Grave, O.L. Vrouw

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: O.L. Vrouw
Datum: Mariafeestdagen; in vijfde- en zestiende eeuw Mariaprocessie op zondag voor Pinksteren
Periode: eind 14e eeuw (?) - ca. 1940
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk St. Elisabeth
Adres: Hoofdwacht 1, Grave
Gemeente: Land van Cuijk
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

Het middeleeuwse O.L. Vrouw van Grave kende een actieve verering, maar van bedevaart is niets bekend. Het huidige beeld in de kerk stamt uit de 17e eeuw. Het kende een actieve cultus in het verleden, maar voor zover bekend geen bedevaart.

Auteur: Joost Rosendaal
Illustraties:
Topografie
Verering

Middeleeuwen
- Over de oorsprong en de verering van dit Mariabeeld is weinig bekend. Van de 14e tot in de 20e eeuw was er in Grave een Onze Lieve Vrouwe Broederschap actief. In 1440 werd deze broederschap van een reglement voorzien. Voor de verering van Maria werden in de vijftiende eeuw door verschillende bisschoppen talrijke aflaten geschonken aan de kerk. "Alle die ghene die Onzer Vrouwen beelt met devocien naevolghen als wij dat dreght" kregen een aflaat van 40 dagen. In 1491 werden de aflaten bevestigd door Jan van Hoorne, bisschop van Luik, waarbij deze in het bijzonder ook de processie van het Onze Lieve Vrouwebeeld op de zondag voor pinksteren noemde.

17e eeuw en later
- Het oudste Mariebeeld dat nu nog in het bezit van de kerk is, stamt uit de zeventiende eeuw (Vlaams, palmhout en 15 cm hoog). Het toont Maria staande met kind op rechterarm en scepter in de linkerarm, beiden gekroond omlijst met edelsteneen en zilveren stralenachtergrond. Dit laatste werd in 1935 vervaardigd door de gebroeders Arens in Nijmegen. In 1864 schonk kerkmeester P.I.M. Hermans twee kroontjes voor Maria en het kindje. Verder beschikt de kerk nog over twee kroontjes uit 1879 en 1882. 
- Frater Roelofs meldde in 1938 over dit beeld, dat toen kort tevoren een vaste plaats had ver(her?)kregen: "het werd in vroeger dagen en ook nog tegenwoordig door de geloovigen op een bijzondere wijze vereerd, wat blijkt uit de talrijke exvoto's". Deze ex-voto's zijn tegenwoordig niet meer aanwezig. In 1899 werd dit beeld in een tabernakel "geƫxposeerd". Voor de inrichting van een Jozefaltaar werd het beeld in 1903 van het noordtransept verplaatst naar een altaar naast de sacrestie. Twee jaar later werd het beeld vereerd met een gouden medaillon. Bij die gelegenheid besloot de pastoor om de "ex-voto's aan dat beeldke (eenige gouden kettingen)" te vermeerderen met parels, bellen en knoppen, die enige jaren daarvoor aan de kerk waren geschonken voor de monstrans van het Heilig Sacrament, maar daaraan niet gebruikt konden worden.

Bronnen en literatuur

Archieven: Streekarchief Brabant-Noordoost, rayon Land van Cuijk, Parochiearchief Grave 1, memoriale 1890-1905; ibidem, Archief O.L. Vrouwebroederschap.
Overige bronnen: M.Th. Roelofs, Geschiedenis van Grave (Grave: wed. A. Verhaak N.V., 1938) 50-56; W.H.Th. Knippenberg, `De beeldenschat van de Sint-Elisabethskerk', Restauratie-bericht St.Elisabeth Grave ([1976-1981]) informatiebulletin 4; L. van Liebergen, `De barok in de gotiek van de St.-Elisabethskerk',  Restauratie-bericht St. Elisabeth Grave ([1976-1981]) informatiebulletin 11; A. Spitters, De St. Elisabethskerk en haar kostbaarheden (Grave 1981).
 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.