Roermond, Joanna Baptista van Randenraedt

Gediskwalificeerd: ja
Cultusobject: Joanna Baptista van Randenraedt Open Street Maps
Datum: n.v.t.
Periode: 17e eeuw - ?
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Sint Christoffelkathedraal
Adres: Grote Kerkstraat 2, 6041 CR Roermond
Gemeente: Roermond
Provincie: Limburg
Bisdom: Roermond
Samenvatting:

Joanna Baptista van Randenraedt (1610-1684) leidde het grootste deel van haar leven in Roermond een religieus leven als klopzuster, d.w.z. buiten het klooster. Zij werd daar al tijdens haar leven als een heilige vereerd vanwege haar visioenen en voorspellingen in een tijd dat Roermond geteisterd werd door oorlogen. Ook zou zij genezingsgaven hebben gehad. Zij ligt begraven in de kathedraal van Roermond. Haar graf trekt nog steeds veel bezoekers maar er is geen sprake van een bedevaartkarakter.

Auteur: Frans Kroonenberghs
Illustraties:
Topografie
Cultusobject

- Joanna (Johanna) Baptista van Randenraedt (Randeraedt of Randenraeth) werd in 1610 in Brussel geboren. In 1614 werd haar vader tot raadsheer aan het Gelders Hof te Roermond benoemd en verhuisde zij naar deze plaats. Al in haar jeugd kreeg zij visioenen en leidde zij een godvruchtig leven. Zij wilde intreden in een klooster maar haar ouders gaven daar geen toestemming voor. Toch wilde zij een religieus leven leiden. Zij vroeg raad aan de priorin van het Roermondse Munster en deze adviseerde haar vanwege haar zwakke gezondheid om godgewijde of "geestelijke dochter" te worden. Dit waren katholieke vrouwen, ongehuwd of weduwe, die zich buiten het kloosterleven om inzetten voor geloofsonderricht en armen- en ziekenzorg, maar verbonden waren aan orden als Jezuïeten, Norbertijnen of Franciscanen. Zij werden ook klopjes genoemd. Zij waren in het zwart gekleed en legden na een retraite van enkele dagen met geestelijke oefeningen van de H. Ignatius de gelofte af. Zodoende deed Joanna in 1630 als klopzuster haar intrede onder de hoede van de Jezuïeten. Agnes van Heilsbach, geestelijk dochter te Roermond en bekend om haar vroomheid en heilig leven, werd haar geestelijke mentor. Joanna bleef in het ouderlijk huis te Roermond wonen en leidde daar een leven van gebed, meditatie en schrijven. In 1633 moest zij de stad verlaten vanwege de pestepidemie. In 1638 keerde zij weer terug. Na de dood van Agnes in 1640 werd Joanna het middelpunt van de geestelijke dochters rond Agnes. Zij gaf overal geestelijke raad, zorgde voor de door oorlog vernielde kapellen in Roermond en hield zich bezig met armen- en ziekenzorg. Haar grootste zorg was het behoud van het katholieke geloof in Gelre. Zij zorgde daar ook voor de kinderen van haar broer Willem Hendrik. In 1665 brandde bij een grote stadsbrand haar huis af en ging zij dicht bij het vernieuwde jezuïetenklooster wonen. Van 1669 tot 1673 woonde zij samen met een nicht in het klooster Godsweerd te Roermond. Vanaf 1673 woonde zij in dezelfde stad in een huisje dat toebehoorde aan de Jezuïeten. Door haar contacten op hoog niveau, o.a. met de gouverneur van Opper-Gelre, Franciscus, Prince van Nassau en zijn vrouw Isabella Eugenia Clara, was zij voor velen een raadgeefster en ook op de hoogte van politieke zaken. In 1683, bij de belegering van Wenen door de Turken, organiseerde zij processies om bij Onze Lieve Vrouw in 't Zand met de inwoners van Roermond te bidden voor de bevrijding van Wenen uit handen van de Turken. Op haar sterfbed genas zij nog door handoplegging de ernstig zieke dochter van de kanselier van het Gelderse hof, wat haar reputatie als heilige nog deed toenemen. Zij stierf in 1684, op Annadag, waarbij haar lichaam meteen in ontbinding ging. Heel Gelre was toen in rouw gedompeld.

Verering

- Al tijdens haar leven werd Joanna als een heilige vereerd. Haar voorspellingen en visioenen vonden een vruchtbare voedingsbodem in het door oorlogen geteisterde Roermond. In 1672, bij de nadering van Franse troepen, verzekerde zij dat de inwoners van Roermond niet bang hoefden te zijn, want Maria zou de stad beschermen. Er deden bij de bewoners van Roermond vele volksverhalen de ronde over haar wonderbaarlijke genezingen, tijdens haar leven en na haar dood, waarin zij zelf soms de hoofdpersoon was en waarbij vaak een Mariabeeld een rol speelde.
- Joanna werd na haar dood begraven voor het hoogaltaar van de jezuïetenkerk te Roermond. Haar graf was al direct een plaats waar mensen naartoe gingen om gunsten van haar af te smeken. Men riep haar aan in alle kwellingen, ziektes en ongelukken. In 1688 werd zij, vanwege de grote stroom pelgrims naar haar graf, herbegraven in een kleine kelder naast het Onze-Lieve-Vrouwealtaar in dezelfde kerk. In 1777, na opheffing van de Jezuïetenorde door paus Clemens XIV, moest de jezuïetenkerk worden afgebroken en werd haar stoffelijk overschot, op last van bisschop Philip Damiaan van Hoensbroek, overgebracht naar het familiegraf van de Roermondse raadsheer Rutger Jozef van Dunghen in het Mariakoor van de Sint Christoffelkathedraal. In 1884 liet bisschop Paredis dit graf onderzoeken en werd de identiteit van haar stoffelijk overschot bevestigd. Zij werd opnieuw herbegraven en haar graf werd uitgebreid met een epitaaf waarop zij in gebed staat afgebeeld. De burggraaf van Aefferden, Albert, liet een zandstenen reliëf plaatsen in de noordwand van het Mariakoor met een afbeelding van Joanna en van de nederlaag van de Turken bij Wenen. Begin 20e eeuw werd haar afbeelding, samen met die van Agnes van Heilsbach, opgenomen in gebrandschilderde ramen van de kapel In 't Zand. Haar graf in de Sint Christoffelkerk wordt nog steeds door veel mensen bezocht. Zij is nooit zalig- of heiligverklaard.
- Joanna van Randenraedt laat een omvangrijk oeuvre van duizenden pagina's na met correspondentie, religieuze oefeningen, autobiografieën en 'gewetensrekeningen' (dit waren een soort zelfanalyses die klopzusters van hun biechtvader moesten schrijven). Door haar reputatie als heilige werden haar handschriften al tijdens haar leven verspreid en gelezen. Zij zou hierdoor vele vrouwen geïnspireerd hebben om een religieus leven buiten het klooster om te leiden.
- De verering en eerbied voor Joanna kwam voor haar pas op latere leeftijd. Zij kwam uit een belangrijke familie die tot de katholieke en politieke elite van de stad behoorde. Het was natuurlijk zeer opmerkelijk dat een dochter uit zo'n familie zich zo opofferde voor de armen en de zieken. Niet iedereen had hier begrip voor. Na haar dood voelde men pas het verlies van zo'n "heilige". Haar 200e sterfdag in 1884 werd groots gevierd, maar de 300e sterfdag werd nauwelijks meer herdacht. Zij leeft nog voort in de volksverhalen.

Bronnen en literatuur

Archief: Gemeentearchief Roermond: Handschriftencollectie, handschriften J.B. van Randenraedt; RA Limburg, Bisschoppelijk Archief Roermond 1840-1940, inv. nr. 98 (proces-verbaal van haar exhumatie op 7-3-1884).
Literatuur: Daniël Huysmans, Kort begryp des levens ende der deugden van de weerdighe Joanna van Randenraedt geestelijcke dochter onder de bestieringhe der Societeyt Iesu (Antwerpen: by Augustinus Graet, 1690); Daniël Huysmans, Stichtende leven en deugden van de waerdige Joanna van Randenraedt, geestelyke dochter onder de bestiering van het Genootschap van Jesus, Nieuwe verb. uitg. (Doornik: H. Casterman, 1857); H. van Krugten, Het mirakuleus beeld van Onze Lieve Vrouw in ’t Zand te Roermond en de waardige Joanna van Randenraedt (Roermond: Romen, 1875); Een pater Redemptorist (J.J.F. Brouwer), De laatste levensdagen en de grafstede van de waardige dienaresse Gods Joanna Baptista van Randenraeth (Roermond: J.J. Romen, 1884); F.L., 'Het nieuwe gedenkteeken in de Kathedraal', in: Maas- en Roerbode, 26 juli 1884, eerste blad; 'Randenraedt (Jeanne van)', in: Biographie nationale, publiée par L'Academie Royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, tome 18, Ponceau-Reinula (Bruxelles: Bruylant-Christophe, 1905) kolom 654-656; Leon Willems Az., Het dagboek van de waardige Johanna van Randenraedt (1610-1648) teruggevonden (Z.pl.: z.n., 1923); H. Mosmans, ‘Uit het leven van de waardige Joanna van Randeraedt’, in: De Maasgouw, 46e jrg., nr. 7-8, juli-augustus 1926, p. [37]-40; H. Mosmans, 'Gedenkwaardige Limburgers, Joanna Bapt. van Randenraedt', in: De Nedermaas, 3 (1925/1926) p. 91-92; Fruytier, 'Randenraedt (Johanna van)', in: P.C. Molhuysen, P.J. Blok, Fr.K.H. Kossmann (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, dl. 7 (Leiden: Sijthoff, 1927) kolom 1036-1037; H. Mosmans, ‘Een Limburgse magistraatsfamilie (Bijdrage over de Randenraedts)’, in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 66 (1930) p. 69-96; Edmond Jansen, Inventaris der handschriften van de eerbiedwaardige Joanna van Randenraedt, geb. te Brussel 18 October 1610, overl. te Roermond 26 juli 1684 (Roermond: 1937); Lucidius Verschueren, 'De boeken eener geestelijke dochter', in: Ons geestelijk erf 13 (1939) p. 185-209; Marit Monteiro, Geestelijke maagden. Leven tussen klooster en wereld in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw (Hilversum: Verloren, 1996), [vooral p. 376-371: Overzicht van de handschriften van Joanna van Randenraedt]; Yvonne de Vries, 'Joanna Baptista, jonkvrouwe van Randenraedt (1610-1684), geestelijke dochter en waardige dienaresse Gods', in: Spiegel van Roermond: jaarboek voor Roermond 4 (1996) p. 135-145; Astrid de Beer, 'Randenraedt, Joanna Baptista van (1610-1684)', in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland, Resources Huygens Instituut (2014); Peter Nissen, Roermond: biografie van een stad en haar bewoners (Hilversum: Verloren, 2014), p. 201.
Overige bronnen: KDC BiN-diskw.-dossier Roermond-Randenraet.

Laatste mutatie 15-09-2025
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.