Helpman, Heilig Sacrament

Cultusobject: Heilig Sacrament Open Street Maps
Datum: Gehele jaar
Periode: Ca. 1483 - midden 17e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Heilige Stede
Adres: -
Gemeente: Groningen
Provincie: Groningen
Bisdom: Groningen
Samenvatting: Een ten gevolge van een hostiewonder omstreeks 1483 ontstane cultusplaats, waarover verschillende eigentijdse bronnen informatie geven en die tot zeker 1643 aantrekkingskracht als bedevaartplaats heeft uitgeoefend.
Auteur: Folkert Bakker & Remi van Schaik
Illustraties:
Topografie - De Heilige Stede lag vlakbij het Leprozen- of Jurgensgasthuis aan de oostzijde van de Hereweg in Helpman, een voormalige buurtschap oudtijds ten zuiden van de stad Groningen halverwege Groningen en Haren, maar nu een wijk in het zuiden van de stad. Het huis aan de Verlengde Hereweg 174 te Groningen draagt nog de naam 'Hilghestede'.
Cultusobject - Object van verering was het H. Sacrament, waarschijnlijk in de vorm van drie hosties die na een kerkroof waren teruggevonden.
Verering - In de week na Palmzondag van 1482 of 1483 werden bij een inbraak in een kerk nabij Aduard twee kelken en een hostievaas ontvreemd en vervolgens nabij Helpman ten zuiden van de stad Groningen in een sloot geworpen. Drie gewijde hosties waren door de dief in een linnen doek ondiep onder de grond begraven. Na diens bekentenis werden de hosties plechtig naar de St. Maartenskerk te Groningen overgebracht. Nadien werd op de plek van de vondst (voortaan de Heilige Stede genoemd) een kapel gebouwd waar het H. Sacrament bijzonder werd vereerd. Vermoedelijk zijn de hosties er later naar teruggebracht. Het is niet waarschijnlijk dat de overbrenging aanleiding heeft gegeven tot een aparte cultus in de St. Maartenskerk.
- Tussen de pastoors en de kerkfabriek van de St. Maartenskerk heerste verschil van mening aan wie de inkomsten uit de verering toekwamen. Mede namens zijn medepastoor Johan ten Holte legde Thezo Huginghe op 12 november 1483 de kwestie voor aan een hoogleraar in het kanoniek recht te Keulen. Dit verzoek en het antwoord hierop zouden zijn opgetekend in een register van de St. Maartenskerk, waarvan de verblijfplaats helaas niet kon worden achterhaald. In de rekening van de St. Maartenskerk over de jaren 1484 en 1485, afgelegd op 2 februari 1486, worden voor het eerst inkomsten uit 'die hillighe stede' vermeld.
- De Heilige Stede bij Groningen is (samen met Wilsnack, ⟶ Amersfoort en de Heilige Stede te ⟶ Hasselt) in 1495 doel van een in Kampen opgelegde strafbedevaart. Ten onrechte interpreteert Meijer (1912) deze bedevaart als een bedevaart naar ⟶ Solwerd. Tot nog toe is dit de enige strafbedevaart naar Helpman die in de bronnen werd aangetroffen.
- De reformatorische geschiedschrijver Abel Eppens gewaagt van jaarlijkse biddagen en processies die tegen het jaar 1566 na Pasen te Groningen aanleiding gaven tot `verlustinge myt eten und drincken tho Helpen und buyten horen poerten to hilligen graeff aldaer geholden und bespottet worden'. In 1643 wordt er in de classis Groningen op aangedrongen 'te willen sorge draegen dat op die voors. [paapse] vergaderinge sal gelettet worden [...] oock op 't Blawhuiss te Helpen ende heilige stede'.
- De Tegenwoordige Staat uit 1794 meldt onder verwijzing naar Abel Eppens over Helpman:
'In de Roomsche tyden was deeze plaats vermaard, doordien jaarlyks uit Groningen eene plegtige optogt derwaards plaats had naar zeker heilig graf. Wij stippen deeze byzonderheid aan, omdat dezelve den waarschynlyken oorsprong van den nog hedendaags in zwang zynde optogt der roode en groene weezen uit Groningen naar Helpman oplevert'.
De inkomsten van het Leprozenhuis waren na 1580 toegewezen aan het Burgerweeshuis, ook wel Roodeweeshuis, dat was voortgekomen uit het middeleeuwse Jurgensgasthuis. Treslong ten slotte deelt in 1843 mee dat nog tot begin 19e eeuw jaarlijks de wezen van het Roodeweeshuis onder het zingen van psalmen plechtig naar Helpman trokken. Latere auteurs als Boeles en Feith gaan eveneens uit van een continuïteit. Het is evenwel onzeker of dit een reminiscentie is aan de middeleeuwse sacramentsdevotie als wel een gedachtenis aan de speciale relatie van het Burgerweeshuis met het Leprozenhuis.

Bronnen en literatuur Archivalia: De door Feith in 1899 gebruikte bron over de oorsprong kon niet getraceerd worden.
Groningen, gemeentearchief: archief parochiekerken, inv.nr. 33, rekenboek St.-Maartenskerk, fol. 7r. Groningen, Rijksarchief in Groningen: archief classis Groningen (N.H.) doos 1, dl. 1, acta 1597-1654, p. 143, acta 19-9-1643, art. 3. Kampen, gemeentearchief: rechterlijk archief, inv.nr. 76, fol. 241v-242r, recognitieboek 1474-1489.
Tekstedities: 'De Martini kerk en toren', in: Groningsche volksalmanak (1844) p. 191.
J.A. Feith en H. Brugmans ed., De kroniek van Abel Eppens tho Equart, 2 dln. (Amsterdam 1911) dl.1, p. 169.
Literatuur: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, dl. 21 (Amsterdam 1794) p. 188; T.P. Treslong, 'Het Burgerweeshuis', in: Groningsche volksalmanak (1843), p. 98; P. Boeles, Het tweehonderd vijftigjarig bestaan der Hervormde Gemeente te Noorddijk (Groningen 1846) p. 65; J.A. Feith, 'Hilghe Stede', in: Groningsche volksalmanak (1899) p. 59; G.A. Meijer, 'Boetevaarten', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 38 (1912) p. 132-137; C.M.A. Caspers, De eucharistische vroomheid en het feest van Sacramentsdag in de Nederlanden tijdens de late middeleeuwen (Leuven: Peeters, 1992) p. 233.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Helpman

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.