Eindhoven, H. Nicolaas van Tolentijn (Tolentino) |
||
Cultusobject: | H. Nicolaas van Tolentijn (Tolentino) | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 10 september | |
Periode: | 1891 - 2017 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Nicolaaskapel in de kerk van het H.Hart van Jezus van het augustijnerklooster Mariënhage (Paterskerk) | |
Adres: | Augustijnendreef 15, 5611 CS Eindhoven | |
Gemeente: | Eindhoven | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
In Eindhoven en omgeving wordt Nicolaas van Tolentijn aangeroepen als beschermheilige tegen ziekten van mens en vee. Na de komst van de augustijnen in Eindhoven in 1891 is deze devotie gepropageerd in de stad en onder de boerenbevolking van Oost-Brabant, die tot in de jaren zestig van deze eeuw in groten getale naar de augustijnenkerk kwam. Hoewel de toeloop sindsdien is verminderd, waren er tot in de 21e eeuw vereerders van Nicolaas uit Eindhoven en omgeving op zijn feestdag naar de Paterskerk trokken. Dit hield op toen in 2017 de Paterskerk werd gesloten. |
|
Auteur: | A.K. de Meijer | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- Plattegrond ⟶ Eindhoven, O.L. Vrouw Presentatie. - Het oudste gebouw van Eindhoven, gelegen in het centrum van de stad op de hoek van de Tramstraat en de Kanaalstraat, is het restant van het vroegere klooster van de reguliere kanunniken van St. Augustinus (Mariënhage), dat was toegewijd aan Maria en St. Antonius Abt. Het klooster werd in 1419 gesticht op een aan de rivier de Dommel opgeworpen heuveltje. Het terrein lag binnen het territorium van de parochie Woensel. Met een korte onderbreking aan het einde van de 16e eeuw woonden de reguliere kanunniken daar tot 1688. Toen verhuisden zij naar Weert. - Na 1688 kwamen de gebouwen in bezit van verschillende families. De laatste eigenaar, de familie Van der Velden, die hierin een garenfabriek had, verkocht in 1890 het geheel aan de orde der eremieten van St. Augustinus, die er zich in 1891 vestigde en het bestemde voor de filosofische opleiding van toekomstige priester-augustijnen. Bij het klooster werd in 1897-1898 een neogotische kerk gebouwd door een leerling van P.J. Cuypers, P. Bekkers en zijn medewerker J. Hegener. De kerk kwam in de plaats van de noodkerk die tot dan in gebruik was. De nieuwe kerk werd toegewijd aan het H. Hart van Jezus, wiens vijf meter hoge beeltenis op de torenspits staat. De kerk werd in 2017 gesloten en is gekocht door uitvaartonderneming Dela die er een rouwcentrum in onderbracht. - In een aparte kapel, gebouwd naast de voorgevel van de kerk, vond de Nicolaasverering plaats. De kapel werd na de brand van 1959 in 1960 geheel vernieuwd naar een ontwerp van architect Jos de Haan en voorzien van nieuwe gebrandschilderde glas-in-loodramen van Rien van den Brink. - De kerk heeft eveneens een aan Nicolaas toegewijd zijaltaar, maar dit werd sinds de liturgievernieuwing niet meer gebruikt. Het werd vervaardigd door het atelier voor religieuze kunst van Jan Custers te Eindhoven, zoals het grootste deel van de kerkinventaris. |
|
Cultusobject |
- De augustijn Nicolaas Tolentino (†1305), of, vertaald, Nicolaas van Tolentijn, werd in 1245 in Sant'Angelo (It.) geboren als enig kind van ouders die lange tijd kinderloos waren gebleven. Nicolaas was een begenadigd prediker die al tijdens zijn leven als heilig werd beschouwd. Volgens de legende verscheen Maria hem op zijn sterfbed. Zij gaf hem de opdracht om aan zijn buurvrouw een brood als aalmoes te vragen en ervan te eten. Hij gehoorzaamde en genas onmiddellijk. Er worden vele wonderen aan hem toegeschreven, in Zuid-Europa, maar ook in België, vooral door het brood dat ter ere van hem gewijd wordt. De Nicolaasbroodjes worden gegeten of aan het vee gegeven om verhoring van intenties te verkrijgen. Nicolaas wordt aangeroepen bij onvruchtbaarheid en voor goede bevallingen. Na zijn dood zouden er op voorspraak van Nicolaas vele genezingen en wonderen zijn gebeurd. In het proces van zijn heiligverklaring, dat in 1325 begon, werden er 300 vermeld. Paus Eugenius IV sprak in 1446 de heiligverklaring uit. Vervolgens werd de verering van Nicolaas door de augustijnen over de gehele wereld verspreid. Nicolaas werd een van de meest populaire heiligen van de orde (der eremieten) van St. Augustinus. Andere bedevaartplaatsen van Nicolaas van Tolentijn zijn of waren: ⟶ Culemborg, ⟶ Nieuw-Namen, ⟶ Nijmegen en ⟶ Wouwse Plantage. - In de sacristie wordt een viertal relieken bewaard uit het gebeente van Nicolaas, gevat in ronde theca's, die op zijn feestdag gebruikt worden voor de verering door de bedevaartgangers. - In een speciale Nicolaaskapel stond het houten, ongepolychromeerde cultusbeeld van Nicolaas, vervaardigd door de Utrechtse beeldhouwer Stef Uijterwaal (1,65 m hoog). Dit beeld was oorspronkelijk in 1946 gemaakt voor de kapel van het augustijnenklooster te ⟶ Culemborg. Nadat aldaar de verering was gestopt, werd dit beeld na de kapelbrand van 1959 als plaatsvervangend cultusobject naar Eindhoven gehaald. Het Nicolaasbeeld dat tijdens de processie werd gebruikt, is opgenomen in de museumcollectie van het klooster. |
|
Verering |
Ontstaan en groei - Reeds in de noodkerk introduceerden de augustijnen in 1891 de verering van Nicolaas van Tolentijn en maakten daarvoor propaganda bij de boerenbevolking van Oost-Brabant. Aangezien de huidige stad Eindhoven in die jaren nog slechts een verzameling dorpen met een landelijk karakter was, bestond er onder de boeren in de nabijheid grote belangstelling. In 1893 werd een biografie verspreid met litanie en gebeden. De introductie van de verering van de heilige ging direct gepaard met het gebruik van de zegening en de aanwending van het brood. Nicolaas werd naar voren geschoven als een algemene patroon in nood. In het ter stimulering van de devotie uitgegeven boekje staat de functionaliteit van het brood nader omschreven: 'Ten allen tijde strekte het godvruchtig gebruik van dit gezegend Brood tot het geestelijk en tijdelijk welzijn der geloovigen. Menigmaal werden storm en onweder op zee gestild, pest en besmettelijke ziekten verdreven, vrouwen in barensnood geholpen, velen van pijnlijke en grievende zielskwellingen en smartelijke lichaamsgebreken en kwalen, van koortsen en andere ziekten verlost. Ook het rundvee werd daardoor herhaaldelijk van ziekten genezen. Te recht wordt dus eenieder aanbevolen, in alle geestelijke of tijdelijke noodwendigheden, kwellingen of smarten dit Brood met een zuiver gemoed en een standvastig vertrouwen onder aanroeping van den H. Nicolaas van Tolentino te gebruiken en wel op die wijze, welke door de H. Kerk is goedgekeurd en wij hier laten volgen'. Eveneens werden specifieke gebeden in deze uitgave opgenomen voor kinderloze vrouwen en voor boeren (tegen de sterfte onder het vee). Om gunsten te verkrijgen moest gedurende negen dagen (een noveen) het brood worden genuttigd (na biecht en communie) met een aantal nader omschreven gebeden. Voor hen die die gebeden niet konden lezen, volstond het om vijfmaal het onzevader en weesgegroet te bidden. De broodjes werden in de regel met water gegeten. - Na de missen in de Paterskerk deelde men de gewijde Nicolaasbroodjes uit. Daarna werden de pelgrims in het klooster ontvangen, waar zij gratis koffie kregen en broodjes konden kopen. In aparte kamers van het klooster kochten zij devotionalia: Nicolaasbeelden met of zonder koe aan zijn voeten, prentjes, medailles, levensbeschrijvingen en gebedenboekjes. Men kon ook mis- en gebedsintenties opgeven. - In de namiddag was er op het kloosterterrein een processie met het H. Sacrament en een Nicolaasbeeld op een baartje dat door bruidjes (meisjes van de nabijgelegen kostschool van de Franse zusters) werd gedragen. Anderen voerden vaandels mee in de stoet. Bij het rustaltaar voor de hoofdingang van het klooster hield een van de paters een feestpredikatie, waarna de processie naar de kerk terugtrok. Na de zegen keerden de pelgrims huiswaarts. - Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kende de bedevaart een opleving. De oorlog bracht op zich geen verandering in de bedevaart, die jaarlijks gehouden kon blijven worden. In verband met de aanmaak van de vele broodjes vroegen de paters wel om broodbonnen mee te nemen. Na 1945 - Na de oorlog werd de bedevaart nieuw leven ingeblazen naar aanleiding van het vijfde eeuwfeest van Nicolaas' heiligverklaring in 1446. In de parochiekerken rond Eindhoven werden - dit gebeurde nog tot voor een aantal jaren - affiches opgehangen met het programma van de bedevaart. Van de viering op 10 september 1947 wordt vermeld: 'Van heinde en ver kwam men per fiets, trein of autobus naar onze Paterskerk. De pelgrims waren zo talrijk dat noch 's morgens, noch 's middags een plekje onbezet bleef, alles letterlijk bezet. De viering had een bijzonder cachet. Er was een pontificale hoogmis, opgedragen door de hoogeerw. Abt van Echt, die ook het pontificaal Lof celebreerde. Het triduum werd gegeven door P.J. v.d. Kruijver, die ook de feestpreek hield onder het Lof'. In 1951 waren er zoveel bedevaartgangers dat velen buiten, aan alle drie de uitgangen van de kerk, de mis moesten volgen. De augustijn P.C. van Lierde, vicaris-generaal van Vaticaanstad, celebreerde om 15.00 uur het lof. Pater Eusebius Peters hield de feestpreek. In 1953 schreef de augustijn Joost Reuten twee nieuwe Nicolaasliederen. In dat jaar en in 1954 werden er ruim 3000 bedevaartgangers geteld. Tientallen autobussen stonden voor de kerk geparkeerd. Tussen 1952 en 1958 zijn er dertig gebedsverhoringen genoteerd. - Op 10 september 1959 brak om 13.20 uur brand uit in de Nicolaaskapel. De kapel stond zo vol met kaarsen dat de gordijnen vlam vatten. De kapel, inclusief altaar en cultusbeeld, brandde geheel uit. De kapel werd daarna gemoderniseerd en van een nieuw beeld voorzien dat, omdat het bij het publiek niet in de smaak viel, snel weer werd verwijderd. Het werd geplaatst in het 'conditorium', de grafkelder van het klooster. Het Nicolaasbeeld uit het klooster te ⟶ Culemborg kwam er voor in de plaats. - In datzelfde jaar 1959 is een volkskundevragenlijst uitgezonden over 'volksgeneeskunde en heiligenverering' waarop diverse invullers, voornamelijk uit Brabant, Eindhoven als bedevaartdoel bij ziekten van vee (paarden) noemden. Ook waren er reacties uit Yerseke (Z) en Bennebroek (NH). De informant uit Bennebroek schreef dat men 'voorheen' vandaaruit naar Eindhoven trok in geval van mond- en klauwzeer en dat bij terugkomst de meegenomen broodjes in de stal werden opgehangen. Sommige invullers spraken in plaats van broodjes ook van 'koeken'. Vanuit Den Dungen trokken tot 1950 ook boeren naar Eindhoven (Brabants Heem enquête, 1980). - Met ingang van de jaren zestig nam het aantal bedevaartgangers af. In het kloosterdagboek wordt de processie in 1963 voor het laatst genoemd en worden de beschrijvingen van de feestdag steeds korter. Op het dieptepunt van de verering, eind jaren zestig en begin jaren zeventig, kwamen er nog maar een paar honderd bezoekers op de feestdag. De bedevaart werd niet naar de zondag verplaatst, maar bleef gewoon op de dag zelf, 10 september, plaatsvinden. Enig herstel - Omstreeks 1980 blijkt uit hetzelfde kloosterdagboek een kentering: een zekere toename van bedevaartgangers wordt vermeld. In 1981 waren er tijdens de hoogmis in de ochtend ruim 400 aanwezigen, zo'n 200 bij de gebedsdienst van 13.00 uur en nog eens 200 bij het danklof van 15.00 uur. De wijding van het brood vond plaats tijdens de mis, na de preek. Tot in de jaren negentig was er ook een ziekenzegening met handoplegging. - De bekendmaking van de bedevaart geschiedde in de jaren tachtig en negentig door het verzenden van bedevaartaffiches naar de kerken van alle omliggende dorpen, een berichtje in het Bossche Bisdomblad en een vermelding door de regionale radio-omroep Brabant. De meeste bezoekers waren nog altijd uit de dorpen rondom Eindhoven afkomstig. Zij namen jaarlijks ongeveer 20.000 broodjes mee naar huis, zowel gedurende het jaar als op 10 september. De hardgebakken broodjes hebben geen bolronde vorm meer (ovaal; circa 5 x 6 x 1,5 cm) en dragen evenmin nog het stempel met de Nicolaasafbeelding (de stempelvorm zelf berust in het devotionaliamuseum in het klooster). Wanneer een pelgrim gedurende het jaar in de spreekkamer van het klooster broodjes haalt, krijgt hij of zij de handen opgelegd en daarna de zegen. Een (zakje) broodje(s), een prentje en een medaille kunnen vervolgens worden meegenomen. - Medio 2000 was de feestviering beperkt tot een plechtige eucharistieviering om 10.00 uur met na afloop een bezoek aan het klooster. In plaats van de vroegere processie werd om 12.30 uur de kruisweg gebeden voor alle opgegeven intenties. Gebedsverhoringen worden soms aan paters kenbaar gemaakt. Deze worden in een apart boek opgetekend. De sluiting van de kerk in 2017 maakte een einde aan devotie. Verbonden devoties - Naast de Nicolaascultus zijn er nog andere vereringen in de Paterskerk. Er bestond eveneens een bedevaart naar de heilige ⟶ (Eindhoven) Rita van Cascia en een verering van O.L. Vrouw van Goede Raad. Deze Maria stond in een kapel naast de Nicolaaskapel. De devotie tot O.L. Vrouw van Goede Raad neemt een centrale plaats in binnen de augustijnenorde. Het beeld is een kopie van de genadebeeltenis in de augustijnenkerk van Genazzano (Rome). In de kapel van de Paterskerk lag een 'boek van dank en zorgen' (intentieboek) waarin de gelovigen dagelijks iets schreven. Bovendien stonden er altijd veel bloemen en kaarsen bij het beeld en kondeen devotielichten tegen betaling een week lang branden. Deze Mariadevotie was lokaal maar werd ook gecombineerd met die voor Nicolaas of Rita door de bedevaartgangers. - Ook de verering van het H. Hart van Jezus, titularis van de kerk, in de hieraan gewijde kapel, was tot aan de kerksluiting nog enigszins levend, vooral op de eerste vrijdag van de maand en op het feest zelf, de derde vrijdag na Pinksteren. Voorts was er in de kerk een kapel van O.L. Vrouw van Lourdes met haar beeld en gebrandschilderde ramen met voorstellingen van de geheimen van de rozenkrans, in 1948 gemaakt door Daan Wildschut. Beide kapellen werden voornamelijk lokaal, door Eindhovenaren, bezocht. |
|
Materiële cultuur |
- 1 Museum Kempenland te Eindhoven beschikt over een 19e-eeuws gipsen beeld van de heilige met de tekst 'H. Nicolaüs van Tolentn' (57,5 x 36 x 14,5 cm), het is waarschijnlijk dat dergelijke beeldjes indertijd in Eindhoven werden verkocht; 2 Er hebben in de 20e eeuw ook Nicolaasbeeldjes bestaan, voorzien van attributen als koe en broodjes; 3 ovale medaille (2,1 x 2,4 cm + ophangoog) met op de voorzijde de H. Nicolaas met een kruis in zijn handen en de tekst 'H. Nicolaas van Tolentijn B.V.O.', op de achterzijde een afbeelding van Maria en de tekst 'Maria troost' (ca. 1940?; coll. Renders, streekarchief regio Eindhoven); 4 ovale medaille met op de voorzijde de tekst 'H.N.v.T. B.V.O.' en op de achterzijde 'Maria Troost'. Devotioneel drukwerk - Levensbeschrijvingen: 1 Korte levensschets van den H. Nicolaas van Tolentino, begeleid van eenige toelichtingen over den oorsprong en het gebruik van het St.-Nicolaasbrood (Eindhoven: P.E. van Piere-Bijsterveld, 1896; impr. L. Berkvens, Haaren 24 augustus 1893; 19 p.); 2 Pius Houben o.s.a., Het leven van den grooten wonderdoener den heiligen Nicolaas van Tolentino (Breda: E.van Wees, 1896; 192 p.; 2e dr.: Augustijnenklooster / druk. Lindner, 1919; 142 p.); 3 Korte levensschets van den H. Nicolaas van Tolentino, begeleid door eenige toelichtingen over den oorsprong en het gebruik van het St.Nicolaasbrood [en gebeden] (Eindhoven 1917; 20 p.; herdr.: Eindhoven: Drukkerij Lindner, 1920, 1926, 1931, 1941, 1951); 4 H. Nikolaas van Tolentijn grote wonderdoener van de orde der Augustijnen (Gent: PP. Augustijnen, 1950; impr. C. Calewaert, Gent 4 juni 1941; 96 p.); 5 Martijn Schrama o.s.a., De heilige Nicolaas van Tolentijn. Korte levensschets en gebeden (Eindhoven: augustijnen, 1997). - Devotieprentjes: op de achterzijde van een vijftal staan 'Gebeden bij het gebruiken van het St. Nicolaasbrood' met een impr. van M.P.J. Möllmann d.d. 26 juli 1911 te Haarlem: 1 afbeelding (11 x 7 cm) naar een 14e-eeuws fresco in de kerk van Tolentino; 2 afbeelding (11,5 x 7 cm) naar een 19e-eeuws schilderij, uitgave C.F van Steyn (Amsterdam), NV Drij. Mercurius (Amsterdam) en P.Groen (Venlo); 3 afbeelding naar een schilderij van R. Malfliet: Nicolaas tussen mensen en vee broodjes uitdelend met op de achtergrond het klooster te Gent, uitgave augustijnen, Gent; 4 afbeelding (11 x 6,5 cm) naar een gekleurde houtsnede van Huub Levigne, Maas-tricht, uit een serie van zes augustijnse heiligen, gemaakt in 1939, Nijmegen, Drukkerij Gebr. Janssen, van Augustinus, Nicolaas van Tolentijn, Thomas van Villanova, Monica, Clara van Montefalco en Rita van Cascia, uitgave Provincialaat Orde der Augustijnen; 5 afbeelding (11 x 6 cm) naar een tweede gekleurde houtsnede van Huub Levigne, Maastricht (ca. 1940); 6 prentje met twee liederen van Joost Reuten o.s.a. uit 1953 'Ter ere van de H. Nicolaas van Tolentino' op de voorzijde en afbeelding (N.O.F. Meulemans, Eindhoven 9-9-1953; impr. A. v.d. Weyden, Culemborg 8-9-1953). - Devotieboekjes: 1 Gebedenboekje ter ere van de H. Nicolaas van Tolentijn van de orde der augustijnen (impr. vicaris-generaal F.N.J. Hendrikx, 's-Hertogenbosch 4 september 1941 en provinciaal S. Makaaij o.e.s.a, Nijmegen 2 september 1941); Plechtige eucharistieviering op het feest van de heilige Nicolaas van Tolentijn. Mariënhage Eindhoven 10 september [1981] (gestencild; A5 formaat; 8 p.). - Muurprent in kleur met wit kader (29 x 38 cm) van Nicolaas met een kruisbeeld in de hand getekend door Kruys en Van Dijk in 1909, met de tekst 'S. Nicolaus Tolentinas, ord.erem. S. Augustini.' (Amsterdam: Uitg. C.F. van Steyn). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Eindhoven, archief klooster H. Hart van Jezus 'Mariënhage': m.n. dagboeken van het convent, sinds 1938. Eindhoven, Regioarchief: archief Stichting Brabants Heem, enquête r.k. gebruiken (1980). Literatuur: Analecta Augustiniana Provinciae Neerlandicae 1939-1960 [= AAPN; Nieuws van de huizen], met onder meer berichten over de jaarlijkse vieringen; Analecta Augustiniana Provinciae Neerlandicae 10 (1947) nr. 3, p. 36, over de viering op 10 september 1947; Analecta Augustiniana Provinciae Neerlandicae 22 (1959) nr. 3, p. 97-98, over de brand in de Nicolaaskapel; M. de Meyer, Volkskunde-Atlas voor Nederland en Vlaams-België. Commentaar bij de kaarten 21-29 Volksgeneeskunde, stuipen, hoofdpijn, beschermheiligen en bedevaarten etc. Aflevering III (Utrecht-Antwerpen: Standaard, 1968) p. 57, 70, 92; K. Vermeeren, Eindhoven tussen gloeikouske en gloeilamp (Den Haag: Kruseman, 1976); W. van Leeuwen, '"Overschoone Tempel Gods", de Eindhovense H. Hartkerk', in: J. Spoorenberg & H.A. de Wit ed., Eindhoven door de eeuwen (Eindhoven: Kempenland, 1982) p. 114-119; P.J. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeken, 1982) p. 96-101; J.M.P. van Oorschot, Eindhoven een samenleving in verandering, dl. 1 (Eindhoven: Gemeente Eindhoven, 1982) p. 281, vermelding van 'zakken vol' Tolentinobroodjes in de 19e eeuw; P. Klein Beernink, De Augustijnen- of Paterskerk te Eindhoven. Een rondgang (Eindhoven: Augustijnenconvent, 1979); A.G. Weiler, 'Het Windesheimse klooster van Onze Lieve Vrouw op die Hage te Woensel', in: W.H.A. Renders ed., Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel (Eindhoven: Gunsela, 1979) dl. 1, p. 61-95; A.K. de Meijer, 'De Augustijnen-Eremieten in Mariënhage te Woensel-Eindhove', in: W.H.A. Renders ed., Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel (Eindhoven: Gunsela, 1979) dl. 2, p. 77-81; C. Alonso, Saggio bibliografico su S.Nicola da Tolentino (Tolentino: Biblioteca Egidiana, 1991); Henri van Rooij, 'De Paterskerk is nog steeds een biechtkerk', in: Bisdomblad, 15 maart 1991, p. 6-7. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Eindhoven-Nicolaas; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 23 (1959); Nijmegen, Katholiek Documentatie Centrum-Klib: bedevaartfoto's Margry; mondelinge informatie van pater Leopold Verhagen in 1981. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |