Haelen, H. Apollonia |
||
Cultusobject: | H. Apollonia | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 9 februari (+ octaaf) | |
Periode: | 18e eeuw (?) - ca. 1965 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Lambertus | |
Adres: | Burg. Aquariusstraat 19, 6081 AV Haelen | |
Gemeente: | Haelen | |
Provincie: | Limburg | |
Bisdom: | Roermond | |
Samenvatting: | Vermoedelijk werd de heilige Apollonia al sinds de 18e eeuw in Haelen vereerd tegen tand-, mond-, hoofd- en aangezichtspijn. Ter ere van deze martelares werd in 1924 een broederschap opgericht, waarna de devotie sterk toenam. Enkele duizenden personen werden lid van deze broederschap en bezochten Haelen om het beeld en de reliek te vereren tijdens de feestdag van de heilige. Na de Tweede Wereldoorlog zwakte de verering af en omstreeks 1965 was het bedevaartkarakter vrijwel geheel verloren gegaan. | |
Auteur: | Paulina de Nijs | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De kerk van Haelen bestond reeds in de 13e eeuw; er is namelijk een doopvont van omstreeks 1200 aangetroffen. Het middeleeuwse schip werd in het begin van de 19e eeuw vervangen door een neoclassicistisch bouwwerk. De toren uit 1523 bleef toen behouden. Architect P.J.H. Cuypers uit Roermond bouwde in 1859 tegen deze toren een driebeukige, neogotische kruiskerk. Op 15 november 1944 werd de kerk opgeblazen. De Sittardse architect H.F.M. van Groenendael bouwde in 1953 de huidige driebeukige, bakstenen Lambertuskerk. - Het Apolloniabeeld stond in de neogotische kerk van Cuypers op een apart altaar achterin de kerk. - Uit de geschriften van Petrus Schreurs uit 1925 is bekend, dat zich in de Cuyperskerk meer objecten en voorstellingen bevonden die betrekking hadden op de Apolloniaverering, dan in de huidige kerk. Er waren geschilderde glasramen in het koor met rechts voorstellingen van Maria, Jozef en Lambertus en links van Agatha en Apollonia, vervaardigd door atelier Nicolas uit Roermond. Uit het Roermondse atelier Cuypers-Stolzenberg stammen de beelden van Antonius en Apollonia. Onder het bestuur van pastoor Victor Kissels (1917-1924) zijn nog eens twee beelden van Apollonia en Agatha geplaatst. Deze objecten zijn in 1944 verloren gegaan. - In de huidige kerk staat het beeld van Apollonia links van het hoofdaltaar op het priesterkoor. In de kerk bevinden zich bovendien drie gebrandschilderde ramen waarin de legende van de heilige wordt voorgesteld. De ramen meten elk 120 x 60 cm en verbeelden links een staande engel met een vuurpot, in het midden de H. Apollonia en rechts een staande engel met een blaasbalg. Beide engelen verwijzen naar de brandstapel waarop men Apollonia ter dood probeerde te brengen. |
|
Cultusobject |
- Voor St. Apollonia zie ⟶ Arcen. - De kerk beschikt over een reliek en reliekhouder van de H. Apollonia. De zilveren houder (omstreeks 1700) heeft een totale hoogte van 34,5 cm en is met rood velours bekleed. In de ovale theca bevindt zich de Apolloniareliek. Het bijbehorende certificaat is gedateerd 28 februari 1818. - Het beeld van Apollonia dat in Haelen wordt vereerd, dateert uit het einde van de 18e eeuw en is circa 78 cm hoog. De heilige staat op een brandstapel en houdt in haar rechterhand een tang met een tand. Haar linkerhand houdt zij op haar hart, terwijl zij haar ogen naar de hemel opslaat. Rondom haar hoofd bevindt zich een aureool. De sokkel waarop het beeld is geplaatst bevat een cartouche met de tekst 'Sta. Apolonia'. Schreurs schrijft in 1925 dat het 'oud-renaissancebeeld uit de oude kerk in zijn oorspronkelijke luister hersteld [is]'. Hij gebruikt hierbij ten onrechte de term 'oud-renaissance' voor een beeld uit het baroktijdperk. |
|
Verering |
- Gelet op de ouderdom van het beeld en de reliekhouder zou Apollonia in Haelen sinds de 18e eeuw vereerd kunnen zijn. Concrete aanwijzingen voor een bedevaart ontbreken echter. H.T.F. van Dijck, van 1823 tot 1851 pastoor in Haelen, verwierf in november 1818 via zijn neef J.B. van Dijck te Antwerpen een nieuwe reliek van Apollonia (samen met een van Lucia) uit Rome. Paus Leo XII verleende op 14 november 1823 een volle aflaat aan iedereen die op de feestdagen en octaven van Lambertus, Agatha, Apollonia en Lucia de kerk van Haelen bezocht en er rouwmoedig biechtte en te communie ging. De Luikse vicaris-generaal Barrett bevestigde dit voorrecht op 15 december 1823. In de Nieuwe Koerier van 1 februari 1895 werd het Apolloniafeest aangekondigd. Op 9 februari waren er twee leesmissen en een hoogmis met 'feestsermoen'. Na alle missen was er reliekverering. Op de feestdag en gedurende het octaaf kon de aflaat worden verdiend. Petrus Schreurs memoreerde in 1925 aan de bedevaarten van weleer: 'Uit al de omliggende dorpen, tot zelfs van de Belgische grensdorpen kon men bedevaartgangers opmerken en kennen aan hun kleederdracht. De kerk was met haar feestdag en de daaropvolgende Zondag overvol. Thans (...) is de aloude verering weer ingetreden'. - De in 1924 benoemde pastoor Alfons Meyer (⟶ Nunhem) stimuleerde en revitaliseerde de Apolloniaverering. Hij vroeg in 1924 aan bisschop Schrijnen toestemming om een Apolloniabroederschap te mogen oprichten. Door de oprichting van de broederschap was er sprake van een opleving van de devotie en werd er veelvuldig melding gemaakt van de verering van het beeld van de H. Apollonia. Op 2 september 1924 werden de statuten van de op te richten Apolloniabroederschap - de enige in Nederland - goedgekeurd door bisschop L.J.A.H. Schrijnen van Roermond. De leden van de Apolloniabroederschap werden verondersteld de H. Apollonia intensief te vereren en de devotie tot haar te verbreiden. Men moest dagelijks een onzevader en een weesgegroet bidden ter ere van Apollonia en de woorden 'Heilige Apollonia, bid voor ons en voor allen die lijden naar ziel of lichaam'. - Veel inwoners van Haelen werden lid van de broederschap om ervan verzekerd te zijn dat hun kinderen gemakkelijk tanden zouden krijgen. Al op jonge leeftijd kregen kinderen een medaille van de H. Apollonia omgehangen of opgespeld. Bisdomsecretaris J.W.J. Linssen liet zich als eerste inschrijven, pastoor Meyer en mgr. Schrijnen volgden hem. Via individuele geestelijken, die lid waren van de broederschap, en met behulp van zo'n 50 zelatrices werd de Apolloniaverering verspreid over heel Nederland. Meyer plaatste bovendien annonces in de Nieuwe Koerier, De Volkskrant en Het Katholiek Huisgezin. Daarnaast werden artikeltjes over Apollonia opgenomen in de Katholieke Illustratie (1924) en De Nedermaas (1926/1927). Pastoor Meyers aanpak had succes. Waren er in 1924 al 172 inschrijvingen, in 1925 stonden niet minder dan 1471 nieuwe leden ingeschreven. Ook in de navolgende jaren waren er jaarlijks honderden nieuwe aanmeldingen. Pastoor Meyer liet in 1926 voor hen 1000 exemplaren van de statuten en 3000 lidmaatschapskaarten extra drukken. Ook bestelde hij een grote voorraad aluminium Apolloniamedailles. In een gedrukt briefje liet hij weten dat moeders in de regel hun kinderen de medailles al heel vroeg laten dragen, zodat het tanden krijgen zonder pijn geschiedt en tegelijk het kind zich tegen alle kwalen van het hoofd beschermd weet. Voor anderhalve gulden werd men lid van de broederschap voor het leven. Meyer informeerde verder bij zijn collega's van ⟶ Arcen, ⟶ Leunen, ⟶ Munstergeleen en ⟶ Stramproy om te weten hoe daar Apollonia precies vereerd werd. Vanuit Arcen en Leunen kwam bericht dat Apollonia daar inderdaad werd vereerd tegen de kiespijn en dat er ook pelgrims kwamen. Pastoor Schram van Arcen merkte evenwel in zijn brief op: 'Ik geloof dat over 't algemeen de menschen meer vertrouwen hebben in den tandarts dan in de h. Apollonia'. - Voor het branden van kaarsen kon men zich wenden tot de pastoor. In een aankondiging van de feestdag van Apollonia uit 1929 staat onder meer: 'Laat u als lid der Apolloniabroederschap inschrijven. Door een bijdrage van 10 centen hebt u deel aan alle H.H. Missen, gebeden, gunsten en voordeelen der Broederschap'. Uit de jaren dertig en de periode 1947-1953 zijn in het parochiearchief veel schriftelijke aanvragen bewaard uit heel Nederland om lid te worden van de broederschap, kaarsen te laten branden, voor gebed en verder voor het verkrijgen van kaarten, litanieën, prentjes en medailles. Na 1934 zakte het jaarlijkse aantal nieuwe inschrijvingen tot onder de honderd om geleidelijk aan nog verder terug te lopen. - In het kerkelijk weekblad voor het dekenaat Roermond, de Christoffelklok, van 1928, wordt het programma van de feestdag van de H. Apollonia aangekondigd. Om 6.00 uur, 6.30 uur en tijdens de mis werd de communie uitgereikt. Om 7.00 uur vond er een gezongen mis ter ere van Apollonia plaats. Om 9.30 uur was er een hoogmis voor de 'levende leden' van de Apolloniabroederschap, met een 'feestpredikatie door een Eerw. Pater Franciscaan': om 15.00 uur waren er 'plechtig Lof met preek, gebedsaanbeveling en aanroepingen der H. Apollonia'. Na alle diensten was er nog tijd om de reliek van de heilige te vereren en om het feestlied te zingen. De zondag na het Apolloniafeest werd het gehele ritueel nog een keer herhaald. Tijdens het Apolloniafeest en de octaafdagen bleef de Apolloniarelikwie tentoongesteld in de kerk. De maandag na de beide feestdagen werd er nog een dienst gehouden voor alle zieke leden van de broederschap en de dinsdag een mis voor de overleden leden. - Aan de Apolloniaverering werd in 1924 door bisschop Schrijnen een nieuwe aflaat van vijftig dagen verleend, die te verdienen was op de feestdag van Apollonia en onder het octaaf, wanneer men de parochiekerk van Haelen bezocht om daar te bidden voor de paus. Een informant uit Haelen kan zich nog herinneren dat het vooral in de jaren twintig erg druk was op de feestdag en tijdens het octaaf. De bedevaartgangers kwamen op de zondag in het octaaf. Zij waren in hoofdzaak afkomstig uit de omliggende dorpen zoals Baexem, Horn, Neer en Roggel. Vanuit Roggel kwam men processiegewijs. Er was zoveel toeloop, dat de kinderen van Haelen soms op die zondag niet naar de kerk hoefden. Het aantal pelgrims werd geschat op honderden. Na de hoogmis en na het lof was er gelegenheid tot relikwieverering. Het lof was overigens drukker bezocht dan de hoogmis. Tijdens de kerkelijke diensten werd ook de Apolloniahymne gezongen. - Na de Tweede Wereldoorlog kwam de Apolloniaverering niet grootschalig meer van de grond. De kerk was in 1944 verwoest inclusief het grootste deel van de inventaris. Het 18e-eeuwse beeld en de reliekhouder waren overigens wel behouden gebleven. De statuten van de broederschap werden in januari 1946 gewijzigd. De verschillen met de statuten van 1924 waren gering. Het lidmaatschapsbedrag werd verhoogd tot ⨍2,50 voor het hele leven. Het aantal kerkelijke diensten van de broederschap werd wat beperkt. Jaarlijks werden er nog tussen de tien à twintig nieuwe leden ingeschreven en pastoor Gerards bestelde in 1949 nog 1440 aluminium medailles. - In 1960 vermeldde de Piusalmanak weliswaar nog steeds de bijzondere verering die Apollonia in Haelen genoot, maar het aantal nieuwe inschrijvingen in het broederschapsregister was toen al vrijwel nihil. In de jaren zestig werden in totaal nog maar 18 leden ingeschreven. De laatste inschrijving vond onder nummer 7112 plaats in februari 1966. Het bedevaartkarakter was toen al grotendeels verdwenen. - Tot en met 1990 werd er wel nog elke maand een mis gezongen ter ere van Apollonia. Met het overlijden van pastoor Poelman verdween ook die traditie. In 1998 herinnerde alleen het op het priesterkoor staande Apolloniabeeld nog aan de vroegere verering en bedevaart. |
|
Materiële cultuur |
Devotionalia - Medaille: ovale aluminium medaille (2 x 3,8 cm) met aan de ene zijde de voorstelling van Apollonia en het randschrift 'H. Apollonia bid voor ons en voor allen die lijden naar ziel of lichaam'; aan de andere kant stond de tekst 'Broederschap der H. Apollonia te Haelen L.' en het randschrift 'H. Apollonia, Patrones tegen de kiespijn, bid voor ons', 1926. Devotioneel drukwerk - Broederschapsformulieren: 1 'Uit de statuten der Sint-Apollonia-broederschap' (9 x 14,6 cm; 4 p. dubbelgevouwen, gedrukt bij Leo Reijners, Roermond)). Op het blaadje staan de belangrijkste statuten, de aflaten die te verdienen zijn, een gebed tot Apollonia, de goedkeuring van mgr. Schrijnen, een korte levensschets van Apollonia en een lied ter ere van haar; 2 'Bewijs van Lidmaatschap' (van de Apolloniabroederschap). Op de achterzijde staat een gebed 'Ter eere van de H. Apollonia, Patrones tegen de kiespijn' waarvan 50 dagen aflaat zijn verbonden, bij goedkeuring van Laurentius, Bisschop van Roermond, op 2 september 1924 (8,5 x 13 cm, 1924; parochiearchief Haelen inv.nr. 193). - Ansichtkaarten: 1 ansichtkaart (9 x 14 cm, ca. 1925) van de zilveren reliekhouder met de relikwie van Apollonia. Onder de foto (Foto Sohl, Roermond) staat de tekst: 'Fraaie oud zilveren relikwiehouder in renaissance stijl met relikwie van de H. Apollonia, die in de parochiekerk te Halen van overoude tijden geheel bijzonder vereerd wordt tegen tand-, mond-, en aangezichtspijn en tegen alle kwalen van het hoofd. Om lid der Broederschap v.d. H. Apollonia te worden, voor een noveen, voor licht, medaille, litanie van de H. Apollonia, enz. Adresseere men de brieven: Aan den WelEerw. Heer Pastoor te Haelen bij Roermond'; 2 ansichtkaart met afbeelding van het cultusbeeld, met daaronder de tekst 'Beeld van de H. Apollonia (18e-eeuws) in de Parochiekerk te Haelen (L.)', op de achterzijde staat de hymne ter ere van de H. Apollonia uit 1925 afgedrukt (Haelen: PMC, juni 1977). Affiches: 1 'St Apollonia-octaaf en jaarfeest der St. Apollonia-Broederschap te Haelen, 1926 (Heijthuijsen: druk. Hub. Bongers, 1926; ca. 30 x 42 cm); 2 'St. Apollonia-viering te Haelen 1928' (Roermond: druk. H. Timmermans, 1928); 3 idem 1929; 4 'Plechtige feestviering met octaaf (van 9 tot en met 16 februari van de H. Apollonia, maagd en martelares, bijzondere patrones tegen tandpijn, en van de St. Apollonia-broederschap te Halen, 1932'; 5 idem 1933. |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Roermond, gemeentearchief: handschriftencollectie Petrus Schreurs, Haelen, inv. nrs. 17 en 19; parochiearchief H. Lambertus, Haelen, inv. nrs. 1, 20, 21, 193, 194 & 195. Maastricht, Rijksarchief in Limburg: collectie Goossens, inv. nr. 110. Roermond, bisdomarchief: 'Inventaris van het kerkelijk kunstbezit van de parochie H. Lambertus te Haelen' (Roermond 1976). Literatuur: [foto Apolloniabeeld], in: Katholieke Illustratie 59 (10 december 1924) p. 135; 'Aanteekeningen over de oude kerk van Haelen', in: Het Kanton Weert 24 april 1925; Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII. De provincie Limburg (Den Haag: Algemeene Landsdrukkerij, 1926) p. 112-113; [Alphons Meyer], 'Het reliekschrijn van Haelen en de Sint-Apollonia-vereering', in: De Nedermaas 4 (1926/1927) p. 78; 'De relikwie van de H. Apollonia', in: Nieuwe Koerier 26 oktober 1926; St. Christoffelklok. Kerkelijk weekblad voor het dekenaat Roermond en omgeving 1 (1928) nr. 46; St. Christoffelklok. Kerkelijk weekblad voor het dekenaat Roermond en omgeving 1 (1928) nr. 47; Piusalmanak 51 (1925) p. 270; Piusalmanak 64 (1938) p. 141; Piusalmanak 86 (1960) p. 175; A.H. Van Dijck, 'De St. Apollonia-vereering in en buiten Limburg', in: De Nedermaas 10 (1932/1933) p. 225-226; B. Jeukendrup, Nagalm. De Haelense St. Lambertusparochie in de na-oorlogse periode (Haelen: Kerkbestuur, 1980); Petrus Schreurs, 'Over de oude kerk van Haelen. Historische aantekeningen', in: Rondom het Leudal 6 (1981) nr. 23, p. 3-6; F.E.R. De Maar, De heilige Apollonia in Nederland en Vlaanderen. Duizend jaren beschermheilige van de tandpijnlijders en in de twintigste eeuw eveneens van de tandartsen (Nijmegen: STI, 1991) p. 31-33; Bèr Joosten, 'Ome Willem vertelt: gewoonten en gebruiken in het Leudalgebied', in: Rondom het Leudal 22 (1997) nr. 88, p. 184-185; Jeroen de Jong, Ziekte en zaligheid. Heilige 'genezers' in Nederlandse bedevaartsoorden (Amsterdam: Boom/Belvédère, 1997) p. 30-39. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Nijmegen Haelen-Apollonia; Meertens Instituut volkskundige vragenlijst 64a (1993); mondelinge informatie in 1997 en 1998 van mevr. B. Vrancken te Voerendaal en mevr. S. van Hinsberg en mevr. M. Joosten-Janssen te Haelen. |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |