Krawinkel, H. Job

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: H. Job
Datum: 10 mei
Periode: ca 1775 - 1948
Religieuze context: Christelijk
Locatie: St. Janskluis
Adres: Kluis 1, Geleen
Gemeente: Sittard-Geleen
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

Verering, maar geen bedevaart, voor St. Job in Krawinkel.

Auteur: Willemijn van den Bosch & Frank van der Ploeg
Illustraties:
Topografie

- De Sint Janskluis werd bij de splitsing van de wegen uit Neerbeek naar Oud-Geleen enerzijds en de weg naar ten Eysden gebouwd en stond lange tijd als enig gebouw tussen de graanvelden. De opdrachtgeefster was prinses Maria-Dorothea van Salm, die het graafschap Geleen van haar grootvader Arnold V Wolfgang Huyn had geërfd. Twee krulankertjes boven de oostelijke ingang wijzen op de bouw van de kapel (1699). In haar huidige vorm is het een eenvoudig eenbeukig gebouw met een schuin dak en een kleine toren, opgetrokken uit baksteen, met brede banden en hoekblokken van mergel. De dakruiter dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw.
- In een driehoekige nis bevindt zich een altaar, een wit plafond onttrekt het dak aan het oog. Achterin de kapel kan men via een trap op een galerij komen en de achterzijde van de kapel is afgescheiden om dienst te doen als sacristie. 
- Aanvankelijk was de kapel gewijd aan St. Lazarus. Over de oorspronkelijke functie is niets met zekerheid te zeggen. Een kluis was het zeker niet, want de kluis was gelegen aan een openbare weg en een tuin ontbrak, waarmee een kluizenaar in zijn levensonderhoud had kunnen voorzien. Het is wel mogelijk dat het de functie van ziekenhuis overnam van het Geleense gasthuis (opgeheven in 1674). Besmettelijk zieken konden, vanwege de ligging in het vrije veld, makkelijker in quarantaine gehouden worden. 
- Vanaf 1722 namen verschillende kluizenaars hun intrek in de kapel en werd deze aan het H. Kruis toegewijd. Pas in 1868 werd voor het eerst over de "Sint Janskluis" geschreven. Dit waarschijnlijk vanwege de ligging dichtbij Sint Jansgeleen, en anderzijds vanwege de verering van Sint Jan de Doper. De Geleners zelf spraken overigens van "Kloes".
- Vanaf het eind van de 18e tot ver in de 19e eeuw is de Kluis in lekenhanden geweest, waarna een aantal kluizenaars de ruimte weer betrok. In 1912 overleed de laatste kluizenaar. In 1948 werden in de Kluis werden diensten gehouden voor de parochie Marcellinus en Petrus. Heden ten dage staat het ingebouwd in een naoorlogse woonwijk, op een kruispunt van wegen, de Daalstraat en de Spaubekerweg. De Sint-Janskluis is gerestaureerd in 1936, 1938 en 1985 en wordt nu gebruikt als bidkapel. De gemeente Geleen is eigenaar van de kluis.

Cultusobject

- Schilderij, met een voorstelling van Job op de mestvaalt. Het schilderij bevindt zich links achter het altaar. Job is afgebeeld overdekt met zweren. Boven zijn hoofd hangt de duivel, met vuur in zijn rechterhand. Het doek is in de 18e eeuw geschilderd door een onbekende kunstenaar. Het schilderij is gerestaureerd in 1987-1988 in het Restauratie-atelier Rolduc bij Kerkrade. Het schilderij heeft een pendant met een voorstelling van De onthoofding van St. Johannes de Doper

Verering

- Job, in de volksmond "Zjwère Job" genoemd, werd aangeroepen tegen zweren en brandwonden. Volgens Schrijnemakers werd in Geleen de H. Job verward met Lazarus uit het leven van Jezus vanwege de gelijkenis tussen beide verhalen. De Kluis werd in 1699 gebouwd en gewijd aan de H. Lazarus. Broeder Nicolaas Gielen (1714-1781) nam in 1739 zijn intrek in de Kluis. In 1759 ondernam hij een pelgrimstocht naar Rome waarvan hij relikwieën (waarschijnlijk van de H. Lazarus) meebracht. Hij verzocht hierna de bisschop van Roermond dikwijls om elke vrijdag aan het altaar van de kluiskapel een H. Mis aan de H. Lazarus te laten opdragen en de meegebrachte relikwieën ter verering te mogen uitstallen.
- Schrijnemakers (1975) vermeldt dat in de eerste helft van de 20ste eeuw ‘evenals voorheen mensen bleven komen om de hulp van Zjwère Jòb in te roepen’ zonder overigens ook maar één bron te vermelden. Ook bedevaarten worden nergens expliciet vermeld. Het is in ieder geval zeker dat in de laatste veertig jaar geen bedevaarten meer hebben plaatsgevonden.
In 1948 is het schilderij verwijderd. De verering is hierna stilgevallen. Het schilderij is pas na de restauratie in 1987-1988 teruggekomen en hangt tot op de dag vandaag in de Kluis.

Bronnen en literatuur

Archieven: Geleen, gemeentearchief: nrs. 2283-2286, vnl. over (geplande) restauraties. Geleen, parochiearchief van de HH. Marcellinus en Petrus.
Literatuur: E. Franquinet, ‘Uit de geschiedenis van Limburg. Van kluizen en kluizenaars’, in: De Nedermaas 8 (1937), februari 1931, p. 74; A. Schrijnemakers, 'Het oude Geleen', in: Gedenkboek Geleen: Van dorp tot Mauritsstad (Geleen 1951) p.13-139; De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst, dl.V, 1e afl. ('s-Gravenhage 1962) p.165; M.J.H.A. Schrijnemakers, De kluis van Krawinkel. Oudste Ziekenhuis van Geleen (Maastricht 1975); M.J.H.A. Schrijnemakers, De jaarkring in het oude Geleen (Geleen 1981) p. 50; M.J.H.A. Schrijnemakers, ‘De Kluis van 1699 tot 1948’, in: G. Aelfers & J. Segeren, Geschiedenis Christus Koningparochie; Kluis Geleen; 1948 1988 (Geleen 1988) p. 138-153; Brochure: Sint-Janskluis Geleen (z.p. z.d.)
Overige Bronnen: KDC: BiN-dossier Krawinkel-Job; mondelinge informatie van de familie Segeren in 1998.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.