Op zijn feestdag, 18 juli, hielden de kanunniken volgens de Ordinarius, een processie "directe [ad] cryptam et non chorum" en de fraaie chef-reliquaire werd die dag voortdurend ter verering uitgesteld. In een tussen 1525 en 1530 geschreven Ordo Ornamentorum van de Sint-Salvatorkerk, vindt men n.l. bepaald: "Het hoofd van de H. Fredericus, in beide Vespers op het hoogaltaar geplaatst, wordt vóór de H. Mis door de priester, die de weekbeurt heeft, naar de grote crypta overgebracht, waarbij twee koorknapen vooruit gaan, met brandende kaarsen, ontstoken op de daarvoor bestemde kandelaren.....Tijdens het Offertorium der Hoogmis wordt het de koorheren ter verering aangeboden.... en in beide Vespers en Completen moeten op kleine kandelaars, vóór dit reliquaire geplaatst, twee waskaarsen branden, die ook tijdens de Hoogmis, die in de grote crypta gezongen wordt, in dezelfde kandelaars op het altaar moeten staan". In 1563 werd daarenboven bepaald, dat, als het feest op een Zondag viel, de processie ook door de tuin van de bisschop zou gaan, waarbij het hoofd gedragen werd door de beurtenaar in een blauwe kap. Er bestond een afzonderlijke draagbaar, waarop de schrijn tijdens de ommegang "op daarvoor bestemde kleeden" staan moest. En, behalve op Frederiks eigen dag, werd het hoofd bij twintig feesten op het hoofdaltaar gezet, 's-morgens voor de Prime, terwijl het ook op het feest der kerkwijding en van Maria Magdalena meeging in de processie. De zegepraal van de Hervorming in Utrecht maakte natuurlijk een einde aan de liefdevolle zorgzaamheid, waarmee het venerabel "hoofd van Sinte Frederik: twee eeuwen was bewaard. Het lot van de Utrechtse Dom, in 1580 tweemaal bestormd, gehavend en geplunderd, deed de kanunniken van Sint-Salvator inzien, dat ook hun heiligdom zijn beurt zou krijgen. Uit enkele ons gebleven oorkonden blijkt dat de geredde relikwieën onderzocht en in negen kisten geborgen te hebben. Ze zeggen daarin de relieken, na de beeldenstorm van 7 maart 1580, bijeengezet te hebben in het koor en ze, toen in 1587 tot de sloping hunner kerk besloten was, buiten de kerk in veiligheid te hebben gebracht. Verering & Cultuur De kerk van het Friese stadje Sloten is aan hem gewijd. Jaarlijks wordt op de derde zondag van juli in Vlierzele (Vlaanderen) een processie gehouden ter ere van hem. In de Bretonse stad Quimper geniet hij bijzondere verering, getuige verschillende afbeeldingen van hem die er in de kathedraal te zien zijn. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen doofheid. Hij wordt afgebeeld als bisschop (met tabberd, mijter en staf); twee zwaarden in de borst; twee moordenaars die hem slaan, waarbij de ingewanden uit een gapende wonde naar buiten komen.
|