Halsteren, H. Quirinus van Sciscia |
||
Cultusobject: | H. Quirinus van Sciscia | Open Street Maps |
---|---|---|
Datum: | 4 juni | |
Periode: | Ca. 1800 - ca. 1950 | |
Religieuze context: | Christelijk | |
Locatie: | Parochiekerk van St. Quirinus; St. Quirinuskapel | |
Adres: | Parochiekerk, Dorpsstraat 53, 4661 HM Halsteren; St. Quirinuskapel, Buurtweg, Halsteren | |
Gemeente: | Bergen op Zoom | |
Provincie: | Noord-Brabant | |
Bisdom: | Breda | |
Samenvatting: | Vanaf het einde van de 15e eeuw tot circa 1700 stond in Halsteren een St. Quirinuskapel. Het is niet bekend of er bedevaarten naar deze kapel werden gehouden. Er ontwikkelde zich vanaf de 19e eeuw wel een bedevaart naar de Halsterense parochiekerk. De pelgrims brachten vaak een bezoek aan de put in de nabijheid van de voormalige kapel. Tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw werd 'Sintekrijnswater' uit deze put gehaald. In 1985 werd vlakbij de locatie van de middeleeuwse kapel een nieuwe Quirinuskapel gebouwd. | |
Auteur: | René Jacobs | |
Illustraties: | ||
Topografie |
- De St. Quirinuskapel in Halsteren wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1484 betreffende een perceel land dat ten oosten van de kapel lag. In 1489 werd door Matheus Keldermans op bestelling van de heer van Bergen op Zoom natuursteen voor een venster van de kapel geleverd; enkele jaren later zou er nog gewerkt zijn aan het ijzeren raamwerk voor het venster. Deze kapel stond aan de linkerzijde van de weg van Bergen op Zoom naar Tholen op het punt waar een zijweg naar de Buurt afsplitste. In de huidige situatie is dat op de plaats van de huizen aan de Halsterseweg, precies bij het begin van de Oudenweg, toentertijd de weg naar Tholen. De kapel is bij de invoering van de reformatie in onbruik geraakt. De naam van de kapel werd nog lang in akten vermeld als aanduiding voor de ligging van nabijgelegen percelen. Op 17e- en 18e-eeuwse kaarten wordt St. Crijn of St. Quirijn aangegeven als gehucht onder Halsteren, soms met een afbeelding van een kerkje. Nog in 1767 heet een aldaar gelegen bos 'De Capel'. - In de nabijheid van de kapel was een putje, waaruit bronwater opwelde. Dit putje lag op dezelfde hoogte als de kapel, maar dan aan de overzijde van de straat. Het putje is opgegaan in een perceel bouwland, Jankenberg genaamd. - De herinnering aan de kapel en het putje is blijven voortbestaan. In 1924-1925 liet de tekenaar George van Raemdonck een huis in de buurt van de verdwenen kapel bouwen, dat hij de naam St. Crijn gaf. Door zijn vriend de Amsterdamse beeldhouwer Adrianus Remiëns werd een cementen beeld van 'Sintekrijn' gemaakt dat voor het huis van Van Raemdonck werd geplaatst. In diezelfde tijd liet de pastoor van Halsteren bij de bron een bord plaatsen met de tekst: 'Ga Quirinus nooit voorbij / of zeg: Quirinus bid voor mij!'. - In 1983 werd door J. Sinke, wethouder van de gemeente Halsteren, het initiatief genomen een nieuwe kapel met bron op te richten, waartoe de 'Stichting St. Quirinuskapel' in het leven werd geroepen. Voorzitter werd de pastoor van de parochie en vice-voorzitter de dominee van de hervormde gemeente Halsteren/ Nieuw-Vossemeer. Met deze samenwerking werd verwezen naar de tijd van de ene christelijke kerk voor de reformatie, toen de Quirinuskapellen in het Land van Bergen op Zoom werden gebouwd. Architect Alph. van Woerkom ontwierp de kapel, een 'open gebouwtje in romaanse stijl met een puntdak, tegen de achterwand een afbeelding van Quirinus, en het putje'. In 1985 werd begonnen met de bouw. Het wandkeramiek, voorstellende St. Quirinus, werd gemaakt door Jac van der Smissen. Op 30 november 1985 werd de kapel ingewijd door de pastoor en de dominee. Zij kan getypeerd worden als een klein monument ter herinnering aan de vroegere devotiekapel. Zij is geplaatst iets ten noordoosten van het door Van Raemdonck gebouwde huis aan het begin van de woonwijk De Rode Schouw. - De St. Martinuskerk, gelegen aan het dorpsplein, werd in 1799 aan de katholieken teruggegeven. De kerk is grotendeels 15e-eeuws; de toren is 14e-eeuws. Aan de Dorpsstraat, in de nabijheid van de Martinuskerk, werd in 1913 de nieuwe r.k. St. Quirinuskerk in gebruik genomen. Deze kerk is gebouwd naar een ontwerp in romaniserende stijl van Jos. Cuypers. De oude Martinuskerk werd in 1962 overgenomen door de N.H. gemeente. - In 1868 werd een Quirinusaltaar in de toenmalige parochiekerk, de huidige N.H. kerk, geplaatst. Het was geschonken door A.H. Testers en M. Keulemans. Het altaarstuk werd gemaakt door de Antwerpse beeldhouwer J.C. Jacobs en beschilderd door P. Dirckx te Roosendaal. Het houten altaar is gemarmerd (hoogte 6 m, breedte 3,1 m, diepte 1,40 m). In 1913 werd het overgebracht naar de nieuwe St. Quirinuskerk. |
|
Cultusobject |
- De middeleeuwse kapel was toegewijd aan St. Quirinus van Neuss. Zie voor deze Quirinus ⟶ Erp. In de parochiekerk wordt echter St. Quirinus van Sciscia vereerd. Deze bisschop en martelaar leefde omstreeks 300 in Sciscia (het huidige Sissah in Kroatië). Vanwege zijn trouw aan de christelijke kerk werd hij na gevangenschap en geseling met een molensteen om de hals in een rivier geworpen. Wonderlijk genoeg bleef hij drijven en sprak hij het toekijkende volk toe. Op zijn smekend gebed om te mogen sterven ging hij langzaam onder in het water. Dit gebeurde op 4 juni 308. - De reliek, geborgen in een verzilverd ronde houder van circa 4 centimeter diameter, is waarschijnlijk een botpartikel van Quirinus. Onder de reliek staat de tekst: 'S. Quirini M.' Reliek en tekst zijn aangebracht op een geborduurde goudkleurige achtergrond. De reliek is in 1803 verworven; het echtheidscertificaat uit hetzelfde jaar is nog bewaard. - In de pastorie van de Quirinuskerk staat een 81 centimeter hoog houten beeld, waarschijnlijk daterend uit de 18e eeuw. Quirinus is hier gekleed in een koormantel; in de linkerhand een bisschopsstaf. Bij de linkervoet staat een molensteen. Oorspronkelijk was dit beeld gepolychromeerd, maar het werd onder het pastoraat van D.C.Fr. van Mechelen (1962 - 1975) afgeloogd. Bij de viering van de feestdag op 4 juni wordt dit beeld in de kerk geplaatst, waar dan tijdens de mis extra aandacht aan de patroon van parochie en kerk wordt geschonken. Voor de Tweede Wereldoorlog stond dit beeld permanent in de kerk; tegenwoordig alleen op de feestdag. - In het bovengenoemde Quirinusaltaar staat een levensgroot stenen Quirinusbeeld. - Boven het tabernakel in de kerk is een nis, waarin een vroeg-20e-eeuws beeld van Quirinus (hoogte ca. 75 cm) staat. Quirinus is gekleed in kazuifel met pallium; in de linkerhand houdt hij een staf zonder krul, de rechterhand is zegenend opgeheven. Bij de linkervoet staat een molensteen. |
|
Verering |
Middeleeuwen - In het Land (vanaf 1533: Markiezaat) van Bergen op Zoom stonden in de 15e eeuw drie Quirinuskapellen, namelijk in ⟶ Oud Gastel, Wouw en Halsteren. De reden waarom drie Quirinuskapellen in het laatste kwart van de 15e eeuw werden opgericht, is niet geheel duidelijk. Een veronderstelling is dat Jan II van Glymes, bijgenaamd 'metten lippen', van wie twee zonen in 1475 hadden deelgenomen aan het beleg van Neuss, de devotie tot de H. Quirinus van die bedevaartplaats heeft overgenomen. Een van zijn bastaarddochters ondernam een bedevaart naar Neuss voordat zij omstreeks 1480 intrad in het klooster van Sinte Margriet in het Dal van Josaphat te Bergen op Zoom. Van de kapel van Wouw weten we alleen, dat die er geweest moet zijn, maar nadere gegevens ontbreken. Die van Oud Gastel wordt vermeld in 1478, in welke jaar de heer van Bergen op Zoom een betaling doet aan Janne van Steenwinckel voor het werk aan de kapel. Deze stond op de uiterste grens van de huidige gemeente in de omgeving van de Boterbergen, rechts van de weg naar Zegge. - Er is niets bekend over de vorm en intensiteit van de middeleeuwse verering. 19e en 20e eeuw - Het lijkt het erop, dat na het opnieuw in gebruik nemen van de Martinuskerk in Halsteren in 1799 geprobeerd is de oude traditie van de Quirinusverering te revitaliseren. Waarschijnlijk is toen de parochie met de kerk vernoemd naar Quirinus en is de oorspronkelijke naam Martinus losgelaten. De Quirinus die sinds die tijd in Halsteren werd vereerd, is echter niet Quirinus van Neuss maar Quirinus van Sciscia. In 1803 ontving de parochie vanuit Rome een reliek van Quirinus van Sciscia, waarbij een verklaring van echtheid van enkele deeltjes van de botten was gevoegd. In 1842 verleende de paus een eeuwigdurende volle aflaat, die kon worden verdiend op het feest en gedurende het octaaf. Een aparte offerkist voor Quirinus werd in 1863 gemaakt. - Op 14 februari 1919 werd een broederschap opgericht, waarvan het doel was om op voorspraak van Quirinus van Sciscia geholpen te worden bij geestelijke en lichamelijke problemen, vooral oogziekten. Op 4 juni - de feestdag van Quirinus - werd een gezongen mis opgedragen voor de levende leden; in het octaaf een voor de overleden leden. Op elke laatste zondag van de maand werd het Quirinusbeeld ter verering uitgestald en werd na de missen de reliek vereerd. De meeste leden waren afkomstig uit Halsteren en Lepelstraat, maar ook uit de omliggende plaatsen; enkelen kwamen van verre zoals bijvoorbeeld uit Sneek. Op 6 maart 1919 werd voor een periode van zeven jaar een volle aflaat verleend aan hen die de parochiekerk bezochten, biechtten en communiceerden. - In 1923 werd door C. van Genk, kapelaan te Steenbergen, een lied geschreven ter ere van Quirinus, vertaald uit de werken van Prudentius. - Vanuit Bergen op Zoom trok jaarlijks een processie; uit de naburige dorpen kwamen de mensen op eigen gelegenheid naar Halsteren. Tot aan de Tweede Wereldoorlog trok de feestdag en het daarop volgende octaaf honderden mensen naar de parochiekerk, waar de reliek werd vereerd en het 'Sintekrijnswater' uit de bron kon worden verkregen. Onder het beeld van Quirinus in de kerk stond een ton waaruit de bedevaartgangers gedurende het feestoctaaf water konden scheppen. Na de oorlog is de verering praktisch verdwenen.Tot ongeveer 1955 werd er nog Sintekrijnswater gehaald. - Tegenwoordig wordt op 4 juni tijdens de eucharistieviering met gregoriaanse zang extra aandacht geschonken aan de patroonheilige. Het Quirinusbeeld, dat gedurende het jaar in de pastorie staat, wordt dan voor in de kerk geplaatst, samen met een grote namaak-molensteen, die in 1993 is vervaardigd uit lichte kunststof. |
|
Materiële cultuur |
- 1 De kerk beschikt over een vaandel van de St. Quirinusbroederschap (hoogte 174 cm, breedte 114 cm). Een voorstelling van Quirinus, geborduurd op zijde, is geappliqueerd op rood fluweel. Het opschrift luidt: 'H. Quirinus B.M. Aan de keerzijde: 'Processie van Halsteren naar Berendrecht'; 2 keramieken tegeltje(15 x 15 cm; 2e helft 20e eeuw) met een afbeelding van Quirinus en de tekst 'Ga hier Quirinus nooit voorbij of zeg "Quirinus bidt voor mij"' (de tekst van het bord bij de Quirinuskapel). Devotioneel drukwerk - 1 Het 'Sint Quirinus lied', oorspronkelijk een Latijnse tekst van Prudentius, is in 1923 door C. van Genk vertaald; de muziek schijnt ontleend te zijn aan een reeds bestaande melodie; 2 Litanie van de H. Quirinus, bisschop en martelaar, patroon der kerk van Halsteren (impr. P. Leyten Breda, 12 oktober 1885; latere dr. met impr. J.M. van Oers, Breda, 3 mei 1932); 3 sticker met een afbeelding van de heilige met staf en molensteen en de tekst 'H. Quirinus' (ca. 1997; 5 x 11 cm). |
|
Bronnen en literatuur |
Archivalia: Zevenbergen, streekarchief Nassau-Brabant: archief van de parochie Halsteren 1632 - (1960), inv.nr. 15, memoriale, aangelegd door pastoor J. Gouverneur, bevattende afschriften van belangrijke stukken en aantekeningen van voorgevallen feiten, 1868 - ca. 1955; inv. nr. 137, stukken betreffende de devotie tot de H. Quirinus en de oprichting van een broederschap, 1842, 1913 - 1922; inv.nr. 138, alfabetische naamlijst der leden van de Broederschap van St. Quirinus, 1919. Literatuur: J.B. Krüger, Kerkelijke geschiedenis van het bisdom van Breda etc., dl. 3 (Roosendaal: M.D. van Leeuwen, 1875) p. 415-423; Jan Kalf, De katholieke kerken in Nederland (Amsterdam: van Holkema & Warendorf, 1906) p. 487-488 en plaat Q; J.W.A. Gommers, 'Folkloristische kalender voor westelijk Noord-Brabant', in: Sinte Geertruydtsbronne 7 (1930) p. 17-18; J.R.W. Sinninghe, Noord-Brabantsch sagenboek (Scheveningen: 'Eigen Volk', [1933]) p. 221; Jacques R.W. Sinninghe, 'Brabants heilige putten', in: Brabants heem 2 (1950) p. 5-59; A. Delahaye, De parochie van Halsteren tot 1830 (Zevenbergen: Streekarchief Nassau Brabant, 1974) p. 15-21; A. Delahaye, 'St. Quirinus-kapel en het putje', in: Zeven eeuwen Halsteren (Halsteren: Gemeentebestuur van Halsteren, 1980) p. 167-170; W. Jansen, 150 Jaar parochie H. Quirinus te Halsteren (Tholen: C. Dieleman 1980) p. 6-7; R.C.M. Jacobs, 'St. Quirinuskapel te Halsteren', in: De ghulden roos 47 (1987) p. 71-79; R.C.M. Jacobs, 'Sint Quirinuskapel te Halsteren', in: Devotionalia 6 (1987) p. 118-122; J. Schuyf, Heidens Nederland. Zichtbare overblijfselen van een niet-christelijk verleden (Utrecht: Matrijs, 1995) p. 85; Peter Vermeulen, Langs 's Heren wegen.Veldkapellengids voor Noord-Brabant (Eindhoven: Kempen, 1996) p. 74-77; Halsteren een monument (Halsteren: heemkundige studiekring, 1998) p. 47-49. Overige bronnen: KDC BiN-dossier Halsteren; volkskundige vragenlijst 23 (1959). |
|
naar het KDC, voor aanvullingen en
commentaar. |