Essen, O.L. Vrouw

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: O.L. Vrouw
Datum: onbekend
Periode: Begin 13e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Cisterciƫnzerinnenabdij Essen (Yesse).
Adres: -
Gemeente: Groningen
Provincie: Groningen
Bisdom: Groningen
Samenvatting:

De verering van een wonderdadig Mariabeeld in de abdij van Essen is door Caesarius van Heisterbach omstreeks 1220 opgetekend, maar van een continuering van deze verering nadien noch van eventuele bedevaarten wordt in de bronnen op enig moment gewag gemaakt.

Auteur: Folkert Bakker & Remi van Schaik
Illustraties:
Topografie

- Het klooster Essen (ook wel Yesse), gesticht in 1215 of 1216 en in 1594 opgeheven, was gelegen juist ten zuiden van de grens tussen de gemeenten Groningen en Haren, ten oosten van de huidige Rijksstraatweg. In de huidige buurtschap in het uiterste noord-oosten van de gemeente Haren nabij de spoorlijn Groningen-Zwolle leeft de naam voort.

Cultusobject

- Het betrof een Mariabeeld met kind, waarbij de Mariafiguur van een kroon was voorzien.
- Van der Kemp (1880) deelt onder verwijzing naar Caesarius mee dat het Mariabeeld een geschenk was van Sophia, echtgenote van graaf Dirk VI. De betreffende verwijzing blijkt onjuist en ook het gegeven zelf is aan sterke twijfel onderhevig, aangezien de bewuste Hollandse graaf, die inderdaad gehuwd was met Sophia (van Reineck), reeds in 1157 overleed en het klooster Essen toen in elk geval nog niet was gesticht. Bedoelde verwijzing is echter gebaseerd op een marginale aantekening in een afschrift van de laat-15e-eeuwse kroniek van Aduard (hs. B), waarin de suggestie wordt gewekt dat Essen reeds door Bernardus van Clairvaux (1090-1153) zou zijn gesticht. De editor van de kroniek achtte deze aantekening terecht van een uiterst twijfelachtig karakter.
 

Verering

- Caesarius van Heisterbach verhaalt in zijn Dialogus Miraculorum over een wonderdadig Mariabeeld (Maria en kind) dat het Cisterciƫnserinnenklooster Essen ten zuiden van de stad Groningen (bisdom Utrecht) kort na de stichting in 1215 of 1216 bezat. Volgens hem bleef een telkens weer uitgeblazen kaars voor het beeld toch branden en manipuleerde vervolgens het kind met de kroon van zijn moeder. Caesarius bezocht Essen in 1218 en 1220 persoonlijk en heeft dit hoofdstuk in de jaren 1221-1222 opgetekend. Na het bericht van Caesarius van Heisterbach ontbreekt elke verwijzing naar dit beeld en naar een eventuele verering. Van bedevaarten wordt in middeleeuwse bronnen geen melding gemaakt.
- In de acta van de classis Groningen 13 september 1641 echter wordt in het derde artikel door dominee Hubertus Brucherus uit Haren (1618-1657) ervan gewag gemaakt dat er nog steeds `exercitie van die pauslicke superstitie' in zwang is in het klooster te Essen. Nadere informatie is noch in de acta van de classis noch in die van de synode te vinden. Het is derhalve onduidelijk of deze klacht betrokken mag worden op een voortleven van een speciale Mariaverering. De klacht kan immers betrekking hebben op enigerlei vorm van rooms-katholieke eredienst.
 

Bronnen en literatuur

Archieven 1: Rijksarchief Groningen, Archief classis Groningen (NHK) doos 1, dl. 1: acta 1597-1654, p. 135.
Archieven 2: J. Strange ed., Caesarius van Heisterbach. Dialogus miraculorum, dl. 2 (Keulen: J.M. Heberle, 1851) p. 65-66; H. Brugmans (ed.), `De kroniek van het klooster Aduard', in: Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap 23 (1902) p. 1-188, aldaar 38 (noot 6).
Literatuur: P. Boeles, Het tweehonderd vijftigjarig bestaan der Hervormde Gemeente te Noorddijk (Groningen, 1846) p. 65; A.C.J. van der Kemp, `De bedevaarten onzer landgenooten', in: Studiƫn en bijdragen op 't gebied der historische theologie 4 (1880) p. 1-103, aldaar 27; J. Reitsma, `De abdij Essen', in: Groningsche volksalmanak 1890, p. 72-86; J. Reitsma, `Legenden en mirakels uit de kloosters der Friesche ommelanden', in: Groningsche volksalmanak 1903, p. 32-54, aldaar 46-48; J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in Nederland, dl. 3 (Amsterdam: Bekker, 1905) p. 183-185; C.E. Dijkstra, `Het nonnenklooster Essen', in: Groningse volksalmanak 1976-1977, p. 7-27; J.J. van Moolenbroek, `Caesarius van Heisterbach op reis in Friesland en Groningen. De Dialogus miraculorum (1219-1223) als historische bron', in: Tijdschrift voor Geschiedenis 98 (1985) p. 513-539, aldaar 516, 527-530; C. Tromp (red.), Groninger kloosters (Assen/Maastricht: Van Gorcum, 1989) p. 42-44.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Essen.
 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.
 
<<< /a>