- In 1707 kwam er een einde gekomen aan de Schotse onafhankelijkheid door een vereniging met Engeland. Sinds 1714 was de Engelse troon bezet door het huis Hannover, hetgeen fel bestreden werd door het huis Stuart, dat eveneens aanspraken maakte op de troon. Lord Murray was de vijfde zoon van de hertog van Athole, één van de invloedrijkste clanhoofden van Schotland. Deze lord Murray is vooral bekend geworden als belangrijk volgeling van prins Karel Edward, zoon van de katholieke Stuart-pretendent, die in juli 1745 in Schotland landde. Karel Edward vond meteen een grote aanhang onder de Schotse clans om de katholieke Stuarts op de Engelse troon te helpen. Het ging de Schotten meer om hun vermeende onafhankelijkheid dan om het feit de katholieke Stuarts op de troon te helpen. - Murray vormde een leger en voerde zijn soldaten tot ver in Engeland, maar Murray wordt teruggedreven in Schotland en verpletterend verslagen op 16 april 1746 bij Colloder. Murray weet te vluchten en raakt in Nederland verzeild waar hij op 11 oktober 1760 overlijdt. - Murray werd bijgezet in de Bonifatiuskerk te Medemblik waar zijn grafsteen en rouwschild te zien zijn aan de westmuur van de kerk. - Heel af en toe legde een nazaat van Lord Murray een takje hei, omwikkeld met een schotsgeruit lint, bij de grafsteen in de kerk, hetgeen het idee van een cultus heeft doen ontstaan. - In 1880 werd de Bonifatiuskerk uitgebreid en kwam het graf van Murray buiten de kerk te liggen. De familie heeft later een nieuwe steen op het graf geplaatst. De oude grafsteen ligt nu in de kerk. De steen werd in 1880 herplaatst door iemand van de familie Athole. - Er heeft verder geen verering of bedevaart voor hem bestaan.
|