Duizel, Jan de Doper

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Jan de Doper
Datum: 24 juni [zondag] of andere datum
Periode: Begin 17e eeuw - ?
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk St. Jan Geboorte
Adres: Smitseind 36, 5525 AP Duizel
Gemeente: Eersel
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:
Auteur: Jeroen van de Ven
Illustraties:
Topografie

- De parochiekerk van Duizel is gewijd aan St. Jan Geboorte (24 juni). Het patronaat van de kerk behoorde in vroeger tijden toe aan het Luikse Bartholomeuskapittel. Vanaf het einde van de 17e eeuw viel Duizel onder de norbertijner abdij Tongerlo en werden haar kanunniken steeds als pastoor te Duizel aangesteld. Weer later raakte Duizel onder de bediening van de abdij van Postel (1648-1827).
- Na 1648 kwam de parochiekerk in protestantse handen. De katholieken kerkten in die tijd in een schuurkerk in de Groenstraat, totdat in 1798 de parochiekerk werd teruggegeven. Op 9 november 1800 deed een storm de kerktoren van de oude kerk bezwijken en richtte het neerstortende puin aan de rest van het kerkgebouw een enorme schade aan. Tot 1822 moesten de katholieken noodgedwongen opnieuw uitwijken naar de schuurkerk in de Groenstraat.
- In de 20e eeuw werd in Duizel een nieuw kerkgebouw in neogotische stijl opgetrokken. Deze kerk werd opnieuw gewijd aan St. Jan de Doper. Op 5 juli 1926 werd de nieuwe parochiekerk plechtig ingezegend.

Cultusobject

- Jan de Doper (24 juni) wordt gezien als een voorafbeelding van Christus. Als boeteprediker trok St. Jan door de woestijn van dal langs de Jordaan en doopte diegenen die naar hem wilden luisteren. Zo doopte hij ook Jezus Christus. St. Jan noemde Jezus bij dit doopsel het Lam Gods. Hij werd gevangen genomen door Herodias en vervolgens door hem op listige wijze onthoofd. St. Jan wordt iconografisch veelal voorgesteld als boeteprediker met boetestaf met banderol (Ecce Agnus Dei) of wijst op het Lam Gods dat hij op de armen draagt. 
- Object van verering te Duizel is St. Jan de Doper. In de parochiekerk staat een beeld van hem met een eenvoudige boetestaf. Het door houtworm aangetaste lindenhouten beeld is enkele eeuwen oud en staat sinds die tijd in de kerk.
- Eind jaren zeventig liet het in 1971 heringerichte St. Jansgilde een tweede, palmhouten beeldje van Jan de Doper vervaardigen.

Verering

Geschiedenis
- De verering van St. Jan te Duizel bestaat in ieder geval al sinds het begin van de 17e eeuw. Aan het begin van die eeuw bestond te Duizel het St. Jansgilde (eerste vermelding: 19 mei 1615). In de tijd van de reformatie, zo memoreert Franciscus Augustinus Wichmans, raakte de devotie voor Jan de Doper te Duizel vrijwel in de vergetelheid. 

St. Janstros
- Ter ere van Jan de Doper worden in Duizel ieder jaar op het feest van St. Jan (zondag 24 juni of, als 24 juni niet op een zondag valt, een in overleg vastgestelde nieuwe datum) tijdens de mis de zgn. St. Janstrossen gewijd en buiten aan de woonhuizen opgehangen. De St. Janstros kan worden omschreven als een samengesteld bloemboeket dat na zegening bescherming moet afgeven tegen met name ziekten en blikseminslag. In de bloemtros komen vaak zeven planten voor vanwege het magische aantal letters in de naam Joannes. In de St. Janstros kan men onder meer het St. Janskruid, gele St. Janskruid, korenbloem, witte en rode rozen, wilde lissen, viooltjes, margrieten, anjers, varens, grassen en notenbladeren aantreffen. De St. Janstrossen werden in vroeger tijden ook in veel andere Brabantse plaatsen buiten aan de huizen opgehangen. Opdat de tros maar lang goed mocht blijven, stak men soms de stengels van de planten in een aardappel. De oude tros werd op de vooravond van de nieuwe wijding verbrand.
- In 1895 werd door de lokaal historicus P.N. Panken medegedeeld dat het gebruik van de zgn. St. Janstros nog het sterkst werd onderhouden in de dorpen die St. Jan als kerkpatroon hadden. Ook vertelde hij dat hij in die tijd de St. Janstrossen weer aan de huizen van Duizel had zien hangen. Ook in de zestiger, zeventiger en begin tachtiger jaren van de 20e eeuw was voor de bijzondere verering voor Jan de Doper en de wijding van de St. Janstrossen nog veel belangstellingen. Zo schrijft W.H.Th. Knippenberg in het eerste deel van zijn Devotionalia. Religieuze voorwerpen uit het katholieke leven over de Duizelse processie: ‘Te Duizel, waar in 1960 op zondag na St. Jan een mooie Sint-Jansvaart door het dorp te zien was en waar bijna aan ieder huis een tros hing, heb ik in 1973 nog diverse tientallen trossen bij de deuren aangetroffen. Ook te Oerle en Zandoerle hingen er in 1973 enige, maar niet zoveel als in Duizel'.
- Reminiscenties aan de  verering van Jan de Doper zijn er verschillende in Duizel: het wapen van Duizel en Steensel (afbeelding Jan de Doper), kerkklok (Johannes), basisschool St. Jan Baptist, St. Jansstraat, gilde-attributen St. Jansgilde (onderscheidingstekens, hoofdvaandel, trommen, dekenstokken, hoofdmanspiek), St. Janshoeve (Hapertseweg), ponyvereniging St. Jansdravertjes. Sinds 1994 bakt de bakker van Duizel voor het feest van Jan de Doper ook St. Janskoeken. Op de koeken prijkt het logo van het St. Jansgilde.

Processie
- Duizel al sinds het begin van de 17e eeuw een verteringsplek voor St. Jan. Aard en samenstelling van een processie in vroeger eeuwen zijn onbekend. In welke periode de processie eertijds precies is ingevoerd, is onbekend. In vroeger tijden werd het feest van St. Jan altijd gevierd op 24 juni of op de eerste zondag na 24 juni. Tegenwoordig viert men het feest te Duizel op zondag 24 juni precies. Valt 24 juni in het volgende jaar niet op een zondag, dan wordt het feest op het eind van het voorgaand jaar vastgesteld door het St. Jansgilde.
- Kern van de verering van St. Jan is de wijding van de St. Janstrossen tijdens de mis op het feest van Jan de Doper. De bloemtrossen worden gezegend met een algemeen gebed of met een soort van namaakformulier. Vele gelovigen hebben tijdens de plechtigheid een St. Janstros - in de zeventiger jaren van de 20e eeuw nog op stijf karton genaaid - bij zich die zij laten zegenen. Thuis aangekomen hangen zij die aan de buitenmuren van hun huizen. 
- In de 19e en 20e eeuw werd op het feest van de St. Jan, vanwege het processieverbod, processie gehouden over de rondgang van het kerkhof en door de pastorietuin. Men trok met het Allerheiligste naar een rustaltaar waar een lof werd gehouden. Vervolgens bracht men het Allerheiligste in processie weer terug naar de kerk.
- De processie van Duizel kreeg in 1956 door het toedoen van pastoor Van Houtert een geheel vernieuwd karakter: bijbelse voorstellingen, loopgroepen met bruidjes, bloemendraagsters in bruidjeskleding, acolieten als wierokers en dergelijke. De St. Jansvaart - een term bedacht door pastoor Van Houtert - trok van de parochiekerk naar het einde van het Smitseind waar een rustaltaar was ingericht bij de Mariakapel aan de Groenstraat (ca. 400 m). Hierna ging men weer terug naar de parochiekerk. Achter de bruidjes in de processie liepen alle uitgenodigde pastoors uit de omgeving en de notabelen van het dorp. De pastoor sloot de processie, lopend met het Allerheiligste onder een baldakijn. Dragers met flambouwen begeleidden hem. De gehele processieroute was versierd met bloembakken en tweekleurige wimpels, opgehangen op houders. De meeste gelovigen die langs de processieroute woonden, plaatsten een H. Hartbeeld in de deuropening. Dankzij de nieuwe impuls van pastoor Van Houtert kon de St. Jansvaart zich weer verheugen in een grote belangstelling vanuit de regio.
- Aan het einde van de zestiger jaren van de 20e eeuw verminderde de belangstelling voor de St. Jansvaart drastisch. Veel gelovigen waren niet meer bereid deel te nemen aan de verschillende loopgroepen. De pastoor benaderde het in 1971 heringerichte St. Jansgilde en vroeg haar medewerking om het feest van St. Jan nieuw leven in te blazen. Op die manier ontstond het St. Jansfeest zoals het tegenwoordig nog in Duizel gevierd wordt (‘optrommelen' van de gelovigen, H. Mis in de open lucht, wijding St. Janstrossen, vermaak voor de belangstellenden in de vorm van volksspelen e.d.). In 1982 werd Duizel door Margry gerekend tot de toen nog levende Brabantse bedevaartplaatsen, maar dat bleek bij ander onderzoek onjuist en is de Janscultus daar altijd een min of meer lokale verering geweest.
- Het feest van Jan de Doper werd anno 1996 voorafgegaan door het traditionele `optrommelen' van de gelovigen voor de H. Mis door de plaatselijke harmonie. Een half uur voor de aanvang van de eucharistieviering trekt het St. Jansgilde met de harmonie dan het dorp rond (volgorde: harmonie, verenigingsvaandels, St. Jansgilde) om de gelovigen op te roepen naar de kerk te komen. Ieder gildelid draagt dan een St. Janstros. Ook alle attributen zijn dan voorzien van een bloementros. Belangstellenden kunnen onderweg bij de stoet aansluiten (tussen vaandels en gilde). In de oude kerktoren van Duizel worden dan tegelijkertijd de klokken geluid. Bij de oude toren aangekomen, sluiten de dragers met het St. Jansbeeld en de pastoor zich bij hen aan. De harmonie zet de processiemars in en alle deelnemers trekken het plein tussen de parochiekerk en het dorpshuis waar de St. Jansmis wordt gehouden. In 1995 waren er zo'n 600 belangstellenden. Het feest van St. Jan met de wijding van de St. Janstrossen beperkt zich bijna alleen nog tot de inwoners van Duizel en hun familie en kennissen. Een en ander krijgt steeds meer een folkloristisch karakter. 
Wanneer het feest van St. Jan de Doper in het toekomende jaar niet op zondag 24 juni valt, stelt het gilde op het einde van het voorgaande jaar een datum vast. Men houdt in het vaststellen van een datum ook rekening met allerlei plaatselijke en regionale aktiviteiten.

Gilde
- Het St. Jansgilde van Duizel bestond reeds in de 16e eeuw. Bijzonderheden over het gilde in die tijd ontbreken. In 1721 wordt melding gemaakt van nauwe betrokkenheid van het St. Jansgilde bij de viering van St. Jansdag. Leden van het gilde waren in die tijd verplicht mee te lopen in de processie. In 1912 werd het St. Jansgilde opgeheven. Op 5 januari 1971 werd weer een nieuw St. Jansgilde opgericht: ‘St. Jan van Duizel en Steensel'.
- Met de eigen gildeleden woont het St. Jansgilde ieder jaar een eigen eucharistieviering bij waarin de eed aan het geestelijk gezag wordt vernieuwd. Na de mis wordt gezamenlijk een feestavond gehouden. Veelal valt een dergelijke festiviteit op de zaterdag in het weekend voorafgaand aan zondag 24 juni. Wanneer 24 juni, het feest van Jan de Doper, niet op een zondag valt, dan trekt het gilde op die dag met slaande trom de kerk binnen om de mis bij te wonen.
- Voor de aanvang van de eucharistieviering op zondag 24 juni trekt het St. Jansgilde met de harmonie het dorp rond. Volgens oud gebruik wordt vóór de eucharistieviering het beeld van St. Jan door het St. Jansgilde op een rijk met bloemen versierde draagbaar van de kerk naar het kerkplein gedragen. Tijdens deze ceremonie dragen de leden van de gildeoverheid een staf die getooid is met een St. Janstros en een klein identiek palmhouten St. Jansbeeldje.

 

 

 

 

Bronnen en literatuur

Archieven: Parochie-archief St. Jan de Doper Duizel, liber memorialis; St. Jansgilde, gildeboek.
Literatuur: F. Aug. Wichmans, Brabantia Mariana tripartita (Antwerpen: J. Cnobbaert, 1632) p. 489; Acta sanctorum (...), dl. XXX (Brussel: V. Palmé, 1863) p. 471-527; L. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch, dl. 3 (St. Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) p. 506-511; J.S. van Veen en A.A. Beekman, Geschiedkundige atlas van Nederland. De kerkelijke indeeling omstreeks 1550 tevens kloosterkaart, dl. 3 ('s-Gravenhage: M. Nijhoff, 1923) p. 34; K. ter Laan, Folkloristisch woordenboek van Nederland en Vlaams België ('s-Gravenhage/Batavia: G.B. van Goor, 1949) p. 356-357; H.H. Knippenberg, `Het Sint-Jansfeest', in: Volkskunde. Driemaandelijks tijdschrift voor de studie van het volksleven 54 (1953) p. 149; J.E. de Quay et al., Het nieuwe Brabant, dl. 2 ('s-Hertogenbosch: Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Brabant, 1953) p. 44-45; B.H.A. Fokkelman, `De Sint-Janstros, een stuk religieuze folklore I', in: Brabants heem. Tweemaandelijks tijdschrift voor Brabants heem- en oudheidkunde 27 (1975) p. 99; W.H.Th. Knippenberg, Devotionalia. Religieuze voorwerpen uit het katholieke leven, dl. 1 (Eindhoven: Bura, 1980) p. 207-212, 228-229; Peter Jan Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura, 1982) p. 94-96.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Duizel; PJMI VKVL 64a (1993).

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.
 
<<< /a>