B. Literatuur: H.F. [van] Heussen], Historia episcopatuum foederati Belgii (...), dl. 1 (Antwerpen: J.B. Verdussen, 1733) p. 490; R. Bakker, De Nederlandsche stad- en dorp-beschryver, dl. 7 (Amsterdam: H.A. Banse, 1799) p. 10-12 (Voorschoten); S. Muller, Geschiedkundige atlas van Nederland. De kerkelijke indeeling omstreeks 1550 tevens kloosterkaart, dl. 1 ('s-Gravenhage: M. Nijhoff, 1921) p. 279; C.P.M. Holtkamp, Register op de parochiën, altaren, vicariën en de bedienaars zooals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van den Utrechtschen dom, dl. 4 (Haarlem: St. Jacobs-Godshuis, 1932) p. 116-117; Lexikon für Theologie und Kirche, dl. 8 (Freiburg: Herder, 1963) k. 970; C.A. Kalmeijer, `De kapellen te Veur', in: Jaarboek Die Haghe XXX (1978) p. 162-182. C. Overige Bronnen: bin-dossier Veur, nr. XXX.
|