Nijhoven, H. Salvator, de Allerheiligste Verlosser |
||
Cultusobject: | H. Salvator, de Allerheiligste Verlosser | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Paasmaandag; vrijdagen | |
Periode: | 14e/15e eeuw - 1648 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Salvatorkapel behorend tot de parochie O.L. Vrouw van Bijstand | |
Adres: | Kapelstraat - Visweg, Nijhoven | |
Gemeente: | Baarle-Nassau | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: |
In de late middeleeuwen (14e-15e eeuw) ontstond een bedevaart naar de St. Salvatorkapel in Baarle (-Nassau), die weer verdween toen de kapel na de Vrede van Munster in 1648 in gebruik genomen werd door de protestanten. In het begin van de 20e eeuw was de kapel tot een ruïne vervallen. In 1930 en de daarop volgende jaren werd er een nieuwe kapel gebouwd en een processiepark aangelegd. In de periode 1938-1960 werden regelmatig parochiële processies met het H. Sacrament naar de kapel gehouden. |
|
Auteur: | Marcel Gielis | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De St. Salvatorkapel is gelegen in het gehucht Nijhoven, ongeveer een kilometer ten oosten van het dorpscentrum van Baarle, in de nabijheid van de bron van de rivier de Donge. - De huidige kapel is in 1930 naar een ontwerp van Dom van der Laan o.s.b. gebouwd op de fundamenten van het koor van de laatmiddeleeuwse kapel. Het gaat om een van steunberen voorzien eenbeukig bakstenen gebouw onder een zadeldak met pannen; de voorgevel wordt bekroond door een klokkenstoel met spitstorentje. De kapel is gelegen in een boomrijk processiepark waarin tussen 1930 en 1938 een kruisweg, staties met de Zeven Smarten van Maria, staties met de 15 mysteries van de rozenkrans en een Lourdesgrot zijn opgericht. - Opgravingen in 1950 hebben aan het licht gebracht dat er, voordat de laatmiddeleeuwse kapel gebouwd werd (op het voorplein van de huidige kerk), enkele opeenvolgende houten kapellen gestaan hebben. Theuws dateerde de kapellen in de periode van 1100 tot 1300. - In de 14e eeuw werd een grote bakstenen kapel gebouwd, die tussen 1577 en 1587 afbrandde ten gevolge van oorlogshandelingen tijdens de Nederlandse Opstand. Volgens een verzoekschrift uit 1632 verliep de wederopbouw moeizaam, maar het gebouwtje werd, voor de inbeslagname door de protestanten op 2 juli 1648, herbouwd en zelfs uitgebreid met een zijbeuk. - Vanaf 1648 deed de Salvatorkapel dienst als protestantse kerk van Baarle. In 1797 kregen de katholieken toestemming om de kapel weer te gebruiken. De kapel was echter in verval; in 1807 werden het schip en de transeptarmen gesloopt. In de loop van de 19e eeuw werden er steeds minder diensten gedaan en tenslotte werd de kapel voor andere doeleinden gebruikt. - In 1921 was de bouwval verpacht aan een boer die zijn woning tegen de overblijfselen van de kapel had opgetrokken en het koor als geitenstal gebruikte. In 1926 werd het gehele complex met de grond gelijk gemaakt. In 1928 kochten enkele katholieken van Baarle-Nassau de grond waarop de kapel gestaan had en waar de fundamenten van het koor nog aanwezig waren, en schonken dit alles aan het kerkbestuur van Baarle-Nassau. Op dit terrein werd in 1930 de huidige kapel gebouwd. In deze kapel hangt een schilderij waarop de situatie van voor 1930 te zien is. - In de periode dat de St. Salvator een bedevaartkapel was, stond er een kruisweg op de route van de parochiekerk van Baarle-Hertog-Nassau (St. Remigiuskerk) naar de kapel. Er is wel eens geopperd dat het kruisbeeld van de Salvatorkapel dat de gelovigen kwamen vereren, deel uitmaakte van deze kruisweg. In (of bij) de oude Salvatorkapel was eveneens een H. Graf (een beeld van Christus in zijn graf) te vinden. - Tegen de muren van de huidige kapel zijn motieven uit het lijdensverhaal, zoals de kraaiende haan, spijkers, dobbelstenen en de spons met azijn afgebeeld en er zijn ingelijste reproducties van de kruiswegstaties aangebracht. Verder bevinden zich in de kapel schilderijen van Christus en Maria door Annemiek Smit-Rijgersberg en Mathieu Doesborg ⟶ Ulicoten; ⟶ Chaam) uit circa 1980 en enkele beelden, onder meer een calvariegroep. De gebrandschilderde glas-in-loodramen, vervaardigd door Wuisman uit Breda, geven ieder een zin uit het onzevader weer. |
|
Cultusobject |
- Het kruisbeeld dat vereerd werd door de bedevaartgangers werd bij de profanatie van de kapel in 1648 gered en overgebracht naar de St. Remigiuskerk, die in de belangrijkste enclave van de Spaanse Nederlanden in Baarle gelegen was. Dit kruisbeeld hangt thans nog (gerestaureerd) in deze kerk, de parochiekerk van Baarle-Hertog (B). Het is een 15e-eeuws houten beeld van 2,94 meter hoog; het kruis zelf is in de loop der tijd vernieuwd. - De meeste kunstwerken van de St. Remigiuskerk werden in de kerkbrand bij de bevrijding van Baarle in 1944 vernietigd. Het 250 kilo zware kruisbeeld van St. Salvator kon echter door pastoor Pelckmans en enkele Baarlenaars uit de brand gesleept worden. - Ook het hoogaltaar met een schilderij werd in 1648 uit de St. Salvatorkapel overgebracht naar de parochiekerk en kwam daar in de plaats te staan van het oude hoogaltaar van St. Remigius. Volgens Pelckmans dateerde het hoogaltaar dat tot 1944 in zijn kerk stond, uit de tweede helft van de 17e eeuw. Tijdens het interbellum was in de St. Remigiuskerk nog een schilderij van Christus Salvator Mundi aanwezig; hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om het kunstwerk dat voor 1648 op het hoogaltaar van de St. Salvatorkapel stond. In 1926 werd het gerestaureerd door de Antwerpse kunstschilder Arthur van Poeck. De ontdekking van het monogram TVT liet toe het schilderij te identificeren als een werk van de Bossche Rubensleerling Theodoor van Thulden (1606-1669), die het kort voor 1648 zal hebben gemaakt. Waarschijnlijk is het in de brand van 1944 verloren gegaan. Uit beschrijvingen weten we dat het schilderij van Christus Salvator Mundi op de voorgrond Christus als verlosser voorstelde, terwijl enigszins vaag op de achtergrond links en rechts zijn activiteit als schepper en rechter verbeeld werd. De centrale Christusfiguur was een man met roze mantel, die in zijn linkerhand een kruis en in zijn rechterhand een wereldbol met een kruisje droeg; onder zijn voeten lag de duivel die voorgesteld was als een wezen met het bovenlichaam van een vrouw en met het achterlijf van een kronkelende slang. Aan de kant van de wereldbol waren maan en sterren en Adam en Eva te zien, aan de andere kant werd het Laatste Oordeel uitgebeeld. Onderaan stond op een banderol geschreven: 'Creator, Salvator, Judex mundi' ('Schepper, redder, rechter van de wereld'). - Onder de kunstwerken die vroeger in de St. Remigiuskerk aanwezig waren, wordt ook een H. Graf genoemd dat uit de St. Salvatorkapel afkomstig was. Het was na de protestantisering van deze kapel overgebracht naar de St. Remigiuskerk, waar het kort na 1648 onder het altaar van het H. Kruis geplaatst werd. Waarschijnlijk is ook dit beeld van het H. Graf bij de brand in 1944 verloren gegaan. |
|
Verering |
De kapel van Nijhoven en de verering van St. Salvator tot in 1648 - Over de verering van en de bedevaart naar St. Salvator te Baarle is niet veel meer bekend dan wat is af te leiden uit een verzoekschrift dat pastoor, notabelen en burgers van Baarle in 1632 richtten tot de bisschop (zij spraken over de dagen van de 'begankenis') en wat Gerardus van Herdegom, pastoor van de Remigiusparochie van 1649 tot 1675 (⟶ Ulicoten), in zijn historische werk over Baarle meedeelt. Volgens Van Herdegom zou de St. Salvatorkapel gebouwd zijn door de inwoners van Baarle-Nassau in de 14e eeuw, toen aan hen, tengevolge van een twist over de straten, door de inwoners van Baarle-Hertog de toegang tot de parochiekerk van de H. Remigius was ontzegd. De kapel, die zo ruim was dat ze voor een tweede kerk in het dorp Baarle kon worden aangezien, zou in de late middeleeuwen een tijdlang feitelijk als parochiekerk van de inwoners van Baarle-Nassau gediend hebben. - Volgens Goetschalckx waren er in de kapel ten minste vier beneficies gesticht, maar in de 16e eeuw waren de inkomsten van deze beneficies op een na verloren gegaan; er werd nog een mis in de week gelezen en wel op vrijdag. De namen van de altaren in de kapel, die Goetschalckx noemt, vinden we in de beneficielijsten praktisch identiek terug als namen van altaren in de parochiekerk. Zo zou er ook een beneficie van het H. Kruis en St. Salvator in de parochiekerk geweest zijn; het is opmerkelijk dat het patronaatsrecht van dit beneficie tot in de tijd van pastoor Van Herdegom in het bezit was van een boer uit Nijhoven. - Dat er in de late middeleeuwen een belangrijke kapel van enige omvang in Nijhoven stond, werd bevestigd door de opgravingen van 1950. Naar het kruisbeeld in deze kapel ontstond een bedevaart. - Volgens het verzoekschrift van 1632 was er in de parochie van Baarle: 'ter eeren van onssen Salichmaker Christi Jesu, eene schoone en heerlycke Capelle, met diverse devote cleyne Capellekens en huyskens gestaen tusschen de Parochiekercke ende voor geroerde Capelle, betoonende de Passie ende lyden onsses Heeren ende Verlossers, oock daer den Heere tuschen twee moordenaers is gecruyst geweest tot syne gloriose verrysenis inclus, ten deele noch met seer vuytnemende constige gesneden figuren verciert'. De kapel was ten gevolge van de godsdiensttroebelen verwoest, doch: 'niettegenstaende deselve devastatie soo en heeft den yver ende devotie der christenen die op den beganckenisdage, wesende des anderendaegs naer Paschen en voorts alle Vrydage van den geheelen jaer insonderheyt in den Vasten van herwarts en derwarts comen, niet en gefailleert de selve desolate ende devote platse te versoecken'. Daarom hadden de Baarlenaars een begin gemaakt met de restauratie, waarvoor ze een verzoek tot de bisschop richtten. Blijkbaar heeft een en ander een gunstig gevolg gehad voor de herstellingswerkzaamheden want in 1648 schijnt de kapel volledig herbouwd te zijn geweest. - De inbeslagname van de kapel door de protestanten op 2 juli 1648 ging gepaard met de vernietiging van de katholieke elementen in het interieur. Een schilderij dat Christus' graflegging voorstelde, werd vernietigd. Boven het hoogaltaar hing een schilderij, dat een geschenk was van de rentmeester van de prins; daarom ontsnapte het samen met het hoogaltaar aan de verwoesting. Achter tegen de kapel, ofwel achter in de kapel stond een twee eeuwen oude beeldengroep van Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars. De beeldenstormers trokken het Christuskruis van zijn voetstuk, terwijl ze de beelden van de moordenaars lieten staan. Een van hen sprong op het neergevallen beeld om de benen van het Christusbeeld te breken, doch het lukte hem niet. Er werd verteld dat deze beeldenstormer korte tijd nadien aanhoudende pijn aan zijn benen kreeg; deze pijn nam zodanig toe dat de dood die er drie jaar later uit volgde, voor de man een verlossing betekende. - Nadat de protestanten weggetrokken waren, konden de inwoners van Baarle een aantal stukken uit de inboedel van de kapel in veiligheid brengen. Het kruisbeeld werd op plechtige wijze door Gerardus van Herdegom (die omwille van de moeilijke omstandigheden juist tevoren na een spoedprocedure kapelaan was geworden en het volgende jaar pastoor zou worden) naar de parochiekerk overgebracht. Het werd in de kerk bij de doopkapel geplaatst, waar de gelovigen het konden vereren. Het beeld werd de Onteerde Christus genoemd. - Zoals gezegd kwamen, behalve het kruisbeeld, ook het hoogaltaar met het door de rentmeester van de prins geschonken schilderij - naar alle waarschijnlijkheid gaat het hier om het schilderij van Christus Salvator Mundi - en het H. Graf van de Salvatorkapel in de parochiekerk van Baarle terecht. Bij het herinrichten van de kerk maakte pastoor Van Herdegom gebruik van deze kunstwerken. Hij verving het hoog-altaar van de Remigiuskerk door dat van de Salvatorkapel. - Pastoor Van Herdegom verkreeg van de bisschop van Antwerpen de dispensatie dat degenen die een belofte hadden afgelegd om in de kapel van Nijhoven of Ulicoten respectievelijk St. Salvator of St. Bernardus te gaan vereren, dit mochten komen doen in de parochiekerk. Er zijn geen aanwijzingen te vinden dat er na de verplaatsing van het kruisbeeld van St. Salvator veel bedevaartgangers naar de parochiekerk kwamen. Devoties in en rond de in 1930 gebouwde kapel - Zoals kan worden afgelezen van een gedenksteen met een inscriptie en een afbeelding van het Lam Gods boven de ingang, bezocht het Brabantse Studentengilde van O.L. Vrouw op 7 augustus 1931 de St. Salvatorkapel te Baarle-Nassau. - In 1938 wist pastoor Van Steen van Ulicoten, op grond van de aloude Bernardusverering met processies aldaar, opheffing van het processieverbod in de gehele gemeente Baarle-Nassau te verkrijgen (⟶ Ulicoten). Daardoor kon in dat jaar ook de sacramentsprocessie van de parochie van O.L. Vrouw van Bijstand uitgaan. Deze processie trok naar de Salvatorkapel. - Tot 1960 trokken regelmatig processies uit Baarle naar de Salvatorkapel. Daarna verslapte de belangstelling voor dergelijke processies en raakte de kapel in verval. - Op 31 augustus 1980 trok er weer een processie naar de kapel, waarna er een plechtig lof en een preek werden gehouden. Op 15 augustus 1982 trok er nogmaals een processie naar de Salvatorkapel, nadat die door toedoen van de Bond van Ouderen een grote opknapbeurt had gekregen. - In de jaren tachtig en negentig kwam maandelijks een ploeg van zo'n twaalf leden van de bejaardenbond het onkruid wieden, terwijl vrouwen uit de buurt regelmatig de kapel kwamen schoonmaken. Voor de bloemen zorgden de overburen, die de sleutel in beheer hadden en iedere dag de kapel ontsloten. - In de jaren negentig werd er jaarlijks op de zondag nabij 15 augustus in het park rond de kapel een sacramentsprocessie gehouden. In de zomermaanden werd op iedere woensdagavond een mis gevierd in de kapel of, bij goed weer, buiten in het park bij de Lourdesgrot. Door het jaar heen gebruikte men de kapel in de jaren negentig voor doopvieringen, het sluiten van huwelijken en het vieren van (huwelijks-) jubilea. Van bedevaarten naar de Salvatorkapel in de 20e eeuw is echter geen sprake. - De 'kaarskensprocessie' die sinds 1950 tot op vandaag ieder jaar op de eerste zondag na 15 augustus in Baarle georganiseerd wordt door de vereniging Vrienden van Lourdes, houdt geen verband met de voormalige bedevaart naar de St. Salvatorkapel. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Antwerpen, Rijksarchief in Antwerpen: parochiearchief van de St. Remigiuskerk van Baarle-Hertog (zie: A. Bousse, 'Inventaris van het Kerkarchief van Baarle (Sint-Remigiuskerk)', in: Inventarissen van de kerkelijke archieven - Seculiere geestelijkheid (gedactylografeerde tekst, onuitgegeven, te raadplegen op het Rijksarchief)); Antwerpen, bisdomarchief: fonds Parochialia, omslag Baarle-Hertog, St. Remigius (zie J. van den Nieuwenhuizen, De archieven van het bisdom Antwerpen (1559-1801) in het diocesaan en het kathedraalarchief (Antwerpen 1971) p. 19). Baarle-Nassau, parochiearchief O.L. Vrouw van Bijstand: [Gerardus van Herdegom], 'Beschrijvinge van de Parochie ende Kercke van Baerle', in: Van den Broek (1947; zie onder B) p. 206-217 (uitgave van een document uit de Parochialia betreffende Baarle, vertelt over de oorsprong van de Salvatorkapel); hs. Annales et Documenta Pastoratus de Baerle ab anno 1648 usque ad annum 1667. 's-Hertogenbosch, Rijksarchief in Noord-Brabant: archief Provinciale Representanten, inv.nr. 110, d.d. 27-9-1797, nr. 1+2, toestemming heringebruikname kapel door de katholieken. Tekstedities: G.C.A. Juten, 'Kerkelijke beneficies in het voormalige dekenaat Hilvarenbeek', in: Taxandria 26 (1919) p. 147-151 en 197-200, uitgave van de beneficielijsten van het middeleeuwse dekenaat Hilvarenbeek, parochie Baarle, op p. 197-198 vindt men de 'Capella sancti Salvatoris'; G. Bannenberg, A. Frenken & H. Hens ed., De oude dekenaten Cuijk, Woensel en Hilvarenbeek in de 15de- en 16de-eeuwse registers van het aartsdiakenaat Kempenland, dl. 2 (Nijmegen: Gebr. Janssen, 1970) p. 332-334, rescripties betreffende Baarle; op p. 333 de 'Capella s. Salvatoris', met vermelding van de bedienaren in 1485, 1524, 1541, 1556 en 1566. Literatuur: J.B. Krüger, Kerkelijke geschiedenis van het bisdom Breda etc., dl. 3 (Roosendaal: Van Leeuwen, 1875) p. 43-54; Waltman van Spilbeeck, 'Sint-Salvatorkerk te Baarle', in: Taxandria 1 (1894) p. 129-134; P.J. Goetschalckx, 'Baarle-Hertog', in: Bijdragen tot de geschiedenis 7 (1908) p. 581-632, ook in: Geschiedenis van het bisdom van Antwerpen, dl. 4 (Ekeren-Donk: Drukkerij Wed. Leop. Van Hoeydonck, 1910) p. 1-52, over St. Salvatorkapel: p. 12, 13, 15-16, 21-22, 24-25, 27 en 42; Jan Kalf, De monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Noordbrabant, dl. 1. De monumenten in de voormalige Baronie van Breda (Utrecht: A. Oosthoek, 1912) p. 15-18; H. van den Broek (sic), 'De St. Salvatorkapel te Nijhoven', in: Sancta Maria 4 (1926-1927) p. 390-391, 404-405 en 414; J.P.H. van den Broek, Bijdragen tot de geschiedenis van Baerle (Tilburg: W. Bergmans, 1947) p. 42-44, 51, 57, 58-72, 151 en 242; C. Kramer, 'De Sint Salvatorkapel te Baarle Nassau', in: Brabants heem, 3 (1951) p. 4-20; W.H.Th. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 40; Jaak Jansen, Fotorepertorium van het Meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Antwerpen. Kanton Turnhout, dl. 2 (Brussel: Ministerie van Nederlandse Cultuur/Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, 1977) p. 15-17; Ed. Loffeld, Kempisch Baarle. Gids van Baarle-Hertog-Nassau (Baarle-Hertog-Nassau: Streek VVV 'Noorderkempen', 1970) p. 56-57; Paul Spapens, Kapellen in Midden-Brabant (Tilburg: B.V. Drukkerij Het Nieuwsblad, 1987) p. 26-27, ill. van Ton Derks; F.C.W.J. Theuws, De archeologie van de periferie: studies naar de ontwikkeling van bewoning en samenleving in het Maas-Demer-Schelde gebied in de vroege middeleeuwen (z.p. 1988); F. Raeijmaekers, 'Baarle in de middeleeuwen', in: Jaarboek Heemkunde-Kring 'Amalia van Solms' Baarle-Hertog/Baarle-Nassau (1991) p. 46-47; J. Jansen & A. van Tuijl ed., Baarle in stukken. Fragmenten uit het verleden van Baarle, Castelre, Ulicoten en Zondereigen (Baarle-Hertog-Nassau: Heemkundekring Amalia van Solms, 1992) p. 109, 113-115, 155-156, 182 en 184-185; Karel A.H.W. Leenders, Van Turnhoutervoorde tot Strienemonde : ontginnings- en nederzettingsgeschiedenis van het noordwesten van het Maas-Schelde-Demergebied, 400-1350 : een poging tot synthese (Zutphen: Walburg Pers, 1996); Peter Vermeulen, Langs 's-Heren wegen. Veldkapellengids voor Noord-Brabant (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1996) p. 17-19; W. Meulenkamp & P. De Nijs, Buiten de kerk. Processieparken, Lourdesgrotten en Calvariebergen in Nederland en België (z.p.: Aspekt, 1998) p. 118-119. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Nijhoven; Tilburg, KU Brabant: Brabant-collectie, top. afb. Nijhoven: nr 3524, kapel. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |