Pastoor Offermans was tussen 1907 en 1930 pastoor van Lierop. Een actief man die in 1910 de Boerinnenschool, een landbouwhuishoudschool voor meisjes oprichtte in Lierop. Aangezien hij in Lierop geassisteerd werd door een kapelaan had pastoor Offermans gelegenheid buitenlandse reizen te maken. Dit leidde hem onder meer naar Lourdes en Rome. Dat Offermans veel afwezig was, ontging ook de parochianen niet. Van hem werd in die tijd gezegd : " De godslamp is nooit uit, de pastoor bijna altijd". Van deze reizen nam hij zaken mee bedoeld voor de inrichting van de Lieropse koepelkerk die in 1895 was ingewijd. Deze zaken dienden ter verfraaiing van het gebouw, maar moesten ook - indien mogelijk - offerandes genereren. De opbrengsten konden weer in de aankleding van het gebouw gestoken worden. - In 1927 beschreef pastoor Offermans het kerkgebouw en de interieurstukken in een twaalf pagina's tellende brochure. Naast talloze schilderingen met evenzovele heiligen, koperen engelen, glasramen, altaren, communiebanken, een preekstoel, klankborden, vaatwerk, kruiswegstaties en geschilderd behangsel bevinden zich ook nog een fors aantal beelden in de Lieropse parochiekerk. Naast een beeld van O.L. Vrouw van Lourdes, de H. Antonius, het H. Hart, de H. Familie en de H. Jozef bevinden zich ook beelden van de H.Bernardus en Maria Bambina in de gebedsruimte. Beide laatste beelden waren door pastoor Offermans aangeschaft ten behoeve van de verdere inrichting van de kerk. - Maria Bambina: Ook de Maria Bambina is door pastoor Offermans meegebracht van een van zijn vele reizen. Hij besteedt in 1927 bij zijn interieurbeschrijving veel aandacht aan het beeldje: " Wij vestigen nog uwe aandacht op de afbeelding in gips van het wassen beeldje Maria Bambina, dit is: Maria Allerheiligst Kindje, in de wieg liggende. Dit beeldje wordt, rijk versierd met edelgesteenten, bewaard in de kloosterkapel der Liefdezusters te Milaan (Via S. Sofia no. 13). Een massa ex-voto's, wegens wonderbaarlijke genezingen en gebedsverhoringen, versieren dit heiligdom en de trapgangen die er heen geleiden. Geheel den dag door komen velen, vooral moeders met hare kinderen, daar bidden en de kleertjes der kleinen aanstrijken aan het wonderbeeld". - Bij nadere beschouwing zien we dat hij eigenlijk meer aandacht schenkt aan de verering in Milaan. Het lijkt een uitnodiging te zijn om ook het beeld in Lierop te vereren. De bambina is evenwel in Lierop altijd een curiosum geweest. Er is nooit een echte verering ontstaan, laat staan een bedevaart.
|