Berndijk, HH. Martelaren van Gorcum |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | HH. Martelaren van Gorcum | |
Datum: | 9 juli | |
Periode: | 1898 - ca. 1965 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van de HH. Martelaren van Gorcum | |
Adres: | Erasstraat 6, 5171 VH Berndijk | |
Gemeente: | Loon op Zand | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | ’s-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
Toen de parochie Berndijk in 1897 werd afgesplitst van Kaatsheuvel, aanvaardde de nieuwe pastoor A.J.M. Sweens zijn benoeming op voorwaarde dat hij de in de moederparochie bestaande devotie tot de Martelaren van Gorcum en de georganiseerde ‘processie Brielle’ over mocht nemen. Dit gebeurde niet. In 1898 werd daarom door Sweens een nieuwe broederschap van de in 1867 heilig verklaarde martelaren in Berndijk opgericht. De devotie tot de Gorcumse martelaren verwaterde aan het einde van de jaren vijftig van de 20e eeuw. Op 3 september 1995 werd met een eenmalige heruitvoering van de processie het honderdjarig bestaan van de kerk gevierd. Een bedevaartsoord voor de martelaren werd Berndijk zelf echter niet; behalve als lokale devotie onderhield men alleen de bedevaart vanuit Berndijk naar Brielle. |
|
Auteur: | Walther van Halen | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De kerk van Berndijk werd in de jaren 1894-1895 niet als parochiekerk gebouwd, maar als hulpkerk van de parochie Kaatsheuvel. Die parochie telde toen ruim 3300 communicanten en werd bediend door een pastoor met drie kapelaans. De aan de onthoofding van de heilige Johannes de Doper toegewijde kerk was te klein, maar niet versleten. Pastoor J.C. de Bont wilde een nieuwe kerk bouwen ‘tegen het oprukkende protestantse geloof’. Vijf protestantse kerken omringden zijn uitgebreide parochie, terwijl er nog een in aanbouw was. Als kerktitel koos hij de Martelaren van Gorcum, omdat zij volhardend waren geweest in hun geloof. De hulpkerk zou onder zijn bewind blijven, maar bediend worden door een van zijn kapelaans. |
|
Cultusobject |
- In de kerk werden twee relieken vereerd van de Martelaren. De eerste draagt het opschrift ‘S.S. M.M. Gorc.’ (‘H[eilige] M[artelaren] van Gorc[um]’). Eind juni 1899 verzocht pastoor Sweens aan de bisschop van Den Bosch, W. van de Ven, om de reliek te viseren en openbare verering ervan toe te staan. Later is daar nog een reliek met het opschrift ‘S.S. Mart. Gorcomiensium’ (‘H. Mart[elaren] van Gorcum’) bijgekomen.
|
|
Verering |
- Pastoor Sweens wilde aanvankelijk de groepsbedevaart van Kaatsheuvel naar Brielle (‘processie Brielle’), van de moederparochie Kaatsheuvel overnemen, onder meer met als reden ‘elke processie geeft nog al wat voor de kerk’. Toen dat niet lukte, vroeg hij op 2 maart 1898 bij bisschop Van de Ven de oprichting aan van een eigen ‘broederschap van de zalige dood onder bescherming der heilige Martelaren van Gorcum’ in Berndijk. De volgende dag verkreeg hij die goedkeuring. Het hoofddoel van de broederschap was ‘om door de voorspraak der Nederlandsche Martelaren, die een smartelijken en roemvollen dood hebben ondergaan een Zalig Sterfuur te verkrijgen’. Bij breve van 4 april 1898 werden door paus Leo XIII aan de leden van de broederschap vier volle aflaten ‘toevoegelijk aan de geloovige Zielen’ als geestelijke gunsten verleend. De broederschapsleden konden deze verdienen op 9 juli en op de zondag onder het octaaf van de feestdag van de Gorcumse martelaren en verder op 15 augustus, de feestdag van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming en met Kerstmis. In september 1898 werd bepaald dat voortaan ieder overleden lid een ‘lezende’ mis voor een zalige dood in de eigen parochiekerk zou verkrijgen. Weldra telde de broederschap 2000 leden. |
|
Materiële cultuur |
- Voorstellingen van de Martelaren van Gorcum bevinden zich op verschillende plaatsen in de kerk: 1 het hoogaltaar van J. Custers (1903) heeft twee reliëfs met martelaren, te weten ‘de Geuzen dringen de kerk binnen terwijl Leonardus van Veghel preekt’ en ‘verhoor van twee martelaren’; 2 in 1908 verkreeg de kerk in het transept gebrandschilderde ramen van de Roermondse gebroeders Nicolas met onder andere een afbeelding van de dood der martelaren; 3 in 1922 werden twee schilderijen van een bij vier meter aan weerszijden van het priesterkoor gehangen. Zij waren gemaakt door de Bossche firma Van Bokhoven en Jonkers en stelden voor: ‘de Martelaren van Gorcum worden gevankelijk door de straten van Den Briel geleid’ en ‘terechtstelling van de Martelaren van Gorcum’; 4 in 1932 werden door L. van Essen uit Roermond voor het transept vier glas-in-loodramen vervaardigd, waarvan twee met de heilige Martelaren van Gorcum als onderwerp; 5 ook zijn er toen negentien medaillons van de martelaren aangebracht boven het priesterkoor. |
|
Bronnen en literatuur |
Archieven: 's-Hertogenbosch, bisdomarchief: parochiedossier Berndijk, ‘Rekening en verantwoording’ door kerkbestuur Kaatsheuvel aan mgr. Van de Ven, 5 maart 1897; brief van deken-pastoor Wijne aan mgr. Van de Ven, 10 mei 1897; broederschapsboekje 1898; brieven pastoor Sweens aan mgr. Van de Ven, 14 september 1898 en 29 juni 1899; pastoor Van Enschot aan mgr. A.F. Diepen, 6 september 1920 en 3 juli 1931; inventaris kerkelijk kunstbezit.
|
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. <<< /a> |