Breda, O.L. Vrouw van Scherpenheuvel

Cultusobject: O.L. Vrouw van Scherpenheuvel Open Street Maps
Datum: Onbekend
Periode: Ca. 1700 - 19e eeuw?
Religieuze context: Christelijk
Locatie: O.L. Vrouwekerk
Adres: -
Gemeente: Breda
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: Breda
Samenvatting: In de Bredase schuilkerk aan de Waterstraat bestond van het einde van de 17e eeuw tot in de 19e eeuw een intensieve verering voor een kopiebeeld van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. Het bestaan van deze filiaalcultus van Scherpenheuvel is bekend gebleven dankzij een passage in een broederschapsboekje uit 1804. De bewaard gebleven votiefgeschenken getuigen van een verering die tot in de 19e eeuw voortduurde.
Auteur: Peter Jan Margry
Illustraties:
Topografie - Plattegrond ⟶ Breda, Sacrament van de Niervaart.
- De O.L. Vrouwe- of Waterstraatse kerk werd in 1688 als jezuïetenstatie gevestigd in een verbouwd pand aan de Waterstraat nr. 5 (4811WZ) aan de zuidzijde van het centrum van Breda. In de kerk stond een apart altaar voor O.L. Vrouw van Zeven Weeën. Wegens bouwvalligheid werd de kerk in 1715 afgebroken en opnieuw opgebouwd. In 1890 is de kerk definitief gesloten en kreeg zij een andere bestemming.
- In 1888-1890 werd de O.L. Vrouw Hemelvaartkerk (ontwerp J.J. van Langelaar) in de Ginnekenstraat gebouwd (afgebroken in 1967) als nieuwe parochiekerk en opvolger van de Waterstraatkerk.
Cultusobject - Op een heuvel in de buurt van Sichem (B) stond omstreeks 1600 een beeld van O.L. Vrouw in een eikenboom. De bescheiden verering van dit beeldje dijde sterk uit nadat de aartshertogen Albert en Isabella, de bestuurders van de Zuidelijke Nederlanden, vanaf 1603 vanwege een gelofte een stad op de 'scherpenheuvel' lieten bouwen, met een kerk voor het wonderdadige beeld. Bij de herinrichting van de heilige plaats werd de eik gekapt. De bedevaartgangers braken of sneden namelijk stukken af van de als heilig beschouwde boom, die als bezweringsmiddel mee naar huis werden genomen. Uit de omgehakte eik werden Mariabeeldjes gesneden, die met name door de jezuïeten werden verspreid en op vele plaatsen buiten de Spaanse Nederlanden aanleiding gaven tot filiaalbedevaartplaatsen van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. Op het grondgebied van het huidige Nederland ontstonden bedevaartplaatsen in ⟶ Den Haag en ⟶ Velp.
- Ook in Breda werd een beeld vereerd van het miraculeuze beeld van O.L. Vrouw te Scherpenheuvel dat was gesneden uit het hout van de eik waarin het beeld te Scherpenheuvel had gestaan. In de opvolger van de schuilkerk heeft dit beeldje ook nog uitgesteld gestaan. Kalf vermeldt in 1912:

'Een eikenhouten Madonnabeeldje, hoog: 0,09 M. (afb. 126), geplaatst op een door cherubijntjes gedragen koperen wolkenbol met het opschrift Refugium Peccatorum. XVII. Om het beeldje, dat als miraculeus wordt vereerd, zijn vele zilveren ex voto's opgehangen, XVII en later, zonder enig kunsthistorisch belang'.

Het 17e-eeuwse beeldje is in 1966, na de sluiting van de O.L. Vrouw Hemelvaartkerk, verworven door het Bisschoppelijk Museum (nu: Breda's Museum, nr. 1178). De rechteronderarm van Maria en de rechterarm van het kind zijn afgebroken. Maria draagt een 19e-eeuws gegoten verguld-zilveren kroontje (ca. 4 cm h.). Onder het beeldje bevindt zich een verguld-zilveren ornament met drie engelenkopjes en de banderol met de tekst 'Refugium Peccatorum'.
Verering - In de Bredase O.L. Vrouwekerk was sinds 1803 een bedevaartconfrérie van Scherpenheuvel gevestigd. Dit selecte gezelschap organiseerde jaarlijks de bedevaart naar dit Mariaheiligdom. Op de zondag voor 29 juni kwamen de leden voorafgaand aan de bedevaart in de kerk voor een mis te zamen. Vervolgens werd buiten de stad de eigenlijke bedevaart opgesteld. Elke zaterdag werden er missen voor het altaar van O.L. Vrouw van Zeven weeën opgedragen.
- De enige schriftelijke bron over een actieve verering van een kopiebeeld van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel binnen de kerk is te vinden in een boekje van de Bredase, met de Scherpenheuvelbroederschap geäffilieerde, broederschap van de Zaligen Dood. In dit boekje staat dat:

'[...] de beeltenis van Maria gesneden uit het mirakuleus hout van Scherpenheuvel binnen onze kerk zedert meer dan een eeuw met vele eerbiedigheid bewaard werd, en duizende noodlijdenden en bedrukten daar toe hunnen toevlugt nemende wonderbaarlijk gered en getroost zijn geworden'.

Ofschoon het hier slechts om een korte verwijzing gaat, geven het wonderbaarlijke karakter, de aantallen vereerders, de votiefgeschenken en de analogie met vergelijkbare beeldjes en heiligdommen voldoende grond om te concluderen dat dit Bredase beeld zowel bezoekers uit de stad als vanuit de omtrek zal hebben getrokken. Zoals ook in bovengenoemde plaatsen het geval is geweest, is dit kopiebeeld als een met Scherpenheuvel verbonden, maar tevens op zichzelf staande filiaaldevotie gaan functioneren.
- Vanuit Breda trok men al sinds 1604 op bedevaart naar Scherpenheuvel. Mogelijk is de broederschap of de parochie in bezit gekomen van een van de beeldjes die in deze tijd uit de eik werden gesneden. Aan de andere kant geeft de geciteerde tekst uit 1804 aan dat de kerk meer dan honderd jaar en dus korter dan 200 jaar in het bezit van het beeldje was. Waarschijnlijk is het beeldje verworven omstreeks 1688, toen de kerk in gebruik werd genomen. Sinds 6 oktober 1803 bestond in de O.L. Vrouwekerk een broederschap ('confraterie') van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel.
- Het is niet duidelijk of de klachten van de Bredase kerkenraad van 4 januari 1735 over een rozenkransdevotie aan de voorzijde van de kerk samenhingen met de verering van het beeldje van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel. De raad stelde dat superstities 'inzonderheyt in de Waterstraat gepleegt wierden, daar de menschen op de zo genaamde heylige dagen op de straat lagen met hunnen paternosters in de handen'.
- Kalf vermeldt dat het beeldje in zijn tijd (1912) nog steeds als miraculeus werd vereerd. Het stond in de nieuwe kerk aan de Ginnekenstraat opgesteld en vele ex-voto's, als getuigenis van Maria's voorspraak, waren erbij opgehangen.
Materiële cultuur - Ex-voto's: de 53 zilveren votiefgeschenken (Breda's Museum inv.nr. 1309) dateren voor het grootste deel uit de 19e eeuw en mogelijk ook enkele uit de 18e eeuw. Enkele zijn gedateerd of hebben een dateerbaar meesterteken: 1808, 1834 en 1877. Van sommige is tevens het werkterrein van de zilversmid bekend: Breda, Gemert en een uit België. Van de 53 objecten zijn er 14 harten, 9 benen, 5 armen, 5 hoofden, 4 ogen, 3 ingebakerde kindjes, 3 afbeeldingen van O.L. Vrouw van Scherpenheuvel, 2 nier/lever, 2 rozenkransen, 1 reliektheca van Anna en Maria, 1 van Franciscus Xaverius en 4 anderen. Een van de O.L. Vrouw-afbeeldingen heeft op de voorzijde het beeldje tegen de boom en op de achterzijde de tekst 'Present van de Confrerie Van Scherpenheuvel aan Elisabeth Kievits oud 7 jaar te Breda den 1e July 1808'. Een ander object vermeldt: 'Gedachtenis Mej. Dew. Boom. 25 jarige jubilé van Breda na Scherpenheuvel 8 July 1877'. Dit jubileuminsigne voor een regelmatige bedevaartgangster naar Scherpenheuvel werd later klaarblijkelijk als votiefgeschenk aan het Bredase kopiebeeld geschonken.
- Devotiekast: in het laatste kwart van de 19e eeuw werd een aparte kast vervaardigd (Breda's Museum inv.nr. 2857) voor de plaatsing - in een verguld en blauw geschilderde lijst - van het beeldje en het daaromheen bevestigen van de zilveren votiefgeschenken. Deze rechthoekige neogotische kast (104 x 113 x 9 cm) heeft een opklapbare glazen voorwand en het opschrift 'Troosteres der bedrukten. Refugium peccatorum. Bijstand der Christenen'.

Bronnen en literatuur Archivalia: Breda, gemeentearchief: III-95, archief Bredase Scherpenheuvelbroederschap, m.n. inv. nr. 732, broederschapsboekje uit 1804, zie onder B.
Literatuur: Korte verklaring van het Broederschap van den Zaligen Dood, opgeregt te Breda (Breda 1804) p. 7-8; J.B. Krüger, Kerkelijke geschiedenis van het bisdom van Breda etc., dl. 3 (Roosendaal: Van Leeuwen, 1875) p. 219-225; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: Van Holkema & Warendorf, 1906) p. 475-476; Jan Kalf, De monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Noordbrabant, dl. 1. De monumenten in de voormalige Baronie van Breda (Utrecht: A. Oosthoek, 1912) p. 150-152, beeld en ex-voto's uit de 17e eeuw; A. Lantin, Scherpenheuvel oord van vrede. Ontstaan van de bedevaartplaats (Retie: Kempische Boekhandel, 1971) p. 63-64, over de beeldkopieën uit de eik en hun verspreiding; J.L.M. de Lepper, 'De Bredase schuilkerken', in: Jaarboek De Oranjeboom 23 (1970) foto interieur t.o. p. 17 en p. 26-32; V.A.M. Beermann e.a., Geschiedenis van Breda, dl. 2 (Schiedam: Interbook, 1977) p. 195, 201, 228-230, 267, ill. nr. 21.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Breda-O.L. Vrouw van Scherpenheuvel.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.