Ouddorp, O.L.Vrouw (?)

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: O.L.Vrouw (?)
Datum: onbekend
Periode: 15e eeuw? - ca 1680?
Religieuze context: christelijk
Locatie: O.L. Vrouwekapel op ' Preekhil ' (?)
Adres: onbekend
Gemeente: Goeree - Overflakkee
Provincie: Zuid-Holland
Bisdom: Rotterdam
Samenvatting:

Laatmiddeleeuwse bedevaart naar een O.L. Vrouwkapel op een kleine verhoging in de Preekhilpolder bij Ouddorp. Met name vissers en andere zeelieden bezochten de kapel. Deze pelgrims trokken naar dit bedehuis om er een behouden vaart af te smeken of er te danken wanneer zij een schipbreuk op zee hadden overleefd. Een laatste bedevaart naar de kapel op de Preekhil werd gehouden in 1524. In 1680 zou de kapel bij Ouddorp nog hebben bestaan .  Wat daarna met de kapel is gebeurd, is onbekend.
Geen bedevaartsoord.

Auteur: Jeroen van Ven, Jan van Herwaarden, Geert Vink,
Illustraties:
Topografie

- Het huidige Ouddorp bestond in de 15e eeuw uit de parochies Westvoorne en Goedereede en behoorde tot het bisdom Utrecht. In het begin van de 16e eeuw stond op de terp in een polder bij Ouddorp op Goeree, in de volksmond Preekhil of Preekhilpolder genoemd, een stenen O.L. Vrouwekapel. De kapel zou in gebruik zijn geweest bij een kapittel. Tot 1680 moet de kapel nog hebben bestaan. De benaming Preekhil zou tijdens de Reformatie zijn ontstaan toen calvinisten er bijeen kwamen om naar predicatie te luisteren. Hier moet in 1524 een kapel hebben gestaan, waaraan een college van kanunniken verbonden was.
- In deze kapel was een beeld van de Heilige Maagd aan wie de kapel was toegewijd. Het was een bedevaartsoord voor vissers en zeelieden, wanneer zij aan een dreigend gevaar op zee ontkomen waren.
- De laatste bedevaart had plaats in 1524 door Dirk van der Meere, kapitein van een convooi-schip, uitgerust te Terweere, welke voor Goedereede schipbreuk had geleden. De afbeelding van het schip door de schipbreukelingen geofferd, was nog in 1680 aanwezig ( H. van Dam in 't eiland West-Voorn, blz. 69).
- Uit de landerijen, die nu nog de naam Capittel - tienden dragen, blijkt wel de toenmalige rijkdom aan kerkelijke goederen.
- De ideeën van de Hervorming begonnen steeds meer veld te winnen vooral door de komst van de Watergeuzen, die kort na 1572 ook Goedereede binnenkwamen.

Cultusobject

- Vissers en andere zeelieden gingen na het stranden van hun schip of andere doorgestane rampspoed op zee ter bedevaart naar de O.L. Vrouwekapel op Preekhil. Bemanningen zouden ook naar de kapel zijn getrokken om er een offer te brengen wanneer ze een (verre) tocht overzee zouden gaan maken, bijvoorbeeld naar Engeland. Ook voor een behouden thuiskomst was een bezoek aan de kapel op de Preekhil de moeite waard.
- Een pelgrimage naar de O.L. Vrouwekapel zou voor het laatst zijn gehouden in het jaar 1524 door kapitein Dirk van der Meere en zijn bemanning, opvarenden van een konvooischip uit Terveere, dat bij Goedereede was vergaan. Van deze bedevaart naar de kapel wordt gezegd dat de bemanning een afbeelding van het vergane schip hebben geofferd. In 1680 zou deze ex-voto in de kapel nog te zien zijn geweest.
- Over het Mariabeeld is verder niets bekend.

Verering

- De vooralsnog enige verwijzing naar deze verering is te vinden in de "Korte beschrijvinge''  van H. van Dam uit 1680, waarin hij verteld over de laatste bedevaart naar de kapel op wat later 'Preekhil' werd genoemd. Het is deze bron die voor dit gegeven herhaaldelijk wordt aangehaald. Als bijkomend argument wordt voorts gewezen op de naam Capittel-tienden voor een paar landerijen in die buurt, waarbij dan wordt verondersteld dat aan de kapel een kapittel verbonden zou zijn geweest, wat onwaarschijnlijk is; eerder zou de naam kunnen wijzen op een willekeurig kapittel dat in die contreien gegoed was.
- Het is dus uiterst onwaarschijnlijk dat de kapel op Preekhil bij Ouddorp inderdaad een vereringsoord is geweest; meer nog: het is zeer de vraag of die kapel ooit bestaan heeft. In de uitgebreide inventarisatie van parochies, altaren en vicariën van Grijpink  staat wel iets over Ouddorp, maar wordt geen kapel daar in de buurt vermeld. Het is vrijwel zeker dat het hier een verwijzing naar het vereringscentrum Vrouwenpolder (zie aldaar) betreft. 

Bronnen en literatuur

Literatuur: Chriniick van Zeelandt, eertijdts beschreven door d'heer Johan Reygersbergen, nu verbetert ende vermeerdert door  Marcus Zuerius van Boxhorn  (2 dln.; Zacharias ende Michiel Roman, Middelburg 1644) II, 411: tekst Reygersbergen;  H. van Dam: Korte beschrijvinge van het eylandt Westvoorn, ende de geschiedenissen van de stadt Goederede ( Henricus Goddaeus, Rotterdam 1680), 69. ; B. Boers : Beschrijving van het eiland Goederede en Overflakkee (J. Jongejans, Sommelsdijk 1843) 120;  P.M. Grijpink [e.a.], Register op parochiën, altaren, vicarieën en de bedienaars zooals die voorkomen in de middeleeuwsche rekeningen van den officiaal des aartsdiakens van den Utrechtschen dom  (7 dln.; Amsterdam enz. 1911-1937) wel Ouddorp, geen OLV-kapel vermeld, althans volgens Geertruide de Moor, Index op Grijpinks " Register op parochieën..." (Centraal Bureau voor Genealogie, 's-Gravenhage 1995) 123: Ouddorp in de parochielijst als nr. 233, zonder kapel.
Overige Bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Ouddorp

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.