Delft, Heilig Kruis 'mitten hair'

Cultusobject: Heilig Kruis 'mitten hair' Open Street Maps
Datum: Onbekend
Periode: 14e eeuw (?) - 1572
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Hyppolitus (Oude Kerk; thans N.H.)
Adres: Oude Delft (t.o. nr 5), Delft.
Gemeente: Delft
Provincie: Zuid-Holland
Bisdom: Rotterdam
Samenvatting: In de Oude Kerk te Delft werd een crucifix vereerd met 'echte' haren op het hoofd van Christus. Er zijn 62 wonderverhalen overgeleverd uit de periode 1412-1511, die voornamelijk genezingen van koorts betreffen. In 1572 is de verering gestopt.
Auteur: Gerrit Verhoeven
Illustraties:
Topografie - De Oude Kerk, zoals de naam al aangeeft de oudste parochiekerk van de stad, bestond al in de 12e eeuw; er zijn tufstenen funderingen gevonden. Het bouwwerk staat in het hart van de middeleeuwse binnenstad van Delft.
- Het Kruis werd vereerd in een koorkapel aan de noordzijde, waarin zich ook het mirakelbeeld van Maria van Jesse bevond. Het beeld hing aan een pijler. De kapel werd beheerd door begijnen.
Cultusobject - Een crucifix met 'echte' haren op het hoofd van Christus. Dit kan worden afgeleid uit het vijfde verhaal van het bewaard gebleven mirakelboek. Twee vrouwen hadden beeldschennis gepleegd: zij hadden 'dat heilighe Cruus voirseit sijn haer ofghescoren'. Een van de twee werd van godswege gestraft met een toepasselijk ongeval: zij viel uit een boom en bleef als Absalom aan haar haren hangen. Als zij niet juist op tijd was gered, zou zij het niet hebben overleefd.
Verering - Het is niet bekend hoe en wanneer de Oude Kerk het beeld verworven heeft. Het oudste gegeven is het eerste mirakelverhaal, gedateerd 1412. Er werden wel 62 wonderen vastgelegd in een 15e-eeuws handschrift, dat ook de wonderverhalen van Maria Jesse bevat. De eerste 46 verhalen dateren uit de beginfase van de cultus, de jaren 1412-1415, en zijn zeer beknopt. De volgende veertien, uit de periode 1430-1435, zijn veel uitvoeriger. De laatste twee werden opgetekend in 1487 en 1511. Slechts drie mirakelen hadden betrekking op andere dan medische problemen. Bijna een kwart van de genezingen betrof koorts, hetgeen misschien wijst op een zekere 'specialisatie', maar ook een gevolg kan zijn van oppervlakkige diagnose, waarbij alleen werd gelet op de symptomen.
- Tweederde van de personen die een wonder meldden, woonde in Delft. Een kwart woonde op zodanige afstand dat de reis niet op één dag heen en terug kon worden gemaakt. Tweederde van de begunstigden was volwassen. Het geslacht is vooral bij kinderen niet altijd vermeld; van degenen van wie de sexe bekend is, was 59% vrouw.
- Het Kruis werd meegedragen tijdens de ommegang, die sinds 1327 werd gehouden ter ere van Maria van Jesse op 12 juni, de zondag na St. Odulphus (⟶ Delft, Maria van Jesse).
- In 1572 werd alles wat herinnerde aan de katholieke eredienst uit de kerk verwijderd. Het lot van het Kruis is onbekend.
Bronnen en literatuur Archivalia: Delft, gemeentearchief. Utrecht, Rijksarchief in Utrecht: archief van de Oud-Bisschoppelijke Clerezie, inv. nr. 454 (281), mirakelboekje, f. 15r-32r.
Tekstedities: Het mirakelboekje werd voor het eerst gedrukt in een Latijnse vertaling door Michiel Vosmeer, Diva Virgo et Crux Salutaris Delfica (Keulen 1629). De Nederlandse tekst is herhaaldelijk uitgegeven, o.a. door D. van Heel o.f.m., 'De 'Miraculen van Onser Vrouwen' en 'vanden Heyligen Cruce' te Delft', in: Ons geestelijk erf 5 (1931) p. 217-244 en door G. Verhoeven, Devotie en negotie. Delft als bedevaartplaats in de late middeleeuwen (Amsterdam: VU-uitgeverij, 1992) p. 211-224.
Literatuur: D. van Bleyswijck, Beschryving der stadt Delft etc. (Delft 1667) p. 154; S. Muller, Geschiedkundige atlas van Nederland. De kerkelijke indeeling omstreeks 1550, tevens kloosterkaart, dl. 1 ('s-Gravenhage: M. Nijhoff, 1921) p. 267-270; D.P. Oosterbaan, De Oude Kerk te Delft gedurende de Middeleeuwen (Den Haag: Voorhoeve, 1973) p. 263-264; G. Verhoeven, Devotie en negotie. Delft als bedevaartplaats in de late middeleeuwen (Amsterdam: VU-uitgeverij, 1992) passim.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Delft-H.Kruis
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.