Stramproy, H. Willibrord |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | H. Willibrord | |
Datum: | 7 november (en zondag na) | |
Periode: | 17e - 19e eeuw? | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Put | |
Adres: | Parochie H. Willibrordus, Pastorie Beatrixstraat 2, 6039 CJ Stramproy | |
Gemeente: | Weert | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: |
Sinds de 17e eeuw bestond er in Stramproy een aan de parochiepatroon St. Willibrordus toegewijde broederschap. Op grond van een oude overlevering over de weg die St. Willibrordus gegaan zou zijn door Stramproy en over zijn kersteningsactiviteit aldaar in de zevende eeuw, werd een put aangeduid als St. Willibrordusput. Indien er überhaupt een bedevaart naar deze put zou hebben bestaan, dan zou die al in de 19e eeuw zijn verdwenen. Toen en in 1998 leefde nog slechts de oude overlevering omtrent St. Willibrordus’ bezoek(en) aan Stramproy. Bedevaartkarakter is niet vastgesteld. In 1983 en 1998 organiseerden ‘De Grenslaupers’ uit Stramproy een estafetteloop naar het graf van St. Willibrordus in Echternach (Luxemburg). |
|
Auteur: | Arnoud-Jan A. Bijsterveld | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In het oosten van Midden-Limburg bestaat de traditie van de zogenoemde St.-Willibrordusweg of -pad, de weg die de heilige zou zijn gegaan tussen Susteren en Aldeneik (zie het gedicht ‘De Willebrordsweg’ van Ruijten uit 1894). In Susteren bezat St. Willibrordus sinds 714 een monastieke cel; in Aldeneik zouden de St. Harlindis en St. Relindis hun klooster gesticht hebben. Op historische gronden is betrokkenheid van St. Willibrord bij de stichting in Aldeneik inderdaad aannemelijk; aldaar bevindt zich ook een Willibrordusput. Ook wordt in Aldeneik een wijnwonder van St. Willibrordus gesitueerd. In Stramproy bestaat, ten minste sinds de 19e eeuw, de traditie van het St. Willibrorduspad door Stramproy. Volgens Creemers (1872) loopt het St.Willibrorduspad, dat ‘als eene merkwaardigheid onzes dorps’ wordt beschouwd, ‘in de richting van het Westen naar het Oosten, recht door het veld (..) en op nagenoeg gelijken afstand van de kerk eenerzijds, en van de aardenbaan naar Bocholt anderzijds’, en verliest het zich ‘in den straatweg, die naar Weert leidt. De volksoverlevering beweert, dat het de weg is, dien de H. Willibrordus genomen heeft, toen hij hier ten lande het geloof verkondigde. Wat hiervan zij, blijkbaar leidt het de kerk voorbij, waaraan het dus zijnen naam niet ontleent’. Creemers situeert het pad dus van het westen naar het oosten: vanaf de Veldstraat naar de hoek Emmastraat-Marijkestraat, dus ongeveer op de plaats van de huidige Marijkestraat. Volgens Lenaers (1965) liep het ‘St.-Wulberukspaedje’ ofwel St.-Willibrorduspad ‘van Nele-smeedje naar Tisse, dus oost-west, ongeveer langs de tegenwoordige winkelgalerij bij de Parklaan’. In 1983 wordt, op gezag van ‘oude mensen’, geschreven ‘dat het voormalige Willibrorduspad ongeveer op de plaats van de huidige St.-Willibrordusstraat lag. Vanaf het voormalige brandspuithuisje (tegenwoordig Beatrixstraat 2), liep het pad van zuid naar noord langs de tuinheggen van ‘Verstappen’ en de oude kapelanie (nu Cormia), richting Bergerothweg. De heilige Willibrordus zou volgens de overlevering van dit pad gebruik hebben gemaakt, toen hij hier ter plaatse doopte en preekte’. |
|
Cultusobject |
- Over St. Willibrordus, zie hier. |
|
Verering |
- Kennelijk bestond er in de parochie in de 17e eeuw een bijzondere verering voor de parochiepatroon, tot uiting komend in een eigen broederschap, die als ‘fraternityt van sinte Wilbert’ voor het eerst genoemd wordt in 1637. Bij de kerkvisitatie in 1560 en 1572 waren er in de kerk van Stramproy twee broederschappen of beneficies en later drie, namelijk van O.L. Vrouw (ook al genoemd in 1558) en van St. Jacobus (idem) en van St. Antonius. Bij de oprichting van de kapelanie in 1651 werden de inkomsten hieruit, die tot dan toe aan de pastoor toekwamen, aan de kapelaan toebedeeld, terwijl de pastoor de renten van de broederschap van St. Willibrordus (‘confraternitas St. Willibrordi’) behield. In 1657 werden ook deze aan de kapelaan toegekend. Ook na een conflict hierover met de pastoor in de jaren 1738-1752, bleven deze aan de kapelaan toekomen. De begeving van al deze beneficies of broederschappen berustte bij de abdis van Thorn. |
|
Bronnen en literatuur |
Archieven: Weert, gemeentearchief, parochiearchief H. Willibrordus Stramproy. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |