Boxtel, Joris |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | Joris | |
Datum: | onbekend [mogelijk 23 april]. | |
Periode: | middeleeuwen - 16e eeuw | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Joriskapel van het kasteel Stapelen | |
Adres: | Prins Hendrikstraat 47 Boxtel | |
Gemeente: | Boxtel | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | ’s-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
Verering van de heilige Joris in de huiskapel van het kasteel Stapelen te Boxtel. Dat deze kapel in de late middeleeuwen een bedevaartplaats zou zijn geweest, blijkt alleen uit een enkele vermelding van een opgelegde bedevaart vanuit Oss uit 1561. In het midden van de 17e eeuw werd de Joriskapel op Stapelen door baanderheer Ambrosius van Horne omgedoopt in H. Bloedkapel. Concrete gegevens over het cultusobject en de Jorisverering in de huiskapel van Stapelen in de late middeleeuwen ontbreken. |
|
Auteur: | Jeroen M.M. van de Ven | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Kasteel Stapelen in Boxtel werd gebouwd op een natuurlijk eiland in de rivier de Dommel. Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde uit 1293. Op de plaats van het middeleeuwse kasteel stond reeds eerder een versterkt buiten. In 1440 ontving de hertog van Brabant de rijksheerlijkheid Boxtel en alle bijbehorende goederen waaronder kasteel Stapelen, onrechtmatig als leen uit handen van vrouwe Lijsbet van Meerhem. In maart 1459 kwam de heerlijkheid Boxtel door huwelijk en vererving in handen van het geslacht Van Ranst. |
|
Cultusobject |
- Het materiële object van verering in de Joriskapel op kasteel Stapelen is niet meer bekend. Concrete gegevens over een cultusobject (Jorisbeeld of reliek) ontbreken. Dat de Joriskapel op Stapelen in Boxtel gedurende de late middeleeuwen een bedevaartplaats is geweest, blijkt alleen uit een vermelding van een opgelegde bedevaart in een testament van 22 maart 1561 dat opgemaakt werd voor de schepenen van Oss. In dit testament vermaakt `Lysbert van Dijck, huysvrouwe Symon Mathysen' haar bezittingen aan haar echtgenoot op voorwaarde dat hij aan verschillende kerkelijke instellingen geld schenkt en zes bedevaarten maakt. Symon wordt in het testament verplicht tot het schenken van 25 carolusguldens aan het clarissenklooster (urbanisten) in 's-Hertogenbosch, tien carolusguldens aan de Osse armen, één stuiver aan het Werenfridusaltaar in de bedevaartkerk van Elst alsmede één stuiver aan `Sint Lenards inde kerken te Os'. Dit laatste altaar in de kerk van Oss is vooralsnog niet geïdentificeerd.
|
|
Verering |
- Over Joris is eigenlijk niet veel meer bekend dan dat hij afkomstig was uit Cappadocië en omwille van zijn christelijke overtuiging in 303 door Diocletianus in Lydda (Diospolis) werd gemarteld en onthoofd. De verering van Joris heeft via Constantinopel, Egypte, Ethiopië, Oost-Europa en Rome verspreid over Midden-Europa. In de late middeleeuwen gold Joris als de eerste van de veertien noodhelpers en werd hij gezien als ridder van Maria op aarde. Iconografisch wordt hij vaak afgebeeld als drakendoder met palm, lans, zwaard en schild, een kronkelende draak aan zijn voeten. Jorisgilde |
|
Bronnen en literatuur |
Archieven: Rijksarchief in Noord-Brabant, huisarchief Stapelen, inv.nr. 83, Noordbrabantse federatie van schuttersgilden, inv.nr. 257; Rijksarchief Antwerpen, oud kerkarchief Oude Pastorijen 1, nieuw kerkarchief Antwerpen algemeen 1, inv.nr. 24021; Bisdomarchief Luik, archives archidiaconales, aartsdiakenale registers van het aartsdiakenaat Kempenland, inv.nrs. I 121, I 123-124; Bisdomarchief Mechelen, Leodiensia, aartsdiakenale registers van het aartsdiakenaat Kempenland, inv.nrs. L8 en L18; Streekarchief Brabant-Noordoost, rayon Oss, oud rechterlijk archief Oss, inv.nr. 50; Streekarchivariaat Langs Aa en Dommel, oud rechterlijk archief Boxtel, inv.nr. R55 (Boxtels protocol 1468-82). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |