Heythuysen, Catharina Damen

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Catharina Damen
Datum: 10 mei; 19 november, gehele jaar
Periode: 1885 - heden
Religieuze context: Christelijk
Locatie: ‘De Kreppel’, klooster St. Elisabeth der Zusters Franciscanessen van Heythuysen
Adres: Aan de Kreppel 1, 6093 DZ Heythuysen.
Gemeente: Heythuysen
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

In 1885 werd een grafmonument opgericht voor Catharina Damen alias Moeder Magdalena (1787-1858), stichteres van de congregatie der Franciscanessen van Boetvaardigheid en Christelijke Liefde, in Nederland beter bekend als de Franciscanessen van Heythuysen. Haar graf werd en wordt vooral bezocht door de leden van deze internationale gemeenschap van vrouwelijke religieuzen. Geen bedevaart, slechts intracommunautair.

Auteur: Gian Ackermans
Illustraties:
Topografie

- Het grafmonument bevindt zich in de tuin aan de achterzijde van het klooster St. Elisabeth, ook wel ‘de Kreppel’ genoemd. Het kloostercomplex ligt aan de rand van het dorp Heythuysen aan een afslag van de provinciale weg van Roggel naar Leveroy. Dit klooster is het oudste klooster (moederhuis) van de congregatie van Franciscanessen van Boetvaardigheid en christelijke Liefde. In de loop der jaren heeft het kloostercomplex ingrijpende verbouwingen ondergaan. Van het vervallen landgoed ‘de Kreppel’, dat Catharina Damen en enkele gezellinnen op 10 mei 1835 betrokken om er als religieuzen te gaan leven, resteert nog slechts een muurtje dat zich nu in de binnenhof van het klooster bevindt. In 1885, bij het 50-jarig bestaansfeest van de congregatie werd een grafmonument ingericht boven de graven van Catharina Damen en Petrus van der Zandt (1787-1870), pastoor te Heythuysen en mede-stichter van de congregatie.   
  - Buiten de kom van het dorp Ohé en Laak (gemeente Stevensweert) staat dicht achter de Maasdijk het geboortehuis van Catharina Damen, dat weliswaar in de 19e eeuw is uitgebreid, maar voor een belangrijk deel in de oude staat is gehandhaafd. Het is zes meter lang en vier meter vijftig breed. Het interieur is sober. Er is een devotiekapel ingericht. Voor de bezoekende zusters ligt een gastenboek gereed, waarin zij hun indrukken vastleggen.

Cultusobject

- Catharina Damen werd geboren op 19 november 1787 te Ohé en Laak als oudste dochter van Cornelis Damen en Geertruida van Bree. Tijdens haar verblijf in Maaseik (1802?-1825), waar zij als dienstmaagd in betrekking was, sloot zij zich aan bij de laïcale Derde Orde van Franciscus en nam haar intrek in een semi-kloosterlijke gemeenschap van enkele vrouwelijke leden van deze Derde Orde. Op aanvraag van Petrus van der Zandt (1784-1870), pastoor te Heythuysen, trok zij in 1825 naar dit midden-Limburgse dorpje en nam er de zorg op zich voor een bewaarschool. In de loop van 1827 dienden zich enkele alleenstaande vrouwen bij Catharina aan, die haar leven wilden delen. Op 10 mei 1835 verhuisde zij met vier gezellinnen naar een vervallen landgoed aan de rand van het dorp Heythuysen, ‘de Kreppel’ geheten. Deze dag wordt beschouwd als de stichtingsdag van de congregatie. De Kreppel vormt de oorsprong van het huidige complex, dat nu deels als provincialaat van de Nederlandse provincie, deels als kloosterbejaardenoord fungeert. Catharina Damen nam de kloosternaam ‘Magdalena’ aan en droeg als overste de titel ‘Moeder’. In maart 1840 werd zij ontheven van haar taak als overste, mogelijk op haar verzoek, in elk geval met haar instemming. Zij overleed op 7 augustus 1858 te Heythuysen en werd op het kloosterkerhof bijgezet. Catharina Damen was een eenvoudige, nauwelijks geschoolde vrouw, die liefst niet op de voorgrond trad, maar haar plan tot de vorming van een kloostergemeenschap ondanks tegenslagen en tegenwerking heeft doorgezet. Zij had een groot vertrouwen in de goddelijke Voorzienigheid. Haar woorden: ‘God zal voorzien’ zijn het devies van de congregatie geworden: ‘Deus providebit’. 

Verering

- De stoffelijke resten van Catharina Damen en Petrus van der Zandt werden in 1885 overgebracht naar een rechtopstaand stenen monument met grafschrift en portretten tegen de achterzijde van een eenvoudige grafkapel. Het grafschrift op het middenstuk is anticiperend vervaardigd door Petrus van der Zandt: ‘Hier rusten aan den voet van 't kruis, De stichters van Eliza’s huis, Die U op hemels enge baan, Met raad en daad zijn voorgegaan, Gedenkt hen in uw vrome beê, Opdat zij rusten dra in vreê’. Op de linkervleugel staat Catharina Damen afgebeeld, terwijl zij de de dorpsjeugd van Heythuysen in de catechismus onderwijst. Op de rechtervleugel deelt een religieuze brood uit aan een hongerige menigte, volgens sommige bezoekers betreft het hier de stichteres zelf. Waarschijnlijker is echter dat het hier om de H. Elisabeth van Thüringen, de franciscaanse patrones van het klooster, gaat.        
 - Boven deze triptiek is in medaillon pastoor Petrus Van der Zandt afgebeeld. Naar het toenmalig inzicht in de congregatiegeschiedenis en uit veneratie voor diens priesterschap vermeldt het opschrift dat Catharina Damen ‘onder zijn beproefde leiding’ de congregatie had gesticht. Dit is onjuist, aangezien pastoor van der Zandt haar project aanvankelijk niet steunde en nadien zelfs, overigens tevergeefs, voor de jonge congregatie aansluiting heeft aangezocht bij een andere religieuze gemeenschap. Gold rond 1885 de verering dus de beide stichters, in de huidige beleving van veel zusters valt de dorpsherder een ongunstige rol toe in het leven van Moeder Magdalena en de geschiedenis van haar congregatie. Volgens sommige overleveringen, die wel hardnekkig, maar niet altijd betrouwbaar zijn, heeft Van der Zandt haar soms geschoffeerd. Hij is in 1870 overleden.
 - Onder de triptiek werden rechts de stoffelijke resten van Catharina Damen bijgezet, links die van pastoor van der Zandt. Een eerste ‘bedevaart’ naar het grafmonument wordt vermeld in 1886: een lagere schoolklas uit het naburige Thorn, waar de congregatie een communiteit had, bracht onder leiding van zusters onderwijzeressen een bezoek aan het graf. In 1920 werd het oude kloosterkerkhof als tuin ingericht en het grafmonument naar achteren verplaatst, vanaf de ingang gezien ter linkerzijde. Bij het betreden van het kerkhof valt nu het oog op een Calvariegroep. Op de zijmuren van de grafkapel zijn marmeren platen aangebracht waarop de zusters vermeld staan die tot 1915 op het kloosterkerhof waren begraven. De grafkapel werd regelmatig door de bewoonsters van het klooster bezocht, incidenteel ook door de leerlingen van het pensionaat, dat in het klooster gevestigd was.
- Ten gevolge van de verhuizing van de stichteres en haar gezellinnen van de dorpskom naar de Kreppel, waar zij een kloosterleven in clausuur begonnen en een nogal deftig pensionaat startten, verzwakte de band tussen de congregatie en de plaatselijke bevolking. De herinnering aan Moeder Magdalena bleef echter levend. In 1889 werd een communiteit in het dorp gesticht, waar de band met de lokale bevolking weer wat werd aangehaald.
- In 1910 werd op verzoek van het generaal bestuur van de congregatie het zaligverklaringsproces te Rome aanhanging gemaakt. Toen geschriften van haar hand nauwelijks voorhanden bleken, ontvingen de zusters het advies de kwestie te laten rusten. Naderhand hebben de zusters toch besloten de devotie tot hun stichteres nieuw leven in te blazen. In 1936 werd zr. Germana Steegh (1865-1950) belast met het vergaren van getuigenissen ter voorbereiding van het zaligverklaringsproces van Moeder Magdalena. In de loop van de jaren zestig heeft het generaal bestuur van de congregatie, ook met het oog op de kosten die met een dergelijk proces verbonden zijn, voorgoed afgezien van een voortzetting van het zaligverklaringsproces, zonder daar trouwens onder de zusters veel ruchtbaarheid aan te geven.                           - In 1923 verwierf de congregatie door koop het geboortehuis van de stichteres aan de Maasdijk bij Ohé en Laak met bijbehorend perceeltje. In 1938 werd er voor het eerst een mis opgedragen. In verband met de woningnood na de Tweede Wereldoorlog werd het tijdelijk voor huisvesting bestemd. In 1952 kwam het pand weer ter beschikking van de congregatie. Sindsdien wordt het regelmatig door leden van de congregatie bezocht. Op herhaalde aanvraag van de pastoor en parochianen werd in 1927 in Stevensweert, van welke gemeente Ohé en Laak destijds deel uitmaakte, een communiteit gevestigd, die de zorg op zich nam voor de lagere meisjesschool, kleuterschool en wijkverpleging.
 - Op 27 augustus 1933 werd te Ohé en Laak een levensgroot standbeeld onthuld van de stichteres, van de beeldhouwer Van Helden. In haar rechterhand draagt ze een maquette van het klooster St. Elisabeth te Heythysen, in haar linkerhand een regelboek. Het standbeeld werd geplaatst op initiatief van de plaatselijke pastoor H.J. Dullyé († 1936). In 1958 kreeg het standbeeld een nieuwe plek naast de plaatselijke parochiekerk.        - Op 10 juli 1942 werd het klooster St. Elisabeth door de bezetter geconfisqueerd met het oog op de vestiging van een meisjesschool voor voortgezet onderwijs in nationaal-socialistische geest. In 1943 verkregen de zusters, die in kloosters in de omgeving onderdak hadden gevonden, toestemming het grafmonument te laten overbrengen naar de parochiekerk St. Nicolaas te Heythuysen. Daar werd het in een nis aan de noordbuitenzijde geplaatst. De stoffelijke resten van Moeder Magdalena werden herkist. Fragmenten van het hout van de vorige kist werden in kleine étuis onder leden van de congregatie verspreid. Zulke fragmenten zijn ook wel in kleine kruisjes verwerkt, die onder meer in de kapel van het recent gesloopte St. Claraklooster aan de Gasthuisstraat te Heerlen onder de kruiswegstaties zijn geplaatst. Dat de parochiekerk van Heythuysen tijdens de oorlog voor verwoesting gespaard is gebleven, in tegenstelling tot de meeste parochiekerken in de naaste omgeving èn de kapel van het (voormalige) klooster St. Elisabeth, is door de zusters en de lokale bevolking aan de voorspraak door Moeder Magdalena toegeschreven. Kort na de bevrijding namen de zusters weer hun intrek in de desolate Kreppel. Op 1 juli 1947 vond de herbegrafenis plaats op het kloosterkerkhof. De stoffelijke resten van pastoor Van der Zandt werden nu, ook met het oog op het voor de stichteres gevoerde zaligverklaringsproces, onder de Calvarie op het voormalige kloosterkerkhof begraven. Uit eerbied voor de stichteres werd de Nederlandse provincie in 1948 toegewijd aan de goddelijke voorzienigheid. 
 - In 1958 werd bij gelegenheid van de herdenking van het overlijden van Moeder Magdalena in haar geboortedorp Ohé en Laak een historische optocht georganiseerd en een openluchtspel op tekst van Paul Haimon ten beste gegeven. Bij deze uitvoeringen was de congregatie door vele leden, ook uit het buitenland, vertegenwoordigd.                                                                               - Hoewel de congregatie in de jaren zestig het streven naar een zaligverklaring van Catharina Damen heeft opgegeven, is de aandacht voor de stichteres binnen de congregatie sindsdien geïntensiveerd. Ongetwijfeld houdt dit mede verband met de oproep van het Tweede Vaticaans Concilie aan het adres van religieuze gemeenschappen om na te gaan in hoeverre de oorspronkelijke bedoelingen richtinggevend of tenminste inspirerend konden zijn voor een vernieuwingsproces. Deze grote aandacht kwam vooral aan het licht tijdens de viering van twee congregatiejubilea (1985: honderdvijftigjarig bestaan van de congregatie, 1987: 200e geboortedag van Catharina Damen). Het generaal kapittel dat in 1984 in Rome plaatsvond, werd in Nederland afgesloten met bezoeken aan Ohé en Laak, Maaseik en Heythuysen. In brochures en overwegingen werden in deze jubileumjaren fasen en episoden uit haar leven aan de zusters ter overweging en identificatie gepresenteerd. Binnen het internationale verband van de congregatie, die de pluriformiteit binnen de gemeenschap bevordert, fungeert Moeder Magdalena als bindend element tussen de leden.  
 - Rond 1920 was de voormalige kloostercel van Moeder Magdalena als devotiekapel ingericht, maar deze ruimte viel enkele jaren later ten prijs aan een verbouwing. Wel bleef steeds een bescheiden tentoonstelling intact met voorwerpen die zij ooit gebruikte. In 1992 werd deze expositie ingrijpend gemoderniseerd en ondergebracht in het voormalige secretariaat van de Nederlandse provincie, op de eerste verdieping aan de voorzijde van de Kreppel, grenzend aan de in 1950 gebouwde kapel. Men vindt er onder meer het huishoudboekje van de beginnende Kreppel-communiteit dat door Catharina Damen is bijgehouden, haar rozenkrans en (bescheiden) geestelijke lectuur, een spinnewiel uit haar kloosterjaren. Het museum, dat een overzicht biedt van de ontwikkeling van de congregatie in de 19e eeuw, is alleen toegankelijk op aanvraag en onder begeleiding. Een gastenboek biedt bezoekers de gelegenheid hun indrukken vast te leggen. In een belendend vertrek is een kloostercel ingericht volgens de voorschriften die ten tijde van het leven van Catharina Damen omtrent de cellen binnen de congregatie gangbaar waren en op dezelfde verdieping is een documentatieruimte ingericht voor literatuur en foto’s betreffende de congregatiegeschiedenis. 
 - Sinds 1994 bestaat in Heythuysen een kleine communiteit van zusters uit diverse provincies, die buitenlandse bezoeksters tijdens hun bezoek aan Nederland begeleiden en vertrouwd trachten te maken met het charisma van Moeder Magdalena. De plaatsen waar Catherina Damen geleefd heeft, worden bezocht: het geboortehuis in Ohé en Laak, het voormalige Capucijnenklooster te Maaseik (tegenwoordig bewoond door Zusters van Liefde), de parochiekerk te Heythuysen en de Kreppel, met name het museum en de grafkapel. Bovendien tracht het convent de band van de congregatie met de bevolking van Heythuysen te versterken. In Heythuysen heeft een Catharina Damenstraat bestaan. In Ohé en Laak bestaat nog een Magdalenastraat.                                        
  - De verering van Moeder Magdalena bepaalt zich voornamelijk tot leden van haar congregatie, die behalve in Nederland tegenwoordig gevestigd is in Duitsland, Polen, Indonesië, de Verenigde Staten, Brazilië, Tanzania, Italië, Guatemala, Lybië, Mexico en ruim 2300 leden telt. Het grafmonument wordt tegenwoordig door de overwegend bejaarde bewoonsters van het klooster St. Elisabeth frequent bezocht. Voor zusters uit de andere provincies van de congregatie, vooral voor hen die voor de eerste keer Nederland bezoeken, is het bezoek aan het graf van Moeder Magdalena vaak een hoogtepunt. 

Materiële cultuur

- Portretten van Catharina Damen gaan alle terug op een schilderij in olieverf [1852] door H. Jansen uit Alkmaar, waarvan het origineel zich bevindt in de entree van het klooster St. Elisabeth te Heythuysen, 72 x 69 cm. Van dit portret zijn diverse kopieën gemaakt, welke zich in de grotere kloosters van de congregatie bevinden, ook in het buitenland. Een vroeg specimen van deze portretten is een potloodtekening van Amelie Raybois (1865, Nonnenwerth). Het portret is ook in diverse technieken (o.a. pentekeningen) vele malen gekopieerd. In vrijwel alle publieke ruimten van de kloosters van de congregatie hangen kopieën van dit portret, dat de stichteres op 65-jarige leeftijd toont. Vaak wordt de stichteres afgebeeld temidden van enkele kinderen. Het enige andere portret van Catharina Damen, dat veel minder bekend is, toont haar samen met de eerste zusters [1845?] en bevindt zich in het Moeder Magdalena-museum te Heythuysen.               Schilderijen (olieverf) van geboortehuis te Ohé en Laak en van de Kreppel (Clara Beissel, 1920), in het Moeder Magdalena-museum te Heythuysen.                                                                   Beeldhouwwerk: Christa Ruhnke, Moeder Magdalena met kinderen (1984. Origineel in klooster St. Elisabeth te Heythuysen); Annemarie Rommerskirchen (1961. origineel te Mönchengladbach, Marienschule), waarvan kopie in klooster St. Elisabeth te Heythuysen;  Mozaïek: Elma König (1954. Nonnenwerth im Rhein, Maria Immaculata-klooster), Moeder Magdalena en Franciscus van Assisi ter weerszijden van Maria Immaculata, die over het klooster waakt.                                                                                 Houtsnede: Reginlind Marx (1947. Honnef); Elma König (1958. Nonnenwerth im Rhein. Maria Immaculata-Kloster). 

 

Devotioneel drukwerk

- Prentjes: 1 ansichtkaart van klooster St. Elisabeth te Heythuysen (vele uitvoeringen, sinds Å 1900); 2 vouwprentje (13,1 x 8 cm) met portret, korte biografie en overzicht van de kloosters van de congregatie, 4 pag. (1902); 3 prentje (10,4 x 7,1) , op de voorzijde portret en tekst Deus providebit en op de achterzijde tekst van gebed voor zaligverklaring (impr. 15-04-1909); 4 prentje (10,4 x 7), op de voorzijde een portret van Catharina Damen en op de achterzijde een overzicht van gedenkwaardige dagen uit haar leven (1925); 5 ansichtkaart van geboortehuisje in Ohé en Laak (diverse uitvoeringen, sinds Å 1925); 6 prentje (10,4 x 7), op de voorzijde een portret van Catharina Damen en op de achterzijde een overzicht van gedenkwaardige dagen uit haar leven (1925); 7 prentje (9,8 x 5,1 cm) ter herdenking aan de onthulling van het standbeeld in Ohé en Laak. Op de voorzijde: afbeelding van het monument. Achterzijde: herdenkingstekst door pastoor Van der Zandt (1933); 8 prentje (10,4 x 7) met portret en biografie bij gelegenheid van eeuwfeest (Nederlands, Duits, Engels en Portugees); 9 prentje (12,2 x 8,3 cm) ter herinnering aan ontvangst van habijt door eerste zusters, (11 februari 1936); 10 vouwprentje (12 x 8 cm) met portret, korte biografie en gebed voor zaligverklaring, 6 pag., (8-4-1939) [Engelstalig]; 11 vouwprentje (11 x 7 cm) met gebed voor zaligverklaring, 4 pag. (impr. 15 december 1940); 12 ansichtkaart van olieverf-portret van Catharina Damen (vele uitvoeringen).

Devotionalia                                                                                        - Vanaf 1885 werden splinters van de eerste zerk van Catharina Damen als relikwieën verspreid onder de leden van de congregatie. Datzelfde is ook in 1947 bij de vernieuwing van het grafmonument met de tweede zerk gebeurd.

Bronnen en literatuur

Archieven: Rome, generaal Archief van de Congregatie der Zusters Franciscanessen van Boetvaardigheid en christelijke Liefde. Heythuysen, archief van de Nederlandse provincie. Van de hand van Catharina Damen zijn slechts enkele notities overgeleverd, zo bijvoorbeeld het huishoedboek van de beginnende communiteit in de Kreppel. Kort na de dood van Moeder Magdalena gaf de toenmalige generale overste opdracht herinneringen aan de stichteres vast te leggen. Op aanwijzing van enkele oudere zusters stelde zr. Lina Hoster (1837-1864) een geïllustreerde levensbeschrijving samen in quasi-archaïsch Duits, in de trant van de "Fioretti", de bekende13e-eeuwse legendenverzameling rond Franciscus van Assisi. In diezelfde jaren schreef Petrus van der Zandt een geschiedenis van de congregatie, vanaf de komst van Catharina Damen naar Heythuysen tot 1860; Petrus van der Zandt, Memorie van den oorsprongk, opkomst en voortgang van het klooster Sint Elisabeth te Heythuysen, onder den Derden Regel van onze H. Seraphienschen Vader Franciscus, bijgenaamd der poenitenten [1860?], hs. in Moeder Magdalena-museum te Heythuysen; Lina Hoster, Sanct Fran ziscus Blütengärtlein, das ist: Das Leben der gottseligen Stifterin Schwester Maria Magdalena und wundersame Thaten und erbauliche Reden ihrer minderen Schwestern, so sind aus dem dritten Orden der Buße des viellieben Herrn Sanct Franziscus, zu Heythuysen bei Roermond AD 1862 in altdeutscher Zungen geschrieben, geïllustreerd hs. in Moeder Magdalena-museum te Heythuysen; De Kroniek van de Zusters der Derde Orde van den H. Franciscus te Heythuysen (ca. 1900). In deze kroniek van de communiteit zijn de gebeurte nissen pas jaren later opgetekend. Wat men deed voor Moeder Magdalena, stichteres der congregatie van Heythuysen, 3 documentatie-banden, samengesteld door zr. Germana Steegh [rond 1935], met getuigenissen van zusters en streekbewoners, die uit de tweede hand over de stichteres konden berichten.
 Literatuur: De beste biografie van Catharina Damen vormt: Angelita Cools en Hildegard van de Wijnpersse, Moeder Magdalena en de ontwikkeling van haar congregatie in de negentiende eeuw, (Heythuysen: Provincialaat Franciscanessen van Heythuysen, 1966). Van deze sympathiserende, maar in haar genre vrij nuchtere studie bestaat een enigszins bewerkte vertaling: Sein Werk - nicht das meine. Mutter Magdalena und ihre Kongregation der Franziskanerinnen von Heythuysen im neunzehnten Jahrhundert, door Gian Ackermans e.a., (Aachen-Kevelaer: Einhard Verlag, 1992). Verder bestaan er (soms gedeeltelijke) vertalingen in het Engels, Pools en Indonesisch; Oudere levensbeschrijvingen, telkens tegen de achtergrond van de vroege geschiedenis van de congregatie: Paula Münster, Geschichte der Kongregation der Franziskanerinnen von der Buße und christlichen Liebe, (Freiburg i.B.: Herder 1910); vertalingen in Nederlands (1911) en Engels (1917); Deus Providebit. De Congregatie van Heythuysen 1835-1935. Gedenkboek samengesteld door eenige zusters der Congregatie, [onder redactie van P. Polman ofm], (Heythuysen: Beynsberger 1935); Liguori Mason, Mother Magdalen Daemen and her Congregation (Stella Niagara N.Y. 1935). Markus de Bruin [ps. van Marculphus Heyer ofm], De dochter van Neer Damen. Roman van een kloosterstichting, (Schierbeek: Vox Romana 1938), Anton van Duinkerken, Katrienken Damen, in: Nederlandsche vromen van den nieuwen tijd, (Hilversum: Paul Brand 1941), p. 49-61. en S. Mary Paul, He chose Catherine (New York: Peagant Press 1958)  geromantiseerde levensbeschrijvingen. Over de verering van Catharina Damen, zie: Hildegard van de Wijnpersse, ‘Wat er in een kleine eeuw gedaan is voor de verering van onze lieve Moeder Magdalena’, in: Klokje [interne periodiek van de Nederlandse provincie sinds 1924], bijlage bij nr. januari 1968, p. 1-5; ‘Een jubileum’, in: De Tijd 20 juni 1925; ‘Franciscanessen van Heythuysen openen museum’, in: De Limburger 27-08-1993; Benícia Flesch, Segundo, passo a passo. História da congregaçao das irmãs franciscanas da Penitência e caridad cristã no Brasil, (Porto Alegre 1933); Gian Ackermans, Vereeniging van Vrouwen... Franciscanessen van Heythuysen in Nederland (1900-1975), (Heythuysen: Provincialaat Franciscanessen van Heythuysen 1994), m.n. pp. 153-162; Gott wird sorgen. Geschichte der Franziskanerinnen von Heythuysen/Niederlande in Deutschland, Nonnenwerth und Lüdinghausen 1900-1995, (Aachen: Einhard Verlag 1995), red. U. Oostermann e.a., p. 17-23 en 411-414; Deus Providebit. 125 tahun tarekat OSF di Indonesia (Sema rang: 1995), m.n. 1-14; Gian Ackermans, ‘De Kreppel in oorlogstijd: R.K. Meisjespensionaat en "Reichsschule für Mädel" te Heythuysen’, in: De Maasgouw 116 (1997) pp. 105- 126; Ursula Ostermann, ‘Spirituality’, in: Called by Gods' Goodness. A History of the Sisters of St. Francis of Penance and Christian Charity, ed. Gian Ackermans e.a., (Stella Niagara NY: Sisters of St. Francis of Penance and Christian Charity: 1997) pp. 43-92; Gian Ackermans, ‘Administration and Decision-Making Processes’, in: Called by Gods' Goodness, pp. 14-42, m.n. pp. 33-39; Gian Ackermans, ‘De vroege geschiedenis van de Franciscanessen van Heythuysen, een zustercongregatie uit het Leudal’, in: Rondom het Leudal. Tijdschrift voor natuur, geschiedenis en milieu 23 (1998) nr. 90, pp. 219-222.    
 Overige Bronnen:  KDC: BiN-dossier Heythuysen-Damen; videopresentatie: samengesteld door Carolyn Fisher & Christina Pecoraro, met tekst boek: His Work, Not Mine. Life-Story of Mother Magdalen Damen: Slides, narration and musical background, (z.p. 1980); mondelinge informatie in 1998 van zr. Elisa Ackermans en zr. Ursula Ostermann.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.