
Adres: | Willibrordusstraat 3, 5056 HS Berkel-Enschot | |
Gemeente: | Tilburg | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: | Een Willibrorduskapel te Berkel wordt voor het eerst vermeld in 1214. St. Willibrord werd er van de 16e tot in de 20e eeuw bijzonder vereerd, samen met Maria. Tot in de 20e eeuw bestond het gebruik om bij het beeld van de heilige zakjes rogge te offeren. Hij werd toen vooral aangeroepen bij kinderziekten, met name bedplassen. In het begin van de 20e eeuw werd nog water gebruikt uit een naast de kerk gelegen putje. Tegenwoordig viert men alleen nog het patroonfeest in de parochie | |
Auteur: | Ottie Thiers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
De middeleeuwse kapel - Wanneer de eerste kapel in Berkel werd gebouwd, is niet bekend. De oudste bronvermelding van een kapel, gewijd aan Maria en St. Willibrord, is uit 1214. Mogelijk was de kapel een eigen kerkstichting van de heer van Berkel; het gebouw stond op grond van de domeinhoeve 'De Oude Schouw'. De kapel behoorde tot de parochie Oisterwijk, waarvan de St. Geertrudis-abdij te Leuven het patronaatsrecht bezat. De kapel werd in 1440 vernieuwd en heeft tot 1910 op de plaats van de huidige parochiekerk gestaan. Het betrof een laatmiddeleeuwse kruiskapel met een eenbeukig schip van vier traveeën met ingebouwde angelustoren, een dwarspand en een versmald koor van twee traveeën met driezijdige sluiting. Op zon- en feestdagen werden in Berkel missen opgedragen door de pastoor van Oisterwijk of diens vervanger. In 1648 kwam hieraan een einde toen Berkel bij de Republiek der Verenigde Nederlanden werd gevoegd. De bewoners van Berkel kerkten vanaf 1674 in de schuurkerk van Oisterwijk. In 1722 werd een schuurkerk gebouwd in Udenhout, waarna ongeveer de helft van het dorp daar ter kerke ging. Voor de andere helft was Oisterwijk dichterbij gelegen. Na 1648 bleef de oude kapel als bidplaats in gebruik en werd min of meer onderhouden. In 1787 kreeg het gebouw een flinke opknapbeurt. - Ten tijde van de Bataafse Republiek, aan het einde van de 18e eeuw, eigenden de Berkelse katholieken zich de kapel weer toe en klonk de roep om een eigen parochie. In 1852 is die wens gehonoreerd, waarna de kapel tot parochiekerk werd verheven. In 1857 werd aan de westzijde een neogotische toren aangebouwd onder architectuur van H.J. van Tulder. Het oude torentje werd afgebroken, maar de 16e-eeuwse bronzen klokken bleven in gebruik. De parochiekerk uit 1910 - In 1910 is de kapel afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe, grotere kerk naar een ontwerp van Jan Stuyt. Deze basilicale kerk heeft een middenschip met aan weerszijden verlaagde loopgangen en een verlaagd halfrond gesloten koor. Een zijbeuk aan de straatzijde dateert uit 1935-1936. De 19e-eeuwse toren bleef grotendeels staan, maar kreeg een nieuw omhulsel. In de gevel van het portaal aan de toren bevindt zich een beeld van de kerkpatroon, een afgietsel van het 18e-eeuwse Willibrordusbeeld in de kerk. Deze kopie vervangt een vorig beeld (een als Willibrord toegeruste St. Jacobus de Meerdere), dat volledig vergaan was. Grenzend aan toren en schip staat een halfronde kapel, die vroeger dienst deed als doopkapel. - Toen de kerk pas was gebouwd, stond het kleine 16e-eeuwse beeld van St. Willibrord in een nis terzijde van het koor. Erboven was een tekst geschilderd die verwees naar de eeuwenoude verering en pelgrimage. Een replica van het beeld bevindt zich nu met het 17e-eeuwse Mariabeeld dat 'O.L. Vrouw ter Borcht' wordt genoemd (dat vroeger ook in de kerk stond) en een icoon van O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand in een vitrine in de vroegere doopkapel, die in 1985 als Mariakapel in gebruik is genomen. Deze is versierd met muurschilderingen, in 1927 aangebracht door Gerard Jacobs van de Firma Pereij uit Venlo. Twee ervan tonen St. Willibrordus terwijl hij het geloof predikt aan de heidenen en terwijl hij hen doopt. In het midden van de 20e eeuw zijn de schilderingen onder een verflaag verdwenen, maar in 1979 zijn zij weer tevoorschijn gehaald en, met wijzigingen, hersteld door Bertus Elissen uit Berkel. - Sinds 1923 wordt geschreven en gespeculeerd over een verdwenen Willibrordusputje. Er is wel beweerd dat de doopkapel eroverheen gebouwd is, maar mondelinge overlevering wijst in de richting van een put bij de zuidelijke zijgevel van de oude kapel, aan de zijde van de pastorietuin. De huidige kerk heeft aan die kant een naar buiten uitspringende biechtstoel, waarnaast vroeger een opgemetselde put stond. Tegenwoordig ligt daar nog een steen die een schacht afdekt. Deze voert naar een plek onder de kerk, die langs de muur van de oude kapel moet hebben gelegen. Op foto's van de vroegere kapel is echter niets op deze plaats te zien. Wel was er een vijver in de pastorietuin. - De Willibrordusstraat, waarlangs de kerk ligt, heeft deze naam pas in de 20e eeuw gekregen; de oude naam was Dorpsstraat. |
|
Cultusobject |
- Zie voor St. Willibrord ⟶ Alphen. - De kerk bezat een zilveren theca (h. 5 cm) met relieken van de heiligen Willibrord en Hubertus, op 2 november 1746 geschonken door de geestelijke G.N.A. Snelle, heer van Berkel en protonotarius apostolicus. Rond het glas was de inscriptie: 'R S Willibrordi Ep. et Conf.' ('Van de Eerbiedwaardige Heilige Willibrordus Bisschop en Belijder') aangebracht. De theca met de relieken is echter verdwenen. Het is de bedoeling een onlangs verkregen reliek van St. Willibrord in de kapel naast de toren aan te brengen. - De kerk bezit een 16e-eeuws, 37 centimeter hoog eikenhouten Willibrordusbeeld, dat tenminste sinds de 19e eeuw het cultusbeeld is. Bij een restauratie in 1953 werd de polychromie verwijderd. Volgens een 20e-eeuwse aantekening in het liber memorialis heeft een Berkelse familie het beeldje bewaard en aan de eerste pastoor, Van Rijckevorsel, 'teruggegeven'. Het beeldje toont de heilige met een brede, achteroverbuigende mijter, een koorkap en een dalmatiek. Met zijn linkerhand houdt hij een gesloten boek tegen de borst gedrukt. Zijn rechterhand omvat een kromstaf die rust in een gemetselde put. De rechterhand, de staf en de sokkel zijn niet origineel. Een replica bevindt zich in de Mariakapel naast de toren. - Een tweede Willibrordbeeld is hoog aan de muur, rechts van het kerkkoor geplaatst. Dit beeld dateert uit het eerste kwart van de 18e eeuw en is wellicht aangeschaft voor de Udenhoutse schuurkerk. Het houten beeld is 1,54 meter hoog, werd in 1953 van zijn oude polychromie ontdaan en is in 1997 opnieuw gepolychromeerd. De heilige, in bisschopsgewaad, houdt in de linkerhand een kromstaf en een gesloten boek, de rechterhand is opgeheven in een zegenend gebaar. In de oude kapel stond in de 19e eeuw het beeld rechts van het hoofdaltaar aan de voet van de preekstoel. |
|
Verering |
- De H. Willibrordus is voorzover bekend altijd de patroon van de Berkelse kapel geweest - soms wordt ook Maria genoemd. De oudste verwijzing naar een bijzondere verering dateert uit 1509. In dat jaar vond in Berkel een vechtpartij plaats tussen Ariaan Hessel Willemsoen, waarschijnlijk uit Berkel, en twee mannen, Lambrecht Henricks van Gorcum en Tielman Willem Huysmans, vermoedelijk uit Oisterwijk. Ariaan verloor daarbij het leven en Tielman raakte ernstig gewond. De families van beide partijen onderwierpen zich aan een zoengerecht. Lambrecht en Tielman kregen een straf opgelegd bestaande uit een zestal opdrachten, waaronder het ondernemen van een bedevaart naar Santiago en Rome en het plaatsen van een waskaars van 1,5 pond voor 'Sunte Wilbort' in de kapel van Berkel. - Ook in de 17e en 18e eeuw bleef de verering bestaan. Wichmans schreef in 1632 dat in Berkel de H. Willibrordus en Maria in gelijke mate vereerd werden en Gramaye sprak een aantal jaren eerder (1610) reeds van een buitengewone verering voor St. Willibrordus. De correspondentie die aan het einde van de 18e eeuw gevoerd is met de apostolisch vicaris in Den Bosch over het Berkelse verlangen naar een eigen parochie, werpt wat meer licht op de gebruiken rond de verering, die toen in ieder geval weer in de kapel plaats vond. De pastoor van Oisterwijk, bij wie een deel van de Berkelnaren kerkte, was om voor de hand liggende redenen tegen een afscheiding. Hij betoogde dat Berkel een eigen pastoor niet zou kunnen onderhouden, ondanks de inkomsten van de pelgrimage: 'Er moet ook te Berkel een S. Wilberts Beeld zijn, dat sedert jaaren, ook mijns ondanks, bezogt wierd, en waar, bij die geleegenheid door den Pelgrims en Pelgrimminnen wierd geöffert. Dezen offer dien gezegt wordt, aan den toekoomend Neo-Pastor ook te zullen worden toegevoegt, kan ik, zelfs bij gissinge, niet bepaalen, hoewel het mij voorkomt, dat dit Emolument niet aanmerkelijk kan zijn'. Duidelijk is dat de pastoor de verering als een ongewenste bijgelovige praktijk zag, waar hij zich nauwelijks mee inliet. Zijn informatie lijkt uitsluitend gebaseerd op wat hij heeft horen vertellen. - De Berkelnaren waagden in 1818 een nieuwe poging toen zij op Willibrordusdag een petitie tekenden voor een eigen parochie, opnieuw zonder succes. Het schijnt ook dat de pastoor van Oisterwijk, A. van Coll, in die tijd klaagde dat men in Berkel jaarlijks met het feest van St. Willibrord uit protest een bedevaart hield, maar de bron van dit verhaal is onbekend. - Nadat het verzoek om een zelfstandige parochie te worden in 1852 was gehonoreerd, werd voortaan elke eerste zondag van de maand in de parochiekerk de reliek van de heilige na de missen en het lof vereerd. De toenmalige pastoor tekende echter niets op over de verering van het Willibrordbeeldje en mogelijke offers. Maar het beeldje stond wel in de kruisbeuk. - In de eerste decennia van de 20e eeuw waren de belangstelling en de waardering voor de Willibrordverering bij de geestelijkheid aanmerkelijk groter, maar de bedevaart zelf liep toen ten einde. Voornamelijk uit mondelinge overlevering is bekend dat in het begin van de eeuw nog bedevaartgangers, vooral uit Tilburg, naar Berkel kwamen. Dit gebeurde op zondagen, met name de eerste zondag van mei, wanneer er een plechtig lof met processie in de kerk werd gehouden. Beelden van St. Willibrord en van O.L. Vrouw werden hierin meegedragen. Ook omstreeks 7 november was er veel toeloop. De bedevaartgangers hadden een geruit of rood linnen zakje bij zich voor de rogge, die sommigen onderweg naar oud gebruik bijeen bedelden. Anderen kochten zakjes rogge aan de boerderij schuin tegenover de kerk of bij enkele andere boerderijen. Het was beslist niet de bedoeling rogge te offeren uit eigen voorraad. De bedevaartgangers lieten het graan of een offer in geld van maximaal een kwartje achter bij het beeldje, waarna sommigen ergens aan de zuidzijde van de kerk de kinderen gingen wassen bij de inmiddels verdwenen put - men riep Willibrords hulp vooral in bij kinderziekten, met name bedplassen. In 1923 werd er geen water meer gebruikt, wel werd toen nog rogge geofferd. Aan de reliekverering op de eerste zondag van elke maand namen alle kerkgangers deel. Omstreeks de Tweede Wereldoorlog kwamen nog groepen vrouwen op de fiets naar Berkel om St. Willibrord te vereren. - Anno 1998 komt men in de devotiekapel bij de toren geregeld even bidden en een kaarsje opsteken. Verder staat in het weekend omstreeks 7 november de patroonheilige centraal in de missen. Niet de kopie, maar het originele beeldje wordt dan op het altaar gezet. Bijzondere parochiegebeurtenissen worden in dit weekend gevierd. In 1989 kreeg de kerk een Willibrordklokje ten geschenke en in 1994 een Willibrordboom, die in de pastorietuin is geplant. Wanneer het St. Hubertusgilde feestelijkheden opluistert, brengt het bij deze boom een vendelgroet. |
|
Materiële cultuur |
- Kerkzilver: 1 expositieciborie, 1877, met in de voet gegraveerde voorstellingen van Willibrord, naast Maria als koningin der hemelen en de HH. Salvator, Barbara, Jacobus en Bernardus; 2 op een torenmonstrans uit 1932, 68,5 cm hoog, is o.a. een 6 cm hoog Willibrordusbeeldje aangebracht; 3 het beslag van een missaal uit het derde kwart van de 19e eeuw draagt op de voorzijde in medaillon een voorstelling van St. Willibrord, op de achterzijde een voorstelling van Maria met Kind. Waarschijnlijk een geschenk van Franc. Hub. van Rijckevorsel uit 's-Hertogenbosch. - Luidklokken: 1 bronzen klok met inscriptie: 'willibrordus . est . nomen . meum . anno . domini . m ccccc i . wilhelmus . moer . et . jaspar . fratres . me . fecerunt ' (Willibrord is mijn naam. In het jaar des Heren 1501. De gebroeders Willem en Jaspar Moer hebben me gemaakt'); 2 bronzen klok met inscriptie: 'maria is mjinen naem jaspar moer heeft mji ghemaeckt int jaer ons heren m ccccc xxiiij [1524]'; 3 Willibrordusklokje op het dak van het middenschip aan de koorzijde, geschonken door R. van der Loo uit Berkel in 1989. - Willibrordboom: op 29 april 1994 is deze boom in de pastorietuin geplant aan de kant van de Pastoor van Tilborgstraat. Schenker was R. van der Loo uit Berkel. Het opschrift op de plaquette bij de boom luidt: '695 Bisschop 1995/Willibrord/'Vooruitstrevende pijl' [een mogelijke naamsbetekenis]/tref Berkel en behoud het [in verband met de gemeentelijke herindeling]/metasequoia-glyptostroboïdes [naam van de boomsoort]'. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia:'s-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier St. Willibrordus Berkel. Tilburg, gemeentearchief: parochiearchief St. Willibrordus Berkel-Enschot, inv.nr. 861, doos 1, 3, 7, 11; archief van de schepenbank van Oisterwijk 1418-1811; parochiearchief St. Petrus Banden te Oisterwijk (1408-1986). Tekstedities: G. Bannenberg, A. Frenken & H. Hens ed., De oude dekenaten Cuijk, Woensel en Hilvarenbeek in de 15e- en 16e-eeuwse registers van het aartsdiakenaat Kempenland, dl. 2 (Nijmegen: Gebr. Janssen, 1970) p. 403; Jan van Laarhoven ed., Het schetsenboek van Hendrik Verhees ('s-Hertogenbosch: Merlijn, 1975) p. 52-53, schets kapel in 1788. Literatuur: J.B. Gramaye, Taxandria in qua antiquitates etc. (Brussel: R. Velpius. 1610) p. 132; Augustinus Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 430; J.A. Coppens, Nieuwe Beschrijving van het Bisdom van 's-Hertogenbosch, 4 dln. ('s-Hertogenbosch: J. Demelinne, 1840-1844) dl. 3b, p. 280; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. 3 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) p. 244-246, geschiedenis oude kapel en nieuwe parochiekerk, geen bijzonderheden t.a.v. de verering; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 387; A. Huybers, Oud Oisterwijk (Oisterwijk: Katholieke Kunstkring, [1923]) p. 128-130, afbeelding kapel naar schilderij Smits uit 1840, korte (bouw-)geschiedenis en verering met gebruiken anno 1923, veronderstelling dat er een doopputje geweest moet zijn; 'Van een zeer oud beeld van Sint Willibrordus te Berkel', in: St.-Jansklokken. Kerkklokken voor Vught en aangrenzende parochies, 12 februari 1938, met de opmerking dat het beeld wellicht nog eens tevoorschijn komt; P.C. Boeren, Sint Willibrord, apostel van Brabant (Tilburg: Brabantsch comité voor de St. Willibrordherdenking, 1939) p. 17, 29, 35-36, 38, 40-44, Willibrord zou in Berkel geweest zijn, want er was een put, combinatie met Mariaverering, de hertog van Brabant zou de stichter van de kapel zijn, vermelding put bij vroegere kapel, onder huidige kerk en bedevaart volgens brief 1796; M.A. Erens, Bij het eeuwfeest. Sint Willibrord, apostel der Nederlanden (Tongerloo: St. Norbertus' Drukkerij, P.V.B.A., 1939) p. 108, vermelding putje te Berkel; W. Lampen, Willibrord en Bonifatius (Amsterdam: Van Kampen & Zn., 1939) p. 80, vermelding bedevaart volgens brief 1796; W. Lampen, Willibrord en zijn tijd (Amsterdam: P.N. Van Kampen & Zoon N.V., 1948 = herdr. Lampen 1939); Ferd. Smulders, 'De Capelle van sunte Wilboert in Berkel', in: De Kleine Meierij / Heemkunde 3 (1949-1950) 9, p. 2-3, citaten m.b.t. de kapel uit archiefstukken van onduidelijke herkomst, mogelijk cijnsregisters van De Oude Schouw; Jacques R.W. Sinninghe, 'Brabants heilige putten', in: Brabants Heem 2 (1950) p. 56-59, begin onderzoek, verzoek om informatie, vermelding Willibrordusput Berkel, met vraagteken; Georges Kiesel, Der heilige Willibrord im Zeugnis der bildenden Kunst (Luxemburg: Sankt-Paulus Druckerei, 1969) p. 417-418, afb. 126, beschrijving van de twee Willibrordusbeelden in de parochiekerk en vermelding van vroegere bedevaart; Jan Reinhard, 'Berkel bestaat 125 jaar', in: Bisdomblad, 18-11-1977, vermelding pelgrimage 'uit protest omdat Berkel geen zelfstandige parochie werd'; R. van der Loo, Berkel-Enschot in grootmoeders tijd (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1995) p. 9-11, bouwgeschiedenis en foto's oude en nieuwe kerk; H. Stoepker, 'Berkel; de Willibrorduskapel en zijn omgeving', in: Bulletin KNOB 85 (1986) 1, p. 41-42; Anton van Dorp & Frans Puls, Berkel-Enschot van vruuger (Berkel-Enschot: Marcel Panis, 1988) p. 12-13, bouwgeschiedenis; Cultuurhistoriche inventarisatie Noord-Brabant M.I.P. Gemeente Berkel-Enschot ('s-Hertogenbosch: provincie, 1990) p.14-15, 24, 67, fotonrs. 272-274; Ad van den Oord & Wil van Oosterhout, Berkel-Enschot-Heukelom, drie zielen en één bestuurlijk hart (Berkel-Enschot: gemeente, 1996) passim; E. van Loon-Van de Moosdijk, 'Op bezoek in de torens van Berkel-Enschot', in: De Kleine Meijerij 48 (1997) nr. 2/3, p. 74-75; Jan Smits, Het interieur van de St. Willibrorduskerk te Berkel-Enschot (Berkel: Kerkbestuur St. Willibrordusparochie, 1998).. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Berkel; Utrecht, Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland parochiedossier H. Willibrordus Berkel; Berkel, particuliere collectie R. van der Loo, foto's, geluidsband met interview met Antoon Robben (1902-1994) en Maria Robben - Van Rijswijk (1905-1993); mededelingen van pastoor J. de Vries te Berkel in 1997. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |