Batenburg, H. Victor

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: H. Victor
Datum: 10 oktober (tweede zondag in oktober)
Periode: 1944 - heden
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Victor
Adres: Molendijk 1-A, 6634 KE Batenburg
Gemeente: Wijchen
Provincie: Gelderland
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

Zoals meerdere kerken in het land van Maas en Waal die afhankelijk waren van de kapittelkerk van St. Victor te Xanten (D.), werd al in de 15e eeuw ook de parochiekerk te Batenburg onder het patronaat van St. Victor gesteld. De bijzondere verering van St. Victor is pas aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ontstaan dankzij een initiatief van pastoor Theodorus van den Heuvel. Anno 1995 wordt St. Victor nog steeds vereerd, ondanks de gerezen onduidelijkheden inzake de historiciteit van zijn persoon. Batenburg is zelf geen plaats met een bedevaartkarakter, het gaat om een lokale verering.

Auteur: Paul van Geest
Illustraties:
Topografie

- Aan pastoor Johannes Kroonen (1872-1890) werd als nieuwjaarsgeschenk in 1873 een nieuwe kerk beloofd door zijn parochianen. De kerk werd gebouwd direct aan de Maasdijk en werd gezichtsbepalend voor het dorp. Tijdens de bouw bleek de kerk op een oude heidense cultusplaats gesitueerd te zijn. In het memoriale parochiae wordt namelijk vermeld dat er bij het graven van een pilaarput gestoten werd op een ‘monstrueusen eikenboom’ met een middellijn van twee meter, waarin zich in uithollingen urnen met as bevonden. 
- Aannemer/architect C. van Dijk, die eveneens de streekkerken van Wamel, Maasbommel en Zeeland ontwierp, construeerde een neogotische kruiskerk, waarvan de bouw op 30 april 1875 bij volmacht van mgr. Zwijsen onder de zegen van pastoor Kroonen, werd aangevangen.  In 1881 voltooid, werd de kerk op 8 augustus van dat jaar plechtig geconsacreerd door mgr. A. Godschalk.
- De ruim aangebrachte neogotische ornamentiek in het interieur was volgens de schrijver van het boekje Kerk en parochie St. Victor te Batenburg een verwijzing naar ‘de dagen dat Batenburg zijn eigen kapittel had’. De herinnering aan St. Victor werd in deze kerk voornamelijk levend gehouden door het St. Victoraltaar in de epistelbeuk. Het altaar was voorzien van een gipsen beeldengroep, voorstellende St. Victor in verschillende levensmomenten, en was gezet in een monumentaal aandoende neogotische ornamentiek.

 

Cultusobject

- Het Martyrologium Romanum noemt op 35 dagen de naam van Victor en in 31 gevallen betreft het een martelaar uit de vroege kerk. Omdat de naam ‘Victor’ voorkomt in een verschillende groepen martelaren, is het waarschijnlijk dat de eretitel Victor, die na keizer Constantijn steeds aan de keizer maar later als erepredikaat aan een martelaar werd toegekend, eerder als een classificatie dan als een eigennaam dient te worden beschouwd. Martelaar en keizer werden immers opgevat als de christenen die, weliswaar elk op eigen wijze, met goddelijke kracht de heidense goden bestreden. Er is dan ook geen bevredigende verklaring gevonden voor de afhankelijkheid of zelfstandigheid van de verschillende Victor-cultussen in St. Maurice, Barcelona, Keulen, Mainz, Piacenza, Ravenna, Trier, etc., omdat de Victorcultus wellicht eerder ontstond door de verering van een onbekende martelaar, die met het predikaat Victor geëerd werd, dan door de verering van een geïdentificeerd individu.
- De oudste, vage berichten over de martelaar Victor, die in Xanten wordt vereerd, stammen van Gregorius van Tours († 594). In De gloria martyrum, liber I, bericht hij over Victor in samenhang met de vondst van het gebeente van de martelaar Mallosus. Op grond daarvan werd in Xanten aangenomen dat de daar vereerde Victor, samen met de in Keulen vereerde Gereon en de in Bonn vereerde Cassius behoorde tot het Thebaanse legioen, een slechts uit Christenen bestaand leger, dat onder de regering van keizer Diocletianus en Maximianus het martelaarschap heeft ondergaan in het huidige St. Maurice, toen Acaunum genaamd. De historiciteit van het martelaarschap van het Thebaanse legioen blijft moeilijk vast te stellen; evenmin is het volksgeloof dat individuele martelaren uit deze elitetroep elders het martelaarschap ondergaan hebben, op staafbare feiten gebaseerd. Opgravingen van 1933-1935 te Xanten hebben uitgewezen, dat hier weliswaar een vroegchristelijke cultusplaats voor de verering van martelaren moet zijn geweest, maar dat de identiteit van de vereerde(n) niet noodzakelijk met die van een Victor hoeft overeen te stemmen.
- Was het streven naar versobering in het interieur van de kerk de aanleiding voor de ontmanteling van de neogotische ornamentiek in de zestiger jaren, het aanbrengen van de verwarming in de parochiekerk vormde de eigenlijke reden voor de demontage van het St. Victoraltaar dat zich rechts van het priesterkoor bevond. In tegenstelling tot het altaar bleef de beeldengroep echter behouden. Deze bevindt zich thans (1995) onder het verwarmingsrooster tegen een sober gehouden zijmuur. Er zijn geen knielbanken bij geplaatst; evenmin bestaat er de mogelijkheid om kaarsen te offeren.
- De beeldengroep is vervaardigd door de firma Geelen te Roermond in 1877. De meest centrale plaats wordt ingenomen door het 150 cm hoge klassiek gestyleerde beeld van St. Victor, die voorgesteld wordt als Romeins legionair met mantel, sandalen en knieharnas. In zijn linkerhand  draagt hij een schild en in zijn rechterhand de palmtak der martelaren. In twee flankerende reliëfs, die elk een hoogte hebben van 88 cm, worden respectievelijk de episode weergegegeven, waarin Victor zich verantwoordt voor keizer Maximinianus (links van het beeld) en het moment waarin hij de marteldood ondergaat.
- De ontmanteling van de kerk had tot gevolg dat het monogram, dat in het voorste travee van het middenschip was aangebracht in combinatie met de symbolen van Sint Victor als de bijl, palm, helm en het schild, werd weggehaald. Het handvat van het deksel van de doopvont dat tijdens het pastoraat van pastoor van den Heuvel werd vervaardigd toont eveneens het monogram ‘S.V.’ en is nog steeds aanwezig in de kerk.
- Uit de herdenkingsplaat in de torenportaal blijkt, dat in het altaar relieken van de martelaren Severianus en Valentinus ingemetseld zijn; relieken van St. Victor bezit de kerk niet.

Verering

Kapittel en Zending
- De devotie voor St. Victor in Batenburg is van vrij recente datum, in tegenstelling tot de uit kerkrechtelijke banden te verklaren interesse voor de heilige. Kerkrechtelijk behorend tot het kapittel van de St. Victor te Xanten, werd de parochiekerk van Batenburg toegewijd aan St. Victor. Door de invloed van Dirk van Batenburg-Bronkhorst werd de kerk verheven tot kapittelkerk in 1443. Er zijn geen aanwijzingen dat de deken en de zes kanunniken van het kapittel van Batenburg de devotie tot St. Victor begunstigden. Zelfs het besluit van de Keulse synode van 4 maart 1308 om het feest van St. Victor op de 10 oktober als een verplichte feestdag voor te schrijven, werd, zo blijkt weer uit de synodale statuten van 1525 van suffragaanbisdom Utrecht, niet in Batenburg nageleefd.
- Ook ten tijde van de Hollandse Zending nam de Victor-cultus geen aanvang. En omdat er geen bewijzen zijn dat tijdens de kerkgang van de katholieken naar de twee voormalige schuurkerkjes aan de Grootestraat omstreeks 1800 en naar de kleine kerkjes aan de Molendijk vanaf respectievelijk 1829 en 1873 de verering van St. Victor opbloeide, blijkt de mening van A. Pompen over de Victorverering in Batenburg ongegrond. Deze stelt in zijn standaardwerk over de St. Victorsverering in de Nederlanden dat te Batenburg ‘de verering weer stadig gegroeid’ is nadat omstreeks 1800 weer een eigen bedehuis ter ere van St. Victor was opgericht.

Tweede Wereldoorlog
- De Victor-verering in Batenburg begon zich echter van de andere aan Victor toegewijde kerken te onderscheiden toen pastoor Th. van den Heuvel (1941-1956) tijdens de Tweede Wereldoorlog de heersende angst voor de over Batenburg vliegende V-1 raketten aangreep om zijn gelovigen aan te zetten tot het bidden tot St. Victor teneinde gespaard te blijven. De schietgebeden tot ‘S.V.’ moesten de Batenburgers behoeden voor de ‘V-1’. Naar de toen algemeen en nu nog bij oudere autochtonen bestaande overtuiging heeft de patroonheilige zijn parochie en het dorp beschermd. In het standaardwerk van Pompen is het St. Victorslied (melodie: ‘Wij prijzen U vol vreugde’) afgedrukt, dat onmiddellijk na het einde van de Tweede Wereldoorlog gedicht werd. Het is echter niet het lied dat nu nog gezongen wordt op de feestdag van St. Victor in de parochiekerk.
- In 1953 vertrok vanuit Batenburg een eenmalige bedevaart naar de dom in Xanten onder leiding van pastoor Th. van den Heuvel uit dankbaarheid voor het behoud van Batenburg. Rond deze tijd groeide de verering voor St. Victor in het dorp gestaag. Het patronaatsfeest werd dan ook als een grote kerkelijke feestdag door de parochie gevierd, met eigen gebeden en liederen. A. Pompen vermeldt, dat jaarlijks kermis werd gehouden in aansluiting op het feest van St. Victor op deze tweede zondag in oktober. Er is echter nooit sprake geweest van bedevaarten naar St. Victor te Batenburg. De processies die in Batenburg plaatsvonden hadden geen betrekking op St. Victor, maar trokken vanuit de parochiekerk naar de kapel van de O. L. Vrouw van Lienden en naar de Mariagrot in de kloostertuin van de zusters aan de Grootestraat. Van deze grot zijn nog slechts resten aanwezig.
- Het St. Victorslied werd in elk geval vanaf 1955 in de verschillende St. Victorkerken van Maas en Waal gezongen. In Batenburg wordt - anno 1996 - op de zondag die het meest nabij is aan 10 oktober, nog steeds door het koor ten gehore gebracht. Er vindt dan nog steeds een speciale collecte plaats ten bate van het onderhoud van de kerk; vooral de ouderen van de parochie dragen hieraan bij. De H. Victor wordt in Batenburg nog steeds door hen vereerd. Volgens een mondelinge mededeling uit 1995 van P. Reyers m.s.f., die in Batenburg assisteert, reageerden juist de oudere, agrarische autochtonen, terughoudend en afwijzend op een preek waarin werd uitgezet dat de naam Victor eerder een personificatie van de overwinning in Christus is, dan een eigennaam.

 

 

Materiële cultuur

Materiële cultuur
- De in de 16e eeuw door de kapittelheren en de heer van Batenburg geslagen gouden Sint Victordukaten golden, evenals de zilveren Sint Victordaalders met de beeltenis van Sint Victor, die in de tweede helft der 16e eeuw in Batenburg werden aangemunt, uitsluitend als betaalmiddel en wijzen geenszins op een verering in de 16e eeuw.
- Er bestaat een ongedateerd prentje van St. Victor, vervaardigd door pastoor Van den Heuvel, waarop aan de voorkant een afbeelding van St. Victor als commandant van het Romeinse legioen is aangebracht; aan de achterkant is het lied tot St. Victor afgedrukt.
- Er bestaat een kleine zilverkleurige aluminium Victormedaille, met aan de voorkant een afbeelding van St. Victor in zijn hoedanigheid van Romeins legercommandant, omringd door de woorden: ‘Sancte Victor Ora pro nobis’ en aan de ommezijde een afbeelding van de kerk van Xanten. De herkomst van de medaille is onbekend. Is het een op initiatief van pastoor Th. van den Heuvel geslagen medaille of zijn deze afkomstig van Xanten?

Bronnen en literatuur

Archieven: Batenburg, parochiearchief St. Victor: memoriale parochiae; Den Bosch, Bisdomarchief: inventaris van het kerkelijk kunstbezit nr. 18, parochie St. Victor te Batenburg, lijst van 7 maart 1977, nr. 3, en lijst van 29 maart 1984 (correcties en aanvullingen door G. Vrins), ad nr. 3.
Literatuur: Pompen, Sint Victor van Xanten en zijn betekenis voor de geschiedenis van Nederland (Roermond: Romen, 1955), p. 184, p. 188, p. 194-198; W.H.Th. Knippenberg, Oude pelgrimages vanuit Noord Brabant. Kultuurhistorische verkenningen in de Kempen dl. 3 (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 59; Kerk en parochie St. Victor te Batenburg. Aangeboden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de R.K. Kerk St. Victor te Batenburg 1876-1976 (Batenburg 1976); W.M.G. Arts, H.J. van Capelleveen, ‘De kerken van architect C. van Dijk in Maas en Waal’, in: Tweestromenland 78 (1993) p. 15-20.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Batenburg-Victor; Meertens Instituut: volkskundige Vragenlijst 64a (1993); Bisdom Den Bosch: Inventaris van het kerkelijk kunstbezit nr. 18 (parochie St. Victor te Batenburg); Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, parochie St. Victor te Batenburg, inv. nr. 3; mondelinge informatie in 1995 van P. Reyers, assistent in de St. Victorparochie.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.