Tijdens de veldtocht van de Frans koning Lodewijk XIV tegen de Staten van Holland trok het Franse leger onder aanvoering van de prins van Condé in mei 1672 op naar de Rijn om de vesting Wezel in te nemen. Tijdens een bivak onderweg in Eys stal een Franse soldaat uit het tabernakel van de oude parochiekerk van Eys de zilveren ciborie, de hosties op het altaar achterlatend. De schuldige soldaat werd ontdekt en de prins gaf het voorval door aan de koning. Deze was diep verontwaardigd en besloot om de gepleegde heiligschennis goed te maken. Tot eerherstel van het H. Sacrament schonk hij de kerk een som van 6000 franken. Hiervan moest elk jaar op 25 mei, de dag waarop de diefstal begaan was, een gezongen H. Mis opgedragen worden, alsmede een stille H. Mis en een lof op elke dag der octaaf van het Heilig Sacrament. Als aandenken aan de diefstal werd een zwart marmeren steen met opschrift vervaardigd. Deze is in de tegenwoordige parochiekerk, in het koor aan de evangeliezijde, in de muur gemetseld. Tevens schonk de koning de kerk een zilveren monstrans in de vorm van een stralende zon, versierd met het koninklijk wapen van Frankrijk. De stichtingsakte werd opgemaakt te Luik. De monstrans is later verkocht en kwam terecht in de Pruisische plaats Duren. De ciborie is weer in het bezit van de kerk gekomen.
|