Hoofdplaat, verscheidene heiligen

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: verscheidene heiligen
Datum: wisselende dagen
Periode: 1916 - ca 1930
Religieuze context: Christelijk
Locatie: St. Eligiuskerk
Adres: Kersenlaan 6
Gemeente: Oostburg, Z
Provincie: Zeeland
Bisdom: Breda
Samenvatting:

Geen bedevaartoord, maar een plaats waar veel heiligen, waaronder Gerardus Majella, gedurende korter of langer tijd werden vereerd. 

Auteur: H. de Jonge
Illustraties:
Topografie

- Hoofdplaat is het jongste dorp van Zeeuws-Vlaanderen. Het ligt in de Hoofdplaatpolder die in 1778 is ingedijkt. Het overgrote deel van de inwoners is rooms-katholiek. Na de inpoldering bestond de bevolking voornamelijk uit protestantse boeren, afkomstig uit de omgeving of van de overzijde van de Westerschelde, en katholieke landarbeiders uit Vlaanderen. In de loop van de 19e eeuw zijn steeds meer boerderijen in handen van katholieken gekomen. De N.H. kerk is in 1785 gebouwd, de R.K. kerk in 1795. Daarvoor gingen de katholieken naar de kerk in het naburige IJzendijke, een van de twee parochies in het toenmalige West Zeeuws-Vlaanderen.
- Tot 1802 behoorde de parochie tot het bisdom Brugge en van 1802 tot 1841 viel ze onder het bisdom Gent. Sinds 1841 ressorteert ze onder het bisdom Breda. De eerste zeven pastoors waren allen afkomstig uit Vlaanderen. Na de Belgische opstand werden alleen nog maar Nederlandse pastoors benoemd. Na indeling bij het bisdom Breda in 1841 werden de officiële kerkelijke banden met Vlaanderen beëindigd.
- De kerk is gewijd aan Eligius of Eloy, de patroon van de hoefsmeden, die in de 7e eeuw in het kustgebied zou hebben gepreekt. Zijn naamdag is 1 december, de dag waarop vroeger knechten en meiden in de streek van werkgever veranderden. In 1861 werd de kerk vergroot en verbouwd naar een ontwerp van de architect P. Soffers. 
- De parochie Hoofdplaat ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot een hechte geloofsgemeenschap met een rijk kerkelijk verenigingsleven. Hoewel de plaats geen bedevaartcentrum was, wemelde het er van de devotionele praktijken, waaraan ook katholieken uit omliggende gemeenten deelnamen. In de kerk werden verschillende heiligen vereerd. In 1806 zegende de bisschop van Gent de Broederschap van de Gedurige Aanbidding in. Aanvankelijk geschiedde de jaarlijkse aanbidding op de tweede zondag van de advent, maar vanaf 1839 vond deze plaats op de zondag van de Heilige Drievuldigheid. In 1839 werden de Broederschappen van het Geestelijk Verbond en van de H. Franciscus Xaverius opgericht en in 1842 de broederschap van O.L.V. van de Rozenkrans. In 1872, 1880 en 1903 volgden achtereenvolgens de Congregatie van de Heilige Familie, de Broederschap van het Heilig Hart en de Congregatie van O.L.V. Onbevlekt Ontvangenis. 
- In de eerste decennia van deze eeuw floreerde in het dorp het rijke roomse leven. Onder de geschenken waarmee rijke boeren de parochie in die tijd bedachten, was een beeld van de H. Gerardus Majella. Het werd al gauw een voorwerp van speciale devotie. In 1916 had na een kerkelijke viering van drie dagen in een feestelijk ingerichte kerk de oprichting van een broederschap voor deze heilige plaats. Binnen de kortste tijd telde de godvruchtige vereniging 555 leden. In 1920 was het ledental gestegen tot 700. 
- In de jaren daarop volgde nog de oprichting van de Congregatie van de H. Familie voor mannen (in 1917) en het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs en de Heilige Kindsheid (in 1920). De congregatie van de H. Familie te Hoofdplaat organiseerde een aantal jaren bedevaarten voor parochianen naar de grot van O.L.V. van Lourdes in het nabij gelegen dorp Groede. Het genootschap hield jaarlijks na een kindsheidsmis een optocht met een religieus karakter (kinderen verkleed als engelen, paters of nonnen; praalwagen met bijbelse taferelen) door het dorp. In 1928 kreeg het dorp een zusterhuis met kapel, naai- en kleuterschool, waardoor de invloed van de kerk op het maatschappelijke leven toenam. 
- Het publieke kerkelijk leven van voor de Tweede Wereldoorlog stond in schril contrast tot dat van de beginjaren van de parochie. Toen was van hoger hand bepaald dat het kerkgebouw er van buiten niet als kerk mocht uitzien en dat processies in het dorp verboden waren. In de jaren vijftig verwaterden de devotionele praktijken en ging ook het nonnenklooster dicht. De enige heilige die thans nog, zij het in beperkte mate, in de kerk verering geniet, is Maria.   

Bronnen en literatuur

 Literatuur: J. Ch. Cornelis, Kerk en parochie van den H. Egilius te Hoofdplaat bij het 150-jarig bestaan op Kerstmis 1945 (Terneuzen, 1945); R. Willemsen, Hoofdplaat. Een dorp achter de dijk (Alphen aan den Rijn: Repro-Holland, 1978); G.A.C. van Vooren, 'De diaspora van het bisdom Brugge. De katholieken in westelijk Staats-Vlaanderen (17de-18de eeuw)', in: M. Cloet (ed.), Het bisdom Brugge (1559-1984), Bisschoppen, priesters, gelovigen (Brugge: Westvlaams Verbond van Kringen voor Heemkunde, 1985) p. 281-287; K.J.J. Brand en W.J.P.M. Brand, 'Geschiedenis van kerk en godsdienst in Zeeuwsch-Vlaanderen en het in België gelegen deel van de Vier Ambachten', in: A.M.J. de Kraker, H. Van Royen, Marc E.E. De Smet (ed.), "Over den Vier Ambachten". 750 jaar keure, 500 jaar Graaf Jansdijk (Kloosterzande: Duerinck, 1993) p. 697-734; Johan Verstraeten en Georges van Vooren, Parochie Hoofdplaat 1795-1995. Een terugblik (Hoofdplaat, 1995).
Overige Bronnen: Rijksarchief Zeeland, Middelburg; Zeeuws Documentatiecentrum, Middelburg. 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.