Diepenveen, O.L. Vrouw |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | O.L. Vrouw | |
Datum: | ||
Periode: | 1400-1578 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Vrouwenklooster | |
Adres: | Diepenveen | |
Gemeente: | Deventer | |
Provincie: | Overijssel | |
Bisdom: | Utrecht | |
Samenvatting: |
Het vrouwenklooster Diepenveen, ten noorden van Deventer, werd in 1400 gesticht vanuit de beweging van de Moderne Devotie. Het was gewijd aan Maria en de H. Agnes. De verering van Maria vond alleen plaats binnen de kloostermuren. Middelpunt van de devotie was een in het klooster aanwezig Mariabeeld. Van een bedevaartkarakter was echter geen sprake. In 1578 werd het klooster verwoest. |
|
Auteur: | Frans Kroonenberghs | |
Illustraties: | ||
Topografie |
-Vanaf 1400 nam pater Johannes Brinckerinck, een volgeling van Geert Groote, het initiatief voor de stichting van een zusterklooster. In 1407 werd op een moerassig gebied bij Colmschate in de buurt van Deventer begonnen met de bouw van een kloosterkerk, slaapzaal, eetzaal en andere gebouwen., waaronder een kapelletje gewijd aan de H. Agnes. De bouw werd financieel mogelijk gemaakt door de rijke weduwe Zweder van Rechteren. Het klooster Diepenveen werd in 1408 als augustinessenklooster ingewijd. De eerste zusters waren afkomstig van de Zusters van het Gemene Leven uit Deventer. Zij leefden en werkten vanuit de idealen van de Moderne Devotie, een hervormingsbeweging binnen de Katholieke Kerk die gesticht was door Geert Groote. Onder leiding van Hille (Hilde?) Sonderlants en, vanaf 1412, vooral van priores Salome Sticken groeide het klooster uit tot een bloeiende religieuze gemeenschap. Vanuit het klooster Diepenveen werden zusters uitgezonden om ook elders in het land vrouwenkloosters op te zetten of te hervormen volgens de regels van hun eigen klooster. Het groeide zo uit tot het moederklooster van een aantal vrouwenconventen die aangesloten waren bij het Kapittel van Windesheim, een vereniging van kloosters die na de dood van Geert Groote gesticht werden op basis van de kloosterregel van Augustinus of de Derde Orde van Franciscus. |
|
Verering |
- Naast een kapel gewijd aan de H. Agnes stond in het klooster ook een Mariabeeld. De devotie voor Maria vond voornamelijk plaats onder de kloosterzusters. Van een bedevaartsoord voor Maria is nooit sprake geweest. |
|
Bronnen en literatuur |
Literatuur: Wilhelmus Johannes Kühler, Johannes Brinckerinck en zijn klooster te Diepenveen. W. Nevens: Rotterdam 1908 (proefschrift Amsterdam); J.W. Arriens, 'Vrouwenklooster, kerk en dorp Diepenveen', in: Verslagen en mededeelingen van de Vereniging voor Overijssels regt en geschiedenis, 74(1959), p. 131-147; D.A. Brinkerink (ed.), Van den doechden der vuriger ende stichtiger susteren van diepen Veen, Leiden 1904; W. Moll, 'Diepenveensche oudheden' in: Kalender voor de protestanten, 3(1858), p. 93-98.
|
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |