Nijmegen, Ferdinand Hubertus Hamer

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Ferdinand Hubertus Hamer
Datum:
Periode: 20e - 21e eeuw
Religieuze context: Christelijk
Locatie:
Adres: Bisschop Hamerstraat
Gemeente: Nijmegen
Provincie: Gelderland
Bisdom: 's-Hertogenbosch
Samenvatting:

De in Nijmegen geboren Ferdinand Hubertus Hamer (1840-1900) was een missionaris van de congregatie van Scheut in China. Bij het gewelddadig verzet van de beweging van de 'Boksers' tegen de groeiende macht en invloed van westerse mogendheden in China en tegen het christendom, is hij als martelaar gestorven. Om hem te gedenken en eren is in 1902 in Nijmegen een standbeeld van hem geplaatst dat er tot op heden staat. Er is geen sprake van een bedevaart.

Auteur: Marga Pauwels
Illustraties:
Topografie

- Het standbeeld van mgr. Ferdinand Hamer werd in 1902 geplaatst aan het eind van de Verlengde Molenstraat bij het Keizer Karel Plein in Nijmegen. Kort daarna werd de naam van de straat veranderd in Bisschop Hamerstraat. Vanwege tijdelijke noodwinkels op deze plek werd het standbeeld in 1949 verplaatst naar het plantsoen van de Van Schaeck Mathonsingel. In 1999 plaatste men het standbeeld terug op de oorspronkelijke plaats.

Cultusobject

- Ferdinand Hubertus Hamer werd op 25 augustus 1840 in de Molenstraat te Nijmegen geboren als zoon van een kruidenier. Hij volgde het kleinseminarie van de jezuïeten in Culemborg, maar werd niet geschikt geacht om tot de orde toe te treden. Hij vervolgde in 1860 zijn studie aan het nieuwe grootseminarie 'Rijsenburg' bij Driebergen, waarna hij in 1864 tot priester werd gewijd. In datzelfde jaar kwam hij in contact met de Belgische pater Théophile Verbist, die in 1862 in Scheut de Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (CICM) had gesticht, ook bekend onder de naam congregatie van Scheut. De congregatie had de missie in China als doel en toen pater Verbist hierover in Rijsenburg kwam spreken, raakte Hamer enthousiast en sloot zich bij de congregatie aan. In 1865 ging Hamer mee met de eerste uitzending van paters scheutisten naar China. Paus Pius IX had Mongolië als missiegebied aan de congregatie van Scheut toegewezen. Hamer werkte daar als missionaris onder Chinese boeren die het eigenlijke en onrustige China waren ontvlucht en ten noorden van de Grote Muur een nieuw bestaan hoopten op te bouwen. Hamer heeft in China meerdere functies bekleed. Zo kreeg hij in 1869 de leiding over de missionarissen van Scheut en de volle verantwoordelijkheid voor de missie. Toen Rome in 1878 het CICM-missiegebied uitbreidde met de Chinese provincies Gansu, Qinghai en Xinjiang, werd Hamer apostolisch vicaris van dit reusachtige gebied in noordwest China. Hij kreeg als titel bisschop van Tremite i.p.i. (in partibus infidelium), waarbij Tremite de naam was van een bisdom op Cyprus in de vroegchristelijke tijd. In 1883 werd Mongolië opgesplitst in drie bisdommen. Hamer werd in 1889 als apostolisch vicaris overgeplaatst naar het bisdom Ordos (ook: Ortos) in het zuidwesten van Mongolië. Vanwege gezondheidsproblemen maakte hij echter eerst een reis naar Europa. In Nijmegen werd hij in 1890 luisterrijk ontvangen. In België raakte hij met de algemeen overste van de congregatie van Scheut in conflict over het te volgen beleid. Buiten medeweten van Hamer benoemde de congregatie in 1891 de Vlaming Alfons Bermijn tot missieprovinciaal in China. Hamer raakte steeds meer geïsoleerd. In 1892 bood hij zijn ontslag aan aan Rome, maar het antwoord dat hem na meer dan drie jaar bereikte, was afwijzend. In de laatste jaren van 19e eeuw werd China in toenemende mate onder druk gezet om concessies te doen aan westerse mogendheden. Parallel daarmee stelde de groep-Bermijn, de zogeheten IJzeren Brigade, zich steeds agressiever op tegenover Chinese en Mongoolse autoriteiten. Meer dan Hamer wilde Bermijn afdwingen dat grote stukken land aan de missie werden afgestaan voor de landbouw door Chinese bekeerlingen. In 1899 werd de streek Ordos getroffen door droogte en hongersnood. Chinese boeren zagen de zich opdringende westerse mogendheden als oorzaak van hun ellende. In het oostelijk kustgebied ontstond de politiek/religieuze beweging 'Vuisten der Gerechtigheid en Eensgezindheid', door de Engelsen 'Boksers' genoemd, die zich met geweld keerde tegen de buitenlandse invloed en het christendom. Op 18 mei 1900 gebeurde het nabij Hamer's bisschoppelijke residentie Ershisiqingdi dat Chinese boeren door missionarissen van de IJzeren Brigade en een groep christenen van hun land werden gezet. Hierbij vielen verscheidene doden. Dit zette kwaad bloed bij de bevolking en de autoriteiten, en bevorderde de aanhang van de Boksers. Hamer onderkende het gevaar en gaf zes naaste medewerkers het bevel om te vluchten. Zelf bleef hij bij de ongeveer duizend Chinese christenen in Ershisiqingdi. Een eerste aanval van de Boksers konden zij nog afslaan, maar daarna kregen de Boksers steun van een Chinese generaal en zijn scherpschutters. Ershisiqingdi werd op 19 juli 1900 veroverd en verwoest, de inwoners gedood, behalve honderden vrouwen en meisjes, die verkocht werden. Hamer werd gevangen genomen, dagenlang onderworpen aan marteling, berecht en tenslotte levend verbrand. Hij was een martelaar geworden.                     
- De gewelddadige dood van bisschop Hamer maakte grote indruk op katholiek Nederland. In Nijmegen werd een comité gevormd voor de oprichting van een standbeeld. De congregatie van Scheut had hiertoe het initiatief genomen en de bisschop van Den Bosch, mgr. Wilhelmus van de Ven, nam het voorzitterschap op zich. Bijdragen uit het hele land, ook van het koninklijk huis, stroomden binnen.  
- Het bronzen beeld van bisschop Hamer is ontworpen door de Amsterdamse beeldhouwer Bart van Hove. Het staat op een hardstenen sokkel, waarop de hoofden zijn afgebeeld van Joseph Dobbe, Gijsbertus Jaspers en Andreas Zijlmans. Dit zijn paters scheutisten die bij aanvallen van de Boksers op christenen zijn omgekomen.
- Het standbeeld werd op 28 september 1902 onthuld door mgr. Wilhelmus van de Ven. Ter ere van deze gelegenheid hield de rooms-katholieke politicus Herman Schaepman een rede en werd de Bisschop Hamer Cantate van Albert Roothaan uitgevoerd.
- De congregatie van Scheut heeft verder het in 1923 gebouwde studiehuis in Nijmegen vernoemd naar Ferdinand Hamer. Het Bisschop Hamerhuis aan de Verlengde Groenestraat heeft een kenmerkende Chinese pagode op het dak. Het gebouw is sinds 1995 in gebruik bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
- Enige jaren na zijn dood begon de congregatie van Scheut een proces tot zaligverklaring van Ferdinand Hamer. Dit heeft niet tot resultaat geleid. Daarvoor worden verschillende verklaringen gegeven. Het was niet eenvoudig om betrouwbare getuigen te vinden. Toen dit eindelijk gelukt was, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Daarna kwam de zaak in handen van een gespecialiseerd Zwitsers advocatenkantoor dat echter deze zaak onvoldoende gedegen aandacht gaf. Mao Zedong kwam aan de macht, de missionarissen van Scheut moesten China verlaten, de congregatie was bevreesd voor Chinese represailles bij een zaligverklaring van Hamer, en in het westen begon de secularisatie. In de jaren '70 zette de congregatie van Scheut het proces-Hamer stop.

Bronnen en literatuur

Literatuur: Uitgegeven onder leiding van J.A. Loeff (et al.), Het katholiek Nederland 1813-1913. Ter blijde herinnering aan het eerste eeuwfeest onzer nationale onafhankelijkheid, Deel II ( Nijmegen: L.C.G. Malmberg, 1913) p. 321-329.
Websites: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ferdinand_Hamer; https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/hamer; https://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/2_Ferdinand_Hubertus_Hamer; https://nl.wikipedia.org/wiki/Standbeeld_van_Ferdinand_Hamer. Geraadpleegd op 6 februari 2024.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Nijmegen-mgr. Hamer.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.