Vijlen, H. Clodulfus

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: H. Clodulfus
Datum: onbekend
Periode: onbekend
Religieuze context: christelijk
Locatie: Vijlen
Adres: onbekend
Gemeente: Vaals
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

H. Clodulfus, stichter van vele kerken in Zuid-Limburg.
Geen bedevaartplaats

Auteur:
Illustraties:
Topografie

- De H. Clodulfus ( 605-697), (ook Chodulfus, Chlodulfus of Saint Cloud) was zoon van de H. Arnulf en  oom Pepijn II,  hofmeier onder deMerovingers, bisschop van Metz tot 694 in  welk jaar hij gestorven is.
- In een studie van de Eerw. Heer Schleiden : " De H. Clodulfus, stichter van Vijlen", wordt vermeld dat de H.  Clodulfus  in Vijlen de eerste kerk heeft gebouwd in die streken. "Als hofmeier bezocht hij twee van de domeingoederen te Villen (Mamelis) en Burtscheid. Als getrouw regent was 't hem zeker eene grote zorg de domeingoederen goed te beheeren. Eene groote zorg had hij echter voor 't geestelijk welzijn zijner onderdanen. Daarom stichtte hij in beide plaatsen eene kerk, in Villen ter eere van den H. Martinus, in Burtscheid ter eere van den H. Petrus. De oude kerk lag ter plaatse, waar ook nu het nieuwe Godshuis in gothieken stijl (1865) zoo schilderachtig op den heuvel troont, het hoogste punt van ons vaderland'.
- In een oud werkje van de hand van een voormalig hoofd der school te Vijlen, de heer Deswijzen, staat geschreven dat Clodulf in zijn tijd in deze streken grote bezittingen moet hebben gehad, die hij aan bloedverwanten wegschonk. Deze schenkingen werden door keizer Otto I in het jaar 947 bevestigd. In die tijd bestond de naam Vijlen of Villen nog niet, want in de bedoelde beschrijvings-oorkonde heet de nederzetting nog altijd Littemale Subterior. De naam Villen moet eerst in het jaar 1016 zijn ontstaan, toen  keizer Hendrik II een villa (landgoed of hof) aan de abdij Burtscheid schonk. Daar in voornoemde schenking niet van de kerk van Villen (Vijlen) gesproken wordt, zo kan men als zeker aannemen dat de 24 MatriculariĆ«n, die onder hun abt Gregorius, zoon van de Griekse keizer Nicephorus Phocas, die in het jaar 973 abt werd, stonden, allen Benedictijner monniken zijn geworden en in Burtscheid als kloosterlingen samen woonden. Hun oudste stichting in Villen lieten ze door hun Conversen of lekenbroeders bewerken en onderhouden, hetgeen later, toen het klooster door nonnen bewoond werd, ook door deze gebeurde.
- De toenmalige abdij Burtscheid had voor en na grote bezittingen in en om Villen, deels door aankoop, meestal echter door schenking tot zich genomen; ze raakte evenwel door onvoldoend beheer zo zeer in verval, dat haar huishouding in hopeloze wanorde kwam, haar bezittingen zwaar belast werden, de kloostertucht ontweek, het aantal monniken tot op vijf na slonk, en voor haar geen uitzicht meer bestond nog nieuwe leden aan te werven.
- Keizer Frederik II droeg de aartsbisschop van Keulen : H. Engelbert, op een onderzoek in te stellen hetgeen resulteerde in een verplaatsing van de nonnen van de Salvator-berg naar de abdij van Burtscheid. (1222). De stichting Villen behoorde dus van nu af aan ook toe aan de nonnen.
- De bisschop van Luik, Johannes, heeft in het jaar 1232 de parochiekerk te Villen met de abdij verenigd - in 1257 door de toenmalige pastoor-rector te Villen ingewilligd en in hetzelfde jaar door paus Alexander IV bevestigd.

 

Bronnen en literatuur

Literatuur: De Nedermaas III (1925 - 1926): ' Vijlen (Zijn Stichter en Zijne "Boeisch") Miskenning of onkunde?
Overige Bronnen: KDC BiN - diskw.- dossier Vijlen.

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.
 
<<< /a>