Ganuenta, Nehalennia |
||
Cultusobject: | Nehalennia | |
---|---|---|
Datum: | Onbekend | |
Periode: | 2e - eind 3e eeuw | |
Religieuze context: | Germaans / Romeins | |
Locatie: | In de Oosterschelde nabij Colijnsplaat | |
Adres: | Visserijweg 2, 4486 CX Colijnsplaat (= adres van de gereconstrueerde tempel op de wal, niet van het oorspronkelijke heiligdom) | |
Gemeente: | Colijnsplaat | |
Provincie: | Zeeland | |
Bisdom: | Niet van toepassing | |
Samenvatting: |
Het betreft een bedevaartcultus voor een Germaanse en mogelijk specifiek Walcherse moedergodin die in de tweede en derde eeuw door personen uit een verre omtrek in de handelsnederzetting Ganuenta werd ingeroepen voor de bescherming van zeelieden en vrachtvervoerders over de Noordzee. |
|
Auteur: | Peter Jan Margry | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De locatie van het heiligdom is wat nu de ‘Schaar van Colijnsplaat’ heet, een vaargeul in de huidige Oosterschelde voor de kust van Colijnsplaat. Op 14 april 1970 vond visser K.J. Bout er delen van een Nehalennia-altaar in zijn visnet. Uitgebreid onderwateronderzoek in 1970-1971 en in 1974 bracht meer dan 330 votiefstenen en altaren en negen beelden boven water, alsmede een groot aantal bouwfragmenten, zoals dakpannen, tegels, blokken tufsteen en brokken metselwerk, resten van het Nehalenniaheiligdom en de nederzetting. De vondsten worden nu bewaard en deels tentoongesteld in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. |
|
Cultusobject |
- Het betreft de lokale Germaanse moedergodin Nehalennia. Zij was een van de inheemse godinnen in Romeins Nederland. |
|
Verering |
- In de eerste eeuwen van onze jaartelling bestond er intensief handelsverkeer tussen het noordwestelijk deel van het Romeinse rijk en Engeland. Het huidige Walcheren en Noord- Beveland speelden een belangrijk rol in de scheepvaart tussen Engeland, Noord-Frankrijk en het eigen achterland via de rivieren, Rijn, Maas en Schelde. Ganuenta was een overslaghaven voor de niet-zeewaardige schepen die met hun landing de rivieren kwamen afzakken. Schippers en reizigers riepen voor een veilige overtocht over de Noordzee en naar Brittania van henzelf en van hun lading de bescherming in van ‘zeegodin’ Nehalennia. Er bestond ook contact met de Romeinse vloot in Keulen die in Ganuenta een steunpunt had. |
|
Materiële cultuur |
- Vondsten: alle 330 altaar- en votiefstenen zijn ondergebracht in Leiden in het Rijksmuseum van Oudheden. De grootte is tussen de 50-100 cm hoog, 20-55 cm breed en 10-30 cm diep. De stenen en de Nehalenniabeelden zijn afkomstig uit groeven in Noord-Frankrijk, van zandsteen uit de Eifel, maar voor het merendeel uit kolenkalksteengroeven in Namen, waarna ze in Tongeren werd gebeeldhouwd. Vandaar werden ze via de Maas naar de (Ooster-) Schelde vervoerd. Verfresten in rood en blauw zijn op sommige stenen nog zichtbaar. |
|
Bronnen en literatuur |
Literatuur: J.A. Trimpe Burger, ‘Wonderbaarlijke visvangst’, in: Zeeuws tijdschrift 20 (1970) p. 216-219; J.A. Bogaers & Maurits Gysseling, ‘Nehalennia, Gimio en Ganuenta’, in: Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, N.R. 52 (1971) p. 86-92; L.P. Louwe Kooijmanns e.a., Deae Nehalenniae. Gids bij de tentoonstelling Nehalennia de Zeeuwse godin, Zeeland in de romeinse tijd, romeinse monumenten uit de Oosterschelde (Leiden: Rijksmuseum van Oudheden, 1971); P. Stuart & J. E.A.T. Bogaers, Nehalennia: römische Steindenkmäler aus der Oosterschelde bei Colijnsplaat, 2 dln (Leiden: Rijksmuseum van Oudheden, 2001); P. Stuart, Nehalennia. Documenten in Steen (Goes: De Koperen Tuin, 2003); Jan J.B. Kuipers, ‘De lange schaduw van een manteltje. Nehalenniatheorieën in de marge’, in: Zeeuws Tijdschrift 58 (2008) p. 78-82; Dimp Nelemans, Wat is Nehalennia zonder schip? (Colijnsplaat: Stichting Maritime Art & Design (MAD), 2021). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |