Enschot, H. Job |
||
Cultusobject: | H. Job | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 10 mei (zondag na) | |
Periode: | 18e eeuw (?) - heden | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | St. Jobkapel in de parochiekerk van St. Caecilia | |
Adres: | Kerkstraat 2, 5056 AC Berkel-Enschot | |
Gemeente: | Tilburg | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | 's-Hertogenbosch | |
Samenvatting: |
Van de drie Jobbedevaartplaatsen die er vanouds in Noord-Brabant waren (⟶ Heeze en ⟶ Helvoirt), is Enschot anno 1998 de enig overgebleven actieve plaats. De H. Man Job, zoals hij ook wel wordt genoemd, wordt er vooral aangeroepen tegen zweren, gezwellen en andere huidaandoeningen. Hoewel de verering mogelijk veel ouder is, dateert de eerste beschrijving uit 1819 en is de verering vooral in de tweede helft van de 19e eeuw omvangrijk geworden. Vooral uit Tilburg kwamen groepen pelgrims. Na de Tweede Wereldoorlog liep de belangstelling voor de Jobbedevaart terug. In de jaren tachtig leek het einde in zicht, maar door de Stichting St. Job Berkel-Enschot (in 1990 opgericht) is de verering van St. Job nieuw leven ingeblazen. |
|
Auteur: | Theo Schepens | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- In het centrum van Enschot, waar vier wegen samenkomen, staat de neogotische Caeciliakerk in Enschot, ontworpen door architect C. Franssen uit Roermond. De kerk werd in 1899 in gebruik genomen, nadat een jaar eerder, op 6 april 1898 de eerste steen was gelegd. De huidige Jobkapel bevindt zich bij binnenkomst links van de ingang. Voor de restauratie lag de Jobkapel rechts van de ingang. Die ruimte was het meest geschikt voor een overdag toegankelijke Mariakapel en bijgevolg werden begin 1998 de Job- en Mariakapel omgewisseld. - Behalve het cultusbeeld vindt men in de Jobkapel (ongeveer 12m2 groot) ook een schilderij van St. Job (140 x 170 cm) dat in 1942 is geschilderd door Egbert Dekkers (1908-1983). Het is een vrij donker schilderij dat de vrienden van Job voorstelt, die met hem in gesprek zijn en die ter ondersteuning van hun betoog wijzen op bepaalde teksten in een boek dat ze bij zich hebben. - Voordat de huidige parochiekerk gebouwd werd, kerkten de katholieken van Enschot in een schuurkerk, gelegen op wat thans het kerkplein is. De eerste schuurkerk stamt uit 1677 en werd in 1767 door een nieuwe vervangen. Die tweede schuurkerk werd in 1839 gerenoveerd, verhoogd en van een torentje voorzien en zou rond 1904 worden afgebroken. |
|
Cultusobject |
- Job is de hoofdpersoon uit het gelijknamige boek uit het Oude Testament. Job was een rijk man die zijn vrouw, kinderen en bezittingen verloor en voortdurend door de duivel in verzoeking werd gebracht. In de beeldende kunst wordt hij afgebeeld in totale verlatenheid, soms zittend op een mestvaalt en met zweren bedekt. - Centraal bij de Jobverering staat het beeld van St. Job dat in 1870 door pastoor Smets voor ⨍40,- is aangekocht. Het is een houten, gepolychromeerd beeld (hoogte 93 cm), dat vermoedelijk is gesneden door J. Matthijs Kluytmans uit Eindhoven. De staande Job toont de toeschouwer de zweren op zijn armen, schouder en onderbenen. In zijn linkerhand heeft hij een potscherf, 'het enige wat hij had om zich te krabben'. Hij is gekleed in een rode wijde mantel met groene binnenvoering, het bovenlijf half ontbloot. In 1977 is het beeld gerestaureerd in het atelier Spiegel in Würzburg. Of het beeld een of meer voorgangers heeft gehad is niet bekend. Gedurende het jaar staat dit beeld in de Jobkapel, maar tijdens de bedevaart wordt het thans op de trappen van het altaar geplaatst, omdat de kapel dan te klein is voor het aantal bezoekers en de benodigde kaarsenhouders. De plaats van het Jobbeeld is in de loop van de tijd vaker veranderd. Zo lezen we in een artikel in het Nieuwsblad van het Zuiden uit 1937: 'St. Job's vaste plaats is op het rechterzijaltaar in de parochiekerk. Daar staat het beeld [...] vóór een misschien twee- of driehonderd jaar oud schilderij, dat enige tijd geleden gerestaureerd is'. Dit schilderij (190 x 152 cm) hangt momenteel links voor in de kerk. Het stelt Job voor gezeten op een mestvaalt, omringd door zijn vrouw en vrienden. Volgens een restauratierapport van Giet van Kempen uit 1994 is het tussen 1650 en 1700 door een onbekende meester geschilderd in de Zuidelijke Nederlanden. Andere auteurs dateren het echter later, in de 18e of mogelijk zelfs 19e eeuw. Het is niet bekend of dit schilderij ooit als cultusobject heeft gefunctioneerd. |
|
Verering |
- Over de oorsprong van de Jobbedevaart tasten we in het duister. Men zoekt die in de pestepidemieën die in de middeleeuwen Europa en ook Brabant teisterden. Vooral tussen 1600 en 1655 maakte de pest in onze streken een groot aantal slachtoffers. Het is begrijpelijk dat men in die situatie zijn toevlucht nam tot Job, patroon van de pestlijders. Zo werd Job in de 15e eeuw al vereerd in St-Job-in-'t Goor en in Schoonbroek (gemeente Retie) in België en is er een archiefstuk uit 1577 dat meldt dat er in Brabant op St. Jobsdag in mei cijns wordt geïnd. Maar concrete meldingen over een verering van St. Job in Enschot dateren uit de eerste helft van de 19e eeuw. Zij zijn afkomstig van de geschiedschrijvers van het bisdom 's-Hertogenbosch Van Gils (1819) en Coppens (1843). Van Gils schrijft: 'De Schuurkerk [...] wordt zeer bezocht door de Katholijken van die omstreek, ter aanroeping van den H. oudvader Job'. De oudste vermelding gaat dus niet terug tot 1767 zoals Margry (1982) onder verwijzing naar Brock ten onrechte stelt. - Vanaf 1860 nam de belangstelling voor de Jobbedevaart snel toe en werd zij ook bevorderd door de kerkelijke overheid. In 1862 verleende paus Pius IX toestemming aan pastoor Smets tot zegening van Jobwater en hij stond een volle aflaat toe aan gelovigen die tussen 10 en 17 mei de Enschotse kerk bezochten, biechtten en te communie gingen. Het Jobwater was voor een cent te koop. - De jaren voor de Tweede Wereldoorlog vormen het hoogtepunt van de Jobbedevaart. Er zijn schattingen van 20.000 tot 25.000 pelgrims uit Tilburg; dat lijkt aan de hoge kant te zijn. Bekend is dat de gemeente Berkel-Enschot in 1913 32 kraampjes verpachtte bij de kerk; 23 daarvan werden bezet door ondernemers uit Tilburg. Pastoor Van Besouwen schrijft in een brief van 14 juni 1923, dat - zonder overdrijving - 6.000 mensen de kerk bezocht hebben op St. Jobdag. - De belangstelling was zo groot dat de dorpsveldwachter moest worden bijgestaan door de marechaussee. Reeds in 1876 voelde de gemeenteraad zich geroepen een verbod uit te vaardigen tegen het plaatsen van tenten waarin jenever werd verkocht langs openbare wegen en voetpaden. Orgeldraaiers, liedjeszangers en organisatoren van kansspelen werden geweerd. - Tot de traditie van de Jobbedevaart behoren de Jobstok, de scharren en het Joblied. De Jobstok werd gesneden uit een tak van een els of wilg, waarvan de bast aan de bovenzijde als handvat bleef zitten en de rest van de bast spiraalsgewijs moest worden weggesneden. Dat gebeurde onderweg, maar het was raadzaam tevoren een rechte stok uit te zoeken; tijdens de bedevaart zelf waren meestal geen geschikte stokken meer voorhanden. Op de heenweg zong men: 'En dan gaan we naar Sint Job - op enen ezel, op enen ezel - en dan gaan we naar Sint Job - op enen ezel zonder kop'. Op de terugweg zong men: 'En dan komen we weer terug - op enen ezel, op enen ezel - en dan komen we weer terug - op enen ezel zonder rug'. Volgens Knippenberg (1968) is dit lied waarschijnlijk van Belgische oorsprong. Vanuit Tilburg liep men over de Enschotsebaan en op de terugweg ging men via de Bosscheweg en de Pelgrimsweg. Een in Enschot gekochte bos scharren (gedroogde platvis) voor de thuisblijvers droeg men aan de stok over de schouders. - Voor volwassenen waren bedevaarten tijdens de eerste helft van de 20e eeuw een gelegenheid om weer eens oude bekenden te ontmoeten. De bedevaart was voor kinderen een van de weinige uitstapjes. De handelaren speelden daarop in met kaneel- en zuurstokken en met suikerwerken. - Kenmerkend voor de Jobbedevaart is dat er geen processies waren en dat er ook geen broederschappen bestonden. Men liep in kleine groepjes, ongeorganiseerd. Vanuit Tilburg kwam men doorgaans alleen 's middags, voor het lof; bedevaartgangers uit de Langstraat kwamen vroeger. - In de jaren vijftig van deze eeuw liep de animo voor de bedevaart terug, wat onder meer blijkt uit de aankoop van prentjes door het kerkbestuur van Enschot. In 1953 schafte men er nog 2.000 aan, in 1954 1.000 en in 1957 nog slechts 300. - In 1981 was er volgens Margry nog een hoogmis ter ere van Job en kwam hij aan bod in de preek; in de middag was er lof. Volgens pastoor Jacobs kwamen er in die jaren jaarlijks nog zo'n 1.000 pelgrims naar St. Job. Dit aantal nam steeds verder af totdat in 1990 de Stichting St. Job Berkel-Enschot werd opgericht met het doel de bedevaart nieuw leven in te blazen, onder andere door het organiseren van culturele en muzikale activiteiten in en buiten de kerk tijdens en rond de Jobzondag in mei. Zo houdt men jaarlijks voorafgaand aan de Jobdag een avond met een bezinnend karakter. Bovendien werd de laatste jaren telkens een tentoonstelling ingericht: een expositie van werk van professionele kunstenaars over Job (1994), kunstwerken van eigen inwoners over het thema 'Bevrijden van lijden' (1995; mede n.a.v. van 50 jaar bevrijding van Nederland), over de Jobbedevaart naar Enschot (1996), over de geschiedenis van de medische zorg in Berkel-Enschot (1997) en over de geschiedenis van de 100-jarige parochiekerk (1998). In 1996 werd een historische optocht gehouden, waarin onder andere een mestkar met daarbovenop Job. Op het kerkplein gonst het tijdens de Jobdag 's middags van de culturele, artistieke, ludieke en muzikale evenementen: amateuristisch en professioneel, een mix die het Jobfeest weer volop in de belangstelling heeft geplaatst. - In 1996 kwam het Jobbeeld in het nieuws omdat het zou huilen (vgl. ⟶ Brunssum, O.L. Vrouw) als protest tegen de gemeentelijke herindeling (vgl. ⟶ Goirle). Later bleek het om een 1 aprilgrap te gaan. |
|
Materiële cultuur |
- 1 In de kerkzaal, die in de winter wordt gebruikt als dagkapel, hangt een wandkleed (2,9 x 3,7 m) dat ontworpen is door de Moergestelse kunstenaar Jan Dijker (1913-1993) en dat Job voorstelt, vertwijfeld op de mesthoop, met op afstand zijn drie vrienden die hem komen opbeuren. Tot 1 januari 1997, toen Berkel-Enschot bij Tilburg kwam, hing dat wandkleed in de raadszaal van het gemeentehuis; 2 in de kerk wordt ook een gesneden St. Jobstok bewaard; 3 in 1998 waren er kleine zwart gekleurde beeldjes (h. ca. 20 cm) van St. Job (met zweren) verkrijgbaar, met op de voet de tekst 'Enschot'; 3 in 1996 werd op het eind van de Jobzondag in de tuin voor de pastorie een Jobboom geplant, volgens de Bomenstichting de eerste herdenkingsboom in Nederland ter ere van Job. Devotioneel drukwerk - Devotieprentjes: 1 In de jaren vijftig waren er 'dubbele' Jobprentjes in omloop (zie Verering). Hiervan is geen exemplaar teruggevonden; 2 vouwprentje met op de voorzijde een kleurenfoto van het Jobbeeld (Berkel-Enschot, 10 x 15 cm, ca. 1984; 4 p.). - Devotieboekjes: 1 Job: een eigen naam, onze naam (Enschot: Stichting St. Job Berkel-Enschot, 1991); 2 Ontmoetingen met Job (Enschot: Stichting St. Job Berkel-Enschot, 1992); 3 Job tijding (Enschot: Stichting St. Job Berkel-Enschot, 1993). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia:Tilburg, gemeentearchief: archief van de St. Caeciliaparochie, inv. nr. 255. Eindhoven, Regioarchief: archief Stichting Brabants Heem, enquête r.k. gebruiken (1980). Literatuur: A. van Gils, Katholyk meyerysch memorieboek etc. ('s-Hertogenbosch: Arkesteyn, 1819) p. 305; A.C. Brock, Historische beschrijving van de Meierij. Handschrift vervaardigd in de jaren rond 1825 (Schijndel: gemeentearchief, 1978; facsimile van A.C. Brock, De Stad en Meyerij van 's Hertogenbosch of derzelver beschryving. Tweede Afdeeling) tegenover p. 277; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom 's Hertogenbosch etc., dl. 3,2 ('s-Hertogenbosch 1843) p. 101; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, dl. 3 (Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doofstommen, 1872) p. 597-598; 'Meibeevaarten in Brabant: Sint Job', in: Dagblad voor Noord-Brabant, 13 mei 1943; J.P. Bik, Feest- en vierdagen in kerk- en volksgebruik, dl. 2 (Velsen: Th.F. Wolfs, 1957) p. 235-236; W.H.Th. Knippen-berg, Kultuur-historische verkenningen in de Kempen III. Oude pelgrimages vanuit Noord-Brabant (Oisterwijk: Stichting Brabants Heem, 1968) p. 34-36; P.G. Bins, Prisma toeristengids. Zeeland Brabant Limburg (Utrecht-Antwerpen: Het Spectrum, 1972) p. 122; J.J. Antier, De pelgrimage weer ontdekt. In het Nederlands vertaald, ingeleid en wat de Benelux betreft aangevuld door Th.G.A. Hendriksen, bisschop (Utrecht: Zaken die God raken, [1980]) p. 380-382; P.J. Margry, Bedevaartplaatsen in Noord-Brabant (Eindhoven: Bura Boeken, 1982) p. 109-112, 334; A. van Dorp & F. Puls, Berkel-Enschot van vruuger (Berkel-Enschot: Marcel Panis, 1988); 'Dit jaar bijzondere St. Job-bedevaart in Enschot', in: De Tilburgse Koerier, 28 april 1994; R. van der Loo, Berkel-Enschot in grootmoeders tijd (Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1995); 'Sint Job bedevaart in Enschot', in: De Tilburgse Koerier, 11 mei 1995; A. van den Oord & W. van Oosterhout, Berkel-Enschot-Heukelom, drie zielen en één bestuurlijk hart (Berkel-Enschot: Gemeente Berkel-Enschot, 1996) p. 108-110, 177-178; A.M. Garritsen ed., Pius jaarboek. Almanak katholiek Nederland 1996 (Houten: Bohn/Stafleu/Van Loghum, 1996) p. 343; '"We dachten dat we hallucineerden". Beeld in Caeciliakerk huilt', in: StadsNieuws, 31 maart 1996; Toine van Berkel, 'Een luxe mestkar met stro voor de heilige man Job', in: Brabants Dagblad, 13 mei 1996; R. Peeters, '"Ter eeren Gods ende der sielen te laeffenis een bedevaert gaen". Tilburgse bedevaarten in en vanuit Tilburg', in: H. van Doremalen e.a. ed., Godsvrucht en deugdzaamheid. Godsdienst en kerk in Tilburg door de eeuwen heen (Tilburg: Gianotten, 1997) p. 124-126, 142; 'Activiteiten St. Job-bedevaart', in: De Tilburgse Koerier, 7 mei 1997; L.C.B.M. van Liebergen & W.P.C. Prins ed., Sanctus. Met heiligen het jaar rond (Uden: Museum voor Religieuze Kunst, 1997) p. 32-34; Bart Minnen (red.), Den heyligen Sant al in Brabant. De Sint-Martinuskerk van Wezemaal en de cultus van Sint-Job, 1000-2000, dl. 1 (Averbode: Altiora, 2011) p. 213-214. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Enschot; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); schriftelijke informatie van fr. H.M. Schilders te Joure in 1981. Website: www.sintjobenschot.nl |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. <<< /a> |