Alphen, H. Willibrord (Willibrordus) |
||
Cultusobject: | H. Willibrord (Willibrordus) | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | Onbekend | |
Periode: | 19e eeuw (?) - ca. 1915 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Willibrordusput en -kapel | |
Adres: | Maastrichtsebaan, Alphen | |
Gemeente: | Alphen-Chaam | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: | Tot het begin van de 20e eeuw namen bedevaartgangers uit Alphen en omgeving water mee uit een kuil in de woeste gronden even buiten het dorp. Deze zogenaamde Willibrordusput zou door toedoen van de heilige zelf ontstaan zijn. In het Willibrordjaar 1939 is de put herontdekt en werd een kapelletje gebouwd. Een bedevaartplaats is het putje, ondanks de grote inspanningen van de pastoor, nooit meer geworden. | |
Auteur: | Ottie Thiers | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Alphen is gelegen op een kruispunt van twee oude 'heerbanen', de Romeinse baan en de Oude Maastrichtsebaan, waaraan het Willibrordsputje lag. De Maastrichtsebaan liep in de middeleeuwen van het noorden via Gorinchem naar Maastricht en Keulen. Aan het deel van deze route dat nu Raadhuisstraat heet, staat de parochiekerk, gewijd aan de H. Willibrord. Via de Zandstraat, aan de noordkant van het dorp, bereikt men de Maastrichtsebaan (bij splitsing links). Vlak na het punt waar de baan onverhard wordt, staat naast de weg het Willibrorduskapelletje. Het ligt nog geen kilometer buiten Alphen, op een hooggelegen plek in een beboste zandverstuiving. Bij het kapelletje lag een bron, die in de 19e eeuw bekend stond als de Willibrordusput. - Het kapelletje werd voor de eerste maal gebouwd in 1939 naar een ontwerp van architect Joh. Bedaux uit Tilburg. Aan de zijgevel bevond zich een zwengel die in verbinding stond met het pompmechanisme in een aparte ruimte achterin de kapel. Het water stroomde aan de voorzijde in een ingemetselde hardstenen kuip. Het kapelletje werd in de oorlog zwaar beschadigd en is in 1946 herbouwd onder leiding van de architecten J. Jacobs uit Alphen en J. Muis uit Gilze. Het is in 1975 gerestaureerd. De bouw van de eerste kapel was mogelijk gemaakt door een gift van mej. Johanna van Tilborg; Janus van Gorp maakte de herbouw na de oorlog mogelijk. Beiden woonden in de Zandstraat. - Het bakstenen kapelletje met pannen dak is circa 2 meter breed en 2,5 meter lang. Aan de voorzijde bevindt zich een betralied venster, waaronder een ingemetselde hardstenen kuip met een gedeukte tap waaruit thans geen water meer komt. Deze tap verstrekte water uit de Willibrordsbron en verving als zodanig het Willibrordusputje, waarvan geen spoor meer is te zien. De bron is in de jaren tachtig of negentig verdroogd als gevolg van de verlaging van de grondwaterstand. Binnen is in de achterwand een terracotta reliëf gemetseld met een voorstelling van de heilige. Links achterin de hoek staat op een ijzeren driepoot een rond, verbleekt, terracotta reliëf met het wapen van mgr. Baeten, bisschop van Breda (geboren in Alphen), die de inwijding in 1946 verrichtte. Voor de restauratie was het reliëf in de gevel gemetseld. - In de in 1909 opnieuw gebouwde Willibrorduskerk (in de Tweede Wereldoorlog beschadigd) werden de grote vensters van het transept van de kerk voorzien van glas-in-loodramen met voorstellingen van de stichting door Willibrord en van latere kerkelijke bedienaren, die uit de abdij van Echternach en later uit de abdij van Tongerlo afkomstig waren. |
|
Cultusobject |
- Willibrordus (658-739) was een Ierse monnik van Engelse afkomst die in 690 als geloofsverkondiger onder de Friezen ging werken (vgl. ⟶ Heiloo, Willibrord; ⟶ Westkapelle). In 695 werd hij de eerste bisschop van Utrecht. Hij stierf in 739 in het door hem gestichte benedictijnerklooster te Echternach (Lux.), dat uitgroeide tot een belangrijke bedevaartplaats. - In het verleden, tot circa 1910-1915, werd aan het water uit de Willibrordusput bijzondere kracht toegeschreven. - Het beeld van St. Willibrord dat in 1939 werd geplaatst, was uit witte steen gehouwen door Jozef van Gool uit Baarle-Nassau naar een ontwerp van Luc van Hoek uit Goirle. Het stelde de heilige voor als bisschop met een kerktoren op zijn linkerhand. Het beeld sneuvelde in 1944 als gevolg van een granaatinslag. - In 1946 werkte Frans van Tilborg uit het klooster te Huijbergen - zijn kloosternaam was broeder Seraphinus - aan een lemen beeld van St. Willibrord. Het was 1,15 meter hoog en ruim 50 centimeter breed. Onbekend is of dit beeld voor het kapelletje bestemd was en of het daar ook geplaatst is. Het zou ook het beeld boven de ingang van de parochiekerk kunnen zijn. - Het huidige terracotta reliëf is in 1975 gemaakt door de Tilburgse trappist broeder Martinus. Het stelt de heilige voor met staf en boek. Aan zijn rechterkant bevindt zich een kerk, aan zijn linker een schip. |
|
Verering |
- Op 21 mei 709 heeft Engelbert, inwoner van Alphen, aan Willibrord aanzienlijke bezittingen geschonken. Men neemt aan dat de heilige in datzelfde jaar de kerk van Alphen heeft gesticht. Aan het ontstaan van het Willibrordsputje is een legende verbonden die aan het begin van de 20e eeuw werd opgetekend. De heilige zou op een van zijn reizen te Alphen een aantal bekeerlingen hebben willen dopen, maar helaas was er geen water voorhanden. Hij stak daarom zijn staf in de grond, waarop ter plekke een bron ontsprong. Aan het water van deze bron werd geneeskracht toegeschreven. In elk geval in de 19e eeuw kwam men vanuit Gilze, Baarle, Chaam, Goirle en Tilburg om er water te putten dat gebruikt werd ter genezing van oogziekten en been- en voetklachten bij mensen en vee. - Of de H. Willibrord werkelijk iets met de put te maken heeft gehad, en of men van de achtste tot de 20e eeuw dit verband heeft gelegd, is niet bekend. De ligging van de bron aan de middeleeuwse heerbaan suggereert wel een hoge ouderdom. Ook is er een kaboutersage bekend, vastgelegd door de Alphense pastoor W.J.C. Binck (1932-1963) uit de mond van een Alphense verteller, waarin een verband tussen Willibrord en de Maastrichtsebaan wordt gelegd. De kabouters, die in de kelders van het Hof ter Braeke (⟶ Alphen, Jan) woonden, moesten soms aan de noordzijde van de Maastrichtsebaan zijn. Zodra zij echter deze weg betraden waren zij niet meer in staat zich te bewegen, omdat de kracht van de H. Willibrord hier werkte. Zij moesten daarom een tunnel onder de weg door graven om aan de noordzijde te kunnen komen. De sage kan worden geduid als een verbeelding van de strijd tussen heidendom en christendom. - Of het putje voor 1939 een rol gespeeld heeft in de door de parochie georganiseerde patroonsverering is niet met zekerheid te zeggen. In het parochiearchief komt het in elk geval niet voor. In de jaren na 1910 vierde men het patroonsfeest, waarop een volle aflaat te verdienen viel, met octaaf, plechtige missen, lof en veelvuldige gelegenheid tot reliekverering. In de jaren dertig werden ook kinderzegeningen gehouden. Pastoor Binck, die een passie had voor geschiedenis en archeologie, bracht hierin verandering. - In 1939 stond St. Willibrord volop in de belangstelling; men vierde zijn 1200e sterfdag. Toen de pastoor hoorde dat vroeger bij het dorp een Willibrordsputje, -kuil of -fontein had bestaan, was hij vastbesloten deze plek op te sporen en in ere te herstellen. Men vertelde hem dat de put gedempt was nadat de inmiddels bejaarde Janus Verhoeven er als kleuter bijna in was verdronken. Dit zou kort na 1870 gebeurd moeten zijn. Nadat de put was dichtgegooid heeft men nog een stuk verderop een alternatieve Willibrordusput gegraven, maar het water hiervan zou niet hetzelfde vertrouwen genoten hebben, waardoor de bedevaartplaats rond 1910-1915 in vergetelheid geraakte. Aangezien de ooggetuigen het niet eens waren over de exacte locatie schakelde de pastoor, naar men zegt, een wichelroedeloper in om de bron op te sporen. Vervolgens verrichtte op 24 april 1939 een team van 'zeven sterke levenslustige jonge-boeren' onder leiding van archeoloog Joan Willems de opgraving. Men ontdekte een ruim 2,5 meter diepe kuil met lemen rand, zonder stenen of houten beschoeiing, waaruit inderdaad water opwelde. In het midden van de put was een paal geslagen tot diep in de bodem. Men bouwde vervolgens in de kuil een stenen put met een diameter van een meter; daarbuiten werd de kuil met diverse materialen gevuld. De nieuwe put werd afgedekt. - Een maand later legde pastoor Binck de eerste steen van de te bouwen devotiekapel met waterpomp. Op 3 september 1939 kwam de bisschop van Breda, mgr. Hopmans, naar Alphen om de nieuwe Willibrordskapel met put - de enige in zijn bisdom - in te zegenen. De aanvankelijk geplande groots opgezette historische optocht, waarin uiteraard ook de geschiedenis van het putje zou worden verbeeld, moest vanwege de mobilisatie worden afgelast. Toch was het nog een lange stoet die zich zich naar de kerk begaf voor een plechtige hoogmis: ruiters te paard, bruidjes met bloemenmanden, oogstwerkers (d.w.z. boerenjongens met strohoeden en versierde schoppen over de schouder), jeugdverenigingen en andere organisaties met hun vaandels, een rijtuig met zes paarden met daarin de hoogwaardigheidsbekleders en tot slot enige leden van de rijvereniging. Dezelfde stoet trok na de mis naar het kapelletje, met medeneming van het nieuwe Willibrordusbeeld, dat in de nis werd geplaatst. De bisschop hield een toespraak en zegende de neergeknielde menigte. De plechtigheid eindigde met het zingen van een cantate en het Willibrordslied. 's Middags werd in de kerk nog een lof gehouden waarbij een schilderij ingezegend werd. Omstreeks 1520-1530 had namelijk de toenmalige pastoor van Alphen een Willibrordschilderij, dat hij had laten maken door Antony Stevens te Mechelen, geschonken aan de abdij van Echternach. In 1939 liet de Alphense parochie de Brusselse kunstschilder Jean Laenen een kopie van dit geschenk maken voor de eigen kerk. - De bouw van de kapel heeft niet geleid tot een herstel van de bedevaart, ondanks de inspanningen van de pastoor. Volgens de Piusalmanak van 1943 liep men in die tijd op 21 mei en 7 november (de feestdag van Willibrord) plus de zondagen erna wel een beêweg naar kapel en bron. De datum 21 mei houdt verband met de schenking van Alphense bezittingen in 709 aan Willibrord. Alphen staat in de almanak zelfs als bedevaartplaats vermeld, vermoedelijk omdat de pastoor het zo heeft opgegeven. Na de oorlog werd nog een tijdlang bij goed weer op 7 november lof gevierd bij de kapel. Bij minder goed weer vond het lof in de kerk plaats en liep men vervolgens naar de kapel voor een korte dienst met zang en gebed. |
|
Materiële cultuur |
- De kerk bezit een 19e-eeuwse zilveren monstrans (hoogte 59 cm, verguld) waarin Willibrord en Gregorius van Utrecht zijn uitgewerkt alsmede Maria met kind en twee engelen. - Pastoor Binck liet omstreeks 1940 kleine replica's van het Willibrordusbeeld maken, devotieprentjes drukken en flesjes vullen met Wilibrorduswater. De koster verkocht deze artikelen in zijn winkel tegenover de kerk. Tijdens de oorlog moedigde de pastoor zijn parochianen aan gevelstenen in hun woning aan te brengen, waarbij zij konden kiezen tussen H. Willibrord en O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Devotioneel drukwerk - 1 Devotieprentje: de voorzijde heeft een afbeelding van de schilderijkopie van J. Laenen in zwart-wit met de tekst 'De H. Willibrordus. Schilderij bijzonder vereerd in de kerk van Alphen'; op de achterzijde staat een gebed (z.p.; impr. Bredae, 26 Augusti 1939, J.M. van Oers, vic.gen.; formaat 6,8 x 11,4 cm); 2 in 1951 heeft Hub. Kunst uit Zundert de legende van het ontstaan van het Alphense Willibrordsputje op rijm gezet. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Alphen, gemeentearchief: archief Willibrordusparochie, inv.nr. 3, reliekcertificaten; inv.nrs. 15, 19 en 20, afleesboeken; inv.nr. 69, aflaatbrief 1834; inv.nr. 114, stukken m.b.t. de organisatie van de Willibrordusoptocht 3-9-1939, w.o. Feestgids (zie onder B); inv.nr. 217, geschil met architect Bedaux; inv.nr. 216, stukken m.b.t. de bouw van het Willibrorduskapelletje 1946. Tekstedities: Jan van Laarhoven ed., Het schetsenboek van Hendrik Verhees (Den Bosch: Merlijn, 1975) p. 116-117, 142. Literatuur: Louis Stroobant, 'Légendes et coutumes Campinoises', in: Taxandria; Gedenkschriften van den geschied- en oudheidkundigen kring der Kempen 4.1 (1907) p. 220, beschrijving miraculeuze Willibrordusput, water zou helpen tegen oogziekten, tegenwoordige tijd; Louis Stroobant, 'Découverte d'une villa Romaine à Alphen (Brabant septentrional)', in: Taxandria; Gedenkschriften van den geschied- en oudheidkundigen kring der Kempen 5.1 (1908) p. 165, beschrijving geneeskrachtige Willibrordusput en legende; J.R.W. Sinninghe, Noord-Brabantsch sagenboek (Scheveningen: 'Eigen Volk', [1933]) p. 223; P.C. Boeren, Sint Willibrord apostel van Brabant (Tilburg: Brabantsch comité voor de St. Willibrordherdenking, 1939) p. 42, vermelding van voormalig Willibrordusputje tussen Alphen en Chaam; M.A. Erens, Bij het eeuwfeest. Sint Willibrord apostel der Nederlanden (Tongerloo: St. Norbertus' Drukkerij, P.V.B.A., 1939) p. 108, vermelding Willibrordusputje te Alphen; A.E., 'Het Sint-Willibrordusputje te Alphen', in: Sancta Maria 16 (11 mei 1939) de mondelinge overlevering en de opgraving; Feestgids van de Willibrordusherdenking te Alphen (N.-Br.) op zondag 3 september 1939 (z.p. 1939) met uitgebreid programma van afgelaste historische optocht; Pius almanak, jaarboek voor de katholieken van Nederland (Amsterdam: N.V. Drukkerij De Tijd, 1943) p. 43, 511; W.J.C. Binck, Omzwervingen in de Alphense praehistorie (('s-Hertogenbosch: Provinciaal Genootschap, 1945) p. 8-9 kaart, p. 67-68 opgraving put, p. 87-90, kaboutersage waarin Willibrord en de Maastrichtsebaan een rol spelen; Jacques R.W. Sinninghe, 'Brabants heilige putten', in: Brabants heem 2 (1950) p. 56-59, begin onderzoek, verzoek om informatie, vermelding Willibrordsput Alphen; Herdenkingsfeesten Alphen, 709-1959, programmaboekje (z.p. [1959]); Georges Kiesel, Der heilige Willibrord im Zeugnis der bildende Kunst. Ikonographie des Apostels der Niederlande. Mit Beiträge zu seiner Kultgeschichte (Luxemburg: Sankt-Paulus Druckerei, 1969) p. 441 (nr. 441), beschrijving van de monstrans; J.A.A.M. Oomen, Alphen en Riel in oude ansichten (Zaltbommel: Europese bibliotheek, 1974) nrs. 1, 2 en 13, Willibrorduskerk en -school; M.A. Erens, Alphen in de baronie van Breda, 6 dln. (z.p.: [Gemeente Alphen en Riel] 1978) dit werk is geschreven in 1940-1945 en pas in 1978 bewerkt en uitgegeven, dl. 1, p. 18-27 feiten en legende omtrent Willibrord en Alphen, dl. 6, p. 68-69, geschiedenis putje en herdenkingsfeest 1939, p. 121-122 aflaat op feestdag Willibrord, p. 125 reliek Willibrord; Runstoof 13, nr. 2 (1990) p. 58-69, artikel waarin opgenomen enkele krantenknipsels uit 1939 en 1951 over het Willibrordsputje in Alphen; Sjef Backx, Jan van Eijk & Ton van Gool, Alphen en Riel: een eeuw foto's en herinneringen (Hulst: Van Geyt Productions, 1993) p. 15, 21-22, over Willibrorduskerk en -verenigingen; Peter Vermeulen, Langs 's-Heren wegen. Veldkapellengids voor Noord-Brabant (Eindhoven: Kempen Uitgevers, 1996) p. 14-15; Toon van Miert, 'Natúúrlijk is Willibrordus in Alphen geweest', in BN DeStem 11 april 2012, p. 29. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Alphen-Willibrord; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64b (1993); particuliere documentatie en mededelingen (1997) van dhr. J. Backx te Alphen. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |