Dordrecht, O.L. Vrouw

Cultusobject: O.L. Vrouw Open Street Maps
Datum: 11 maart
Periode: 1499 - 1572
Religieuze context: Christelijk
Locatie: St. Agnesklooster
Adres: -
Gemeente: Dordrecht
Provincie: Zuid-Holland
Bisdom: Rotterdam
Samenvatting: Tijdens graafwerkzaamheden werd in 1499 een Mariabeeldje gevonden. Het werd op een stok geplaatst en trok veel vereerders. De baten voor het St. Agnesklooster die deze cultus met zich meebracht, moeten aanzienlijk zijn geweest. Met de reformatie kwam een einde aan de devotie.
Auteur: Gerrit Verhoeven
Illustraties:
Topografie - Het St. Agnesklooster was gelegen aan de oostelijke rand van de stad, tussen Steegoversloot, Vest, Korte Nieuwstraat en Museumstraat (voorheen Nonnen- en Lindengracht). Nu staat op dit terrein het Dordrechts Museum, waarin nog enkele sporen van de kloostergebouwen zijn terug te vinden. De ligging wijst op een late stichting: het convent ontstond in het begin van de 15e eeuw als exponent van de Moderne Devotie. In 1421 kregen de zusters, die tot dan een derdeorderegel volgden, van hertog Jan van Beieren toestemming om een klooster volgens de regel van St. Augustinus te vormen. Zij sloten zich aan bij het kapittel van Neuss, dat in 1427 opging in het kapittel van Windesheim. De geestelijke leiding was in handen van een pater van de vooraanstaande Windesheimerconventen Rooklooster (B) of Groenendaal (B).
- In 1426 werd de kloosterkerk gewijd aan Maria. In de jaren 1460 kwamen een ziekenhuis, een keuken en een koor aan de kerk tot stand. Op 23 februari 1499 werd begonnen met het graafwerk voor een nieuwe uitbreiding van de kerk, waarbij het O.L. Vrouwebeeldje werd gevonden.
Cultusobject - Een beeldje van Maria met het kind Jezus op de arm. Het werd geplaatst op een stok. Volgens Theodorus Cornelii, pastoor van Dordrecht sinds 1605, was het beeldje van steen en kreeg het een plaats in een uitgebouwd kapelletje aan de zuidzijde van het koor.
Verering - Op 11 maart 1499 vond een werkman bij de graafwerkzaamheden ten behoeve van uitbreiding van de kloosterkerk een beeldje van Maria met het kind Jezus op de arm. Verwonderd nam hij het mee naar huis, maar de volgende dag vond hij het opnieuw op dezelfde plek. Vol verbazing vertelde hij dit aan de priorin van het klooster, die het beeldje in ontvangst nam en opborg. Toen de man het een dag later ten derden male op dezelfde plaats vond, begreep men dat Maria daar vereerd wilde worden. Er werd besloten op die plek een kapel te bouwen te harer ere. Het beeldje werd op een stok gezet om getoond te kunnen worden, er geschiedden wonderen en er ontstond een grote toeloop.
- Jaarlijks werd de datum van de vondst, 11 maart, feestelijk gevierd. Over de plechtigheden die dan plaatsvonden is echter niets bekend. Op 12 september 1500 verleenden vijftien kardinalen van de pauselijke curie evenwel een aflaat; deze werd op 19 december van hetzelfde jaar bevestigd door de bisschop van Utrecht.
- Volgens het rekenboek van het klooster hebben Maria en Christus door dit beeld 'menighen mensche ghenade ende ghesontheit verlent, inwendich in der herten ende uutwendich in den lichaem'. Een kroniek vermeldt dat dankzij Maria's gunsten en de offergaven van de gelovigen de kapel in korte tijd kon worden voltooid. Op de eerste verjaardag van de vondst, 11 maart 1500, werd zelfs 350 gulden ontvangen, nog afgezien van gouden en zilveren voorwerpen. Daarna bedroegen de inkomsten jaarlijks ongeveer 200 gulden.
- Tijdens de reformatie werd het St. Agnesklooster opgeheven. Daarmee verdwenen ook het beeldje en de verering.
Bronnen en literatuur Archivalia: Dordrecht, gemeentearchief: archief van het klooster St. Agnes.
Literatuur: H.F. van Heussen, Historia Episcopatuum Foederati Belgii etc., dl. 1 (Antwerpen 1733) p. 317-318; A.v[an] L[ommel], 'Cort verhael van de kercken, reliquien, kloosteren, gasthuysen ende processien der stadt Dordrecht', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdomvan Haarlem 6 (1878) p. 44-55; J.C. Overvoorde, 'Het regularissenklooster van Sint Agnes te Dordrecht. Gevolgd door: Rekeningen van het convent van Sint Agnes te Dordrecht, 1451 en 1464-1503', in: Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem 21 (1896) p. 49-86; Ruben A. Koman, Bèèh! Groot Dordts volksverhalenboek (Bedum: Profiel, 2005) 122-123; Fred van Lieburg, Heilige plaatsen in een Hollandse stad. Duizend jaar religieuze gebouwen op het Eiland van Dordrecht (Dordrecht: Historische Vereniging Oud-Dordrecht, 2012 = Jaarboek 2011) p. 106-107.
Voor verdere bronnen en literatuur: D.E.H. de Boer e.a., Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 (Hilversum: Verloren, 1996).
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Dordrecht-O.L. Vrouw.
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.