Topografie
|
- De Mortel, ook wel kortweg Mortel genoemd, is een kerkdorp gelegen ten zuiden van Gemert en ten noordoosten van Bakel. Het telt anno 1998 ongeveer 1400 inwoners en behoort in kerkelijk opzicht tot het dekenaat Gemert. - Als kapelgehucht behoorde het tijdens het Ancien Régime tot de vrije rijksheerlijkheid van de Duitse Orde te Gemert. In dit gebied mocht, in tegenstelling tot de aangrenzende Meierij van ’s-Hertogenbosch, het katholicisme vrijelijk beleden worden. - De Mortel is van oorsprong een 14e-eeuwse agrarische nederzetting die samen met de gehuchten Ren en De Heuvel een kransakkerstructuur vormt. De hoofdstraat van het dorp, de St. Antoniusstraat met in het verlengde de Oude Molenweg, maakt hiervan onderdeel uit. Waar vanuit het oosten de huidige Lochterweg op de St. Antoniusstraat aansluit stond sedert 1636 een kleine kapel. Deze werd gebouwd op een driehoekig plein van agrarische oorsprong, dat vóór ca. 1500 ontstaan is. - Met de bouw van de kapel van St. Antonius Abt, waarmee einde 1636 een begin gemaakt zou zijn, kwam men aanvankelijk niet verder dan het optrekken van de muren. In 1689 werd de bouw hervat, vooral op aandringen van de toenmalige Gemertse president-schepen Peregrinus Verhofstadt, die zodoende bewerkstelligde dat zijn zoon Joannes de eerste rector van De Mortel werd. De kapel was achtkantig met op het dak een houten klokkentorentje. Het stenen muurwerk was sterk, het houtwerk gebrekkig. De kapel had geen zangkoor en banken. - De kapel was gelegen iets ten zuiden van de plaats van het huidige kerkgebouw (vgl. de plattegrond gebaseerd op kadastergegevens van 1832). De aanwezigheid van de kapel heeft de ontwikkeling van het dorp, als belangrijkste kern rond het akkercomplex, sterk beïnvloed. Tot ca. 1900 heeft het dorp bestaan uit enkele rond de kapel gelegen boerderijen. - De Mortelse kapel heeft vanaf haar ontstaan aanleiding gegeven tot vele twisten en moeilijkheden. Zo duurde het ruim vijftig jaar voordat de kapel in 1689 was afgebouwd. Oorzaak hiervan was gelegen in de omstandigheid dat de kapel zonder medeweten van de landcommandeur van Alde-Biezen, souverein heer van Gemert, was opgetrokken. Het dorpsbestuur heeft de bouwkosten moeten betalen, terwijl later nog de schout van Gemert, Ambrosius Cox, persoonlijk werd verplicht achterstallig arbeidsloon te betalen. Hierdoor ontstond de problematische situatie dat niet alleen de pastoor van Gemert en de landcommandeur van de Duitse Orde Balije Alde-Biezen maar ook de schout en de schepenen van Gemert, evenals de Mortelse bevolking, rechten meenden te bezitten over de kapel.
Parochiekerk - In 1848 wordt rector Jacobus Corstens de eerste steen gelegd voor de bouw van een waterstaatskerk die de oude kapel vervangt en op 1 augustus 1849 plechtig wordt ingezegend. Dit kerkgebouw is weergegeven op de achtergrond van het portret van rector Corstens door Nicolaas Winteroy uit 1865. Deze kerk is tevens afgebeeld op een naief olieverfschilderij door G. Gijsbers te Gemert (omstreeks 1890). Beide doeken hangen in de pastorie. Het rectoraat wordt in 1861 onder J.B. van den Eijnde tot zelfstandige parochie verheven door bisschop J. Zwijsen. - In 1903-1904 wordt de kerk vervangen door het huidige gebouw naar ontwerp van architect C. Franssen dat iets ten zuiden van de oude kerk, aan de andere zijde van de pastorie, wordt geplaatst. De kruisbasiliek heeft een schip van vier traveeën, een vijfzijdig gesloten koor en een toren van vier geledingen met naaldspits. De viering wordt bekroond met een ‘Angelustorentje’. Het interieur van de kerk is relatief gaaf bewaard gebleven met schilderingen uit 1911 van Em. Perey uit Venlo. - De naast de kerk gelegen pastorie dateert uit 1886. Op het einde van de centrale gang is een halfrond glas-in-lood raam met een voorstelling van Sint Antonius Abt aangebracht. - De oude kerk werd na de inzegening van de nieuwe kerk gesloopt en de vrij gekomen grond ingericht als kerkhof. Op dit kerkhof markeert een smeedijzeren kruis de lokatie van de waterstaatskerk (en dus ook de plek van de oorspronkelijke kapel). Bij dit kruis is tevens een grote natuurstenen plaat opgesteld met als inschrift: ‘EX DOTIBUS SACRA HAEC / SANCTO ANTONIS EREMITAE / EXSURREXERUNT’. In geval dit inschrift een chronicon is, komt het jaartal 1847 te voorschijn. De plaat zou in dat geval oorspronkelijk gezeten hebben in de oude, houten kerk met bakstenen onderbouw. Met de bouw hiervan werd waarschijnlijk in 1847 begonnen. Voordat deze plaat op het kerkhof werd geplaatst lag deze als buitendorpel bij de veranda van de pastorie. Antoniuskapel - Behalve de parochiekerk van Sint Antonius Abt in De Mortel bevindt zich in het buurtschap Deel te Gemert, gelegen aan de noordelijke gemeentegrens richting Boekel langs de T-splitsing Boekelseweg - Deel, een Antoniuskapel. Deze kapel heeft handvormbakstenen gevels met een gecementeerde plint en een zadeldak van oudhollandse pannen tussen de topgevels. Het dak is voorzien van een klokkenstoel met luidklok. Op een sluitsteen aan de buitenzijde is de tekst geschilderd: 'Antonius Magnus Eremita Anno 1841'. In 18e-eeuwse archivalia wordt het 'St. Tunniskapelleke', zoals het gebouwtje tegenwoordig wel wordt aangeduid, genoemd als het 'antoniushuiske in de Deel'. In een schepenakte van 1564 wordt mogelijk al op dit kapelletje gedoeld wanneer men rept van 'sekere erven gelegen tot Gemert aen den Deelsen Boom aent heijligen huijsken'. - Deze kapel is eigendom van het Gilde van Sint Antonius en Sebastiaan en is door de gildebroeders in 1990 gerestaureerd; ze werd opnieuw ingezegend op 14 juli van dat jaar. Een zwart-marmeren plaquette op een grote kei nabij de kapel alsook een halfronde plaquette in de achterste topgevel herinneren hieraan. In de kapel hangt een halfrond houten herinneringsbord aan de restauratie van 1922 met de namen van de gildebroeders die ook toen voor het herstel hebben zorg gedragen.
|
Verering
|
- Zie voor St. Antonius Abt Borkel. -De ‘heilige Antonius met het varken’ wordt als volksheilige, vooral op het platteland, vereerd ter wering van besmettelijke ziekten bij mens en dier. De heilige Antonius zou omstreeks 300 als kluizenaar in de Egyptische woestijn geleefd hebben. Zijn karakteristieke attribuut, het varken, verwijst naar de vleselijke bekoringen die hij aldaar weerstond. Hij was zeer populair in het middeleeuwse aartsbisdom Keulen, met name in het hertogdom Kleef, het zuidoosten van het hertogdom Gelre en het noordoosten van het hertogdom Brabant alwaar zo'n 45 kapellen aan Antonius Abt waren gewijd. - De cultus in De Mortel is ontstaan naar aanleiding van een pestepidemie in 1636 met een grote sterfte onder de bevolking. Petrus Gautius, pastoor van Gemert (1692-1736) schreef daarover in zijn parochie-memoriaal: ‘Men segt, dat in de Mortel op de plaats des Capelle stont een Hijligenhuisken van St. Antonius dat naar het jaar 1636, als de seer groote sterfte wegens de pest hier te Gemert is geweest, en datter so veel stierven dat men andere plaatse moeste nemen als den kerckhoff om de dooden te begraven, dat dan na dien tijdt, korts daarnaa de Capelle van St. Antonius is begonnen geweest’. - Volgens pastoor Gautius werd onder de bevolking verteld dat de heilige ontstemd was over de vertraging in de bouw van de kapel vanwege allerlei competentiegeschillen. Antonius had, zo luidt het verhaal, zijn trouwe attribuut - het varken - ingezet om al spokende op het bouwterrein zijn ongenoegen kenbaar te maken: 'De spraeck ginck doen onder het volck datter dikwils gesien wiert een wit vercksken metten avondt'. De pastoor, die deze verhalen beschouwde als 'fabels en oude vrouwen praet', meldt vervolgens dat toen in de uiteindelijk afgebouwde kapel de mis werd gelezen 'men van sulk spook, teweeten eenen vercksken savonts of snachts lopende, niet meer [heeft] gehoort, sodat de fabel onder het volck ophout omdat se nu misse hebben'. - Sinds 1736 was De Mortel, behalve drie missen per week, tevens voorzien van een mis met preek op zon- en feestdagen. Uit dankbaarheid werden door de Mortelnaren de inkomsten van het officie aanzienlijk vergroot, waardoor het mogelijk werd een vaste rector aan te stellen. Omstreeks die tijd wordt de eerste pastorie gebouwd. Een toegelichte lijst van rectoren en pastoors van De Mortel is opgenomen in Otten & Van der Elsen (1979). - W. van de Ven, bisschop van ‘s-Hertogenbosch, richtte op 13 april 1897 de Broederschap van de H. Antonius Abt op in de parochiekerk van Mortel onder het pastoraat van Jacobus Vermeer. Dit broederschap werd door paus Leo XIII met volle en gedeeltelijke aflaten verrijkt. De contributie bedroeg een kwartje tot ondersteuning van de kerk van Mortel. In 1902 telde deze broederschap maar liefst zo'n 1300 leden. Dit broederschap functioneert thans (sinds lange tijd) niet meer. - Antonius (Toon) is een veel voorkomende voornaam in oostelijk Noord-Brabant, maar is zeker in De Mortel van oudsher goed vertegenwoordigd als gevolg van het patronaat van de kerk en het schuttersgilde, vooral bij ‘Groene families’ (het gilde staat namelijk bekend als de ‘Grüjn Skut’ ter onderscheiding van de ‘rode’ Sint Joris-schutterij). De Mortel kent tevens een ruitersclub, direct na de Tweede Wereldoorlog opgericht onder de naam ‘Rijvereniging St. Antonius Abt’. - De Mortelse kerk is niet zozeer een bedevaartsoord zoals het nabijgelegen Handel, waarheen vele Mortelnaren pelgrimeren, maar de cultus rond Sint Antonius Abt betrof tot voor kort veeleer een parochiale devotie. Sinds het uitbreken van de varkenspest in januari 1997 kent de kerk echter ‘veel aanloop’ van buiten de parochie waarbij kaarsen à 50 cent bij het Antoniusbeeld geofferd worden. - Op Sacramentsdag en 15 augustus (Maria ten Hemelopneming) werden er tot in de jaren zestig processies gehouden; de devotie rond Antonius Abt kende evenwel geen speciale processie-activiteit. - Op 17 januari, de feestdag van Sint Antonius, viert het Gilde van Sint Antonius en Sint Sebastiaan uit Gemert haar gildedag met ‘s ochtends een gildemis in de kerk van Mortel waarna het ‘gildebrood’ wordt gegeten en de namiddag en avond met een ‘broederlijk samenzijn’ in het café wordt doorgebracht. Deze dag, ook al wordt deze op een doordeweekse-dag gevierd, staat bekend als ‘Mortelzondag’. Sinds 1976 trekt het gilde ostentatief op naar de kerk om daar de hoogmis luister bij te zetten. Voorheen geschiedde dat meer in stilte: men was er wel, maar dan incognito. - Ten behoeve van de gildemis is er een speciaal misboekje dat eigendom is van het gilde. De viering begint met de intocht van het gilde door de hoofdingang, al vendelend en trommend, waarna de gildebroeders plaats nemen rond het altaar. Gebeden wordt in het bijzonder voor verbroedering. De gildekoning(in) leest de voorbeden, waarna de offerande volgt waarbij volgens het reglement een ‘silveren stuck’ op de gildetrom wordt gedeponeerd. De eed van trouw aan het kerkelijk gezag wordt hernieuwd tijdens het zingen van het lied ‘Den Abt Antoon’ (‘Zondaars schept moed, o zondaars schept maar goeden moed/ En valt Antonius te voet/ In zijne kerreke, in 't Mortels kapelleke. / Daar bidt hij vroeg en laat voor eenieder die tot hem gaat’). Nadat de priester door kapitein en luitenant is begeleid naar de sacristie verlaat het gilde trommend en vendelend de kerk. Op de optrekdag, waarbij ook de kapel op Deel niet wordt vergeten, brengt men op het plantsoen voor de pastorie een vendelgroet aan de parochiegeestelijkheid. In het misboekje, dat anno 1997 wordt gebruikt, zijn behalve het eerder genoemde lied nog vijf andere oude Antonius-gezangen opgenomen: ‘Loflied van den H. Antonius Abt', ‘Heft aan Antonianen’, ‘Laat ons Antonius een[s] gaan aanschouwen’ (door J. van Heertum uit 1888), ‘Menschen wilt bemerken’ en ‘Ter eere van Sint Antonius’. - Het gilde organiseerde in 1988 een cultuurhistorische tentoonstelling over leven en werken van Sint Antonius in De Mortel. Dit schuttersgilde draagt tevens bijzondere zorg voor de Antoniuskapel in het buurtschap Deel te Gemert, alwaar waxine-lichtjes à 50 cent offerd worden. - Op 3 mei 1997 werd een speciale eucharistieviering in de kapel gehouden om de bescherming van Antonius Abt af te smeken voor de varkenshouders die slachtoffer waren of bedreigd werden door de varkenspest. Het betrof een initiatief van het Gemertse gilde van St. Antonius en St. Sebastiaan, dat ook andere Antoniusgilden uit de Kring Peelland heeft uitgenodigd om hun solidariteit te betuigen met de getroffen boeren. De gilden trokken op naar de kerk met vliegend vaandel en slaande trom; mede onder begeleiding van fanfare Sint Lucia uit Mortel. De mis werd bijgewoond door zo'n 400 Brabantse varkensboeren. Het organiserende gilde had evenwel gerekend op zo'n 1500 veehouders. Om de verwachte stroom op te kunnen vangen, stonden buiten de kerk een aantal reusachtige luidsprekers opgesteld, maar het kerkplein bleef leeg. De mis, die anderhalf uur duurde, werd onder meer bijgewoond door prominenten van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) en het Christen Democratisch Appèl (CDA). De eucharistie-viering werd, midden in het pestgebied, opgedragen door pastoor Sjef van der Maazen die op voorspraak van de heilige Antonius Abt God vroeg een einde te maken aan de varkenspest. Behalve op de materiële problemen richtte hij zijn aandacht op de geestelijke nood onder de boeren. 'Zij zien geen uitkomst meer, nu de ziekte zich nog steeds uitbreidt. In de eenzaamheid van de woestijn hebt u de geest van de H. Antonius steeds op U gericht doen houden, zodat hij dienstbaar kon zijn, zonder op zichzelf te achten. Laat deze geest in ons levend blijven en elkaar doen helpen en steunen", aldus pastoor Van der Maazen in zijn preek. Daarnaast riep hij op tot bezinning over de sterk geïntensiveerde varkenshouderij in de regio, waarbij de malaise in de varkensector werd vergeleken met de film Jurassic Park van Steven Spielberg, waarin door mensen gekloonde dinosaurussen een bedreiging vormen voor de mensheid. 'Misschien zijn we ook wel het slachtoffer van ons eigen kunnen en keert zich dat nu tegen ons', aldus de pastoor die voortging met te stellen: 'Misschien is dit het teken dat met de enorme aantallen dieren die we zo dicht bijeen hebben zitten de maakbaarheid van de agrarische samenleving ten einde is'. - Deze recente opbloei van de Antonius Abt-devotie toont eens te meer dat sluimerende of nagenoeg vergeten cultussen in geval van nood snel kunnen opbloeien, vooral wanneer het situaties betreft waarin het menselijk kunnen tekort schiet. Bij een zo conjunctuur-bepaalde devotie als in De Mortel is het evenwel de vraag in hoeverre de bedevaart ook bestendig is. Verschillende pelgrims uit het getroffen pestgebied in de omgeving hebben evenwel beloofd Antonius trouw te blijven en terug te komen wanneer hun bedrijven gevrijwaard blijven van de varkenspest. Opmerkelijk genoeg, zo vertelde een parochiaan in juni 1998, zijn er in de parochie De Mortel geen uitbraken van de varkenspest geweest.
|
Materiële cultuur
|
- In de devotiekapel van de 'Moeder der Smarten' links van de toren wordt een bronzen luidklokje bewaard, gedateerd 1689, afkomstig van de in datzelfde jaar gereedgekomen Antoniuskapel. - In het koor staat het hoogaltaar met links en rechts van het tabernakel gesneden eikenhouten gepolychromeerde panelen met voorstellingen uit het leven van Antonius Abt. Het altaar is in 1904 vervaardigd door de firma F. Stolzenberg te Roermond voor de somma van ƒ2140,00 en was een geschenk van de parochianen. - Op een eikenhouten console is in de rechter dwarsbeuk een stenen (of cementen) gepolychromeerd beeld van Antonius Abt (H. 85 cm.) opgesteld dat afkomstig is uit de gevel van de stoomzuivelfabriek ‘Mortels Welvaren’, gebouwd in 1928 en tot 1954 als melkfabriek in bedrijf. Het beeld is omstreeks 1975 in de kerk geplaatst. - Rechts daarnaast zijn in één lijst twee diploma’s (ca. 30 x 18 cm.) met chromolitho’s van de Antonius-broederschap opgehangen (voor beschrijving zie hieronder). - Zwart rouwvaandel uit 1907 met een geschilderd medaillon (H. 61 cm.) van Sint Antonius Abt. De heilige is afgebeeld met boek en staf waaraan twee belletjes hangen; aan zijn voeten brandt een vuur en ligt een varken. Op de achterzijde van het vaandel is een medaillon van Sint Sebastiaan aangebracht. Het vaandel is bij gelegenheid van het vijftig-jarig lidmaatschap (1857-1907) van het Gilde St. Antonius en St. Sebastiaan aan de kerk geschonken door P. van Melis, met de verplichting dat het rouwvaan uitgesteld moet worden bij de uitvaart van een gildebroeder, alsook onder de hoogmis op zondag na de uitvaart. - In de pastorie en sacristie bevinden zich twee devotiebeelden, die evenwel niet specifiek voor De Mortel zijn vervaardigd. Het betreft een keramisch (H. 40 cm.) en een gipsen beeld (H 33 cm.) van de heilige met T-staf en boek in zijn handen; aan de voeten een vuur en een zittend varken. - De gildekapel in het buurtschap Deel bevat een altaar in neoclassicistische stijl met opschrift ‘In honorem SS Antonii et Sebastiani’. Op de houten opstand boven het altaar is een recent (over)geschilderd medaillon (hoogte 110 cm) aangebracht, voorstellende St. Antonius Abt. - Links van dit altaar staat een groot houten gepolychromeerd beeld van de heilige (hoogte 158 cm) op een console. Antonius houdt hier een boek met beide handen vast; aan zijn voeten ligt een varken. - In de rechter zijgevel van de kapel is een boogvenster voorzien van een ruitvormig traliewerk, met daarboven aan de buitenzijde een wit geschilderde sluitsteen met zwart opschrift ‘Antonius / Magnus / Eremita / Anno / 1841’. In de dorpel van het venster is een uitsparing gemaakt om geld te offeren met daarboven het geschilderde opschrift ‘offer ter ere van / St. Antonius’. In de kapel, achter het tralievenster, staat een gipsen beeld van Sint Antonius Abt met varken (hoogte 49 cm). - Het gilde van St. Antonius en St. Sebastiaan uit Gemert bezit een 16e-eeuws eikenhouten beeld van Antonius Abt (hoogte 60 cm) met staf, boek, vlammen en varken - Los van beide cultusplaatsen, maar niet minder toepasselijk gezien de agrarische activiteit in Gemert en omgeving, is de bronzen beeldengroep door Toon Grassens van ‘De Bereleier’ uit 1981 dat is geplaatst op de hoek van de Oude Molenweg en de Lochterweg. Het stelt een boer op leeftijd voor die, voorzien van een stok, op pad is met een mannelijk varken (een beer) om op bestelling aan huis zeugen te bevruchten. Dat de varkenshouderij belangrijk is voor de plaatselijke economie blijkt wel uit het feit dat voor de aanschaf van nieuwe kerkklokken (de oude klok was door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog weggehaald) omstreeks 1950 zelfs varkens werden gemest. De inwoners van De Mortel werden spottend ook wel 'varkens' genoemd. Devotioneel drukwerk - Diploma (ca. 30 x 18 cm) van de Antonius-broederschap met chromolitho voorstellende Sint Antonius Abt staande temidden van boerenvee met de tekst: ‘Diploma van de Broederschap van den H. Antonius Abt, machtige voorspreker bij God tegen ziekten onder menschen en vee. Opgericht in de Parochiale Kerk te Mortel den 13 April 1897 door Mgr. W. van de Ven, Bisschop van ’s-Bosch' en als voetregel: ‘In bovenvermeld broederschap is ingeschreven ....[blanco]’. - Diploma (ca. 30 x 18 cm) van de Antonius-broederschap met chromolitho voorstellende Sint Antonius Abt staande temidden van boerenvee met tekst als boven, maar nu voorzien van een andere voetregel: ‘Van bovenvermeld broederschap is Zelatrise: / Wilhelmina Kerks te Oisterwijk’. - J. van de Maazen, Misboekje Sint-Antoniusfeest parochie Sint Antonius Abt Mortel (Mortel z.jr. [ca. 1995]) met linosnede (gesigneerd 'HB 86') van het heiligenbeeld op het omslag (21 x 15,5 cm). - Misboekje (21 x 15,5 cm) Eucharistieviering Gilde van Sint Antonius en Sebastiaan (Mortel z.jr. [ca. 1995]) met een foto van het zestiende-eeuws houten Antoniusbeeld uit het bezit van het gilde, op het omslag. - Er zijn geen speciaal voor De Mortel vervaardigde devotieprentjes, -boekjes en -beeldjes of bedevaartvaantjes bekend.
|