Empel, O.L. Vrouw

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: O.L. Vrouw
Datum: geen specifieke datum
Periode: vermoedelijk vanaf eind 16e eeuw tot ? in Spanje, mogelijk ook in Brussel; in Empel vermoedelijk pas na 1949, uitsluitend binnen de parochie
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk H. Landelinus
Adres: H. Landelinus, Proosdijstraat 12, 5236 AT , 073-6421009 Diaken dhr. v.d. Pas
Gemeente: 's-Hertogenbosch
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

Een Spaans legioen bevond zich in 1585 te Empel in een zeer penibele situatie. Bij toeval werd een afbeelding van O.L.Vrouw opgegraven, waarna het legioen door plotseling ingetreden vorst werd gered. Dit wonder heeft vooral in Spanje grote indruk gemaakt, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat Empel ooit een bedevaartsoord is geweest. In de huidige parochiekerk is wel aandacht besteed aan het wonder, maar waarschijnlijk pas sinds ca. 1950.

Auteur: Ottie Thiers
Illustraties:
Topografie

- De geschiedschrijving plaatst de vondst van een afbeelding van O.L. Vrouw in 1585, dichtbij de toenmalige Landelinuskerk. Dit gebouw bestaat niet meer. De huidige parochiekerk ligt niet op dezelfde plaats, want na de Tweede Wereldoorlog is het dorp verplaatst. In de huidige kerk, gebouwd in 1949, bevindt zich links van het hoofdaltaar een zijkapel, gewijd aan O.L. Vrouw van Empel. Boven het altaar in de kapel hangt een triptiek waarop het verhaal wordt uitgebeeld. 
- Aan de achterwand hangt ingelijst een handgeschreven tekst, waarschijnlijk naoorlogs, met een aanbeveling aan de bezoekers om zich in te schrijven in het register van de broederschap van het 'legioen van Maria', die overigens geen verband houdt met de Empelse Mariadevotie, maar waarschijnlijke een lokale cel is vormt van de internationale organisatie van het Legio Mariae.

Cultusobject

- Het eigenlijke cultusobject, de opgegraven afbeelding van Maria, zou meegenomen zijn naar Spanje. Het is onduidelijk of het zich ergens in Spanje bevindt)
- De triptiek in Empel is geschilderd door Frans en Kees Mandos in 1950. De hoogte is ca. 1.20 m, het middenpaneel is ca. 1 m breed, de zijpanelen elk ca. 0,5 m. Onderschrift: Maria Immaculata. Het middenpaneel toont Maria, staande op een maansikkel, de armen voor de borst gekruist. Het linkerpaneel toont kerk en soldaten op een eilandje; als een beeldverhaal wordt de vondst verteld van het schilderij, dat in de kerk werd gebracht en tussen de vendels zou zijn geplaatst. Het rechterpaneel toont de redding: de soldaten ontkomen en nemen het schilderij mee.
- Een tijdlang schijnt in de plaats van de triptiek een ander schilderij in de kerk gehangen te hebben, dat zich nu bij iemand thuis bevindt. 

Verering

- In november 1585 waren enkele regimenten van het Spaanse leger in de omgeving van 's-Hertogenbosch op zoek naar een winterkwartier. Drie ervan, o.l.v. don Francisco Arias de Bobadilla, staken de Maas over en trokken de Bommelerwaard in; zij vonden de streek verlaten. Ondertussen kwam Filips graaf van Hohenlohe met een Staatse vloot uit Dordrecht en stak op een aantal plaatsen de dijken door, zodat de Spanjaarden moesten opbreken. Zij staken de Maas weer over en strandden bij Empel, omdat de terugtocht was afgesneden door de vloot van Hohenlohe. De Spaanse troepen zaten hopeloos in de val, zonder voedsel in de winterse kou. Alle pogingen om te ontsnappen of hulp te krijgen mislukten, tot een soldaat bij het graven van een borstwering een onbeschadigde afbeelding (mogelijk een schilderij) van Maria vond. De volgende dag, 8 december, was juist de feestdag van haar Onbevlekte Ontvangenis. Bobadilla liet de afbeelding in de Empelse kerk brengen, waar veel gebeden zal zijn. Bovendien hield de Illustere Lievevrouwebroederschap op 8 december een processie in Den Bosch om Gods hulp af te smeken voor de Spanjaarden. Deze hulp kwam, in de vorm van een straffe noordoosten wind; het begon te vriezen dat het kraakte. Hohenlohe vreesde dat zijn schepen zouden invriezen en zocht open water op. De Spanjaarden wisten vervolgens Den Bosch te bereiken, waarna het begon te regenen en dooien. Op 15 december hield de broederschap in Den Bosch een tweede processie, nu om te danken voor de goede afloop.
- De episode maakte grote indruk op de Spanjaarden. In 1594 stichtte men naast de predikherenkerk in Brussel een kapel ter ere van O.L. Vrouw van de Rozenkrans; ze is in 1700 met luister herbouwd. Bobadilla stichtte bovendien een broederschap en maakte Maria tot patrones van zijn tercio, een voorbeeld dat door andere tercio's gevolgd werd. Op 12 november 1892 bepaalde de koningin-regentes dat de Heilige Maagd voortaan patrones was van de gehele Spaanse infanterie.
- Men heeft lange tijd gemeend dat een schilderij in het seminarie van Den Bosch, dat tegenwoordig in het gemeentehuis in Empel hangt, een voorstelling gaf van bovenstaand verhaal. Dit schilderij geeft echter de gebeurtenissen bij Callo, even buiten Antwerpen, in 1638 weer. Enkele schrijvers vermelden afbeeldingen op prenten in het Rijksprentenkabinet, die de gebeurtenissen in Empel zouden weergeven (heb ik niet verder onderzocht).
- In hoeverre heeft de broederschap die volgens de geschiedschrijvers door Bobadilla is opgericht, ook leden in Empel gehad? Volgens de Katholieke Encyclopedie (1935, schrijver van het lemma is Valvekens) bestond deze 'nog steeds' in het dorp. Het parochiearchief bevat stukken van de 'broederschap van de levende rozenkrans', opgericht in 1859 of 1860, waarvan het register loopt tot ca. 1882 (ca. 300 leden, een lijst achterin het boek geeft er nog 146). In 1902 is de 'broederschap van de rozenkrans' opnieuw opgericht; dit register loopt tot ca 1934 en bevat ongeveer 320 leden. Er was in Empel in de 17e eeuw geen rozenkransbroederschap (vlgs. de lijst van Kronenburg VII, p. 326). Bovendien zijn rozenkransbroederschappen ouder dan 1585 en zullen dus i.h.a. niets met het wonder van Empel te maken. Misschien is dit verband later gelegd omdat de kapel te Brussel, waarvan men zegt dat het wonder van Empel aanleiding heeft gegeven tot de stichting, was opgedragen aan O.L. Vrouw van de Rozenkrans. Te Empel zijn in 1891 enkele scapulierbroederschappen opgericht, waaronder de 'broederschap van het scapulier der onbevlekte ontvangenis van O.L. Vrouw', en van 'de zeven smarten van O.L. Vrouw'. Een verband met het wonder of met een Spaanse broederschap is onwaarschijnlijk en niet aantoonbaar. Is de broederschap waarnaar de tekst in de kapel verwijst, wellicht officieus geweest? Heeft de toenmalige pastoor misschien vorm willen geven aan wat in de literatuur werd beweerd, en waarvan hij meende dat het dus ook bestaan moest hebben? 
- In hoeverre is Empel een bedevaartplaats geweest? De Spaanse soldaten zullen in de 17e eeuw niet in groten getale teruggekeerd zijn naar Empel. In oude kerkinventarislijsten en in het parochiememoriaal ontbreekt elk spoor van aandacht voor de gebeurtenis - tot na de Tweede Wereldoorlog. Toch noemt de Katholieke Encyclopedie van 1935 Empel een 'bekende bedevaartplaats'. 
- De tweede van de drie nieuwe klokken van 1949 draagt de naam 'Maria Immaculata' (de eerste Landelinus, de derde Jan Baptist).
- De parochie heeft in het Mariajaar 1954 een vouwblaadje laten drukken. Op de voorzijde staat een foto van het drieluik en de tekst 'Broederschap der Soldaten van de Onbevlekt ontvangen Maagd. Opgericht te Empel 8 december 1585'. Hier is de fantasie overduidelijk; Bobadilla en zijn mannen hadden op die datum wel wat anders aan het hoofd. Binnenin wordt het verhaal verteld, op de achterzijde het programma van een Mariaal Triduum van 4 tm 8 december (Druk St. Jan 's Bosch, formaat 13 x 45 cm, in drieën gevouwen).

Bronnen en literatuur

Archieven: Empel: parochiearchief, memoriaalboeken en broederschapsregister, inventarislijsten en kasboeken (hierin geen vermelding van O.L. Vrouw van Empel ); het parochiememoriaal van na 1945 bevat krantenknipsels over O.L. Vrouw van Empel.
Literatuur: A. Carnero, Historia de las guerras civiles que ha avido en .. Flandes, desde el año 1559 hasta el de 1609 (Bruselas: 1625) lib. VII, Cap. XIV; Pieter Christiaansz. Bor, Oorspronck, begin ende vervolg der Nederlandsche Oorlogen, beroerten en burgerlijke oneenigheyden enz..., dl. 2 (1621-1634)/1679)  p. 666 e.v.; F. Strada, De bello Belgico (Rome: apud haeredes Francisci Corbelletti, 1648) boek VII, p. 399; H. Jonghen o.f.m., Vera fraternitas (Antwerpen 1662); L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. 3 (St. Michielsgestel: Boekdrukkerij instituut voor doofstommen, 1872)  p. 579; J.G.R. Acquoy, Jan van Venray en de wording van de hervormde gemeente te Zalt-Bommel ('s-Hertogenbosch: Van der Schuyt, 1873) p. 137-141, aldaar meer literatuurverwijzingen; J.C.A. Hezenmans, 'De Illustre Lieve-Vrouwe-Broederschap in den Bosch', in: Schaepman en Nuyens, Onze Wachter (Utrecht 1876) p. 417, noot 1; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland (Amsterdam: Bekker, 1909-1913) VII, p. 132-134; C.C.V. Verreyt, 'Spaansche troepen ingesloten door den Staatschen bij de kerk te Empel in 1585', in: Taxandria 8 (1901) p. 12-19; J. Brouwer, Kronieken van Spaansche soldaten uit het begin van den Tachtigjarigen Oorlog (Zutphen: Thieme, 1933) p. 299-302; 'Over vier kerken van Empel', in: St. Jansklokken 1951, no. 1481, 15 dec. (heb ik niet geraadpleegd); C. Klep, 'Het wonder bij Empel (1585)' in: Mars et historia, 27 (1993) nr.1, p. 15-21, maakt een grondige indruk wat betreft de krijgshandelingen, maar m.b.t. de broederschap citeert de schrijver uitsluitend uit de literatuur; Parochiegids H. Landelinus Empel (Empel: kerkbestuur en pastoraatsgroep, 1994) p. 2.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Empel.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.