Wittem, O.L. Vrouw van Smarten

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: O.L. Vrouw van Smarten
Datum: geen specifieke datum
Periode: 1860-heden
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Smartenkapel in het kloostercomplex van de redemptoristen
Adres: Wittemer Allee 32, Wittem
Gemeente: Gulpen-Wittem
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

In 1860 werd in een zijkapel van de kloosterkerk een beeldengroep van de O.L. Vrouw van Smarten opgesteld. Deze devotie werd gepropageerd door de redemptorist Bernard Hafkenscheid en opgenomen in het brede geheel van Mariale en heiligendevoties, die in de kerk en kapellen van het redemptoristenklooster in de publieke aandacht stonden. De verering van de Moeder van Smarten vormde en vormt een onderdeel van het devotionele programma van bedevaartgroepen en individuen, die met name ook Gerardus Majella en O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand als doel hebben, maar was nooit een op zichzelf staand doel van bedevaarten.

Auteur: Hans Evers
Illustraties:
Topografie

- Zie Wittem, Gerardus Majella.
- Ter linkerzijde naast het priesterkoor van de kloosterkerk was een ruimte, die ten tijde van de capucijnen te Wittem (18e eeuw) reeds als zijkapel in gebruik was. Deze werd door de redemptoristen na 1836 toegewijd aan de H. Theresia van Avila. In 1860 schonk pater Bernard Hafkenscheid (1807-1865) een beeld van O.L. Vrouw van Smarten aan het klooster. Deze werd geplaatst boven het altaar in de Theresiakapel. Het beeld van Theresia kreeg een plaats aan de zijwand. Voortaan werd deze kapel als Smartenkapel betiteld. In 1892-1895 werd een nieuw klooster gebouwd en aan de kerk werden veranderingen aangebracht. Boven de sacristie en de Smartenkapel bouwde men een nieuw, groter oratorium. Dit geheel werd in neogotische stijl een aanbouw ter linkerzijde aan de kerk.
- In 1961 plaatste men ook een H. Hartbeeld, dat een tijdlang in de kloosterkerk en vervolgens in een zijkapel had gestaan, in de Smartenkapel. Een beeld van de in 1909 heiligverklaarde redemptorist Clemens Hofbauer kwam er eveneens, in een nis in de nieuwe doorgang van de Gerarduskapel uit 1961 naar de Smartenkapel, te staan.
 

Cultusobject

- Het materiële cultusobject is een 19e-eeuws, gepolychromeerd uit gips vervaardigde beeld, afkomstig uit een kerkelijk kunstatelier. Deze pietà stelt de Moeder van Smarten voor: Maria met op haar schoot het dode lichaam van Jezus.
 

Verering

- Er zijn geen aanwijzingen voor het bestaan van deze Mariadevotie te Wittem tot in 1860, toen pater Bernard Hafkenscheid een beeld van de Moeder van Smarten schonk aan het klooster. Waaróm hij deze schenking deed, is uit de beschikbare bronnen niet te achterhalen. Het is mogelijk dat Hafkenscheid met deze devotie had kennisgemaakt tijdens zijn studie te Rome (1830-1832) of deze had leren kennen uit de geschriften van Alfonsus de Liguori, toen hij lid was geworden (1832) van de congregatie van redemptoristen. Evenmin blijkt uit de kloosterkronieken waarom men te Wittem direct zo’n een centrale plaats gaf aan dit beeld zodat het beeld van St. Theresia van Avila hiervoor moest wijken. In algemene zin valt te wijzen op de geprononceerde aandacht van de redemptoristen voor de Mariaverering, in navolging van hun stichter en op de herleving van Mariaverering en nieuwe impulsen daartoe gedurende de 19e eeuw.
- Om de devotie te propageren stelde vermoedelijk pater Hafkenscheid zelf een gebedenboekje in het Duits (indertijd de gangbare taal in de regio rond Wittem) samen, dat werd gedrukt en uitgegeven bij de toenmalige huisdrukker Alberts van de redemptoristen te Gulpen.
- De invoering van de devotie stond in de context van intensivering van de Mariadevotie te Wittem en het scheppen van mogelijkheden om een breed publiek op enigerlei wijze te binden aan de kloosterkerk en het pastoraal aanbod van de redemptoristen. Zo voerde men in Wittem de viering van de meimaand in en de andere Mariadevoties (zie dl. 3, O.L. Vrouw van Wittem, O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand) met bijbehorende broederschappen. Overigens was de aanwezigheid van de pietà en een Mariaverering in diverse verschijningsvormen geenszins uniek voor deze kloosterkerk. Menige parochiekerk beschikte in de 19e en eerste helft van de 20e eeuw over een uitgebreid assortiment van heiligenbeelden in het kerkinterieur. De devotie tot O.L. Vrouw van Smarten was opgenomen in gebedenboekjes en liedbundels van meerdere devotionele groeperingen (niet alleen die welke door redemptorisen werden begeleid) in rooms-katholiek Nederland in de periode 1860-1960, zoals de franciscaanse Derde Orde, de Mariacongregatie en de aartsbroederschap van de Heilige Familie.  
- De kloosterarchieven maken geen melding van bedevaarten en processies die speciaal voor de Moeder van Smarten naar Wittem kwamen. Wel kenden de bedevaartgroepen (zoals verschillende processies uit het Rijnland en de directe omgeving van Wittem in de 19e eeuw (en later) bedevaartgroepen voor Gerardus Majella) in hun programma voor de gehele groep en voor individuele deelnemers veelal een moment van devotie tot de Moeder van Smarten naast andere momenten. De devotie tot de Moeder van Smarten behoort daarmee tot het cultuscomplex, zonder er qua publieke aandacht uit te springen.
- Wie in het bijzonder deze devotie verder stimuleerde na het overlijden van pater Hafkenscheid vermelden de kronieken niet. De pieuze aandacht voor de persoon van Hafkenscheid, neigend naar verering, heeft wellicht mede ertoe geleid dat de kloostercommuniteit deze met de herinnering aan deze pater redemptorist verbonden devotie behield en stimuleerde. In 1915, vijftig jaren na het overlijden van pater Bernard, plaatste men een groot beeld van hem in de kloostertuin. Van enige verbinding met de devotie tot de Moeder van Smarten blijkt evenwel niets. Het is wel bekend dat kardinaal W.M. van Rossum, redemptorist en gedurende vele jaren prefect van de Vaticaanse congregatie voor de Voorplanting van het Geloof (Propaganda Fide), tijdens zijn laatste bezoek aan het klooster te Wittem in 1932 juist in de Smartenkapel de eucharistie vierde. De intieme ruimte van de Smartenkapel gaf en geeft aanleiding tot een stil gebed van individuele bezoekers. Heden ten dage gebruikt men deze ruimte terzijde van de kerk voor vieringen in kleine kring.

Materiële cultuur

Devotioneel drukwerk
- Gebedenboeken:1 B. Hafkenscheid, Andachtsübungen mit Ablässen verbunden zu Ehren der Schmerzhaften Mutter Maria. Herausgegeben bei Gelegenheit der Einführung der Andacht zu den sieben Schmerzen Mariens in der Kirche zu Wittem (Gulpen 1860); 2 J. Rossmair, Der Pilger nach Wittem. Gebet-, Andachts und Erbauungsbuch für römisch-katholische Christen (Gulpen 1878).
- Kaarten en prentjes:  in de devotionaliawinkel bij het klooster waren er in de 20e eeuw ansichtkaarten verkrijgbaar van het beeld van de Moeder van Smarten en verder meerdere prentjes met de voorstelling van een pietà.
- Algemene devotieboeken: 1 M. Haringer, Tägliche Andacht, zu der unbefleckten Jungfrau und Mutter Gottes Maria. Psalmen und Gebete für jeden Tag in der Woche aus den Werken des heiligen Bonaventura gezogen. Der Monat September der Andacht zu den Schmerzen der heiligen Jungfrau geweiht. - Der Monat März der Verehrung des heiligen Joseph geweiht. Drei Andachten, für welche Se. Heiligkeit Papst Pius IX, mehrere vollkommene und unvollkommene Ablässe verliehen hat. Aus dem Italienischen übersetzt von P.M.Haringer (Regensburg 1866); 2 H. Theelen, Omstandig verhaal van het Lijden van Jesus-Christus en de smarten van Maria (Brugge 1889); 3 H. Theelen, Mater Dolorosa - De smarten der Allerheiligste Maagd (Brugge 1890; vert. H. Alphonse de Liguori); 4 J. Pluijm, Maria in hare smarten vereerd (’s-Hertogenbosch 1914); 5 F.X. Godts, Les Cosouffrances corporelles de la T.S. Vierge Marie durant la Passion de Jésus (Brugge 1922).

Bronnen en literatuur

Archieven: Wittem, huisarchief klooster Wittem: Album benefactorum; Huiskronieken; Liber laborum ministerii interni.
Literatuur: Alfonsus Maria de Liguori, Opere ascetiche, dl. 1 (Turijn: Marietti, ca. 1847) p. 149, 232, 331; Cl. Dillenschneider, La Mariologie de S.A. de Liguori, 2 dln. (Fribourg 1931-1934); M. Lans, Het leven van Pater Bernard (Zwolle 1877); J.A.F. Kronenburg, Maria’s Heerlijkheid in Nederland, dl. 8 (Amsterdam: Bekker, 1914) p. 518; H. Mosmans, Het Redemptoristenklooster Wittem. Een bijdrage tot onze vaderlandsche geschiedenis 1836-1936 (Roermond/Maaseik: J. Romen, 1935); J.F. van Agt e.a., De Monumenten van geschiedenis en kunst. Zuid-Limburg. Vaals, Wittem en Slenaken (Den Haag: SDU, 1983) p. 348-351; J.H.M. Evers & P.G.J. Post, Historisch Repertorium met betrekking tot Wittem als bedevaartsoord (Heerlen: HTP, 1986) p. 175-186, 245; Lexikon der christlichen Ikonographie (Freiburg: Herder, 1994) dl. 3, k.436 (Pietà), dl. 4, k. 450-456 (Vesperbild).
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Wittem, O.L. Vrouw van Smarten; Zwolle, collectie H. Evers: dossier Wittem.
 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.