Grave, St. Elisabeth van Thüringen

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: St. Elisabeth van Thüringen
Datum: zondag na Hemelvaart en 19 november; sedert 19e eeuw: 19 november [+octaaf]
Periode: 14e eeuw - 20e eeuw (onafgebroken?)
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk St. Elisabeth
Adres: St. Elisabethskerk, Hoofdwacht 1, Grave
Gemeente: Land van Cuijk
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

De heilige Elisabeth wordt in Grave bijzonder vereerd als patrones. Aan haar voorspraak wordt de bescherming tegen allerlei onheil toegeschreven. Bijzondere aflaatmissen hebben bijgedragen aan deze verering.

Auteur: Joost Rosendaal
Illustraties:
Topografie

- Vermoedelijk werd in 13e eeuw door de heren van Cuijk een parochiekerk gesticht in Grave. Deze werd toegewijd aan Elisabeth van Thuringen die in 1235 heilig was verklaard. Op 7 december 1312 kwam de kerk door tussenkomst van Henricus Egidiusz. van Grave, secretaris van de bisschop van Munster, in bezit van relikwieën van de heilige. De bisschop, Lodewijk landgraaf van Hessen, liet deze door zijn zus Agnes uit Marburg toezenden. Een jaar later consacreerde Daniel, wijbisschop van Luik, vier altaren in de kerk, waaronder het hoogaltaar gewijd aan Elisabeth. Met bisschop Adolphus van Luik verleende hij bij die gelegenheid aflaten op verschillende feestdagen onder meer op twee feestdagen ter ere van Elisabeth: de zondag na Hemelvaart en 19 november. De eerste dag raakte na de reformatie in de vergetelheid.
-  De kerk brandde in 1415 af, maar werd spoedig hersteld. In de zestiende eeuw werd het gebouw aanzienlijk vergroot. Tijdens belegeringen in 1586, 1602 en 1674 werd de kerk ernstig vernield. Bijna tweehonderd jaar was het in protestants bezit (1602-1672 en 1674-1799). Mede dankzij de tijdelijke (1802-1806) vestiging van de bisschop van Roermond, Van Velde de Melroy, in Grave kon de kerk in 1804 weer door de katholieken in gebruik worden genomen. In 1866 stortte de enig overgebleven dwarsbeuk in en zes jaar later werd de toren door een blikseminslag vernield. In 1971 werd overwogen de kerk te sluiten. Door een storm van protesten door parochianen werd dit voorkomen. Tussen 1974 en 1981 werd de kerk ingrijpend gerestaureerd.
 

Cultusobject

- Vermoedelijk werd in 13e eeuw door de heren van Cuijk een parochiekerk gesticht in Grave. Deze werd toegewijd aan Elisabeth van Thuringen die in 1235 heilig was verklaard. Op 7 december 1312 kwam de kerk door tussenkomst van Henricus Egidiusz. van Grave, secretaris van de bisschop van Munster, in bezit van relikwieën van de heilige. De bisschop, Lodewijk landgraaf van Hessen, liet deze door zijn zus Agnes uit Marburg toezenden. Een jaar later consacreerde Daniel, wijbisschop van Luik, vier altaren in de kerk, waaronder het hoogaltaar gewijd aan Elisabeth. Met bisschop Adolphus van Luik verleende hij bij die gelegenheid aflaten op verschillende feestdagen onder meer op twee feestdagen ter ere van Elisabeth: de zondag na Hemelvaart en 19 november. De eerste dag raakte na de reformatie in de vergetelheid.
-  De kerk brandde in 1415 af, maar werd spoedig hersteld. In de zestiende eeuw werd het gebouw aanzienlijk vergroot. Tijdens belegeringen in 1586, 1602 en 1674 werd de kerk ernstig vernield. Bijna tweehonderd jaar was het in protestants bezit (1602-1672 en 1674-1799). Mede dankzij de tijdelijke (1802-1806) vestiging van de bisschop van Roermond, Van Velde de Melroy, in Grave kon de kerk in 1804 weer door de katholieken in gebruik worden genomen. In 1866 stortte de enig overgebleven dwarsbeuk in en zes jaar later werd de toren door een blikseminslag vernield. In 1971 werd overwogen de kerk te sluiten. Door een storm van protesten door parochianen werd dit voorkomen. Tussen 1974 en 1981 werd de kerk ingrijpend gerestaureerd.
 

Verering

- Als patrones van Grave genoot de heilige Elisabeth een bijzondere verering. Aan haar voorspraak wordt de bescherming tegen allerlei onheil toegeschreven. Over de vroege verering is weinig bekend. De relikwiën van de heilige Elisabeth zullen vermoedelijk al in de 14e eeuw vereerd zijn. Vanaf 1459 tot in de achttiende eeuw bestond er een Sint Elisabethbroederschap. De kerk bezit bovendien een schilderij van de kruisiging met daarop de donator Jacob de Haen en de heilige Elisabeth. Het zeventiende-eeuwse "Geestelijk Liedboek" van het Tertiarissenklooster Mariengraff te Grave bevat een `Liedeken ter eeren van de H. Elisabeth'. In een overzicht van de kerkelijke vieringen in 1734 wordt gemeld dat op 19 november de patrones van de stad wordt vereerd. Op negen achtereenvolgende dagen werden de relieken uitgestald op een speciaal daartoe bereide plaats. Na iedere mis werd bovendien een benedictie gegeven over het volk volgens een formulier dat bij de relieken bewaard werd.
- Op 3 juli 1805, een jaar nadat de oude kerk weer door de katholieken gebruikt werd, verleende de paus een volle aflaat aan allen die op de feestdag van de heilige Elisabeth of op de zondag onder het octaaf de parochiekerk bezoeken. In de negentiende en twintigste eeuw werd deze feestdag (19 november) bijzonder gevierd waarbij ook oud-Gravenaren naar hun stad terugkomen.
- Na het uitbreken van de pokkenepidemie in 1870-1871 trokken veel gelovigen naar de kerk om daar te bidden tot de heilige Elisabeth. Vanaf 29 juni 1871 verzamelden zich iedere avond "buitengewone getalen" gelovigen bij haar beeld in de kerk voor het houden van novenen. Ter afwering van de heersende ziekte werd haar voorspraak ingeroepen, de rozenkrans gebeden en haar litanie gezongen. Nog in 1910 kon een oud-parochiaan zich herinneren dat er vanaf dat moment (juni 1871) geen nieuw ziekte- of sterfgeval meer geconstateerd werd. Uit dank schonken enige ingezetenen op de maandag voor 22 juli 1871 zilveren kronen voor het beeld.
- De bijzondere verering voor Elisabeth blijkt ook uit de vele versieringen aan de kerk, die haar als onderwerp hebben. Begin achttiende eeuw kwam de kerk al in het bezit van een zilveren missaalbeslag met als voorstelling de Heilige Elisabeth. Eind achttiende eeuw werd een beeld (140 cm hoog) van haar vervaardigd. Zij staat hierbij, gekroond met metalen kroon, een parelsnoer om de hals en een gesloten boek in de linkerhand waarop een metalen kroontje, met aan een gordel een beurs en in de rechterhand een muntstuk dat zij geeft aan een geknielde, kreupele bedelaar met bedelnap en kruk. Begin negentiende eeuw, vermoedelijk onder invloed van bisschop Van Velde de Melroy, kregen de relikwieën een nieuwe houder. Rond 1860 werd een processiestaf met de H. Elisabeth vervaardigd. Ter gelegenheid van het priesterjubileum van de pastoor werd op 10 juni 1893 een altaartapijt met het rozenwonder van Elisabeth geschonken. Het eeuwfeest van de teruggave van de kerk was in 1903-1904 aanleiding om de kerk met muurschilderingen uit leven van de heilige te versieren (schilder M. Heijmans uit Den Bosch). Deze gingen bij de restauratie in 1974 verloren. Ook de zevenhonderste geboortedag van Elisabeth van Thüringen werd in 1907 uitvoerig gevierd. In 1914 werd ter gelegenheid van haar feestdag een nieuw altaar in gebruik genomen. In 1933 plaatste de pastoor ter gelegenheid van haar feestdag een koperen kruis en zes kandelaars op het gotische middenaltaar. In de Graafsche Courant werd ook de Elisabethsverering in Casteren onder de aandacht gebracht en werden beiden in elkaars verlengde geplaatst. Van massale, georganiseerde bedevaart naar Grave was echter geen sprake. De devotie was individueel.
- De stad Grave kwam de Tweede Wereldoorlog, ondanks haar strategische ligging, redelijk ongeschonden door. De gelovigen schreven deze hemelse bescherming toe aan de voorspraak van de patrones. Uit dankbaarheid schonk de bevolking op haar feestdag in 1948 een nieuwe kapel aan de kerk. Voor de inzegening hiervan liet de geestelijkheid via de krant weten dat vooral op zondag door het deelnemen aan de communie en het bijwonen van de hoogmis en het lof, de gelovigen mochten rekenen op de bijzondere voorspraak van Elizabeth. Ook latere belangrijke kerkelijke gebeurtenissen werden gekoppeld aan het feest van de Heilige Elizabeth. Zo werd in 1963 vanuit de oude Moederkerk een nieuwe parochie gesticht en kon - na een restauratie van zeven jaar - de kerk door prinses Margriet op 19 november 1981 worden heropend.
 

Bronnen en literatuur

Archieven: Streekarchief Brabant-Noordoost, rayon Land van Cuijk, Knipselarchief - doss. Grave 282 St. Elisabethskerk; Ibidem, Parochiearchief Grave 21, aantekeningen over kerkelijke vieringen, 1734; 351, charter reliekschenking, 1308.
Literatuur: L.H.Ch. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch III (St. Michiels-Gestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) 782-786; J.Jacobsz, `De H. Elisabeth beschermheilige der parociale kerk en der stad Grave', Graafsche Courant (19 nov. 1910); M.Th. Roelofs, Geschiedenis van Grave (Grave: wed. A. Verhaak N.V., 1938) 50-56; L.A.M. Goossens, `Het leven van Elisabeth', Restauratie-bericht St.Elisabeth Grave ([1976-1981]) informatiebulletin 1; H. Douma, `De Sint-Elisabethskerk in het stadsbeeld', Restauratie-bericht St.Elisabeth Grave ([1976-1981]) informatiebulletin 3; A. Spitters, De St. Elisabethskerk en haar kostbaarheden (Grave 1981).
 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.