Elst, H. Werenfridus

Cultusobject: H. Werenfridus Open Street Maps
Datum: 14 augustus (of zondag in het octaaf); 27 augustus
Periode: Ca. 925 (?) - 1588 (?) / 1911 - 1942
Religieuze context: Christelijk
Locatie: Parochiekerk van St. Werenfridus (thans N.H.); r.k. parochiekerk van St. Werenfridus
Adres: N.H. Werenfriduskerk, Grote Molenstraat 2, 6661 DJ Elst; Parochiekerk St. Werenfridus, Dorpsstraat 38, 6661 EL Elst
Gemeente: Elst
Provincie: Gelderland
Bisdom: Utrecht
Samenvatting:

De relieken van Werenfried werden van 760 tot 1588 bewaard in Elst. Mogelijk vanaf de 10e eeuw werden zijn resten daar door lijders aan jicht bezocht en vereerd. In 1911 werd de oude cultus nieuw leven ingeblazen, met onder meer een jaarlijkse sacramentsprocessie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam hieraan een einde.

Auteur: Cefas van Rossem
Illustraties:
Topografie - Het centrum van Elst heeft al eeuwen een bijzondere religieuze betekenis. Zo werden onder de huidige N.H. kerk twee Romeinse tempels gevonden en het vermoeden bestaat dat deze tempels gebouwd zijn op een 'Bataafs' heiligdom. De r.k. parochie te Elst gaat terug tot 690. De min of meer rechtstreekse voorganger van de huidige N.H. kerk werd gebouwd in 726. Door Willibrord werd deze kerk aan St. Salvator toegewijd. In het hoofdaltaar werden door Willibrord uit Rome meegebrachte relieken van St. Petrus geplaatst. Na vernieling door de Noormannen werd in 930 de kerk door Baldericus van Kleef, 15e bisschop van Utrecht, herbouwd en tot St. Maartenskerk omgedoopt. In 1483 werd de kerk aan St. Werenfridus toegewijd.Vanaf 1588 werd de kerk, met als onderbreking de twee jaren van de (katholieke) Franse bezetting (1672-1674), in gebruik genomen door de gereformeerde gemeente. Deze kerk is daarna diverse keren gerestaureerd; de laatste keer kort na de Tweede Wereldoorlog.
- Onder de kerkvloer bevindt zich momenteel een klein museum waar objecten uit de lange geschiedenis van Elst zijn te zien. Van een opgestelde sarcofaag (zonder deksteen en ongedateerd) wordt verteld dat deze van Werenfridus zou zijn geweest.
- In 1908 werd de nieuwe r.k. kerk in Elst in gebruik genomen. Deze kerk was ontworpen door architect Wolter te Riele Gzn. te Deventer en werd gebouwd door Berntsen & Braam uit Nijmegen. Op 23 juli van dat jaar vond de inwijding door mgr. Van de Wetering plaats. Op de 14e augustus, St. Werenfridusdag, werd het Allerheiligste in processie naar de nieuwe kerk overgebracht. In deze nieuwe kerk herinnerden de preekstoel en een beeld aan Werenfridus. Op de preekstoel waren taferelen (sculpturen) aangebracht die verwezen naar de prediking van Werenfridus te Wijk bij Duurstede, de prediking aan de heidenen te Elst, de overbrenging van Werenfrieds lichaam van Westervoort naar Elst en bisschop Baldericus die met het gebeente van Werenfridus een jichtlijder geneest. De preekstoel met de taferelen was ontworpen en vervaardigd door Kusters uit Roermond. De kerk van 1908 werd in 1944 verwoest.
- De bouw van de huidige Werenfriduskerk is begonnen op 21 september 1950 en werd voltooid op 14 augustus 1951. In het voorportaal van de kerk zijn de vier stenen sculpturen (ca. 70 x 100 cm; in dieptereliëf) met voorstellingen uit het leven van Werenfridus ingemetseld.
Cultusobject - St. Werenfridus was, net als Willibrord, afkomstig uit het benedictijnerklooster van Rathmelsigi, Ierland. In eerste instantie was het zijn taak om onder de Friezen, met name in de streek rond Medemblik, het evangelie te prediken. Van naam van de plaats Wervershoof (Werenfridus' hoeve) wordt gezegd dat deze naar zijn toenmalige priesterwoning verwijst. Of hij daar indertijd daadwerkelijk heeft gewoond, is niet meer vast te stellen. Vanuit West-Friesland trok Werenfridus naar Dorestad. Zijn laatste missiegebied was de Betuwe en de streek daaromheen. Na zijn dood op 14 augustus 760 eisten zowel Westervoort als Elst zijn lichaam op. Werenfridus was in Westervoort gestorven, maar hij had tijdens zijn leven al aangegeven dat hij in Elst begraven wilde worden. Besloten werd om de plek van de laatste rustplaats aan een Godsoordeel over te laten. Eerst werd Werenfridus' lichaam op een onbestuurde boot in de Rijn gelegd. Deze boot voer tegen de stroom in naar de Betuwse oever, onder luid gejuich van de Elstenaren. Vervolgens werd een tweede oordeel gevraagd. Werenfridus' lichaam werd op een onbestuurde ossenkar gelegd. De jonge ossen, die nog nooit een juk gedragen hadden en oorspronkelijk uit Westervoort afkomstig zouden zijn, keerden zich direct tot Elst en brachten het lichaam naar de kerk van het Betuwse dorp. De boot die Werenfridus naar Elst bracht, is het vaste attribuut van St. Werenfried en is nog steeds te vinden in het Elster gemeentewapen.
- Na het overlijden van Werenfried werden zijn relieken bijgezet in de grafkelder van de kerk, waar ze twee eeuwen hebben gelegen. In ongeveer 925 werd een Werenfridusaltaar opgericht. Bisschop Baldericus van Kleef heeft in dat jaar St. Werenfridus' resten uit de sarcofaag in de crypte genomen, het lichaam geïdentificeerd en de relieken overgebracht in een reliquiarium. Deze verheffing van het lichaam van St. Werenfridus had de betekenis van een heiligverklaring. Het altaar bevond zich aan de rechterwand van het schip van de kerk. Het altaar bestaat tegenwoordig niet meer.
- In 1588 werden de Elster heiligdommen, waaronder de relieken van St. Werenfridus, verbrand door beeldenstormers. Enkele resten konden gered worden door Theodoor van Eimeren en werden naar de Nijmeegse kannunik Johannes Hollant gebracht. In 1606 werden ze naar pater Theodoor Rijswijck in Nijmegen overgebracht, die zich inspande om een nieuwe, veilige bewaarplaats te vinden. Overigens zouden na de dood van Rijswijck in 1625 eveneens enkele relieken van Werenfried zijn overgebracht naar 's-Hertogenbosch en Goch. Vanaf 1664 werden met zekerheid relieken in de kerk van de paters jezuïeten te Emmerik bewaard. Ondanks intensief zoekwerk, nog in de 17e eeuw, was er tot aan de Tweede Wereldoorlog in Elst zelf niet meer overgebleven dan een klein stukje verbrand bot, waarschijnlijk een stukje van het schouderblad. Hierop is een papiertje geplakt met de tekst 'Ossa Sancti Werenfridi'. Het is geplaatst in een stuk bergkristal dat in een zilveren reliekhouder is gevat. Op de achtergrond is de kerk van Westervoort geschilderd en is een, wellicht onbestuurd, bootje te herkennen. Omdat er hierbij geen officiële documenten bewaard zijn gebleven, geldt het stukje bot eerder als curiositeit dan als reliek, aldus Taminiau.
- In Emmerik bleken de relieken na bombardementen in de Tweede Wereldoorlog zo goed als zeker verloren te zijn gegaan. Nog steeds wordt er in Emmerik af en toe zowel op religieuze gronden als om onderzoeksredenen naar de reliek van St. Werenfried geïnformeerd.
- Het vroegere cultusbeeld van Werenfried, een houten neogotisch gepolychromeerd beeld (ca. 150 cm hoog) is bewaard gebleven en bevindt zich tegenwoordig in het pastoraal centrum naast de kerk. In de nieuwe parochiekerk is een stenen Werenfridusbeeld (ca. 1951) tegen de achterwand, links van het koor, bevestigd.
Verering Tot 1588
- Vanaf de verheffing in circa 925, maar wellicht ook al eerder, werden de relieken, zo wordt verondersteld, van Werenfridus bezocht. Elst wordt door Moll een van de oudste Nederlandse bedevaartplaatsen genoemd: 'De relieken van Werenfried lokten de pelgrims naar Elst in de Betuwe, die van Bernulf naar de St. Pieterskerk in Utrecht en die van de H. Cunera naar Rhenen'. Er zijn echter nauwelijks concrete gegevens betreffende een vroege bedevaartcultus beschikbaar. Dat de cultus in ieder geval in de 16e eeuw een meer dan regionale uitstraling had, blijkt uit een testament dat een vrouw uit Oss, Lijsbrecht van Dijck, op 22 maart 1561 liet opmaken. Lijsbrecht vermaakt haar bezittingen aan haar echtgenoot op voorwaarde dat hij onder meer een bedevaart onderneemt (of laat ondernemen) naar ⟶ Bergharen (O.L. Vrouw), ⟶ Ammerzoden (H. Quirinus), ⟶ Boxtel (Heilig Bloed en H. Joris), ⟶ St. Oedenrode (H. Oda) en driestuivers offert aan 'St. Walfaert' te Elst.
- Werenfridus werd vooral aangeroepen tegen jicht. Elst had een grotere uitstraling dan alleen de eigen, Betuwse, regio. Een wonderbaarlijke genezing op Maria Hemelvaart (15 augustus) 1572 van een Veluwse jichtlijder getuigt daarvan. Ook door Moll wordt aangegeven dat de jichtlijders naar Elst trokken om bij Werenfridus' gebeente te offeren. In zijn levensbeschrijving van Werenfridus gaat Kronenburg uitvoerig in op de genezing van een melaatse nadat Werenfried hem in een visioen was verschenen.
- Na de vernietiging van de relieken in 1588 hield ook de officiële cultus van Werenfried in Elst op te bestaan.
- Als de feestdag van Werenfried geldt in Elst 14 augustus, de sterfdatum van Werenfridus, of de zondag in het octaaf ervan. Ook 27 augustus, de geboortedatum van Werenfridus, gold volgens Kronenburg (die zich hierbij baseerde op de Acta Sanctorum) eertijds als bedevaartdag.

20e eeuw
- In 1911 werd door de Elster pastoor Logtenberg de verering van St. Werenfridus na ruim drie eeuwen in ere hersteld. Op 6 juni van dat jaar verzocht hij de aartsbisschop om 'op zondag onder het Octaaf van of op het feest van den H. Patroon de H. Werenfridus eene processie te mogen houden met het Allerheiligste buiten het Kerkgebouw op kerkegrond d.w.z. in den tuin der pastorie en zoo 't mogt toegestaan worden ook in aangrenzende tuinen'. De nieuwe processie ter gelegenheid van Werenfried was een groot succes en in de brief van pastoor E. Logtenberg aan de aartsbisschop komt ook het bedevaartkarakter naar voren:
'De processie is zeer goed geslaagd, en de geheele gemeente is er zeer goed over te vreden, en ook anders denkende gedroegen zich zeer net tegenover de Katholieken en hunne plechtige feestviering. Geen enkele wanklank is er gehoord. Ook na de processie, aan welke vele vreemdelingen uit de buurt deelnamen, was het aanstonds weer de gewone zondagstilte [...]'.
De gedenksteen ter gelegenheid van deze wederinvoering is in de tuin van de pastorie te Elst geplaatst. De plechtige viering had volgens Taminiau dezelfde vorm als het 'oorspronkelijke' gebruik en zag er als volgt uit: 's morgens werd er ter ere van St. Werenfridus een hoogmis opgedragen en 's middags had een sacramentsprocessie plaats.
- De viering verliep niet altijd zonder problemen en is ook niet in ieder jaar gehouden. Zo werd op 8 augustus 1913 aan de bisschop gemeld dat andersdenkenden in de parochie vanwege de r.k. verkiezingswinst in Tweede Kamer, provincie en gemeente, verre van vriendelijk tegenover de processie stonden. De processie trok niet alleen door de tuin van de pastorie, maar ook door de tuin van de zusters en over de brede wandelpaden van het landgoed Kostverloren. Hiervoor moest men over de openbare weg, waarvoor een vergunning nodig was. Verwacht werd dat andersdenkenden dit wilden voorkomen. De processie werd daarom in 1913, maar ook in 1914, afgelast. In 1915 bleek dat de verbindende openbare weg gekocht was door het landgoed Kostverloren, waardoor de processie voortaan geheel over eigen grond kon worden gehouden.
- In ieder geval is de viering van deze Werenfridusdag op deze wijze tot 1942 gehouden. In dat jaar werden publieke plechtigheden in de openlucht door de bezetter verboden. De verering heeft het verbod niet overleeft, ook al omdat in 1944 de kerk zelf door oorlogsgeweld werd vernietigd.
- Aan het einde van de 20e eeuw speelde Werenfried geen belangrijke rol meer in de Elster parochie en werd zijn feestdag niet meer met bijzondere aandacht gevierd. In de namen parochiegemeenschap 'St. Werenfridus', jeugdkoor St. Werenfridus, r.k. basisschool 'Sunte Werfert' en het Werenfriedplein blijft in Elst wel de herinnering aan de heilige bestaan.
Materiële cultuur - In het pastoraal centrum van Elst bevinden zich een glas-in-lood van Werenfried in een tochtdeur en, zoals gezegd, een houten beeld van de heilige. Daarnaast beschikt de kerk over een naoorlogs kazuifel met daarop een geborduurde afbeelding van Werenfried.

Bronnen en literatuur Archivalia: Utrecht, Rijksarchief in Utrecht: archief aartsbisdom Utrecht, inv. nr. 951, parochie Elst t.m. 1950. Oss, streekarchief Brabant-Noordoost, rayon Oss: oudrechterlijk archief Oss, inv.nr. 50. Het nieuwere deel van het Elster parochiearchief, waarin gegevens over de 20e-eeuwse processie, berust op het Gelders Archief, toegangsnummer 0621, Parochie Sint Werenfridus te Elst, 18e eeuw -1957; plaatsingslijst door J.H.M. Wieland; het oudere deel berust nog bij het kerkbestuur te Elst.
Tekstedities: Acta Sanctorum (27 augustus), deel 6, 102-104; A. van Lommel, 'Berigten aangaande reliquiën van Heijligen of H. zaken uit Noord-Nederland ontvoerd. Annis 1582-1630', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 7 (1879) p. 96-97; J. de la Torre, 'Relatio seu descriptio', in: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht 10 (1882) p. 206-207.
Literatuur: Aub. Miraeus, Fasti Belgici et Burgundici (Brussel: J. Peperman, 1622) p. 477; W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming, dl. 2 (Arnhem: Is. An. Nijhoff & Zn, 1866); Johs. Jonckers, in: Geldersche Volksalmanak (1875) p. 145-167; J.A.F. Kronenburg, Neerlands heiligen in Vroeger Eeuwen, dl. 2 (Amsterdam: Bekker, 1903) p. 159-168; J. Cunen, 'Bedevaarten opgelegd in een testament te Oss, van 1561', in: Sint-Jansklokken 8 (1929) p. 667; 'Sint Werenfridus, Een Nederlandsche Heilige', in: Het vaderland, 13 augustus 1936; C. Avondblad, 'Werenfried, de patroon van Wervershoof, 14 augustus', in: West Friesch Dagblad (13 augustus 1940) p.1; J.L.L. Taminiau, Geschiedenis van Elst in de Over-Betuwe en zijn R.-K. Parochie vanaf het jaar O.H. 690 tot op onze dagen (Nijmegen-Utrecht: Dekker & Van de Vegt, 1946); A.G. van Dalen en J. Wolters, Parochie van St. Werenfried, Westervoort in de geschiedenis (z.p. 1951); R.R. Post, Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen, dl. 2 (Utrecht 1957) p. 237; R.F.P. de Beaufort en Herma M. van den Berg, De Betuwe ('s-Gravenhage: Staatsuitgeverij, 1968) p. 244-258; Th. Peeters, 'In een onbemande boot naar ..., Spannende legende rond Werenfridus', in: Op Tocht 6 (1995) nr. 7 (september), p. 9.
Overige bronnen: KDC BiN-dossier Elst
  naar het KDC, voor aanvullingen en commentaar.