Vessem, H. Willibrord

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: H. Willibrord
Datum: onbekend
Periode: ? - 1900
Religieuze context: Christelijk
Locatie:
Adres: Postels Huufke, Vessem
Gemeente: Eersel
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

In Vessem bevindt zich een trechtervormige droogstaande kuil, waarin vroeger altijd water stond. De kuil gold als één van de putten, ontstaan door een gebed van de H. Willibrord; aan het water werd in de 19e eeuw geneeskracht toegeschreven. In de 20e eeuw raakte het putje in vergetelheid.

Auteur: Ottie Thiers
Illustraties:
Topografie

- Vessem is een klein dorp in de Brabantse Kempen, gelegen in een bosrijke omgeving. Het Willibrordusputje ligt in 'de Maaskant', een bosgebied op lage zandduinen even ten oosten van het dorp. Vanuit Vessem, op de weg naar Knegsel, ligt in de achtertuin van de bungalow (eig.  C. Piceni) aan Postels Huufke 6 een kuil, volgens mondelinge overlevering de vroegere Willibrordusput. 

Cultusobject

- Zie voor St. Willibrord  Alphen.
- In Noord-Brabant en Limburg, maar ook aan de andere kant van de grens met België, ligt een groot aantal Willibrordsputten. Evenals elders vertelt men bij het putje in Vessem het verhaal dat de heilige op één van zijn vele reizen ter plekke zijn staf in de grond gestoken zou hebben, waarna water opwelde. Aan dit water werd geneeskracht toegeschreven. 
- Het Vessemse 'putje' is een trechtervormige kuil van enkele meters doorsnee. Er staat al vele jaren geen water meer in. De oorzaak van het droogvallen van de kuil is volgens sommigen de verlaging van de grondwaterstand, volgens anderen een poging tot uitdiepen, waardoor een leemlaag is doorgestoken. 
 

Verering

- Over het Vessemse putje is weinig bekend. Literatuuronderzoek levert de eerste vermeldingen van het putje op tegen het midden van de 19e eeuw. P.N. Panken, een 19e-eeuwse schoolmeester uit Westerhoven bij Bergeijk, bewandelde in zijn vrije tijd de wijde omgeving en hield dagboeken bij. Op 15 september 1846 bezocht hij onderweg voor het eerst het 'zoogenoemde Mirakelkuiltje, hetwelk immer water houdt'. Van der Aa zegt in zijn Aardrijkskundig woordenboek twee jaar later ongeveer hetzelfde. Geen van beiden noemt in dit verband de activiteiten van de H. Willibrord of de veronderstelde geneeskracht van het water. Werden deze verhalen destijds niet verteld, hadden de schrijvers ze niet gehoord, of beschouwden zij dit soort wetenswaardigheden als te dubieus? Het laatste lijkt voorlopig het meest waarschijnlijk, aangezien het enkele feit dat de kuil nimmer droogstond een nogal magere verklaring vormt voor zoveel ophef. Voor een sceptische geest was dit tegelijkertijd het enige controleerbare feit. De vraag blijft of de kuil van meet af aan in verband gebracht is met Willibrordus. De heiligen uit de kersteningstijd zijn in de streek nogal eens als kerkpatroon gekozen. De parochiekerk van Vessem is gewijd aan H. Lambertus, tijdgenoot en collega van Willibrord; het naburige Wintelre heeft een Willibrorduskerk. Dit zal zeker op enigerlei wijze verband houden met de geschiedenis van het putje.
- J.A.F. Kronenburg verhaalde in 1898 van de verering voor de Willibrordsputten, waaronder die van Vessem. Deze putten, schreef hij, worden 'nu nog' aangewezen en men heeft door 'het vertrouwvol gebruik van het water... menigvuldige gebedsverhooringen, buitengewone gunsten .. en vooral plotselinge genezingen' verkregen. Of men het water omstreeks 1900 nog steeds vertrouwvol gebruikte is uit de beschrijving niet op te maken. In de jaren 1930 schreef men dat het Vessemse putje volgens de overlevering zijn ontstaan dankte aan het gebed van de H. Willibrord, en dat het water in het verleden werd gebruikt voor de genezing van oogziekten.
- De Vessemse lokale geschiedschrijving, met titels verschenen van 1979 tot 1992, vermeldt nergens zelfs maar het bestaan van het putje. In 1997 kon in het dorp niemand meer gevonden worden die zelf had meegemaakt dat het putje nog gebruikt werd, of die zich kon herinneren dat iemand dit uit eigen waarneming vertelde. Veel Vessemnaren hebben wel van het putje gehoord, maar weten niet meer waar het ligt. 
- Voorlopig kan slechts de voorzichtige conclusie getrokken worden dat het putje in de 19e eeuw in de streek bekend was en dat het water toen in de regio om zijn geneeskracht gebruikt werd. De geneeskracht werd in elk geval tegen het eind van de 19e eeuw, maar mogelijk eerder, aan de voorspraak van de H. Willibrord toegeschreven. Grofweg omstreeks 1900 lijkt men het vertrouwen in het mirakelkuiltje verloren te hebben. 
 

Bronnen en literatuur

Archieven: A.C. Brock, De stad en Meyerij van 's Hertogenbosch of derzelver beschrijving (Veghel: Streekarchivariaat 'Langs Aa en Dommel', 1978) facsimile van een handschrift uit ca. 1825, vermeldt wel 'de Maaskant', maar niet het putje; Peter Meurkens ed., De dagboeken van P.N. Panken, 1819-1904. Memorieboek van een Brabantse schoolmeester, dl. 1 (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1993) p. 71 en 84
Literatuur: A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, dl. 11 (Gorinchem: Noorduyn, 1848) p. 647, vermelding kleine put of kuil 'die de zonderlinge eigenschap heeft, van zelfs bij de grootste droogte nimmer waterloos te zijn'; J.A.F. Kronenburg, Neerlands heiligen in vroeger eeuwen, dl. 2 (Amsterdam: Bekker, 1898) p. 91 en 112-113; P.C. Boeren, Sint Willibrord, apostel van Brabant (Tilburg: Brabantsch comité voor de St. Willibrordherdenking, 1939) p. 42-43, vermelding nog bestaand putje te Vessem; M.A. Erens, Bij het eeuwfeest. Sint Willibrord, apostel der Nederlanden (Tongerloo: St. Norbertus' Drukkerij, P.V.B.A., 1939) p. 108, vermelding putje te Vessem; Jacques R.W. Sinninghe, 'Brabants heilige putten', in: Brabants Heem 2 (1950) p. 56-59, begin onderzoek, verzoek om informatie, vermelding Willibrordusput Vessem; J.R.W. Sinninghe, Noord-Brabantsch sagenboek ('s-Hertogenbosch: Boekhandel Merlijn, Kiosk Merlijntje, Van Dijk & Van Hees Boekhandel, 1973, herdruk van 1933) p. 223, vermelding mirakelkuiltje te Vessem, ontstaan op gebed van Willibrord, het water genas oogziekten, het putje zou, evenals dat van Veldhoven, door ontginning van de hei verdwenen zijn, maar dit is onjuist;
Overige Bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Vessem-Willibrord; mededelingen van F. van der Laan en P. van Aaken uit Vessem, en van J. van de Biggelaar uit Wintelre in 1997.
 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.
 
<<< /a>