Princenhage, Onze Lieve Vrouw van de Hage

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Onze Lieve Vrouw van de Hage
Datum:
Periode: Middeleeuwen -
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Martinuskerk
Adres: Haagsemarkt 4 4813 BA Breda
Gemeente: Breda
Provincie: Noord-Brabant
Bisdom: Breda
Samenvatting:

In de parochiekerk van Princenhage, de Martinuskerk, bestond een Mariadevotie door de lokale parochianen. Geen sprake van een bedevaartkarakter.

Auteur: Frans Kroonenberghs
Illustraties:
Topografie

In 1261 werd in het gebied dat nu Princenhage heet door de abdis van Thorn, Hildegunde van Wassenberg,  een aantal parochies opgericht, waaronder Mertersem of Hage. Dit Hage werd het latere Princenhage. Er werd een kapel gebouwd die begin 14e eeuw een parochiekerk werd, gewijd aan Sint Martinus. Rond de kerk ontwikkelde zich het dorp Metersem, dat in de 19e eeuw de naam Princenhage kreeg. Het dorp lag in de heerlijkheid Hage, dat zijn naam ontleende aan het jachtterrein voor de heren van Breda. De kerk werd de eeuwen daarna uitgebouwd met een driebeukig schip en een toren van 64 meter hoog. Halverwege de 17e eeuw kwam de kerk in protestantse handen, maar rond 1800 werd het weer een katholieke kerk. 

 

Cultusobject

Mariabeeld St. Martinuskerk: zie https://bedevaart.meertens.knaw.nl/plaats/1298

Verering

- In de kerk stond een altaar, waarschijnlijk op de plaats van het latere St. Bernardusaltaar, gewijd aan OLV. Bij uitvaarten werd op dit altaar geofferd.
- Op Maria-Lichtmis, een christelijk feest 40 dagen na Kerstmis waarbij men herdenkt dat moeder Maria 40 dagen na de geboorte van haar kind een zuiveringsoffer moest brengen, werd een processie met kaarsen gehouden.
- In de kerk stond ook een Mariabeeld. Op haar hoofd stond een losse kroon die bij huwelijksplechtigheden op het hoofd van de bruid werd geplaatst. Dit beeld werd, toen de kerk in 1648 in protestantse handen viel, meegenomen door de katholieken en kwam later terecht in de schuurkerk. Het beeld werd ook in de processie meegedragen.
- Tussen 1640 en 1643 werd in de Martinuskerk de Broederschap van den Allerheiligsten Rozenkrans van de Allerheiligste Maagd Maria opgericht. Zo goed als alle inwoners van Princenhage waren als leden van de Broederschap ingeschreven.
- In het laatste kwart van de 15e eeuw kreeg Odilia van Nassau toestemming van haar broer Graaf Engebrecht van Nassau en haar moeder Gravin Maria van Loon om in Princenhage een klooster ter ere van O.L. Vrouw te stichten. Daar werd een kruisweg met staties van stenen beelden geplaatst.
- In de parochie van Princenhage werden alle O.L. Vrouwefeesten, zoals op de dagen van Lichtmis, Boodschap (Annuntiationis), Hemelvaart (Assumptionis), en Geboorte (Nativitatis Mariae), als echte zon- en feestdagen gevierd. 
- In de wijk Princenhage, aan de Laan van Mertesem, werd op zondag 11 september 1949 een dankkapel in gebruik genomen. In een openbare processie waarbij heel Princenhage betrokken was, werd het Mariabeeld, vervaardigd uit hardsteen door de Bredase beeldhouwer Frans Verhaak, van de Sint-Martinuskerk via de Dreef en de Esserstraat naar het Esserplein gedragen. De straten waren versierd met bogen en er lag een tapijt van bloemen en gekleurd zaagsel. Uit luidsprekers klonken gebeden en lofzangen. In een particuliere tuin nabij het kapelletje, waar een altaar was opgesteld, werd een plechtig lof gecelebreerd en een feestpredikatie gehouden. Met de bouw van de kapel toonde de bevolking van Princenhage haar dankbaarheid jegens het einde van de oorlog. Zij had het geld bijeen gebracht voor de bouw, voor het Mariabeeld en voor de inmiddels bij één van de opknapbeurten verdwenen schildering van de hand van de Benedictijner zuster Christine van der Meer-de Walcheren. Het bakstenen bedehuisje met zijn verdiept gelegen tentdakje en uivormige bekroning, heeft door zijn afgeschuinde hoeken een achthoekig grondplan. Tegen de voorgevel is in smeedijzer het Mariamonogram aangebracht. Enkele bankjes en een bakstenen verhoging met het beeld van Onze Lieve Vrouw met kind op de linkerknie vullen het interieur. Maria en kind zijn beiden gekroond. Ook vandaag de dag wordt het kapelletje nog geregeld bezocht, zowel door ouderen als door jongeren. Zo worden er in de examentijd extra veel kaarsen opgebrand. Vaak worden na een begrafenis de bloemen en kransen hierheen gebracht. Elke dag opnieuw wordt de kaarsenvoorraad aangevuld en worden de stompjes weggehaald om weer omgesmolten te worden. 

 

 

 

 

 

 

 

Bronnen en literatuur

Literatuur: A. Bouman, 'Onze Lieve Vrouw van de Hage', in: Sancta Maria, 1(1923-1924), p. 116-117, 124-125.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Princenhage-OLV.

 

  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.