Geleen, Broeder Thomas |
||
Gediskwalificeerd: | ja | |
---|---|---|
Cultusobject: | Broeder Thomas |
![]() |
Datum: | n.v.t. | |
Periode: | Onbekend | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | De kluis onder Geleen | |
Adres: | Kluis 1, Geleen | |
Gemeente: | Sittard-Geleen | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: |
Een legende vertelt het verhaal hoe de kluizenaar broeder Thomas in zijn kluis overlijdt met Maria aan zijn sterfbed. |
|
Auteur: | Frans Kroonenberghs | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In Geleen ligt de Sint-Janskluis. Het gebouw werd in 1699 gesticht door prinses Maria-Dorothea von Dietrichstein-von Salm (1667-1732), gravin van Geleen en Amstenrade. Mogelijk wilde zij een lazaret of melaatsenhuis stichten om besmettelijke zieken in te laten verplegen, maar al tijdens haar leven kreeg het gebouw een andere bestemming. De bisschop van Roermond gaf in 1722 toestemming om het gebouw in een kluis te veranderen. Bijna twee eeuwen behield het gebouw deze functie. De oudst bekende kluizenaar was een broeder, die volgens stukken uit 1726 de naam Gerlach (Keulers) droeg. De laatste kluizenaar, broeder Antonius (Thieman), overleed in 1912. |
|
Cultusobject |
- De kluizenaar broeder Thomas woonde in de kluis onder Geleen. Op een dag vond hij in het bos bij het sprokkelen van hout, hangend aan een boom, een beeldje van Onze Lieve Vrouw. Hij vatte een grote verering voor dit beeldje op en ging vaak terug om er de rozenkrans te bidden en bloemen neer te leggen. Hij vroeg Maria om niet eenzaam en verlaten te hoeven sterven. Oud en ziek geworden voelde hij zijn einde naderen. Op zijn sterfbed verlangde hij ernaar om nog eenmaal bij het beeldje bloemen te mogen neerleggen. Opeens werd er op de deur geklopt en vloeide een helder licht naar binnen. Het was Onze Lieve Vrouw die binnentrad en de kluizenaar voelde zich opeens zeer gelukkig. Maria sprak tot hem: "U hebt mij in het bos nooit alleen gelaten ik zal u op uw sterfbed ook niet alleen laten". Zij legde haar hand op zijn hoofd en zo overleed de kluizenaar in alle rust. Maria verliet daarna de kluis. |
|
Bronnen en literatuur |
Literatuur: Gerard Lemmens, Maria in Limburg. De legendenkrans voor Maria (Maastricht: Uitgeverij "Veldeke", 1947) p. 86-87. |
|
Laatste mutatie | 29-07-2025 | |
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |