Het Onze Lieve Vrouwe-beeld uit de Gasthuiskapel in Venlo.

Toen de Staatse troepen de stad Venlo innamen, in 1652, moest de kapel van Sint Joris of de Gasthuiskapel worden afgestaan aan de hervormde eredienst. Alle beelden, schilderijen en godsdienstige voorwerpen, die in de kerk aanwezig waren, werden eruit verwijderd. Ook het daar aanwezige Mariabeeld.  Maar tot de grootste verwondering van de hervormden en van de lieden, die het beeld de dag tevoren uit de kerk hadden verwijderd, stond het de volgende morgen weer op zijn plaats. Men vroeg elkaar af, wie de stoutmoedige aardigheid zou hebben gehad dat te doen; doch niemand kon een antwoord geven.
"Wel, dan zullen we het beeld maar weer opnieuw verwijderen", zeiden ze; en ze plaatsten er zelfs een wacht bij de kapel. opdat men het niet meer in de nacht of wanneer ook terug zou kunnen brengen. Die paapsen zouden anders dat geval zeer zeker uitbuiten!
Maar 's anderdaags morgens stond het Maria-beeld weer op zijn plaats. En dit gebeurde nog een derde maal.
Ten einde besloot men het beeld maar te laten staan, en men metselde er een muurtje voor.

Men vereert daar nog altijd het Maria-beeldje, onder de naam van "de Bedrukte Onze Lieve Vrouw van de Zeven Smarten".
De oorlogsstorm raasde eind 1944 en begin 1945 gruwzaam vernielende over Venlo heen en de Sint Martinuskerk werd deerlijk getroffen. Maar bij het herstel van de schone kerk staat de Zwarte Onze Lieve Vrouw er te inniger voor de Venlonaren, voor de schippers en voor velen ter verering uit.

Literatuur: Gerard Lemmens: "Maria in Limburg", p. 165.